NIEUWE HbagBlaó voor <fflooró- en S/uió-éCollanó. Heerlijke Toekomst? No. 2723 Donderdag 8 Juli 1897. 22ste laargang. BOIT.ES LAAD. ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Haarlem Voor de overige in plaatsen in Nederland fr. p. p. Voor het buitenland Afzonderlijke nummers Dit blad verschijnt dagelijksbehalve Zon- en Feestdagen. BUREAUSt. Janstraat Haarlem. /1,10 «1,40 «2,80 «0.03 AGITE MA NON AGITATE. PRIJS DER ADVERTENTIEN. Van 16 regelsCent. Elke regel meer7'/s Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant. Redaeteu r-U i t g e v e r, W. K P P E R S. Wat staat ons te wachteD, nu de jongste Kamerverkiezingen een uitslag hebben gele verd, die tot diep nadenken aanleiding geeft? Frankrijk verheugt zich reeds jaren lang in het algemeen stemrecht, dat kostelijk geneesmiddel voor alle maatschappelijke wonden en kwalen, dat universeel medi cament, hetwelk ons zoo goed als geheel door onzen Minister Mr. Van Houten en de meerderheid der Volksvertegenwoor digers is geschonken. Het uitgebreid stem recht zou, zoo riepen de voorstanders er van, eene blijvende verbetering aanbrengen in alles wat op maatschappelijk gebied om verbetering vraagt, dat voortreffelijk pa nacee, hetwelk alom is bezongen en hetwelk aan Nederland moest worden gebracht om ons Katholieken meerder recht te bezorgen, heeft zjjn uitwerking gedaan. En welk eene uitwerking valt te constateeren Niets anders dan aankweeking van godsdiensthaat bjj de domme gemeente, die een stembiljet in handen wordt gegeven, en loopt aan den leiband der woordvoerders. In Frankrijk zien wij resultaten van het algemeen stemrecht, die ook ons zonder twjjtel in de toekomst zullen geschonken worden. Daar is het volk souverein, het geheele volk, zelfs de voddenraper en straatveger, draagt daar een deeltje van den koningsschepter in zijn zak. Zijn nu die menschen tevreden met hun stembiljet? Is men in ons Vaderland te vreden nu een zeer uitgebreid kiesrecht is ingevoerd? Veel minder tevredenheid, rust en kalmte is ons deel. Het stembiljet in de handen van menschen gegeven die niets te verliezen alles te winnen hebben, is een groot gevaar. Wij zien dat maar al te dikwpls over de gren zen hoe aldaar de politie en de gendarmerie de ontevreden gemaakte kiezers tot rust hebben te brengen, als zij door de volks misleiders zijn opgezweept tegen het wet tig gezag. FEUILLETON 26. Beschuldigd. Vervolg Eene oude blinde vrouw had den toegang tot het vertrek weten te vinden, waar Jacques, haar lieveling, zich bevond. De grjjze haren ternauwernood verborgen onder een zwarten sluier, de handen samenge vouwen, de oogen, waaruit het licht voor altijd verdwenen was, wijdgeopend, de ledematen half verlamd, strompelde de arme moeder op haar zoon toe, die haar met den uitroep Moeder lieve moeder in de armen viel. Een meisje van ongeveer zestienjarigen leef- tjjd, volgde haar op den voet en trachtte haar met zachte woorden terug te houden. Zjj luisterde evenwel niet, maar zich geheel aan hare moederlijke liefde overgevende, drukte zij haren lieveling aan de borst en bedekte zijn gelaat met vurige kussen. Mjjn kind, mjjn Jacques men zal u niet van uwe moeder wegvoerenZeg, men zal u niet in de gevangenis werpenEn met verheffing van stem voortgaande: En waarom mij mijn kind te ontnemen? Waarom? Wat kan Jacques dan misdreven hebben Kan hij aan cenige misdaad schuldig wezen? Schuldig, hij? Zoo iemand schuldig is, zoek dan elders, en laat mjj mijn kind, kom Jacques, kom Zezette, kom laat ons dit huis verlatenl Dit droevige schouwspel maakte op alle Geen wonder dat veel werklieden die aan vrouw en kinderen denken, dan ook liever een gulden of wat te betalen be lasting in den zak houden, dan moeite te doen tot het verkrijgen van een stembiljet. Het stembiljet maakt het volk niet te vreden. Het is in ons land door de uitbrei ding van het kiesrecht er niet gelukkiger op geworden en de maatschappelijke kwa len zijn er niet door genezen. Integendeel zij treden hoe langer hoe meer op den voorgrond. De volksmisleiders hebben een wapen in handen gekregen, daar is hun een kracht geschonken onder de te misleiden menigte, waarvan ons de jongst gehouden verkie zingen reeds een voorspel hebben gegeven. Paus Leo XIII heeft de Katholieken van Frankrijk ernstig aangemaand zich neder te leggen bij den republikeinschen regeerings- vorm, de republiek te dulden, die nu sinds 1871 bestaat. De Paus is den Franschen regeerders te gemoet gekomen. De Paus verlangt, dat eene groote Katholieke partij in de republiek zal worden gevormd, teneinde orde en recht en vrijheid te handhaven, vrijheid vooral voor de Kerk, die in de laatste jaren zoo schrikkelijk vervolgd is. De Fransche regeerders zijn den Paus dankbaar voor Zijne welwillendheid. Zij zouden wellicht gaarne de kerkvervolging staken. Maar daar is het algemeen stem recht, daar is het souvereine gepeupel, hetwelk wordt opgezweept door de kerk- vervolgers. Daar zijn de regeerders bang voor. En de kerkvervolging gaat voort. Nadat de Staat de hand heeft gelegd op de scholen, op de gasthuizen en overal de geestelijke onderwijzers en ziekenverpleeg sters heeft verwijderd, is thans de beurt aan de kerkelijke goederen. Gelijk bekend is, verstaat men door kerk fabrieken de inkomsten der kerken, die moeten dienen tot instandhouding van het Godshuis, tot voorziening in de behoeften van den eeredienst. aanwezigen den diepsten indruk, niemand be woog zich, niemand vermocht een woord te uiten, allen waren tot tranen toe geroerd. Jacques Moulin hield zijne blinde moeder en het blonde hoofd zijner zuster aan zijne borst gedrukt, zjjn blik zocht die van Maurice Rertin. Die blik scheen te vragen: Zult ge nu ein delijk spreken, of zult ge deze ongelukkige aan schande en wanhoop ten prooi geren Maurice wendde evenwel zwijgend het hoofd af. Toen begreep hij, dat alles gedaan was, dat niets in staat was, dat gemoed te treffen, dat Maurice niet zou spreken. Hij aanschouwde voor de laatste maal het lijk van zijn weldoener, wierp een laatste blik op Jeanne, die tot zich zelf gekomen in stomme vertwijfeling het geheele tooneel had bijgewoond, kuste nogmaals moeder en zuster en rukte zich eindeljjk uit 'hunne om arming los. De blinde echter klemde zich krampachtig aan hem vast. Neen, riep ze, ge zult mij niet verlaten, ik wil niet, dat ge heengaat. Maar moeder! het moetmijn plicht. O mijn God Maar alle duivels liet zich plotseling de zware stem van den kapitein hooren, die juist op dit oogenblik binnemrad, dat gaat te ver, voor zulk een scène zijn de zwakke krachten van de arme oude dame niet berekend. En* daar niemand aan dit tooneel een einde i trachtte te maken, naderde Jacques Moulin den j kapitein en verzocht hem zijn moeier weg te voeren. Kom, mevrouw Moulin, kom, ga nu met mij mede. I Volgens het kanoniek recht moeten die inkomsten, voortspruitend uit vaste goede ren of giften, vrij zijn van elke inmenging van den Staat. Wat geschiedt nu? De wettige adminis tratie der Bisschoppen, der pastoors en kerkbesturen over de goederen der Kerk wordt gecontroleerd. De rekeningen en begiootingen der kerkfabrieken worden on derworpen aan het toezicht van de gemeen teraden, die op zeer vele plaatsen anti- Katholiek, op sommige zelfs socialistisch zijn «Consummatum est!» roept Emi 1 e 01- 1 i v i e r uit. De school, het gasthuis, de Kerk onderworpen aan den Staat De nieuwe voorschriften zijn voor de priesters zeer beleedigend. Nemen wij een greep uit de voorschriften. De armenbussen moeten onder getuigen geledigd worden. Er zal een dubbel slot op wezen. Een sleutel berust bij den pastoor, j een andere bjj den rijks-ontvanger. Stel u zulk een toestand voor. De pastoor ontvangt een schriftelijk be- 1 vel van den ontvanger: «Morgen, heer pastoor, zal de ontvanger komen om tegen- woordig te zijn bij het ledigen der armen- bussen. Zorg, dat gjj thuis zijt!» De ontvanger komt, de bus wordt gele- digd, het geld geteld, en er wordt opge- schreven, hoeveel er bevonden is, opdat de pastoor niet stele Ook moet de pastoor staten opmaken van de kerkelijke goederen. De modellen voor die administratie worden door den Staat i voorgeschreven. De ciboriën, de miskelken, de monstransen mogen op de Staten niet voorkomen als H. Vaten, maar als kerk gereedschappen, evenals de tang en de aschschop heeten keukengereedschappen. 1 Wij scheppen ons geen illusiën, maar vreezen, dat ook hier te lande wanneer geregeerd wordt „niet voormaar door het volk," de Kerk evenmin gespaard zal blijven als elders. Waarlijk, wij zullen door de socialistische ideeën tot de onzen te maken behulpzaam Maai ik wil mijn zoon hebben, mijn kind, mjjn Jacques Ge zult hem hebben, nog eenige dagen geduld en ge hebt hem weder bij u. Ga nu, lieve moeder, volg den kapitein; het is, zooals hij zegt, nog slechts weinige dagen geduld en ik keer tot u weder! En door overspanningen vermoeidheid over weldigd, had de arme vrouw geen kracht meer om weerstand te bieden, maar volgde gewillig. Terwijl de kapitein hare moeder meer dood dan levend wegvoerde, trad Zezette op Maurice toe, en, op haar broeder wijzuride, voegde ze hem op smeekenden toon toe Mijnheer Mau rice, zult ge hem zoo laten wegvoeren zonder een enkel woord tot zijn verdediging in het midden te brengen. Gij weet toch dat hij zulk een vreeselijke misdaad niet kan misdreven heb ben. Zeg toch aan die lieden dat ze ons mjjn broeder teruggeven. Maurice antwoordde niet, wendde zich van haar af en trad de kamer zijner moeder binnen. Toen knielde Zezette vóór Jeanne neder. O gij mejuffrouw, gij, die altijd zoo goed voor ons zjjt geweest, gjj, die Jacques altijd hebt liefgehad, en die hij nog altijd lief heett, zegt gjj aan die mannen dat ze mij mjjn broe der weergeven. Zie, daar voeren ze hem weg, naar de gevangenis, en echter hjj heeft niet ge stolen, hij heeft niet gemoord. Dat weet ge toch ook wel, zegt het hun, u zullen ze toch wel gelooven 1 Ge antwoordt niet O mjjn God, wat moet ik doen Jacques zie, ze brengen hem weg 1 God I te laat ziju in het bevorderen der revolutie en de hevigste slagen zullen neerkomen op onze H. Moeder de Kerk. Al het werk, in deze eeuw gewrocht, zal verloren gaan. Het vuur der revolutie zal alles verteren, wat in eene eeuw is opgebouwd. Waarlijk, het wordt ons meer en meer duidelijk waarom Malachias den eerst- volgenden Paus heeft aangeduid onder den naam van <lgnis ardenst en diens opvol ger onder den term iReligio depopulata.» Het verwoeste geloof! Spanje. De hoog opgedreven belastingen hebben het volk te Albaceto, Bilbao en Priego in opstand gebracht. In eerstgenoemde stad heeft het volk de belastingkantoren in brand gestoken, en de gendarmen met steenworpen gewond. Turkije. De Sukan heeft een zwaren strjjd te voeren tegen zijn eigen volk. De Groote Heer moet niet ongenegen zijn de vredes voorwaarden der Mogendheden met inbe grip van de ontruiming van Thessalië aan te nemen, maar de openbare meening in het Turksche rijk is er tegen. Hare woord voerders eischen op zijn minst de inlijving van Thessalië tot de Peneios. Italië. In de stad Rome zullen eerstdaags twee gekroonde mannen elkaar ontmoeten. Vorst Ferdinand van Bulgarije, die met zijn gemalin te Parijs vertoeft, gaat van daar naar Rome om koning U mberto te be zoeken. De minister-president Stoiloff en de Minister van oorlog zullen hem ver gezellen. De Vorst wordt tegen Donderdag te Rome verwacht; voor zijn vertrek zal president Faure hem op het Elysée een diner aanbieden. Wij zijn zeer nieuwsgierig of de Vorstin van Bulgarije zich zal verlagen het Qui rinaal binnen te gaan. waarin de over weldiger der Eeuwige Stad zich genesteld heeft. Werkelijk werd Jacques op dit oogenblik door Jarilot, Savignol en de agenten weggebracht. Moedersnikte Zezette, moeder, nu zijn we alleen, Jacques is weg. Dat God zich onzer ontferme, sprak de zieke. Op den drempel keerde Jacques zich nog een enkele maal om, aanschouwde met innig mede lijden zijne moeder en zuster, verborg het ge laat in de handen en volgde zijn geleiders met de wanhoop in het hart. Nauwelijks was hij vertrokken, of Jeanne die het geheele tooneel zwijgend had bjjgewoond, richtte zich op, als uit vreesseljjk droom ont wakend, eu uitte plotseling een hartverscheuren- den kreet Jacques Ieder deinsde terug, en Jacques, verschrikt, niet wetende, wie hem aldus geroepen had, bleef on beweeglijk aan den ingang van het vertrek staan. Jeanne trad op hem toe, nam hem met drif tige beweging bjj de hand, trok hem tot zich en omhelsde en kuste hem hartstochtelijk. Het was een kus, zoo zuiver, zoo rein, als slechts eene zuster haren broeder, eene verloofde haren aanstaanden echtgenoot geeft. En hem met hare donkere oogen door een bovennatuurljjken gloed bezield aanstarende, riep ze uit Neen, ge zult niet vertrekken, Jacques, ik wil het niet, ge zjjt niet schuldig. De schuldi ge is mijn a\! Wordt vervolgd.) HUKÜHSd!

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1897 | | pagina 1