N I E W E
QagBlaó voor éfëooró- on 3iuiè-3Collanè.
Dat komt er van.
No 2807
Donderdag 14 October 1807.
2'3ste laargang
BUITENLAND,
Per 3 maanden voor Haarlem 1,10
Voor de overige in plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,40
Voor het buitenland2,80
Afzonderijjke nummers0.03
Dit blad verschijnt
dagelijksbehalve Zon- en Feestdagen.
BUB E A U St. Janstraat Haarlem.
Van 16 regels50 Cent.
Elke regel meer71/»
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant.
Redacteur-Uitgever, W. KAPPERS*
Nu de mensch opgezweept wordt door
zjjue hartstochten en het volk in oprui
ende taal boort spreken over rechten zon
der plichten, is er in de massa woeling en
strijd ontstaan die donkere dagen voorspel
len. Daarbjj komen nog de stormen en
rampen des levens welke meestentijds het
gemoed van den geschokten en geslinger-
den mensch verbitteren.
Dagelijks hoort men prediken dat alle
menschen gelijk moeten zjjn, dat niet één
iets hooger of beter mag zjjn dan de an
dere, dat de bezitters van heerschappij of
vermogen dieven zjjn.
Men predikt dag in dag uit den opstand
Tan den mensch tegen den mensch.
Dit groote kwaad heerscht niet alleen
in de steden, het is doorgedrongen tot zelfs
op het platteland. Er gaan dan ook klach
ten op uit den Boerenstand, dat ook daar
de ondergeschikten tegen hun patroons in
opstand komen.
De Boeren klagen in den laatsten tijd,
dat zjj met groote moeite dienstboden en
knechten kunnen krjjgen en dat zjj nog
grooter moeite hebben om ze te behouden.
Bjj de geringste op- of aanmerkingen, hoe
gegrond en welgemeend ook, stuiven ze op
of gaan er van door.
Waar gaan ze heen? O, daar denken
dezulken niet aan, de negentieneeuwsche
philantrophen zorgen wel, dat ook zjj, die
niet werken, te eten hebben.
De edeldenkendste landbouwers die hun
volk gedurende den geheelen winter aan den
arbeid houden, al is er dan eigenljjk niets
ie doen, staan er aan bloot, schrijft J, R.
S. uit Gendringen o. m., dat zoodra de
Toorjaars-bezigheden beginnen en overal
Werk genoeg is te krjjgen, laten de mei
den en knechten den boer zitten omdat sjj
dan elders tjjdeljjk meer kunnen verdienen.
De eischen, die door de boerenknechts
en meiden gesteld en de aanspraken,
die gemaakt worden, zjjn dan ook bjj de
FEUILLETON.
Is zij schuldig?
(Vervolg.)
«Ho 1 hohalf kreupel is mjjn paard gelmk-
*ig niet, nichtje 1 En, ronduit gesproken, ik zal
*ne met Dandolo moeten behelpen, daar mjj
geen klepper ten dienste staat,// lachte George.
De jonge lieden waren den tuin ingetreden
wandelden heen en weder over de met steen
tjes bezaaide paden.
«Hoor eens,// begon Bertha weder. //Indien
ge bij den grooten optocht aan mjjne zjj de wilt
rÜden, dan moet ik er zeker van wezen, eer met
a in te leggen. Bedenk toch, de intocht van
den kroonprins en zijne bruid wordt gevierd
U't alle landen komen gezanten en andere gas
fit t Zoowel 8araceensche als andere ridders
pronken in rjjk uitgedoste kleedjj op hunne
rossen en dan moet gjj zeker te midden van
die pracht een knol berjjden, die uit Noë's
*rk schjjnt te komen. Neen, dat is eenvoudig
onmogeljjk.//
"Al is mjjn Dandolo een oud paard, het is
l°ch een getrouw dier.//
'/Koop dan een nieuw paard
"Had ik er slechts de middelen toe.,,
"Spreek er tenminste eens met papa over.»
"Neen 1 Oom Philip is toch al edelmoedig
genoeg voor me is hjj 't niet, die mjj een cos-
tuum zal bezorgen voor den optocht F Ik zou
1(10 moeten schamen, indien ik hem ook nog
*°°r een nieuw paard aanklampte.»
tegenwoordige prjjzen der landbouwproduc
ten zoo overdreven, dat de boer er onmo
geljjk aan kan voldoen.
Overal ziet men de ontevredenheid toe
nemen. Over het platteland vaart een so
cialistische stroom, men denkt niet meer
aan verplichtingen tegenover de patroons.
Wat is tegen dat alles te doen Wet-
teljjke bepalingen maken, blijkt klinklare
onzin. Wat kan het een werkman, die zjjn
woord niet houdt, schelen, of hjj al een lichte
straf ontvangt en zijn patroon groote schade
berokkend wordt Hjj werkt immers met
wrok en haat in het hart.
Treurig is de toestand Haat en njjd
worden gepredikt tusschen werkgevers en
werknemers en de boerenstand is er onge
lukkig aan toe indien ten tjjde van de drukke
werkzaamheden b. v. den oogsttjjd
het teeken tot den opstand gegeven wordt.
De volksmisleiders, die de werklieden met
hun opruiënde taal in het ongeluk storten,
die goede sier maken van de wekeljjksche
contributie door den werkman gestort, zullen
onmeedoogend honderden landbouwers met
vrouw en kinderen ten gronde doen gaan.
Men moet maar goed schermen met mi
nimum-loon maximum-arbeidsduur, met
rechten zonder plichten, met de werkgevers
verdacht te maken, met de werklieden on
bereikbare utopieën voor te houden. De
slot-scène zal zjjn, dat de werklieden in
plaats van meer geld voor minder werk,
steenen in hun handen worden gegeven
om daarmede hun eigen glazen in te wer
pen en juist datgene te vernietigen waaruit
zjj voor vrouw en kinderen brood kunnen
verdienen.
Wie nog vertrouwt op het: Een man,
een man! Een woord, een woord! Mag
zich wel afvragen, bestaat deze spreuk nog
tusschen werkgevers en werknemers? Zou
deze oud hollandsche spreuk niet reeds
lang aan den djjk zjjn gezet?
J. R. S. mocht wel, nu de Volksmisleiders
onvermoeid aan het werk zjjn, in het dag
blad De Tijd uitroepen: <God verhoede,
«Borg dan eenig geld. Ge kunt het immers
later teruggeven.»
//Van mjjne schrale verdiensten misschien,//
lachte George bitter, «dan zou me oom Philip im
mers voor een veikwister gaan houden.
//Ge kunt hem wjjsmaken, dat ge het geld van
tante Soling hebt gekregen.»
Eene lichte rilling voer den jonkman door de
ledema'en.
«Eoei, Bertha, zou ik oom Philip gaan be
liegen F Neen, dat kan ik niet do.n, zelfs om
uwentwille niet.»
Zjj werd vuurrood van schaamte. //Gjj hebt
geljjk, George,» stamelde zjj, maar
maar
//Waarover zjjt ge toch zoo druk in gesprek
gewikkeld, kinderen F» riep plotseling graat Bo-
thenegg, en wenkte de beide jongelieden tot
zich.
De Graaf zat met zjjne echtgenoote en eeni-
ge bezoekers onder een groepje hoornen. Hjj
scheen zeer opgewekt, en men kon op zjjn ge-
zieht lezen, dat ook het tweede jaar van zjjn
huwelijk hem enkel geluk had aangebracht. Waar
om ook niet? Isabella was immers steeds aan
zjjn zjjde geweest om roozen te strooien op zjjn
levenspad. En binnenkort wachtte den echtelie
den nog eene grootere vreugde, Isabella zag
bljjde het tjjdstip te gemoet, waarop zjj moeder
zou worden. Het ontwakende gevoel eener inni
ge ouderenliefde had haar ook Bertha vuriger
leeren beminnen. En deze liefde droeg ijjkeljjk
vruchten. Ofschoon het wispelturige meisje som-
wjjlen nog haar grillig karakter niet bedwin
gen kon, ha4 zjj toch verleerd in hare stiefmoe-
dat de verderfeljjke socialistische theo
rieën, die zich overal baan breken onder
de werkende klasse, niet op nog grooter
schaal dan thans reeds plaats heeft, in
praktjjk worden gebracht.v
Italië.
De Italiaansche premier Di Rudiniis
aan het modderen, hjj voelt zich den grond
onder zijn voeten wegzinken en meent door
den radicalen heer Zanardellete vrienl
te houden, zijn positie te versterken. Nu
heeft de radicale vrijdenker wel onlangs
pour !e besoiu de la cause zjjn eer
bied voor de Katholieke overtuigingen te
kennen gegeven, maar van hunnen kant
vertrouwen de Katholieken den wolf in
schaapsvacht niet.
D i R u d i n i neemt en geeft al naar het
hem te pas komt. Eenige processies heeft
hjj toegestaan weder te mogen houden
maar tegeljjkertjjd vaardigde hjj een verbod
uit, dat de politie streng op te treden heeft
tegen het vergaderen van Katholieke ver-
eenigingen waarin over de politiek wordt ge
sproken, zelfs in kerken wil Di Rudini
de priesters den mond snoeren.
Zoodra de Italiaansche Kamer en de Se
naat bjjenkomen, kan men over een en an
der nog grappen beleveu.
Belgie.
Zaterdag-avond te 9 uur precies storm
den niet minder dan 4000 genoodigden
de za'en van het stadhuis te Brussel bin
nen. Het waren de Besturen der Werkmans-
maatschappjjen der stad aan wie met hunne
vrouwen een raout werd aangeboden.
De Burgemeester der stad in officieel
costuum, omringd van de leden van den
Gemeenteraad, ontving de genoodigden. Het
feest werd bjjgewoond door den minister
de Brujjn, den heer Beernaert, voor
zitter der Kamer van afgevaardigden, en
meer autoriteiten. -
Drie muziekkorpsen luisterden het feest
op, terwjjl twee buffetten van allerhande
lekkernjjen voorzien, en duizenden flesschen
champagne werden bestormd. Het ging er
geducht aan toe
Eene uitgelatene, dronken menigte had
de plaatsen ingenomen en ruimde niet;
der eene geboren vjjandia te zien.
George was met zjjne nicht het gezelschap
genaderd. Graaf Von Medingen zat tegenover
zjjne dochter, terwjjl aan zjjne linkerhand een
jong luitenant, aan zjjne rechter mevrouw Von
Kreptowitsch plaats had genomen.
Het gesprek liep over paarden, voor officieren
steeds een onderhoudend thema.
Von Medingen vertelde, dat hjj handelaars
kende, welke paarden verkochten op afbetaling,
eene medeóeeling, welke graaf Bothenegg
het voorhoofd deed fronsen. Toen de laatste zich
evenwel een oogenblik verwjjderde, begon Von
Medingen opnieuw te spreken over paardenhan
del, wedrennen, kaartspel en speelbunken.
»A propos,» zeide een zekere heer Von Wie-
senbach, »het gerucht loopt dat de jonge Ul-
feld kort geleden duizenden door 't spel verlo- i
ren heeft.»
//Zoo waar ergens vroeg mevrouw Von
Kreptowitsch, en zag den spreker met hare
kleine, listige oogen nieuwsgierig aan. //Wjj
leven toch in geen Monte-Carlo.»
De aanwezige heeren lachten.
//Geheime speelbanken vindt men bjjna over
al in de groote steden,» antwoordde Von Wie-
senbach met een veelbeteekend lachje.
//Och, speelbanken hebbes ook haar goede
zijde,h bemerkte de luitenant, die aan Von Me-
dingens zjjde zat. //Menig j arme drommel maakt
er zjjn fortuin.»
«Ja, dat is waar,// meende George, wiens oogen
fonkelden. «En de voortdurende spanning, waar
in zich de speler bevindt, lost zich zelden op
in een onaangenaam gevoel.»
immer nieuwe grepen doende in de scho
tels met gebak en lekkernjjen, namen zjj
de volgeschonken glazen vast naarmate de
50 of 60 bedienden ze met champagne
konden volschenken. Dan, als zjj eindeljjk
verzadigd waren, gingen zjj de sierlijke
zalen bezichtigen, zetten zich neer ia de
kostbare leunstoelen, en wanneer de
bewakers hun eene opmerking maakten,
antwoordden zjj: «bah! wjj zjjn toch
ook eens rjjk
Het is er zeer bar toegegaan. Men zegt
zelfs dat er hier en daar sporen van de
overdaad der drinkebroers zjjn bljjven lig
gen en dat zelfs in de vestibule het ventje,
dat op den hoek der Eikstraat prjjkt, na
volgers vond.
De fatsoenljjke menschen kregen weinig
te peuzelen en met groote moeite konden
do nette werklieden een glas champagne
machtig worden.
Toch heb ik mjj onder dat alles kosteljjk
geamuseerd, vooral toen ik het volgende
gesprek kon opvangen:
Schoon feest newaor, madam
D'arne menschen hebben nu eok 'nen
keer huider paart.
-- Ja, 't moet alzoo zjjn, want 't werkvolk
wordt meester.
Ja, 't es gcljjk, onzen burgemeester haalt
er eer van
Eene brave de vrouw, de engelsche muzie
kanten ziende, riep uit»'t Is 't muziek van
't jaar dertig.//
Eenige oogenblikken later waren eenige
genoodigden aan het twisten voor 't buffet
en daar klonk het:
Allo, jei, ge stoot contiauellement veue 't
buffet.
Burgemeester en Schepeneu van Brussel
zullen zich wel tweemaal bedenken vooral
eer zjj weer zoo'n feest geven, en het
valt diep te betreuren, dat de Besturen der
Werkmansmaatschappjjen zich niet orde-
ljjker hebben gedragen.
Frankrijk.
Te Parjjs zoekt, men naar gelden en
die zullen wel komen om nog eenige
standbeelden op te richten. De groote man
nen der Republiek die men een standbeeld
waardig keurt, zjjn: Victor Hugo, De
Musset, Balzac, De Maupassant,
Oorot, Chopin, Gounot, Gamier,
Lovaisier, Alexander Dumas en
A1 p hand.
«Zoo heeft Meikenstein ook gesproken toen
hjj zijn gemakkeijjk gewonnen tienduizend gul
den bjj zich stak,// lachte de luitenant.
«Tienduizend gulden,» herhaalde Bertha en
zag George aan met een vee'zeggenden blik
Op dit oogenblik keerde graaf Bothenegg te
rug. Eenige minuten later gingen de bezoekers
heen, de een na de ander. Alleen George bleef
nog achter en schertste en keuvelde met Bertha
toen hij den blik zijns ooms met een zonderlinge
uitdrukking op zich voelde rusten. Nog banger
werd het den jonkman, toen Bothenegg hem
om een kort onderhoud verzocht. Niet zonder
bezorgdheid volgde hjj den generaal naar diens
woonvertrek. Deze echter verdreef spoedig zjjn
angst.
//Wees gerust, George, ik ga hier geen boete-
preek houden,» lachte hjj, den jonkman harteljjk
op den schouder kloppend, «daar heb ik immers
geen reden toe. Maar hetgeen ik u zeggen ga,
is ook niet aangenaam. Eigenljjk wilde ik u het
voorval, dat ge aanstonds hooren zult, geheel
verzwijgen. Ik ben echter tot het inzicht ge
komen, dat het beter is, zoo gjj alles weet.»
Verbaasd over deze ongewone inleiding, zag
George zjjn oom vragend aan.
«Gjj weet, waarde neef, dat ik het uitmuntend
met u meen,» vervolgde de generaal oprnadenken-
den toon. //Gjj weet ook, hoe gaarne ik u een
maal mjju schoonzoon zou noemen, want ik ge
loof, dat er mettertjjd een flink man uit je
groeien zal. Ik heb mjj ten minste altoos bejj-
verd u daartoe te brengen.»
Wordt vervolgd.)
IIUItüHSIllï C0UR4IT.
ABONNEMENTSPRIJS
AGITE MA NOW AGITATE.
PRIJS DER ADVERTENTIEN.
15