N I E t
E
HbagBlaó voor c/Tooró- en SCuió-tJCollanó.
Waar ligt het heil?
No. 2734
Woensdag 21 Juli 1897»
22ste Jaargang.
BUITEN LA JN D.
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Haarlem
Voor de overige in plaatsen in Nederland fr. p. p.
Voor het buitenland
Afzonderlijke nummers
Dit blad verschijnt
dagelijksbehalve Zon- en Feestdagen.
BUREAU: St. Janstraat Haarlem.
/1,10
«1,40
«2,80
«0.03
Van 16 regels50 Cent
Elke regel meer
77.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant.
Redacteur-Uitgever, W. KüPPERS.
De sociale quaestie, die tegenwoordig
zoovele geesten bezig houdt, is niet eene
quaestie van vandaag of gisteren, maar
eene zeer oude quaestie, zoo oud zelfs als
de maatschappij zelve. Maar heden ten
dage treedt zjj op eigenaardige wjjze op
den voorgrond en neemt hoe langer zoo
meer eene dreigende houding aan.
Bij den aanvang van het Christendom,
in de eerste eeuwen der Kerk, stak de
sociale quaestie eveneens dreigend en driest
het hoofd omhoog. Toenmaals namelijk
woedden op vervaarlijke wijze de slaven
oorlogen, en naarmate die oorlogen sneller
elkaar opvolgden, namen ook de omvang
en de gruwzaamheid van die oorlogen
telkens in erger mate toe. Onder den
invloed echter van het Christendom is de
slavernjj langzamerhand en geleidelijk,
maar toch onweerstaanbaar verdwenen van
het wereldtooneel. Moeite en inspanning,
jaren en jaren van onverpoosde werkzaam
heid zijn er noodig geweest. Doch de ze
gepraal is behaald door het Christendom.
Zoo verwachten wij ook in den tegen-
woordigen toestand enkel heil van hetzelfde
Christendom. En waarom? Niet alleen
omdat het Christendom reeds ontelbare
malen zich getoond heeft als den gmees
heer van tijdelijke rampen en maatschap
pelijke wonden; daarom alleen niet!
Maar ook, omdat naar onze meening de
hedendaagsche toestand voornameljjk is
voortgekomen uit de verbanning en ver
loochening van dat Christendom. Wij ach
ten het noodzakelijk indien we verbetering
verlangen, dat het Christendom in de maat
schappij terugkeere. Werpen we eens een
blik op den hedendaagschen toestand, en
dan zal onze bewering allicht duidelijker
worden en blijken op goede gronden te
steunen.
De handenarbeid bjj de heidenen
weleer eene schande is door het Chris
tendom in eere hersteld, geadeld en vrij
FE U1LLETOJV
Beschuldigd.
(Vervolg.)
Hoe komt gij aan die papieren
Die zjjn mij verstrekt door deo maire van
het negende arrondissement, waar zjjn huwelijk
met Jeanne Bertin zal plaats hebben.
En zjjn die papieren in orde
Voorzeker, zij zijn wettig en geldig, ze
leveren het bewijs, dat de markies werkeljjk
markies de Montgcrbois is.
Zoodat men hiertegen niets kan inbrengen.
Niets, volstrekt niets. Een eenvoudige ge
lijkenis met eene slechte photografie, is niet vol
doende om daarop een bevel tot hechtenisne
ming uit te vaardigen, daarmede kan men niet
lichtvaardig omspringen.
En mjjn pakket, is dat dan geen bewijs
genoeg
In het minst niet, want de markies zou
ons kunnen bewijzen, dat het geld reeds in zjjn
bezit was, alvorens hij op het feest verscheen.
Van wien zou hij het hebben kunnen ont
vangen?
O, van verschillende personen, dit zou hij
ons ook kunnen bewijzenik zie dus vooreerst
nog geen uitkomst in de zaak.
Zoodat er dus voor onzea armen vriend
Jacques nog weinig kans bestaat om vrijgespro
ken te worden.
Helaas, mijn onderzoek is geëindigd, alle
daarop betrekking hebbende stukken zjjn aan de
gemaakt. Maar deze vrijheid van den arbeid
kan onmogelijk ten zegen blijven van de
maatschappij, indien niet de Christelijke be
ginselen, als een aldoordringende zuurdee-
sem,de maatschappij blijven doordringen. De
arbeid is door den zegenrijken invloed van
het Christendom vrij geworden, zeggen wij
echter niet in dien zin, dat het iemand
volkomen vrij zou staan al of niet te ar
beiden. Dit is de bedoeling niet: want de
arbeid is de wet des levens voor alle
menschen, en dit blijft zoo. Moor deD ar
beid hetzij lichaamlijken hetzij geestes
arbeid is de mensch geschapen, gelijk
de vogelen geschapen zijn om te vliegen
in de lucht, en gelijk de visschen gescha
pen zijn om in het water te zwemmen.
Arbeiden is voor den mensch de onver
biddelijke wet om te leven; en slechts
eenige weinigen, die in weelde geboren
zgn, schijnen van deze wet ontheven. Yoor
verreweg de meesten echter is honger een
geweldig sterke prikkel tot den arbeid.
't Kan niet worden ontkend, dat de
ijzeren noodzakelijkheid van te moeten ar
beiden in onze dagen door sommige werk
gevers, wier eigenbaat geen grenzen kent
noch teugel, op om wrake schreiende wijze
wordt geëxploiteerd ten eigen nutte, zon
der eenig mededoogen met den werkne
mer. Yoor dergelijke werkgevers is egoïsme,
eigenbaat alles; voor hen schijnt de chris
telijke naastenliefde een doode letter, schijnt
de christelijke naastenliefde volstrekt niet
te bestaan. Het schijnt niet te hinderen,
of de werkman bij zijn arbeid zedelijk
en lichamelijk ten onder gaat. Het schijnt
niet te hinderen, of de werkman, ondanks
zgn zwaren en moeitevollen arbeid, met
geheel zijn huisgezin gebrek lijdt en een
rampzalig bestaan moet voortsleepen. Het
schijnt niet te hinderen, of de werkman
in later leeftijd, wanneer zijne krachten
zgn uitgeput, hulpeloos en ellendig ach-
blijft. Hierover bekommert het egoïsme,
de eigenbaat, zich niet in 't minste. Als
er maar zooveel mogelijk arbeid geleverd
justitie ingeleverd en de rechtspleging zal spoe
dig plaats hebben.
En vermoedelijk zal hij wel veroordeeld
worden.
Ik vrees zulks, want hoewel naar mjjn
oordeel Moulin onschuldig is, spreken de feiten
te veel in zijn nadeel, dan dat wij op een gun-
stigen uitspraak mogen hopen.
De kapitein liep, in hevige opgewondenheid
met gefronst voorhoofd het vertrek op en neer,
allerlei denkbeelden doorkruisten zijn brein.
Eensklaps bleef hjj voor Jarilot staan en riep
Ha, ik heb een idee heb ik u niet ge
zegd, dat de eerste maal, dat mevrouw Bertin
mij haren toekomstigen schoonzoon voorstelde,
ik getroffen was over de weinige overeenkomst
tusschen hem en den zoon van mijn vriend de
Montgerbois, die als knaap bij mjj aan boord
kwam
Ja, de kleine Montgerbois had zooals ge
mij gezegd hebt, blauwe oogen, terwijl die van
den markies zwart zijn
En dan het litteeken, waarvan geen spoor
meer te zien is. Zija vader schreef mij, dat de
wond aan zijn voorhoofd zoo ernstig was, dat
die altijd wel een litteeken zou achter laten.
Ziet ge mjjn waarde Jarilot, dat is mij niet
duidelijk, evenmin als zijn twintig of vijf en
twintig jarige zuster Ketty, waarmede hij eens
klaps voor deo dag komt, terwijl zijn vader
mij over haar nooit een enkel woord gerept
heeft.
Inderdaad, dit alles is zeer zonderling,
maar, zooals ik u zeg, ik kan niet handelen,
alles is volmaakt in orde, de markies wordt
wordt, waarvoor zoo weinig mogelijk be
hoeft betaald te worden, dan is voor het
egoïsme alles naar behooren gesteld.
Dit rampzalig verschijnsel, dat zich te
genwoordig bij sommigen voordoet en het
welk herinnert, aan de heidensche toe
standen in het grijze verleden, toen de
slavernij nog in vollen gang was, open
baart zich echter vooral daar, waar de
christelijke beginselen verzwakt zijn en
verslapt, waar het Christendom met zijn
heilrijken invloed is verbannen, waar de
maatschappij is ontkerstend.
Verder: de menschen zijn geneigd tot
generaliseeren. Uit enkele gevallen wordt
zoo licht besloten tot het algemeene. De
booze driften en de gewetenlooze opruiing
van volksmenners spelen hierbij een ver
vaarlijk groote rol. En aldus kan eeniger-
mate althans de geweldige crisis worden
verklaard, waarbij zoovelen zich zeiven
beschouwen als verworpelingen der maat
schappij en alleen heil verwachten van
eene algeheele omverwerping der maat
schappelijke orde.
Ziedaar de eigenaardige, maar vreese-
lijke toestand onzer dagen. En de voor
naamste oorzaak daarvan? We hebben
haar reeds genoemdde ontkerstening der
maatschappij heeft voornamelijk alle die
verderfelijke gevolgen voortgebracht.
Door de ontkerstening der maatschappij
wordt, van den eenen kant, in de hoogere
kringen de vrije teugel gevierd aan de
laagste drifteö, zoodat een leven van louter
zingenot in tergende uitspatting zich
schaamteloos ten toon spreidt. En hier
voor moet de onverzadigbare hebzucht de
middelen verschaffen. Door de ontkerste
ning der maatschappij is het erfgoed der
armen, dat door de Kerk werd gewaar
borgd, in handen gekomen van menschen,
die dit erfgoed der armen spoedig verspild
hebben. Door die ontkerstening der maat
schappij hebben woekerwinst en onbeperkte
concurrentie den arbeid vastgekluisterd aan
een ijzeren loonwet van vraag en aanbod.
volkomen door de wet beschermdwjj kunnen
niets tegen hem ondernemen, tenzij een toeval.
Een toeval, maar dat zal ik doen ontstaan,
dat toeval Binnen eenige dagen vertrek ik
naar Amerika, om daar eenigen tijd te verblij
ven, en in het belang van mijn armen vriend zal
ik zelf alles nader onderzoeken.
Ik heb, antwoordde Jarilot, zelf reeds
naar de Amerikaansche politie getelegrafeerd
en ziehier haar antwoord Montgerboi?, is
het vorige jaar October naar Europa vertrokxen
met de pakketboot Oceaan van de Fransch At
lantische Maatschappij en verder heb ik hier
het duplicaat van het passagebillet van den
markies de Montgerbois en zijn zuster, eerste
klas reizigers. Ge ziet, dit document is in orde
en de aanwijzingen stemmen overeen, het is
dus werkelijk de markies.
De kapitein was geheel uit het veld geslagen,
na eenige oogenblikken zwijgens hernam hij
echter
En dit alles, mijnheer Jarilot, overtuigt
mjj nog nietmen zegt. dat de Bretagners kop
pig zijn, welnu, ik zal de koppigste wezen en
geef de zaak nog niet op.
Ik vrees dat gij er evenmin als Savignol
in slagen zult veel te ontdekken.
En zoo er, niettegenstaande alles toch eens
een misdaad bestond
Een misdaad
Ja, een misdaad. Zoo ik er eens toe kon
geraken, een anderen markies de Montgerbois
te vinden?
Een anderen Montgerbois
Mjjn plan is gevormd, riep de opgewonden
Door de ontkerstening der maatschappij is
de armoede overgegaan in proletariaat.
Van den anderen kant zijn door de ont
kerstening der maatschappij de lagere stan
den tot een bodem geworden, waar de
zaden, die uit hoogere sferen in woord en
voorbeeld zijn neergedaald en nog steeds
neerdalen, op vervaarlijke wijze voortwoe
keren, zaden van ongeloof en onverschil
ligheid, zaden van ongebondenheid en wets
verkrachting.
Is het te verwonderen, dat bij zulk een
toestand een talrijk legerheir is opgestaan
van ruwe en onverschillige lieden, die
dreigend de vuisten omhoog heffen en elk
oogenblik gereed zijn om alles te verplet
teren, wat aan de opgezweepte lasten en
hartstochten in den weg staat?
Om het geschokte evenwicht te herstel
len, heeft Paus Leo XIII voor eenige
jaren geleden Zijne Hoogepriestelijke stem
verheven op waarlijk koninklijke wijze en
•ons in zijne onsterfelijke Encycliek Rerum
novarum den weg aangewezen, langs welken
alleen de natiën tot geluk en welvaart
komen kunnen. Maar in dat koninklijk
woord, tintelend van frissche levenskracht,
vervuld van hoogen apostolischen moed,
opwekkend tot kloeke daden, straalt immer
en immer door deze onomstootelijke waar
heid: Van de echt christelijke beginselen,
van den godsdienst vooral is het heil te
wachten.
Duitschland.
Hertog Karl Theodor van Beieren,
die als oogarts zich naam heeft verworven,
zal Keizer Wilhelm te Kiel bezoeken.
Bij zal het oog van den Keizer nauwkeurig
onderzoeken. De Hertog zal verder den
Keizer vergezellen op de uitstapjes naar het
Lagnefjord, naar Molde en Drontheim.
Italië.
Het ziet er treurig uit in Italië nu de
rustige boerenbevolking zelfs in opstand is
gekomen In de provincie Bologna nemen
kapitein uit, en wanneer Castillac zich eenmaal
iets in het hoofd gezet heeft, laat hij zich door
niets of niemand van zjjn stuk brengen, we
spreken elkander later wel.
Toen dokter Molonguet den volgenden dag
de zieke bezocht, sprak hjj tot Zezette:
//Ziehier een recept, dat ge voor uwe moe
der moet doen gereed maken, het is een kal
meerend middel, ge moet het haar hedenavond
doen nemen, opdat zij een rustigen nacht hebbe.//
Goed, dokter, ik zal uwe voorschriften
stipt opvolgen.
Toen de dokter vertrokken was, opende Ze-
zette de kleine casette, die haar geheelen rijk
dom bevatte, en stortte den inhoud op de ta
fel uit.
Er waren twee of drie Louis d'or, een klein
muntbiljet, eenige kronen en een weinig klein
geld.
En dit is dan alles, wat ons overblijft,
riep ze treurig, wat moeten wij beginnen, arme
moeder! Met de meeste zuinigheid is dit weinige
nauwelijks voldoende, om twee maanden mee
rond te komen, en daarvan moeten nu neg de
geneesmiddelen af. Dat ik maar half genoeg
te eten heb, is niets, maar dat mjjn arme moe
der het noodige moet ontberen. Odaarvan
krimpt mij het hart ineen.
En hoe haar onze ellende verbergen Een
maal zal de dag komen, dat ons niets meer
overblijft, en wat moet er dan van ons worden?
en moedeloos liet ze het hoofd zinken, doch
spoedig hief ze het weer op, nieuwe moed sprak
uit haar blik. (Wordt vervolgd.)
IIHKLEHSI
COC RUT.
AGITE MA NON AGITATE
PRIJS DER ADVERTENTIEN.
36.
t