N I E U Ïï)ag6laó voor <3toord- on Suió-éCollanó. Rotterdamsche Brieven. No 2797 Zaterdag 2 October 1897. 22ste Jaargang. BDITE NLAAD. Per 3 maanden voor Haarlem 1,10 Voor de overige in plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,40 Voor het buitenland 2,80 Afzonderlijke nummers0.03 Dit blad verschijnt dagelijksbehalve Zon- en Feestdagen. BUREAU: St. Janstraat Haarlem. Van 16 regels50 Cent. Elke regel meer7J/S Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant. Redacteu r-U itgever, W. KüPPERS. XVII De vreemdeling, die, al is 'took maar voor een enkel dagje, Rotterdam bezoekt, zal nimmei verzuimen een kijkje te nemen, in ons «Park». Hoewel het, wat natuur schoon betreft, niet in vergelijking kan tre den met «den Hout» of «het Bosch», is er toch alle mogelijke tuinierskunst aan be steed om het zoo fraai en zoo aanlokkelijk mogeljjk te maken. En wie het Park kent, weet ook wie of liever wat «Niessingh» is. Tegenwoordig is café Niessingh een heel gewoon, fashionabel café, waar men genie ten kan van een zitje aan en een frisch, ruim uitzicht over de rivier. Maar vroeger, een kleine twintig jaar geleden, was Niessingh niet zoo fashionabel, meer een burgermans uitspanningsplaats of «theetuin,» zooals men hier zegt, waar de lieve jeugd naar harte lust kon schommelen, wippen of met zijn Zondagsche plunje in 't vuile zand rollen en waar de «rjjpere jeugd» genieten kon van niet minder aantrekkelijke heerlijkhe den, die, naafloop van de muziekuitvoering in het Park, in de zaal geboden werden en bestonden in «muzikale» en «humo ristische» voordrachten. Het «muzikale» deel van het programma was toevertrouwd aan een zes of achttal «juffrouwen,» zediglijk gezeten op in rjj geplaatste stoelen, zich koelte toewuivend met onmogelijk groote breed-uitgeslagen waaiers, welke ook gebe zigd werden om geheimzinnig achter te fluisteren of om op eenigszins bedekte wjjze «gloeiende» blikken te werpen in de zaal, in de hoop een en ander straks be loond te zien door de hoffeljjke aanbieding van eenige verfrissching door wellicht aan wezige vereerders der schoone kunst, 't Was een armelijk troepje, deerniswekkend om aan te zien, zooals ze daar zaten in hare schreeuwend-kleurige costuums, hèl-rood of hard-blauw of kanare-geel, versleten en verschoten door jarenlangen dienst; zooals ze daar opstonden, beurt om beurt, om uit FEUILLETON. Is zij schuldig P 4. {Vervolg.) III. Terwjjl dit gesprek plaats vond in het woon vertrek des graven Rothenegg, stonden de be dienden van het hnis bjj elkander in 't voorpor taal. //Wat bljjft uw heer lang,// dus wendde de kamerdienaar zich tot Andreas, den bediende van Medingen. //Zouden onze beide heeren van daag samen dineeren //Dat geloof ik niet graaf Medingen neemt immer in de club zijn maaltjjd. Hij neemt nooit eene uitnoodiging om te dineeren aan. Zoo goed en ongehinderd als in de club kan hij het toch nergens vinden.// De kamerdienaar lachte luide //In de club, hé Wjj kennen dat wel 1 Mjjnheer eet daar goedkoop, en zijne dochter, gravin Isabella, kan thuis blijven, niet waar? De ge'neele wereld immers weet, dat schraalhans bjj u keukenmeester is. Wij hebben het hier beter, Goddank!" Op dit oogenblik hield eene koets voor de deur stil. ;/Daar komt gravin Bertha,// riep de portier met luider stem, en nauwelijks had hij de deur geopend, of de aangekondigde trippelde reeds naar binnen. Bertha van Rothenegg was een aardig meisje en over haar geheel wezen lag de frissche be te gillen met stemmen, even versleten als de toiletten, jammerend sentimenteele Duitsche romancen en Fransche chanson- netten, die vroolijk lijken moesten, met op het geverfde gelaat de steriotiepe gelegen- heidsglimlach. En als dan ieder hare beurt gehad had, verscheen de «kemiek,» de heel erg «kemieke», veel «kemieker nog dan C r e m e rs «kemieke kemiek» in Too- neelspelerszijn optreden, zijn minste be weging ontlokte dan een schaterlach aan het nauwlettend toekijkend publiek en dan zijn gedeukte, grijze cilinder, zijn deftige, hoewel versleten en verkleurde rok, zgn vuil-wit vest, waarop de zware, vergulde horlogeketting afhing, zgn te korte panta lon waaronder de in te groote schoenen ste kende voeten uitkwamen, kortom, alles was «kemiek» aan hem. Verstaan kon men hem bijna niethjj hield er een eigenaardig taaltje op na, mengelmoes van Vlaamsch en Hollandsch en plat-Duitsch, soms met een Amster- damsch tintje, maar «kemiek» was het al tijd en geapplaudisseerd dat hjj werd stormachtig: met handen en voeten en on bedaarlijke lachsalvo's. Dat alles is nu voor- bg, we hebben nu gekregen de Variété's> waar «eerste rangs specialiteiten-gezelschap- pen» optreden met telkens afwisselend pro gramma, waar sport-kunststukken worden vertoond; waarbij de eerzame Rotterdam mers zitten te rillen en te beven op hun stoel; toen is het «café-chantant» bij Nies singh verdwenen; alleen de altijd-ont- stemde piano staat nog in een hoekje der zaal als herinnering aan vroegere heer lijkheid. Nu is Niessingh een heel ge woon koffiehuis geworden en gaat het bin nenkort voorgoed verdwjjnen. Het lokaal nameljjk behoort aan de gemeente en de firma exploiteerde het alleen. Thans wil de gemeente een nieuw ververschingsge- bouw laten zetten, waar de parkbezoekers die niet het geluk hebben te behooren tot de leden der deftige officieren-sociëteit, hun dorst kunnen komen lesschen. koorljjkheid eener eerste jeugd uitgespreid, of schoon zij niet den indruk mankte, een geboren gravin te zjjn. Als eene hinde had zij de breede, steenen trappen bestegen, terwijl hare wat oudachtige gezelschapsjuffer nog niet het rijtuig verlaten had. //Niet waar, Steigerwald, ik ben immers niet te laat gekomen?// vroeg zij den kamerdienaar. //Gravin Bertha is juist op tijd,/ antwoordde deze. «Het is twee minuten voor zessen, en bo vendien, er is bezoek.// //Bezoek Wie dan //De graaf Von Medingen //O dieErklonk iets minachtends in hare stem. Zij wendde zich tot. haar gezelschapsjuf fer, die laDgzaam naderde. //Ziet u wel mejuffer Klinger,// riep zij zegevierend uit, //ik had vol komen gelijk, toen ik zooeven verzekerde, dat het geheel onnoodig was, ons bezoek bij de familie Furstwalden af te breken. Die onuit staanbare Medingen houdt papa wederom bezig met zijn vervelend gepraat //Stilfluisterde mejuffer Klinger. //Ziet u niet, dat zijn bediende daar staat Juist ging de deur van het woonvertrek open, en graaf Medingen trad naar buiten. Een glim lach plooide zijne lippen, en buigend groette hjj het jonge meisje. //Ah, gravin Bertha! Welkeen gelukkig toe val doet mij u op dit oogenblik ontmoeten, u, pas ontloken roosje, bevallige sylphideHeb ik u niet gezegd, dat beweging, frissche lucht en afwisselende bezigheid u goed zouden doen Zij nam hem met een spottenden blik op. //O Doch nu exploiteert de gemeente-zelve de zaak en verguaning zal er óok zgn, zoodat ze hier als koffiehuishoudster gaat optreden, wat sommige raadsleden in strijd achten met hunne waardigheid. Wat daar van nu zij, 't is alweer eene dubbeltjes- quaestie en zooals altijd hebben de dub beltjes-overwegingen bij onze dubbeltjes- lievende vroede mannen gezegevierd 't oude gebouw gaat tegen den grond en een nieuw gaat verrjjzen, met «vergunning», in spijt van alle vertoogen van drankbe- strijdings-gezinde raadsleden en van ge- heel-onthoudersvereenigingen. Als er nu maar een mooi gebouw voor 't oude iu de plaats komt, een, dat niet in disharmonie is met de heerlijke omgeving, kunnen we er nog pleizier van hebben. Waar men tot nog toe al heel weinig pleizier van heeft is het «witte huis,» het Amerikaansche pand, waarvan ik al eens een en ander verteld heb. Eerst is een aangrenzend pand ingestort, zoodat het geheel moest worden omgehaald, daarna viel eene schutting om en verwondde een voorbijganger, wat nogal leelijk aankwam, en nu is er door het inheien van zoo groot aantal palen een defect ontstaan aan een nabijgelegen brug, tengevolge van grond verschuiving, zoodat men er al eenige nachten aan heeft moeten werken. Boven dien wordt nog de passage langs dit drukke te midden van het handelsverkeer gelegen stadsgedeelte zeer belemmerd door de dikke balken, die dwars over de straat liggen om een nabijstaand huis te steunen. De omwonenden en zij, wier werkkring hen noodzaakt meermalen dit stadsdeel te pas- seeren zullen big zgn, als het groote ge bouw goed en wel voltooid is en zoodoende velerlei gevaar is geweken. Hieruit blijkt weer, dat het toepassen van dergelgke, aan het buitenland ont leende nieuwigheden dikwijls onvoorziene bezwaren en moeilijkheden oplevert. Of het «witte huis» nog meer reden tot klagen geven zal, moet de tijd leuren. ja, graaf Medingen. Voor jonge menschen is dat zeer gezond. Maar, goeden avond; papa wacht mjj." Zij neeg licht het hoofd, en verdween in eene zjj kamer. De Graaf meende haar schaterlach nog te hooren, toen de deur in het slot viel. //Mijnheer de graaf het rijtuig staat gereed.// Met deze woorden naderde Andreas zjjn meester. «Naar huis!// beval deze norsch. De bediende zette groote oogen op dau vroeg hjj op ongewonen toon //Niet naar de club //Naar huisherhaalde Medingeu kortaf. Hoofdschuddend besteeg Andreas den bok. Weinige minuten later betrad graaf Medingen een spaarzaam en nog spaarzamer verlicht ver trek, waarin zijne dochter, in een shawl gewik keld, ter beveiliging voor de koude, stil neder- zat, heen gebogen over eenig borduurwerk. //Vader, zjjt gij dat vroeg zij verwonderd. «Waarom komt ge heden op zulk een ongewo nen tijd //Waarom Omdat ik hongerig ben //En gaat gij dan niet naar «Och wat!//bromde hij toornig. //Ik heb mjjn middageten onmiddellijk na de bedienden genomen// waagde zij het schuchter in te brengen. //En mag ik de ooi zaak weten van deze on passende, burgerlijke,onverstandige handelwijze?// Zij lachte bitter. //Weet gij dan niet, vader, dat ik bij onze bekrompen middelen niet anders kan handelen. Een geheele stapel rekeningen zijn nog onbetaald.// Spanje. Het geval met den Spaanschen Minister die kerkvervolgertje heeft willen spelen en daarbij zijn Italiaansche collega's wilde nadoen in bet plunderen van de kerkelijke eigendommen, heeft een staartje gekregen. De Ministers zijn in buitengewonen raad vergaderd geweest, waarna de Minister- President zich naar de Koningin-Regentes heeft begeven om het ontslag van het Ka binet aan te bieden. Frankrijk. Langzamerhand komt er een goede geest in Frankrijk tegenover de Duitschers. De Regeering der Republiek heeft een marine attaché naar den Duitschen Minister van Marine, schout-bij-nacht Von Tirpitz gezonden, om hem uit naam van den Pre sident der Fransche Republiek en minister Hanotaux deelneming te betuigen in het jongste ongeluk dat de Duitsche ma rine heeft getroffen, door het zinken van de torpedoboot S. 26 en den dood van den HertogFriedrich Wilhelm van Mecklenburg Schwerin. De heer Von Tirpitz deed het be zoek beantwoorden door een zjjner officie ren, die den dank der Duitsche marine overbracht. Rusland. De Czaar is met zijne Gemalin uit St. Petersburg naar Darmstadt vertrokken, waar zij tot den 26en October zullen blijven. Moerawjof, de minister van buitenland- sche zaken, heeft de reis naar Darmstadt meegemaakt en zich daarna naar Wiesba den begeven, voor eene badkuur. In den tusschentijd neemt graaf Lambsdorffde zaken in het Russische Rijk waar. Het Oosten. Er dreigen nieuwe moeilijkheden zich te ont wikkelen in het Oosten. Zeven zeilschepen onder Turksche vlag hebben eene poging gedaan om Turksche troepen op het eiland Kreta aan land te zetten. Het Internationaal eskader heeft de landing der troepen belet. De Sultan scbjjnt het eiland Krefa na de overwinning op de Grieken niet te willen prijs geven. In sommige kringen te Konstantinopel meent men dat de verheven Porte in het geheim «Bah Wjj hebben immers krediet// Hjj schelde, en een bediende trad binnen. //Ga, en z'g den koetsier, dat hjj de paarden niet uit spanne binnen tien minuten reeds zal ik naar de club rjjden,// beval Medingen barsch. Toen de bediende zich verwijderd had, wendde de Graaf zich weder tot zjjne dochter: //Zoo nu zullen we eens ernstig met elkan der praten. Hm nog vele onbetaalde reke ningen, zegt ge. En wien zjjn we ze alzoo schul dig //Bijna iedereen,// luidde haar antwoord. De loopende uitgaven tot instandhouding van het huishouden stjjgen dageljjks, de «Maar die uitgaven moeten toch bitter wei nig bedragen, te oordeelen naar de ellendige wjjze, waarop het huis is ingericht.// //Ik ga met alles spaarzaam om, vadermaar de rekeningen van bedienden, schoen- en kleer maker, stalknecht, de onkosten aan sigaren, hand schoenen, bloemen, die gjj //Ho, hol Wilt gjj me weer de les lezen over mtfne particuliere-uifgaven onderbrak hjj haar wrevelig. //Ik ben nn eenmaal eraan gewend, als een groot heer te leveD, en zoo zal ik voort gaan. Twee schoone meisjesoogen vestigden zich smeekend op zijn gelaat. {Wordt vervolgd.) IT. ABONNEMENTSPRIJS AGITE MA NON AGITATE. PRIJS DER ADVERTENTIEN.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1897 | | pagina 1