NIEUWE HbagBlaó voor eS/Soorè- on Suuiè-éCollanö. Een pennestrijd. No. 2726 Maandag 12 Juli 1897. 22ste Jaargang, TWEEDE BLAD. ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Haarlem Voor de overige in plaatsen in Nederland fr. p. p. Voor het buitenland Afzonderlijke nummers Dit blad verschijnt dagelijks, behalve Zon- en Feestdagen. BUREAU: St. Janstraat Haarlem. /1,10 «1,40 «2,80 «0.03 AGITE MA NON AGITATE. PRIJS DER ADVERTENTIEN. Van 16 regels50 Cent. Elke regel meer Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant. Redacteu r-U itgever, W. KüPPERS. Op het schrijven van Dr. Kuyper tot den heerCharlesBoissevain gericht, gisteren in de Nieuwe Haarlemsche Courant opgenomen, heeft de Hoofdredacteur van het Handelsblad het navolgende geantwoord: Amsterdam, 7 Juli 1897. Aan den Hoog-Gel. Heer 'professor Kuyper, Hoofdredacteur van <De Standaard Waarde tegenstander en Vriend! Nu ge u tot mg persoonlijk richt om toelichting van meeningen en woorden, waarvoor de geheele hoofdredactie zich verantwoord slgk stelt, eischtde hoffelijkheid jegens een confrère, wiens machtige gaven ik bewonder en op wiens vriendschap ik prijs stel, dat ik aan uw wensch voldoe, zoodat ik het «wg» thans door het «ik> vervang. Om u te antwoorden onderbreek ik den korten rusttgd van drie weken, welke voor mij reeds was aangevangen, en daar ik heden op reis ga, kan ik onze gedachten- wisseling ook al vondt ge dit noodig vooreerst niet voortzetten. Als «een ernstige en persoonlijke grief tegen mg» beschouwt gg in de eerste plaats de beeldspraak, waarin ik mijn gestrenge veroordeeling uitte van uwe poging om de katholiek-kerkelgke partij, door hulp der Calvinisten, die u in alles volgen, aan het bewind te brengen. Niet met «den duivel» vergeleek ik u, waarde collega, maar met de schepping van een dichterlijk genie, met Lucifer, «den zoon van den morgen,» den held van Mil ton's Paradise lost, voor welken ver dwaalden grooten geest de machtige dich ter der Puriteinen bij mij steeds meer sympathie en medelijden wekte dan voor Adam! Ik deed dit omdat gij, teneinde te kunnen regeeren, u verbondt met hen die in beginsel dwars tegenover u staan, en wier zegepraal, voor de protestanten, wier kampioen ge u noemt, een bittere beproeving zou zijn Indien deze vergelijking een «persdelict» is, collega, dan zgt gg, rusteloos strgder in Standaard en Heraut zóó onder persde licten bedolven, dat gg ze nog niet alle geteld als ik van mijn vacantiereisje reeds terug ben! Bovendien eenige warmte van taal is even geoorloofd als begrgpelgk, wanneer wg een tegenstander, zoo machtig door wil, gaven en invloed als gij, iets zien doet dat ons gevaarlgk voor het vaderland toe schijnt. Waarom heb ik u zoo ernstig bestreden Waarom heb tf den coup d'état van 1886 in de kosterjj v<.u de Nieuwe Kerk in her innering .gebracht? Waarom heb ik die les uit het verleden noodig geacht als een waarschuwing tegen uw drgven, wanneer gij met de katholieken de macht in handen kreegt Omdat het samengaan van uw Calvinisti sche partg met de Roomsche kerkelijke partg mij in de hoogste mate stuitend en gevaarlgk tevens voorkomt. Uw overtuiging kennende in zake den persoonlgken dienstplicht, schgnt het mg iets onduldbaars, dat gij de vraag of Neder land zich weerbaar zal mogen maken, laat afhangen van wat de katholieke kerk ge lieft te beslissen ten aanzien van persoon lgken dienstplicht in ons land. Ik ben dikwijls genoeg aangevallen we gens den eerbied, dien ik gevoel voor katholieke instellingen en de weldadige werkzaamheid van katholieke geestelgken, zendelingen en zusters, om niet te behoeven te verklaren, dat mijn verzet tegen de heer schappij in ons land van een katholieke kerkelijke partg, niet gericht is 'egen hun geloof, maar tegen iets anders. De Engelsche Spectator haalde verleden week het bestaan van zulk een kerkelijke Roomsche partg alhier aan, als bewijs dat hier de katholieken zóó vervolgd en ver drukt worden, dat zij zich uit tegenweer wel tot een afzonderlijke kerkelijke partij moesten vormen, daardoor belettend dat de katholieken gelijk ze dit in Engeland doen als vrije burgers, volgens hun staat kundige overtuiging zich aansluiten bij hun staatkundige geestgenooten. Ge weet beter dan iemand dat in Neder land, waar geen staatskerk is, waar in geen Hoogerhuis uitsluitend gereformeerde gees telgken zitten, de katholieken oneindig minder reden tot klagen hebben dan in Engeland Ik acht de christelijke belijdenis met geene politieke partg solidair en ik vind de poging van een protestant der protes tanten, om aan de katholieke kerkelijke partg hier de heerschappij te verzekeren, een ernstig vergrijp tegen zgne eigen be ginselen en ideaal. Mgn groote grief is, dat ge dit uit be hoefte aan succes doet; want ik ben het met Allard Pierson eens: «in versma den van het succes heb ik altijd het ken merk der vroomheid gezocht.» Het stuitende van uw verbond met de Katholieke kerk-partg ligt o. a. hierin, dat gg, een radicale democraat zijnde, uit po litieke handeling en kansrekening u thans voegt bg de conservatieve, katholieke ker- kelgke partg Da met de radicalen saam te zgn gegaan. Ook vroeger hebt gg dit gedaan? Zeker Ook vroeger hebt gg uw partg, volgens de kansrekeningen van het oogenblik, steeds naar willekeur rechts of links gevoerd. En wat u zoo gevaarlgk ma «kt, o ta lentvolle collega, machtig van wil en geest, is dat uw partg u steeds blindelings volgt. Behoef ik u 1892 in herinnering te brengen Eerst schreeft ge: .De anti-revolutionnairen zouden in den lande alle gevoel van eer hebben moeten uitgeschud, zoo ze desniettemin graag op Roomsche hulp bleven// Den Hen Januari schreeft ge: //Men vraagt ons, of we voor de Provinciale Staten dan toch niet met de Roomschen kunnen saam werken, uit het oogpunt van bevordering van proportioneele vertegenwoordiging der min derheden. „Dit kan niet, omdat het onoprecht zou gijn.// En den dag daarop, den 12e, draaidet ge om en schreeft ge //Met opgewektheid kunnen wij weer eens ter stembus gaan om voor den katholiek te stemmen!// en als excuus voor dat draaien gaaft ge aan, dat ge een katholiek alleen gebruik- tet als: //een geschikt instrument, ten einde eene ge combineerde actie van de drie minderheden voor den Gemeenteraad mogelijk te maken.// Welnu, duizenden en duizenden Protes tanten waren bevreesd, dat eene overwin ning der anti-revolutionnaire partg door haar bondgenootschap met Rome verkre gen thans zou uitloopen op schade voor het vaderland en voor de Ned. Herv. Kerk, haar zending, haar beginselen, haar toe komst. Wg vreesden dat de katholieken, door de ervaring geleerd, zich niet meer als in strument zouden laten gebruiken maar de rollen zouden omkeeren! Warme woorden zgn te vergeven aan wie dit beginselloos samengaan van u met de katholieken moest aanschouwen. Reeds vroeger «deed u dit aanzien verlie zen,» gelgk Keuchenius van u getuigde. Ook hg veroordeelde in u, dat ge zooveel verwachttet van politieke handeling en kansberekening. Mag ik u zgne woorden in herinnering brengen, geschreven toen ge na de Roomsche alliantie die der radi calen zocht: //Ik kan mjj te vrijer onthouden van aan de zen strijd deel te nemen, daar Dr. Kuyper de goedheid heeft mjj, indien ik het zelf nog wist, te herinneren dat ik oud word en hierdoor ook onbruikbaar. Won hiermede dan slechts de anti-revolutionnaire partij invloed ea krachil //En op dit oogenblik dreigt haar het gevaar, dat zij het door haar eerste samengaan met Rome verloren aanzien poogt te herstellen, door zich in eene richting te bewegen, die voert tot de zegepraal van het radicalisme. Oordeelende, niet slechts naar Be Standaard, maar ook naar zijn jongste oratie: „Over de verflauwing der grenzen// zoude ik meenen, dat Dr. Kuyper, door zelf niet genoegzaam de hem als christen en anti- revolutionnair gestelde grenzen te eerbiedigen en te veel van politieke handeling en kansbe rekening te verwachten, èn aan de anti-revolu tionnaire partij, èn aan zich zeiven geschaad heeft.// Waarom ik uw samengaan met de Katho lieke kerkpartg zoo scherp veroordeel, moet nu een ieder duidelgk zgn. En nu kom ik aan uw tweede grief, die het minder gemakkelgk is geheel ern stig te bespreken. Ge wraakt in mg, dat ik aan het ge beurde in de Nieuwe Kerk «als teeken van revolutionnair bedrgf» herinnerd heb, en ge zendt mg, om het voorrecht te heb ben mg wegens beleediging of hoon te doen terechtstaan, ter teekening een deur waardersdocument, voorzien van voetangels en klemmen, en in welks bewoordingen ik tot mgn leedwezen uw gewonen stijl niet erken. Waarde collega, ik verkies uw stijl en den mgne, en zeg liever in mgn eigen woorden wat ik bedoel, dan dat ik uw zelfbeschuldiging waarin ge waarlgk te scherp jegens u zelf zgt onderteeken. Ik kan wat ge mg dicteert onmogelgk onderteekenen, omdat ik niet weet wie dit of wie dat deed onzen verslaggever werd destgds toegang tot de Nieuwe Kerk geweigerd en o. a. ook al niet, omdat ik dus in weerspraak zou komen met mg zelf! Bg vier verschillende gelegenheden heb ik nadrukkelgk getuigd //Geen leider of lid der doleerenden werd of wordt door ons zelfs in de verte verdacht van een oneerljjke daad gepleegd te hebben Uw voorstel om mg iets te laten schrg ven waarover de rechter zou moeten beslissen, komt mg o. a. ook daarom (vergun ge mg het schooljongenswoord?) zoo «aanstellerig» voor, omdat ik mij maar volstrekt niet kan voorstellen waarover de rechter zou kunnen beslissen. Over beleediging? Maar hoe zou een verklaring een be leeding kunnen zgn, indien het uitspreken in het openbaar er van niet geschiedde om te beleedigen of opzettelgk iets tot iemands nadeel openbaar te maken.... maar om te voldoen aan uw verzoek? Een beleediging op verzoek, laster bg invitatie, schijnt mij een contradictio in terminis. U niet Uw brief is als ik mg zoo eens mag uitdrukken bestemd voor de galerg. Het is een geestig sophistenstukje. Ik heb verschil met iemand. Om ons vormt zich een kring, In den loop van het gesprek merk ik op, dat mgn tegenstander een onjuistheid zegt, «Komaan,» luidt plotseling het antwoord, «wees dan nu liever royaal, en zeg, in bij- zgn van getuigen, dat ik tegen beter in sta te liegen en een slecht mensch ben, die de armen besteelt.» En als ik daarop betuig, dat geen haar van mgn hoofd aan zulk een beschuldiging heeft gedaht, wendt de handige tegen stander zich naar de omstanders met een: «Ziet ge het wel als het er op aan komt de puntjes op de i's te zetten, kruipt hg in zgn schulp.» Ik geloof u geen onrecht te doen, als ik meen dat dit de bedoeling van uw som matie is, die weder van uw, groote scherp zinnigheid blgk geeft. Ge maakt een vlugge schgnbeweging met het doel om mgne be schuldiging zoo op te blazen, dat de ware grief daarin niet meer herkend en du3 vergeten wordt. Bovendien zgt gè, waarde collega, blgk- baar te goeder trouw op een dwaalweg. Ik, dien ge verlokken wilt om op te treden als den snooden lasteraar van een onschuldig man, zou zoo wat niets ver mogen om de geschiedenis van het kerk- conflict tot nog grooter klaarheid te bren gen dan vele mannen van naam reeds openlgk deden. Hoe ter wereld zou ik toch iets nieuws kunnen mededeelen omtrent het drama, waarin ik tot nu toe meende, dat gg een der hoofdpersonen waart? Naar mgn en veler inzien was dit een politiek laakbaar bedrgf, een in de vormen revolutionnaire coup de main. Maar niets was verder van mgn bedoe ling dan u, door afkeuring van die daad, persoonlgk prijs te geven aan den haat of geringschatting uwer medeburgers! Ik haalde het gebeurde in de Nieuwe Kerk alleen aan als bewgs, dat ik u als staatsman liever niet aan het hoofd eener regeering zie, waarin ge met de katholieken te zamen zoudt kunnen optreden tegen de Nederl. Herv. Kerk. «Noch smaad, noch smaadschrift bestaat, voor zoover de dader klaarblgkelgk heeft gehandeld in het algemeen belang» Welnu, ik geloof niet dat er iemand is, journalist of staatsman, die van mij beweren zou, na mgn 32-jarigen arbeid als journalist, dat ik om eenige andere beweegredenen tegen uwe partg ben opgetreden dan in het algemeen belang. Zeker niet uit eigen belang Zeker niet uit haat tegen een uwer! En uw vriendschappelgke courtoisie jegens mij bewgst dit! Zoo schrgtt men niet aan een man, dien men in ernst verdenkt het op onze eer en onzen goeden naam gemunt te hebben! Daarom, waarde collega, zeer gevoelig voor uw vriendelgke noodiging, moet ik tot mgn leedwezen bedanken voor uw in vitatie om u te beleedigen en voor uw dringend verzoek om lasterlijke verklarin gen af te leggen, omtrent bgzonderheden waarvan ik niets weet. Wat blijft er dus over? Verschil van opvatting en overtuiging! En daarover kan geen rechter ooit tot oordeelen geroepen worden. Waar gg, op uw hartelgke, door mg zeer gewaardeerde wgze, u op een con- fraterneel standpunt plaatst, en ik zelf, trots alle verschil, hoe scherp ook, niets liever verlang dan dit te behouden, kan van be leediging en laster geen sprake zgn. Waarvoor ik tot nu toe u verantwoorde- lgk geacht heb, is tal van keeren door mg geschreven. Duidelgk en onverholen heb ik mgn oordeel gezegd over uw op treden van elf jaar geleden niet negen jaar, gelgk ge schrgft. «De historie van 1886», zoo als ge u uitdrukt, scheen mij steeds uit elk oogpunt onverdedigbaar. De overgroote meerderheid van ons volk, dat gelukkig zgn godshuizen nog eert, werd geschokt door het schandaal in de Nieuwe kerk, door datgene wat dr. Hoe de maker omschreef als «dat wat thans in de kerk te Amsterdam de kerk, de broe derliefde en de zielen vermoordt.»

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1897 | | pagina 5