NIEUWE
ÏÏ)ag6laó voor c Woord*en S/tiió^Collanó.
Opvoeding.
No. 2722
Woensdag 7 Juli 1897.
28ste Jaargang.
B ITJ5 N h A IN D,
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Haarlem
Voor de overige in plaatsen in Nederland fr. p. p.
Voor het buitenland
Afzonderlijke nummers
Dit blad verschijnt
dagelijks, behalve Zon- en Feestdagen.
BUREAU: St. Janstraat Haarlem.
/1,10
«1,40
«2,80
«0.03
PRIJS DER ADVERTENTIEN
Van 1—6 regels50 Cent
Elke regel meer
77»
AGITE MA NON AGITATE.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant.
Red a e t e ur-U i t g e v e r, W. KüPPERS.
II.
{Slot).
De Kerk alleen beeft aan de wetenschap
hare ware rol weten aan te wijzen. Zij
alléén heeft mannen voortgebracht uit één
stuk, omdat zij alléén jhet verstand des
menschen heeft ontwikkeld volgens het
goddelijk plan.
De opvoeding, onafscheidelijk van het
onderwjjs, is op wonderbare wijze begrepen-
en ontwikkeld door de eerste meesters,
welke de Kerk met haren goddelijken adem
tocht bezielde.
Verscheidene kerkvaders zjjn omtrent dit
punt tot de grootste ontwikkeling gekomen.
Hier stelden zjj als type en als model, den
Christus zeiven, het goddelijk Woord, den
Leeraar van geheel het menschelijk ge
slacht.
Wat is de goddelijke opvoeding? vroeg
Clemens van Alexandrië zich zeiven af.
«Het is eene richting, welke de waarheid
ons geeft om ons te brengen tot de be
schouwing van God. Het is een tafereel
van heilige handelingen, hetwelk zjj ons
voor oogen stelt om ons te doen volharden,
ten einde toe. Evenals de veldheer acht
geeft op het behoud van het legerheir,
waarover hjj bevel voert, en evenals de
stuurman zijn vaartuig zóó stuurt dat de
passagiers, die zich op het schip bevinden,
behouden worden; evenzoo toont de
leermeester zich vervuld van bezorgdheid
voor onze belangen en bjj tracht zijne kin
deren ertoe te brengen om een heilzamen
regel te volgen. Evenals de stuurman niet
altjjd voor den wind wjjkt, maar weerstand
biedt aan den stormorkaan door den voor
boeg van het schip tegen den wind in te
keeren, zóó biedt ookjjde onderwijzer weer
stand aan de wisselvallige windvlagen van
de wetten dezer wereld; maar hij stelt zijn
kind niet bloot aan den geweldigen en ge-
duchten schok der hartstochten, evenmin
als de stuurman zijn vaartuig aan de woe-
FBUILLSTOJM
Beschuldigd.
25.
{Vervolg).
In de boeken is het bewjjs te vinden van
hetgeen ik zeg, en dit bewjjs is geteekend door
u, door uw vader, en door mij, als uw op
volger 1
Jacques Moulin richtte zich in zjjn volle leng
te op: van beschuldigde was hij nu beschuldi
ger geworden en onder zjjn verpletterende aan
klacht had Maurice allen trots laten varen.
Nu ja, maar toen waagde hij, tot
zjjne verdediging in het midden te brengen.
Toen, viel Jacques hem in de rede, toen,
evenals nu badt ge belangrijke sommen met het
spel verloren. Ge hadt dus geld noodig
en evenals nu hebt ge dat weten machtig te
worden ditmaal is de misdaad zoo ontzet
tend veel grooter, daar ze met den moord op
uw vader gepaard ging.
En dus beschuldigt ge mij nog bovendien
mijn vader gedood te hebben dat is een
laagheid.
De laagheid zou nog veel grooter zjjn als
gjj toeliet, dat men mij beschuldigde, gevangen
nam, veroordeelde, terwjjl gig weet dat ik on
schuldig ben.
Maar alles bewjjst toch uwe schuld.
Alles bewjjst het, wel mogeljjk, maar in
werkelijkheid: de dief, de moordenaar zjjt gjj.
Zwjjg, ge zjjt krankzinnig: om u zeiven
vrjj te pleiten, durft ge zulk een taal te voeren,
dende baren prijsgeeft. Hij ontplooit de
zeilen alleen voor den voorspoedigen wind
der waarheid en met vaste hand omklemt
hij het roer van zijn kind, d. w. z. hij
maakt zich meester van zijn gehoor om
de leugen daarvan te verwijderen, totdat
hij het kind behouden en wel gevoerd
heeft binnen de haven des hemels.»
De zending des onderwijzers, aldus be
grepen, is verhevenzij is de zmding van
den Christus zei ven. Zoo heeft de Kerk
de opvoeding begrepen sinds de eerste
jaren harer stichting, terwijl men rondom
haar, in de heidensche wereld, de zorg voor
de opvoeding der kinderen overliet aan de
slaven. Tacitus en Quintilianus be
klagen zieh daarover bitterlijk, de een in
zijn dialoog over de beroemde redenaars,
de ander in zijne onderrichtingen in de
welsprekendheid, l'lutarchus is niet
minder gestreng tegenover dit hoofdgebrek
van zijn tijd. Hij zegt: «De meeste men
schen vervallen in eene belachelijke dwa
ling: wanneer zjj een fatsoenlijken slaaf
hebben, dan maken zij daarvan een land
bouwer, een stuurman, een opzichter, een
handelsbediende; maar hebben zij een dronk
aard, een deugniet, een schelm tot slaaf,
aan zulk een vertrouwen zij hunne kinde
ren toe.»
Het Christendom alléén heeft de groot
heid, den adel van het kind begrepen. Het
kind is een hemelsche bloem, die langzaam
op haren stengel ontluikt. Het kind is een
straal van goddelijk licht, die langzaam
uit den schoot der duisternissen omhoog
speelt. Het kind is een heilig onderpand,
hetwelk de goddelijke Voorzienigheid ons
toevertrouwt, met de zending om het op
te kweeken in de leer des Heilands. Wat
is er dan doorluchtiger dan het kindHet
heeft van alle eeuwigheid bestaan in de
gedachte Gods; het is de prijs van het
Bloed van eenen God; het is de vermoe
delijke erfgenaam van eene onverganke
lijke, onverwelkbare kroon.
Allen, die het werk der opvoeding is
ge zjjt een ellendeling, ge zjjt gek.
Ik ben noch het een, noch het ander,
en dat ik heden zulk een taal voer, is, om
dat wjj hier alleen zijn, omdat niemand ons
hooren kan. In tegenwoordigheid van anderen
zal ik zwijgen, en ziehier wat daarvan het ge
volg zal zjjn. Ik ben onschuldig, maar zal ver
oordeeld wordenvolkomen recht, want alles
bewjjst mijne schuld. Maar mijne veroordeeling
sleept de grootste ellende voor de mijnen na
zichmjjne moeder is ziek, blind, en het is
slechts met onafgebroken zorgen, dat we haar in
het leven kunnen houden. Wanneer ik er niet
meer zal zijn, zullen die zorgen haar ontbreken
en zal mijn moeder sterven, en mjjn arme zuster
broodeloos, zonder steun zijn, terwjjl ik onschul
dig in de gevangenis smacht of wellicht naar
de galleien word gezonden.
En niettegenstaande dit alles ben ik vast
besloten, niets tot mjjn verdediging aan te voe
ren, en uw naam niet te noemen; ben ik beslo
ten, alles te verdragen, uit herinnering aan de
goedheid van uw vader, en om de droefheid
van de familie van mijn weldoener niet door
schande te vergrooten. Thans is het aan u, om
uw gedragslijn te bepalen. Ik zal zwjjgen,
maar mjjn stilzwijgen zal eervol, het uwe daar
entegen een misdaad zjjn.
Genoeg, mijnheer, mijn geduld is ten ein
de, ik kan u niet langer aanhooren. Wat gjj
zegt is schandeljjk.
Nog schandelijker zou het zjjn, zoo gjj
mjj, terwjjl gij weet dat ik onschuldig ben, nog
langer van deze misdaden liet beschuldigen en
toeliet dat men mjj veroordeelde.
opgelegd mogen zich geheel en al wijden
aan het grootste aller werken. God heeft
aan hem de zending toevertrouwd om den
hemel te bevolken. Maar men denke er
wel aan, dat de zielen zjjn gelijk aan een
akker, waar de doornen het zaad dreigen
te verstikken, waai het onkruid tusschen
de goede tarwe opschiet. Yolgt den ak
kerman, den gaardenier na, die het on
kruid uittrekt en zijn stuk grond op alle
punten besproeit, omwoelt en omspit. Laat
niets u te véél voorkomen bij dezen arbeid.
Beroofd van lucht en licht, schiet de
bloem dun en schraal omhoogde omgeving
waarin het kind zich ontwikkelt, de op
voeding, welke het ontvangt, de schrijvers
en de boeken, die het ter juister ure aan
trekken, de voorbeelden, die het aanschouwt,
ziedaar de lucht, waarin het kind ademt,
ziedaar het licht dat het kind bestraalt.
Wij behoeven geen vreeze te hebben
voor de wetenschap, indien wij vereenigd
bljjven aiet God. De wetenschap is een
uitgestrekte oceaan, bezaaid met vele klip
pen voor hem, die God niet tot stuurman
heeft. Maar zij is zonder gevaren voor ons
in het scheepje van Petrus, Christus houdt
het roer, de Geest Gods doet onze zeilen
zwellen door Zijn goddelijken ademtocht, wij
ontwaren bij een helderen hemel van verre
de haven.
Als wettige kinderen des lichts, moeten
wij naar dat licht opzien. Yerwaarloozen
wij de wetenschap, noch de opvoeding;
herinneren wij ons altijd dat deze twee
planten niet kunnen leven dan gekweekt
in den tuin der Kerk en besproeid door
de wateren der genade.
Engeland.
De werklieden in het machinevak te
Londen willen den achturigen arbeidsdag
i ingevoed zien.
Daar de patroons nu in een door hun
gehouden bijeenkomst in dezen dwang
1 van den kant der werklieden niet kunnen
Dat gaat de justitie aan wat kan ik daar-
i aan doen
Wat gij daaraan kunt doen? Wat een man
l van eer zou doen 1 moet ik u dat zeggen
Als gij niet wilt, dat de waardige naam van
uw vader in rechtzaken gemoeid wordt, als ge
niet wilt dat een onschuldige voor uwe misda
den boet, welnu, wees dan moedig, neem dit
wapen, en Jacques Moulin nam uit het wapen
rek, dat aan den muur hing een pistool, spande
den haan en reikte het Maurice toe, en sprak
op plechtigen toon, zonder aan een hiernamaals
te denken
Maurice Bertin, het oogenblik is gekomen
om u zijner waardig te toonen. Gedenk uw va
der en sterf I
Gjj zjjt gek stamelde Maurice, de revolver
afwerende.
Op hetzelfde oogenblik weerklonk een kreet
achter de zware portiere, die den kleinen salon
afsloot.
Jeanne was daar; achter die portie:everbor
gen, had ze alles, wat daar voorviel bjjgewoond.
Jacques Moulin wierp het wapen, dat Mau
rice geweigerd had, op een tafel, vloog op Jean
ne toe en ving haar in zjjne armen op, juist
toen zjj bewusteloos neerstortte.
Maurice, overweldigd door hetgeen Jac
ques hem had gezegd, door de aanbieding van
het wapen, dat aan alles een eind had moeten
maken, bleef onbeweeglijk en liet gelaten toe,
dat Jacques zjjn zuster in zijn armen nam en
haar op den naastbijzijnden fauteuil nederlegde.
Toen wendde hij zich tot Maurice en sprak,
op de bewustelooze wijzende
treden en de fabrieken zullen sluiten in
dien verzet wordt gepleegd, heeft men
waarschijnlijk een verbitterden strijd in
het verschiet.
Italië.
In de Italiaansche provincie Ferraru
zijn de landarbeiders bij gelegenheid eener
werkstaking, in botsing gekomen met de
militairen, waarbij twee soldaten en een
arbeider zwaar gewond werden.
Te Osse in de provincie Sassari is
Vrijdagnacht een hevige brand uitgebroken.
Een werkman, zekere C here hi, is nadat
de man zijne vrouw had gered, met zijne
drie dochters in de vlammen omgekomen.
Duitschland.
In een dorp bij Winterberg is dezer
dagen door een 8-jarig meisje een gruwel
stuk gepleegd. De schoenmakersfamilie
Grab liet in de echtelijke woning een
achtjarig meisje en een zuigeling van twee
maanden zonder toezicht achter, terwijl
men uitging om boodschappen te doen.
Toen het knaapje begon te schreien,
herinnerde het meisje zich een uitdrukking,
in drift door de ouders gebezigd, dat men
den zuigeling den mond zou dichtnaaien.
Het kind haalde daarop een stopnaald en
een draad en naaide werkelijk met eenige
onhandige steken den mond van den zui
geling diebt. Toen de ouders thuis kwa
men, vertelde het qieisje trotsch, hoe zij
er in geslaagd was, haar broertje tot zwe
gen te brengen. Het kind moet sterven,
daar door bloedvergiftiging eene gevaarlijke
complicatie is ontstaan.
Amerika.
De gebouwen waarin de landverhuizers
op Ellis-eiland bij New-York onder dak
gebracht worden, is door brand vernield.
De gebouwen waren in 1892 gebouwd en
hadden de plaats ingenomen van het oude
bekende Castle Garden. Er waren 250
landverhuizers geherbergd toen de brand
uitbrak. De schade bedraagt 80,000 p. st.
Honderden boeken en documenten van veel
waarde zijn verloren gegaan.
De oorzaak van den brand is onbekend.
Het hoofdgebouw was meer dan 1000 voet
lang en drie verdiepingen hoog. De eerste
verdieping werd gedeeltelijk gebruikt voor
bagage en het oosteinde voor kantoren.
Het is voor haar, verstaat ge, voor haar
alleen, dat ik dit alles doe.
En als kon Jeanne niet zien wat hjj deed,
nam hij Maurice bij de hand, en geleidde hem
naar de tafel, waarop hjj het wapen had neer
geworpen.
Ziedaar, sprak hij op het pistool wjjzende,
als in u nog een weinigjs eergevoel huist...
Nooitriep Maurice nooit ik ben on
schuldig. Als door een electrischen schok getrof
fen, sprong Jacqu.is Moulin om en in een
woord zijne verachting, zjjn afgrijzen uitdrukken
de, uitte hij slechts dit woord lafaard I
Toen echter door eene onwillekeurige bewe
ging viel zijn oog op het lijk van zijn geliefden
meester, al zijn woede, al zijn haat was verdwenen
en op kalmen, ernstigen toon vervolgde hij
Het is wel, van uit den hooge zal uw
vader op ons neerzien. Ik zal intusschen den
bijnaam dien hij mij gegeven heeft, in eere
houden en weten, wat mjj te doen staat,
En de deur door welke de agenten vertrok
ken war^n, openrukkende, riep hij met luide
stem
Mjjne heeren doet uw plicht. Ik ben
de diet, ik ben de moordenaar van den heer
Bertin 1
Nauwelijks had Jacques deze woorden geuit,
of in het naast gelegen vertrek weerklonk de
kreet
Jacques! mjjn kind! Jacques, waar zjjt ge?
{Wordt vervolgd.)