N I E W E QagBlaó voor tSTooró- en SCuió De nieuwe parlementaire periode. No 2791 Zaterdag 25 September 1897. 22ste Jaargang. Per 3 maanden voor Haarlem Voor de overige in plaatsen in Nederland fr. p. p. Voor het buitenland Afzonderlijke nummers Dit blad verschjjnt dagelijksbehalve Zon- en Feestdagen. BUREAU: St. Janstraat Haarlem. /1,10 «1,40 «2,80 «0.03 Van 16 regels50 Cent. Elke regel moer71/, Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dieastaanbi 11 gen 25 Cents per advertentie a Contant. Redacteur-Uitgever, W. KüPPERS. De politieke campagne is weder op de traditionneele wijze geopend met een troon rede, uitgesproken door H.M. de Koningin- Regentes in naam der Koningin. De plechtigheid van het oogenblik, waar op onze Vorstinnen waren geplaatst tegen over de vertegenwoordigers van Haar volk, werd ditmaal geëvenaard door de belang stelling, waarmede de woorden der Konin gin-Regentes werden begroet. Die woorden moesten belangstelling wekken, omdat reeds weken geleden aan het nieuw opgetreden Kabinet allerlei plannen en voornemens waren toegeschreven, waarvan bp de troon rede zou blijken of zij slechts hun ontstaan hadden te danken aan de rijke phautasie van enkele berichtgevers dan wel in wer kelijkheid door de Regeering werden gevoed. Toch heeft de troonrede weinig verras sends opgeleverd. Nadat zij in enkele woor den den toestand van ons vaderland in höt afgeloopen jaar had vermeld, kwam de aan kondiging, dat iu dit zittingjaar gewich tige arbeid voor de Staten-Generaal is be stemd. Nummer een van de aangekondigde wetsontwerpen staat de afschaffing der dienstvervanging bij de militie. Dat was te denkenReeds zoo lang en zoo dikwijls hebben de liberalen hiermede gedreigd, dat bet wel niet anders kon of zjj moesten ein delijk met een voorstel voor den dag ko men, 't welk de strekking beeft om den algemeenen dienstplicht in te voeren. Dat dit ontwerp het eerst wordt genoemd bp de opgave der aangekondigde hervor mingen, levert het bewijs, dat de tegenwoor dige Regeering aanstonds gebruik wil ma ken van de bp de algemeene verkiezingen door de liberalen behaalde overwinning. Op dit oogenblik zijn het uitsluitend de Katholieken, die als partij zich verzetten tegen de afschaffing der plaatsvervanging. Wel zpn er zoowel onder de liberalen als onder de anti-revolutionnairen tegenstan ders van den algemeenen dienstplicht te vinden, maar alleen de Katholieken hebben eenstemmig zich verklaard tegen elk voor stel, dat de strekking heeft om de dienst vervanging bp de militie af te schaffen. Het feit nu, dat het eerste der aange kondigde werkzaamheden voor de nieuwe Kamer bestaat in de behandeling van een FE UI LL ETON. Beschuldigd. 93. {Vervolg.) Genoeg, mijnheer stoof mevrouw Bertin verontwaardigd op genoeg, ik wil uwe laster lijke taal niet aanhooren 1 llono 1 mevrouw, de tijd van de groote manieren is voorbij, ge zgt nu niet meer de schoonmoeder van een markies, en bg kapitein Castillac behoeft ge daar niet mee aan te komen die heeft al zooveel stormen bijgewoond, dat het geraaskal van moeder Bertin hem waarljjk niet vervaard maakt. Mijnheer Castillac! dat gaat te ver, ge vergeet tegen wien ge spreekt. Ik, volstrekt niet, en ten bewjjze daarvan zal ik u het doel van mijn bezoek meedeelen. Ik heb de eer, u de hand van uwe dochter, van mejuffrouw Jeanne te vragen. Nooit, mijnheer! Nu, daarin zoudt ge volkomen gelijk hebben als het mij golddie oude kapitein met zgn grijze haren is nog juist goed voor grootpapa 1 Ge begrijpt dus wel, dat ik haar niet voor mij vraag. Noch voor u, noch voor een ander, ik weiger. Maar wanneer ik u nu zeg, voor wien ik haar vraag Om het even, ik weiger. Dat zullen we zien, het is, let wel Jac ques Moulin ontwerp, welks strekking reeds voor den aanvang van deu verkiezingsstrijd door de Katholieken unaniem werd afgekeurd, le vert ons het bewps, dat de Regeering het voornemen heeft om zich niet te storen aan de uitdrukkelijke wenscben der Katho lieken en dat wp dus van haar al zeer wei nig goeds voor de toekomst kunnen ver wachten. Wij behoeven niet te zeggen, dat het ons leed moet doen bij den aanvang der nieuwe parlementaire periode dit te moeten verklaren. Hoewel wp nimmer hebben aan gedrongen opeeneioo groote uitbreiding van het kiesrecht als de vorige Kamer en Regeering hebben goedgevonden aan ons land te schenken, konden wij ons allengs schikken in de aanzienlijke vermeerdering van het aantal kiezers, in de hoop, dat daardoor een Volksvertegenwoordiging zou tot stand komen en een Regeering zou ge boren worden, die rekening zouden houden met de rechtmatige verlangens ook der Katholieke bevolking van ons land. Door het drijven echter van een kleine groep, die zich met den naam van Chris- telpk-historisch tooide en onheilig vuur in den verkiezingsstrijd bracht, is onze partij in de Kamer aanzienlijk geringer in getal teruggekeerd, dan wp recht en reden had den te verwachten. Wij willen thans daarop niet terugkomen, maar constateeren wel, dat in dit feit de nieuw opgetreden Regee ring aanleiding schjjnt gevonden te hebben om ons ditmaal gelijk te stellen met een quantité négligeable. De Regeering heeft ons thans, zoo het schpnt, niet te vreezen en toont er wel haar belang in te zien om andere richtin gen te bevredigen. Om die reden vormt thans de afschaffing van de plaatsvervan ging het voornaamste nummer op het mi nisterieel programma. Juist, omdat door ons de invoering van den algemeenen dienst plicht zoo principieel wordt bestreden, en omdat wij daarvoor ons vaderland wenschen te behoeden, komt van andere zijde ver dubbelde aandrang tot invoering er van. Dit moet ons diep grieven en zal het van onze zijde bjjna tot een onmogelijkheid ma ken om met toewijding de tegenwoordige Regeering te steunen bjj het volbrengen van haar taak. Indien het voor de hervorming onzer levende strijdkrachten noodzakelijk ware de dienstvervanging bp de militie af te schaffen, Voor Jacques Moulin, dien dief, dien moordenaar Met uw verlof, de dief, de moordenaar is Bosco, uw markies, uw schoonzoon. Jacques Moulin echter is de brave, eerlijks jonge man, die door uwe dwaze en valsche be schuldiging veroordeeld geworden is. Maar thans is hij vrij en in zjjn ear hersteld. En met dat al kunt ge mij?niet van het denkbeeld afbrengen, dat hij een dief is. Ja, maar uw denkbeeld gaat ons weinig aan laat ons de zaken bedaard en regelmatig be handelen. Ge moet uwe toestemming geven tot het huwelijk van Jeanne met Jacques Moulin. Thans richtte de weduwe zich in hare volle lengte op en de armen uitstrekkende, klonk het vol majesteit van hare lippen Nooit, mijnheer, nooit zal mevrouw Bertin hare toestemming tot zulk eene mesalliance geven. Hierop barstte de kapitein in een schaterlach uit. O, Oeene mesalliance. Wat een grap, men zou waarachtig meenen, in het theatre des Variétés te zijn. Verbeeld u, moeder Bertin spreekt van mesalliance, bet is waarachtig al te gek. Kom, Geertruida, ge steekt er den draak mee. Geertruida schreeuwde mevrouw Ber tin, op eens al hare waardigheid latende varen, wat verbeeld gig u De kapitein echter deed, of hg de verande ring die het noemen van haren naam bjj haar teweeggebracht, niet opmerkte, en vervolgde op kalmen toon hetgeen evenwel door tal van deskundigen wordt tegengesproken, waarom hebben dan vorige liberale Kabinetten zoolang geaar zeld om dien maatregel voor te stellen Waarom heeft men er dun voortdurend op aangedrongen zonder eene poging in die richting te doen Moeten wij dit niet daar aan toeschrijven, dat de steun der Katho lieken toen zeer wenschelijk werd gerekend en de Regeering op dit oogenblik meent onze hulp te kunnen ontberen? Wij betuigen dan ook nogmaals ons leedwezen over deze houding van het Mi nisterie en gelooven niet, dat een Katholiek volksvertegenwoordiger zijn medewerking aan de tot staudkoming van het gewraakte ontwerp zal verleeuen. In een volgende paragraaf kondigde de Regeering de vereeniging der zorg voor de landbouwbelangen bij éeu Departement van Algemeen Bestuur aan. Wij weten niet of wij ons over deze toezegging kunnen verheugen, omdat het ons onbekend is, wat door deze Regiering onder zorg voor de landbouwbelangen wordt verstaan. De minister Pierson heeft zich voor enkele jaren zeer ongunstig over de landbouwers uitgelaten, en het openen der landbouw tentoonstelling Li den Haag, de vorige week gehouden, heeft geenszins den slechten in druk zijner woorden weggenomen. Daar komt bij, dat van deze Regeering niet te verwachten is, dat zij een voorstel zal doen tot werkelijke bescherming van den landbouw door de heffing van een invoerrecht op buitenlandsche graansoorten, zoodat de vereeniging van de zorg voor de landbouwbelangen bij een Departement zich hoogstwaarschijnlijk zal bepalen tot administratieve regelingen, die den land bouwer zelden al heel weinig voordeel zullen opleveren. Het eenige, dat in dit opzicht tegemoet is te zien, zal wezen eene uitbreiding van bet landbouwonderwijs, liefst zoo theoretisch mogelijk en het vaststellen van nog enkele bepalingen, die in het kader der liberale landbouwzorgen zullen vallen. Ook in dit opzicht hebben wij dus weinig reden tot juichen. Tussehen een paar nuttige zaken in, welke in een volgende paragraaf der troon rede worden genoemd, namelijk wetsont werpen tot betere bescherming en berech ting van kinderen en jeugdige personen, en tot wettelijke verzekering van werk- Ge zeidet daareven, Geertruida, dat ik vergat tot wie ik sprak. Dat is niet zoo, ik weet heel goed, dal ik spreek tegen de gewezen kindermeid Geertruida, die zonder een centime te bezitten, de liefde had opgewekt van mijn vriend Bertin en toen deze met haar trouwde, beging hij zeker een mesalliance die ik hem ge noeg heb afgeraden. Maar verduiveld, ge waart jong, zaagt er niet onaardig uit, en, Claude beminde u, en het slot was, dat ik zelf getuige was bjj uw hu welijk. Ge zult dus mo. ten toestemmen, dat ik wel eenigszins het recht heb u gemeenzaam toe te spreken, en, wanneer gij van mesalliance spreekt, u te antwoorden Ge vergeet, dat de heer Clau de Bertin met een kindermeid, zekers Geertrui da van de Bouillon te Parijs getrouwd is. Door deze toespraak geheel vernietigd, liet mevrouw Bertin het hoofd op de borst zinken. Ik begrijp wel, vervolgde de kapitein, dat dit niet aangenaam voor u is, om aan te liooren, maar ge moet bekennen, dat ge niet beter ver dient. Door uw blinde [hoogmoed, hebt ge een jongen tot de galeien doen veroordetlen de dood van zjjn arme moeder veroorzaakt zijn zuster in armoede en ellende gedompeld, daarvoor straft de hemel u thans. Welnu jaik ben Geertruida geweest, dat is zoo, maar daarvan weet thans niemand meer iets. Ik ben nu de rijke mevrouw Bertin. Eijk, moet ik u ook die illusie ontne men Ge zult zien, hoe rijk ge zijt. Hij drukte op een electriscbe schel, de huis knecht verscheen. lieden tegeu de gevolgen van ongevallen in bepaalde bedrijven, zien wij, dat de Regeering ook een voorstel zal doen tot regeling (leesinvoering) van den leerplicht. Hierin ligt weder het duidelijk bewijs, dat de Regeering er geen oogenblik aan denkt terwille van de staatkundige over tuiging harer tegenstanders afstand te doen van zaken, die bij een groot deel des volks gerechtvaardigden tegenzin hebben gewekt. De leerplicht zou heel weinig bezwaren ontmoeten, indien de openbare school een ander karakter bezat dan thans het geval is. Leerplicht is voor vele streken van ons land niets anders dan schooldwang en zoo kan en zal het geschieden, dat bij invoering er van ouders gedwongen worden hunne kinderen te zenden naar inrichtingen van onderwijs, die zij niet voor hun kroost wenschen. Leerplicht is dan ook steeds terecht ver oordeeld door allen, die zich niet vereeni gen kunnen met het onderwijs op de open bare school, zoodat deze maatregel een directen aanval vormt op het bijzonder onderwijs. Hier komt bij, dat in verschil lende audere landen, waar leerplicht reeds lang geleden werd ingevoerd, percentsge wijze het schoolverzuim grooter is dan bij ons. Leerplicht is derhalve volstrekt geen waarborg, dat het schoolverzuim er door tot een minimum wordt beperkt. Leerplicht moet er enkel toe medewerken om het be zoek der openbare school, dat in tal van plaatsen van ons land vermindert, weder te doen toenemen. De overheidsschool is aan het kwijnen, en nu willen de liberalen haar tot nieuw leven wekken door den hatelijken leerplicht in te voeren. Kan het verwondering baren, dat wij ock deze toezegging in de troonrede niet willen toejuichen en er ons leedwezen over uitspreken, dat de politieke omstan digheden van dien aard zijn, dat de Regee ring onbevreesd haar plan tot regeling (lees: invoering) van den leerplicht mede deelt? Over de verdere onderwerpen, in het pro gramma der Regeering vermeld, wenschen wij ditmaal te zwijgen. Het aangevoerde achten wij evenwel reeds genoeg om de verwachting uit te spreken, dat het nieuwe Ministerie ons niet veel goeds zal brengen. Het belastingstelsel wordt niet besproken zoodat de minister Pierson waarschijn lijk in dit jaar geen hervormingen op het Laat die menscheu binuenkomeD, August Aan de deur van bet vertrek vertoonde zich de oude Grillon, de woekeraar. Weer die ruan riep mevrouw Bertin, die hem dadelgk herkende, wat wil hij van mij? Mevrouw, sprak de oude woekeraar, ik ben zoo vrij u nogmaals dat. wisseltje te presen teeren ik heb ook nog eenige andere. Ik heb u reeds vroeger gezegd, voegde mevrouw Bertin hem toe, dat ik dien wissel niet geteekend heb. Ik zal hem niet vol doen. Pak u weg 1 Vader Grillon boog en antwoordde op een toon, dien hg zoo forsch trachtte te doen klin ken, als zijn snerpend stemgeluid hem toeliet Zeer wel, mevrouw, gij weigert de schul den van mgnheer uw zoon te betalen, zooals ge verkiest. En zich tot de beide mannen wendende die hem vergezelden Mijne heeren, doet uw plicht. Kapitein Castillac begreep onmiddellijk, waar om het te doen was, en kwam tussehenbeiden met de opmerking Met uw verlof, maar die mao, die al het air van een woekeraar heeft, had zich niet al leen met de handteekening van mevrouw Ber tin moeten vergenoegen. Neen, mijnheer, riep vader Grillon, een wei nig ongerust, maar gelukkig heeft de markies de Montgerbois ook geteekend. Nu, nu, oude schacheraar, dan vrees ik, dat ge uw wissel nooit betaald krggt. Wordt vervolgd.) ABONNEMENTSPRIJS AGITE MA NON AGITATE. PRIJS DER ADVERTENTIEN.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1897 | | pagina 1