No. 2780.
Maandag 13 September 1897
22ste Jaargang,
voor *3£ooró* on S/uió
Zedelooze practijken.
BUIT E N L A A I).
BUREAU: St. Jansstraat. Haarlem.
f 1,10
1,40
2,80
0,03
Zwitserland.
België.
Engeland.
Rusland.
Italië.
ABONNEMENTS PRIJS
Per 3 maanden voor Haarlem
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post
Voor het buitenland c
Afzonderlijke nummers
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve Zon- en Feestdagen.
Redacteu r-U i t g e v e r, W. KÜPPERS.
IENDI
RIJS DER ADVERTENTIEN,
Van 16 regels.
Elke regel meer
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
50 Cents.
70.»
AGITE MA NON AGITATE
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Con taflt.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale Puhlicité Etranght
G. L. I)A UBE 4~ Co. JOHNF.JONES Succ., lJa~zs 3lbis Faubourg Montmartre
Het is een niet te weerspreken feit,
dat het peil der zedelijkheid bij ons te
lande daalt. De bewijzen er voor zijn
dagelijks te vinden. Niemand die er dan
ook aan twijfelt of het feit tracht te
loochenen.
Waar dit vaststaat, doet zich de vraag
voor, of en op welke wijze dit kwaad
moet bestreden worden.
Onze lezers zu'len misschien veront
waardigd wezen, omdat wij vragen of er
iets gedaan moet worden om in het al
gemeen de moraliteit van ons volk te
verhoogen. Wij verklaren echter dadelijk,
dat voor ons deze vraag niet bestaat,
maar dat zjj wel degelijk wordt gedaan
door zeer velen, die er niet gaarne van
zouden beschuldigd worden, dat zij in
direct medewerken aan de verlaging van
het peil der zedelijkheid.
Ö9 mannen van het neutraal onder
wijs leeren, dat met strafbepalingen en
de uitvoering daarvan geen verhooging
van de zedelijkheid is te verkrjjgen. Zij
houden steeds vast aan de ontwikkelende
en beschavende kracht van het onderwijs
en blijven trots alles beweren, dat door
de vermeerdering van de gelegenheden,
waar het volk beschaafd en ontwikkeld
kan worden allengs betere toestanden ook
op dit gebied zullen geboren worden.
Zij vergeten echter, dat de overlading
der hersenen met wetenschap nog geen
greintje toebrengt aan de verbetering van
's menschen innerlijk wezen. Indien het
waarheid was, dat groote kennis en veel
ontwikkeling den mensch beter maakten,
dan zouden de groote geleerden tevens
de edelste menschen zijn. En daar nu
ieder weet, dat tal van beschaafde en
geleerde mannen, die dikwerf een sieraad
zijn voor den tak der wetenschap, dien
zjj beoefenen, eigenlijk op een laag zede-
Ijjk standpunt staan, zoo gaat het dus
geenszins op om van de vermeerdering
der kennis bjj de groote menigte ook
te verwachten eene verbetering in zedelijk
opzicht.
Doch de aanbidders van bet leerstuk
der volksontwikkeling ziju in deze quaes-
tie ziende blind. Zij willen niet erkennen,
dat hun theorie volstrekt niet opgaat en
blijven er aan vasthouden, ook al gevoe
len zij dat zij er niet meer houvast aan
hebben dan een drenkeling aan een stroo-
halm.
En voor dezulken is het nog wel ik ge
lijk eene vraag, of er iets gedaan moet
worden zooal niet om het peil der zede-
FEU1LLSTON.
Beschuldigd.
82. {Vervolg.)
Daarmede zult ge tevens u zelf in het ver
derf storten, want we hebben samen het werk
gedaan
Wat geef ik daarom P Kan mij erger lot
wachten, dan ik hier te verduren heb P
Nu, nu. ge zjjt niet lief voor uw broed r.
Ellendeling lafaard 1 zóó een vrouw te
martelen
Martelaar gij martelt u zelve, Als
gjj maar rede wildet verstaan, behoefdet gjj
hier niet opgesloten te ziiten gij houdt van
muziek, welnu, hebben wjj niet een loge in de
opera Gij houdt van paarden, wij hebben een
loge in het hippodrome. Wij kunnen wedren
nen, volksfeesten, alles, wat gij maar verlangt
bijwonen, maur neen, de dame wil zich liever
opsluiten, en aan de geheele wereld onzinnige
verhalen opdisscliei. Gij begrijpt, dat gaat toch
met.
- Maar zal ik dan nooit gewroken worden?
Zult gij dan nooit de straf voor uwe misdaden
ontvangen
Zeker, antwoordde hij op spottenden toon,
over acht dagen zal mejuffrouw Bertin mijne
▼röu* nu
Alweer een slachtoffer I
En bovendien neem ik u hedenavond
naar de villa Bertin, waar de toeoereid-
6len voor onze bruiloft worden gemaakt, en
lijkheid te verhoogeu dan wel om de
uitspattingen der onzedelijkheid te beper
ken of minstens om er voor te waken,
dat de beter gezinden zich niet behoeven
te ergeren aan de handelingen van hen,
voor wie geen zedewet schijnt te bestaan.
Op dit laatste meenen wij ten stel
ligste te mogen en te moeten aandringen.
De Staat is geen zedemeester eu kan na
tuurlijk niet verantwoordelijk gesteld
worden voor alle daden van personen,
die eene schande zijn voor onze samen-
loving, maar wij meenen dat het wel de
gelijk de plicht is van de overheid om
er voor te waken, dat de meest erger
lijke uitspattingen bespaard blijven voor
hen, die daarvan niet zijn gediend.
Wij denken hierbjj aan de klacht, welke
dezer dagen de Tijd deed hooren over
het te Amsterdam luidkeels venten van
ergerlijke brochures. Tn de drukst be
zochte straten der hoofdstad liepen kerels
rond, die luidkeels den titel en inhoud
uitriepen van een boekje of blaadje, waarin
aan een geestelijke onwaardige handelin
gen werden teu laste gelegd, terwjjl in
geheel Nederland geen geestelijke van dien
naam wordt gevonden. Zij die van de ver
breiding van het pornographisch blaadje
hun werk maakten, schenen zich daarvan
eerst overtuigd te hebben.
Dit feit stemt tot nadenken. Men heeft
bier te doen met een geval, waarin de
zedeloosheid optreedt in den meest onbe-
schaamden vorm. De schrijver van het
schotschrift heeft eerst nagegaan of hij
voor zijn schanddaad kan worden gestraft
en nu hij meent door de mazen der wet
te kunnen kruipen, treedt hij met het
product van zijn karakterloozen geest voor
den dag en smaadt hij tal van medebur
gers, strooit het zaad des verderfs in arg
listige harten en verrijkt zijn beurs met
de opbrengst van zijn schandschrift.
Hoe diep moet de auteur van zulk een
geschrift wel gevallen zi]n en hoe gevaar
lijk is een persoon, die niet slechts in zijn
beperkten kring de smetstof van ziju mis
dadige ziel verspreidt, maar door zijn ge
schrijf in ruimer omgeving slachtoffers kan
maken.
Ja zelfs zij die niets met zulke sujetten
wenscken uit te staan, die met minachting
zich vaa hen afkeeren, ziju niet gansch
en al gevrijwaard, dat zij buiten hun be
reik blijven. Terecht spreekt genoemd blad
van de ergernis van de katholieke bewo
ners der meest bezochte en deftigste buur
ten van Amsterdam, wanneer dag aan dag
in hun huizen het weerzinwekkend ge
schreeuw der colporteurs van dergelijk
die, dat verzeker ik u, schitterend zal zijn.
In het oog van het beklagenswaardige meisje
schitterde een straal van hoop.
Eindelijk zou zjj zich kunnen wreken. In
tegenwoordigheid van mevrouw Bertin, van
Maurice, van Jeanne, van de dienstboden, zou
zjj den ellendeling ontmaskeren.
De markies raadde hare gedachten.
O! riep hij, vlei u maar niet met hersen
schimmen, en droom maar niet van een schit
teren 'e wraak. Ik zal wel zorgen dat gjj niet
spreken kunt.
Eu gebruik makende van zjjn bovennatuur
lijken invloed.bracht hij haar in een magnetischen
slaap, waarin zjj geheel aan zjjn macht onder
worpen was.
Door die macht was zjj als het ware een
levend lijk, niet in staat tot de minste behan
deling, (lie in strijd was me! zjjn wil.
Uit meerdere voorzorg eu vreezende dat zjj
in een vlaag van waanzin zelfmoord zou kun
nen plegen, had hg de vensters van jjzeren ket-
tings doen voorzien en bracht Gij haar telkens
Wanneer zij te zamen uitgingen, in een staat
van volkomen gevoelloosheid.
Van daar het vreemde, lijdende uitzicht en
de onbestemd starende oogen, welke men
steeds bij haar opmerkte, en wat iedereen
tot de overtuiging bracht, dat zij werkelijk
ziek was.
lock kwam hij teu slotte tot het denkbeeld,
,zij voor Ucm gevaarlijk kon worden, en ont
wikkelde Zich in zijn brein de helsciie gedach
te, zich, op welke wyse dan ook, van haar te
ontdoen.
geschrift doordringt, en zij met hun kin
deren en vrouwelijke familieleden n'et op
straat kunnen komen, zonder dat deze
bovendien allerlei schandelijkheden te hoo
ren krijgen van de colporteurs en den
troep opgeschoten jongens en meiden van
het allergeringste allooi, welke de eersten
gewoonlijk vergezellen. Ook komt het
dezer dagen herhaaldelijk voor, dat Am-
sterdamsche priesters zich op straat hoo-
nend door knapen en straatvlegels de
schandelijkheden hooren naroepen, welke
dezen uit den mond dier colporteurs of
uit hun schendblaadjes vernamen.
Hebben wij niet het recht om te ver
klaren, dat het peil der zedelijkheid daalt?
De mannen, die uitsluitend voor de
volksontwikkeling ijveren en daarvan alleen
verbetering wachten, zullen ons misschien
tegenwerpen, dat wij tegenwoordig te teer
gevoelig zijn en dat er altijd slechte menschen
op de wereld geweest zijn, maar dat het
met eenig geduld en met do toeneming
der beschaving wel beter zal worden.
Wij zjjn echter zoo vrij dat tegen te
spreken. Indien de zedeloosheid en de
bandeloosheid in vroeger tijden even ge
raffineerd waren opgetreden als thaushet
geval is, zouden er wel reeds vroeger
wettelijke bepalingen zijn gemaakt of
althans voorgesteld om dat kwaad te be
strijden.
Die bepalingen bestaan echter niet,
zoodat de overheid feitelijk machteloos is
tegenover de personen, die speculeeren
op de toenemende zedeloosheid van de
bandelooze menigte.
Wel zijn er enkele Gemeenten in ons
Vaderland, waar plaatselijke verordenin
gen bestaan op het venten van geschriften.
Daar heeft de Overheid het dus in haar
macht om zulke practijken te beletten.
Zoo is dezer dagen te Maastricht eene
verordening vastgesteld, waarbij het Ge
meentebestuur het in zijn macht heeft
om bladen of geschriften, waarvan het
den inhoud verkeerd acht, van de straat
te weren.
Maar dit geldt slechts voor één Ge
meente eu een colporteur, die daar niet
terecht kan, gaat eenvoudig naar elders
om zijn verderfelijke lectuur te verspreiden.
Met plaatselijke verordeningen zijn wij
dus niet gebaat. Het ware dan ook ie
wenschen, dat voor de beperking van het
door ons aangewezen kwaad eene alge-
meene Rijkswet werd samengesteld, die
dus overal van kracht zou wezen en alom
op dezelfde wijze werd uitgevoerd.
Het euvel geldt niet slechts enkele
Gemeenten van ons Vaderland, maar be-
Hare manie van zelfmoord, waarvoor hij
steeds gevreesd had, k »am hem als een daar
toe bij uitstek geschikt middel voor.
Nadat hij met Ketty den avond op de villa
had doorgebracht, vertrokkeu beiden in een
licht pheaton, bespannen met een vurig En-
gelsch paard, door hem zelf bestuurd.
Het was een heerlijke nacht.
Aan het emde van den boulevard d' Argen-
son bevindt zich een brug, die Lavallois Per-
ret met Oourbevois verbindt, en in de nabij
heid twee eafe's benevens eene aanlegplaats
voor de verschillende booten en schuiten, die
de rivier bevaren.
Het was nabij deze plek, dat de kapitein
Castillae, met André Naugy en Zerette, en
natuurlijk gevo'gd door den onafscheidelijken
Bamboula aan den oever van do Seine voort-
war delende om da heerlijke avondlucht te ge
nieten, zich bevonden, toen in de verte de
boefslag van een paard hunne ooren trof, en
zij weldra op eenigen afstand eeu rgtuig zagen
stilhouden. Verwonderd, wat dit op deze af
gelegene plek, bd in het gevordeid uur mocht
beteekenen, begaven zij zich op een iu de rivier
vooruitstekende steenen hoofien, om van daar -
beter te kunnen zien.
Voor zoo ver de duisternis bet. toeliet, zagen
zij een man uit het rijtuig stappen, en daaruit
een langwerpig voorwerp nemen, dat hun toe-
schean, een groote zak te zijn.
Mogeljjk een hovenier, sprak André, die
alvorens naar de markt te gaan, zijn afval in
de rivier wilde werpen.
Daar twijfel ik aan, antwoordde de ka-
treft het geheele Rijk. Do plaatselijke
verordeningen zijn goed voor plaatselijke
omstandigheden, die in elke Gemeente
bijna verschillend zijn, maar een kwaad,
dat een algemeen karakter bezit, behoort
ook bestreden te worden door eene alge-
meene wet.
Van harte hopen wij, dat het daartoe
nog eenmaal moge komen. De overheid
des lands bedenke, dat met het best in
gerichte onderwijs en met de uitnemendste
sociale wetten ons volk nimmer gelukkig
zal worden, indien niet de kanker der
openlyk optredende onzedelijkheid wordt
vernietigd. Men ga voort om de toestan
den en het lot der miudere klassen te
verbeteren, maar men be icherme die stan
den tevens tegen de verderfelijke invloeden
van nietswaardige personen, die tot het
spekken van hun beurs de laagste harts
tochten der menigte trachten op te wekken.
Het aangehaalde feit uit de hoofdstad
des lands moge onze Regeering opwek
ken om in dit opzicht niet langer werke
loos te blijven. Al wacht men niet veel
van strafbepalingen tegen de uitbreiding
der aangewezen immoreele handelingen,
dat men dan ten minste het goedgezinde
deel der burgerij bescherme voor het aan-
hooren dier practijken en aldus veel erger
nis voorkome.
Dat ware reeds een stap op den goeden
weg en duizenden zouden er de Regeering
dank voor weten.
In de omstreken van Tessino ziet het
er allertreurigst uit. De onweders en stort
regens hebben overstroomingen veroor
zaakt. In den omtrek van Biasca ziju twee
bruggen door den watervloed weggerukt
en de Brenne is buiten hare oevers ge
treden. Het dorp Malvaglia en het om
liggende land staan onder water; de
spoorlijn van Acquarossa naar Olivone
werd op verscheidene plaatsen wegge
spoeld. Men heeft in het meer Majre lijken
van dieren gevonden; het station van Gor-
dola is overstroomd en het dorp Giornico
verkeert in groot ge raar. Het verkeer
tusschen talrjjke gemeen teu is volledig
onderbroken. Bij overmaat van ongeluk
heelt de hagel in den omtrek ran Locarno
en Bellinzole den oogst geheel vernield.
De Koning van Siam is aan het station
te Brussel door koning Leopold met
een schitterend gevolg ontvangen. De
Koning der Belgen was gekleed in groot
uniform van luitenant-generaal. Z. M.
droeg lift groote lint vau de Orde van
den Witten Olifant van Siam.
pitein, die lieden nemen gewoonlijk de brug
naar Neudly, als zijnde veel nader. Maar laat
ons verder zien.
De onbekende bleef eenige oogenblikken stil
staan, om het terrein te verkennen daar ech
ter alles in het rond doodstil was, en hij dus
voor geen bespieding vreesde, nam hij zijn last
op de schouders en begon langzaam de trap
pen af te dalen, die naar de rivier voerden,
waarna hij het voorwerp met eene heftige be
weging in den sterken stroom wierp.
Woest spatten de schuimende golven omhoog,
het voorwerp zonk naar de diepie om echter
spoedig weder aan de oppervlakte te verschijnen
en plotseling hoorde men een hartverscheuren-
d n kreetHelp, help, mooul 1
De onwillekeurige toeschouwers van dit nach
telijk bedrijf zagen weldra een measchelijk
lichaam de beide handen uitstrekken en zich
wanhopig aan een der aan den oever liggende
booten vastklampen.
Een hevige trap, door den man op de hand
van de ongelukkige toegebracht, ontlokte aan
deze een kreet, nog veel smartelijker dan de
eerste.
De hand verdween en het lichaam zonk we
der, daarop werd alles stil, de man klom we
der de Irappen op, steeg in het rijtuig en reed
pijlsnel heen.
Alle duivelsnep de kapitein, hier is een
moord gepleegd en door zijn mukker gevolgd,
spoedde hij zich naar de plek, die de boos
wicht zoo even verlaten had.
Door de kreten van liet slachtoffer gewekt,
kwam eeu man uit het huis vau don vorbuur- j
Toen de Siameesehe Vorst uit den ko
ninklijken trein stapte, wisselde hij een
hartelijken handdruk met Leopold II.
Deze laatste drukte ook de hand aan
prins Svasti van Siam en aan,prins
M a h i s r e.
De Koning van Siam droeg een wit
uniform met goud en een helm met een
witte pluim. Ziju uniform en die der Prin
sen gelijkt veel op die der Engelscke
officieren.
Op het oogenblik dat de twee Vorsten
buiten het station verschenen, bewezeu
de troepen die aldaar geschaard stonden
de militaire eer en speelde de muziek het
nationale lied van Siam.
De vorstelijke stoet nam plaats in ne
gen hofrijtuigen, begeleid door een esca-
dron cavalerie; langs den weg tot het
Paleis, waren troepen opgesteld.
De Koning van Siam met de Prinsen
logeeren in het Koninklijke paleis, het
gevolg van den Vorst heeft zijn intrek
genomen in Hotel de Bellevuewaar de
roode vlag met de witte olifant boven de
poort wappert.
In Ierland ziet het er slecht uit met den
oogst. In het begin van Juli stond de oogst
bijzonder goed, maar door den aanhou
denden regen van de laatste weken zijn
de schoone verwachtingen geheel teleur
gesteld. De tarweoogst is gunstig geweest,
maar het hooi verrot op het land, de
haver is grootendeels onbruikbaar en
wat voor Ierland 't ergst is de aard
appelen zijn schier overal ziek. De arm
besturen ziju reeds bezig te overleggen
hoe men aan den nood, die met den winter
dreigt, het hoofd kan bieden.
De Keizer van Rusland wil dat de
vriendschap met Frankrijk ook den Fran
sehen ondernemingsgeest ten goede zal
komen.
Volgens de Manchester Guardian zal in
October een keizerlijk besluit worden af
gekondigd, waarbjj het verbod om het
kapitaal van openbare instellingen in Rus
land te beleggen in Fransche onderne
mingen wordt opgeheven.
In verschillende plaatsen van Italië
heerscht groote ontevredenheid wegens de
verhoogde broodprijzen. Oproertjes hebben
er plaats, het volk wordt door de mili
taire macht in bedwang gehouden.
Eenige dagen geleden is te Sol-
mona een afgrijselijk gruwelstuk gepleegd.
Bij een winkelier werd des avonds een
groote mand bezorgd. Men zette ze in
het aan den winkel grenzende magazijn
eu de familie ging rustig naar bed. In
het midden van den nacht werd de huis
heer plotseling wakker geschrikt door eeu
hulpgeroep. Hij ijlde naar beneden en
vond zijn dienstmaagd in haar bloed ba
dende in eeu hoek van de gang liggen.
Zij leefde nog en kon alleen uitbrengen,
der der booten te voorschijn.
Wat gebeurt hier riep hij verschrikt.
Wat? een moord, een misdaad! spoedig
een lantaarn.
Deze was spoedig gehaald en bij het scbgn-
sel keek men de oppervlakte van het water
langs, doch kon niets ontdekken.
En toch is hier eeu mensch verdronken,
riep André.
Hij zal door den stroom meegevoerd zijn,
sprak Zezette.
Dan moeten we verderop zoeken, bracht de
schipper in het midden, wacht, ik zal de rie
men halen.
Zal ik helpen meester? vroeg Bamboula.
Ja, zoek mede, maar wees voorzichtig.
De neger outdeed zich spoedig van jas en
hoed en sprong in het water.
Gedurende eenige oogenblikken, die den an
deren uren toeschenen, bleef hg onder, einde
lijk kwam hij weder boven, om adem te halen.
Niets gevonden, meester!
Zoek verder, ge moet de ongelukkige
vinden. Weer dook hg onder en bleef gerui-
men tijd onzichtbaar.
Zezette huiverde.
Acb, riep ze, als hg maar niet verdron
ken is
Geen nood, antwoordde de kapitein, eer
zouden de visschen verdrinken, geen beter
zwemmer dan hg.
Werkelijk verscheen hg na eenige oogenblik
ken van angstige spanning weder nan de op
pervlakte, vroolijk roepende
(levenden moester liet is eene Vrouw.