No. 2822. Maandag I November 4 897. 22sie Jaargang Hbagêlaó voor eSHooró- on SLuió-éCollanè agite ma non agitate Vreugde en Droefheid. Regeering en Kamer. 50 Cents. nieuwe haarlemsche COü- Is zij schuldig? ABONNEMENTSPRIJS Ber 3 maanden voor Haarlem1 1)10 Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post>1,40 ^oor het baitenland 1 2,80 Afzonderlijke nummers 0,03 Dit blad verschijnt dagelijks, behalve Zon- en Feestdagen. Redacteu r-U i t g e v e r, W. KÜPPERS. Bureau: St. Jansstraat. Haarlem. MAIN TIEN DRA PRIJS DER ADVERTENTIEN. Van 16 regels. Elke regel meer .f Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Con tant. Hoofdagenten voor het Buitenland'. Compagnie Générale Publicité Etrangèrt G. L. DA UBE fy Co. JO HN., F.J ONES Succ., Paris Slbis Faubourg Montmartre_ Wegens den feestdag van Al lerheiligen op as. Maandag, ver ent het eerstvolgende nummer van de ^AJVT, in groot formaatD1NSDAG- ^ORGEN. Aanstaanden Maandag tooit de Roomsch ^affiolieke Kerk zich in feestgewaad ter ^fdenking van den glorievollen feestdag Van Alle Heiligenen terwijl wij juichen ea jubelen met onze Moeder de H. Kerk, (|'eUen wij het leren en lijden dier bei- te overwegen om aldus door hunne' '^en aangespoord te worden voortaan en meer hunne voetstappen te volgen. Hoe heviger de bestrijding wordt der barheid door de leugen, hoe driester de °Qtkenning optreedt tegen het geloof en Verdedigers van den H. Stoel, des te Hger klopt ons hart voor de onverstoor de hechtheid der rots van den godde- 'Üken Stichter. Heffen wjj aan het tSursum Gorda d diep bezielend Maandag zal ruischen aDgs de gewelven onzer tempels en hef- e" wij onze harten hemelwaarts vastge- sloerd aan den priester die staat voor het d»ar als de bemiddelaar tusschen het öe Heiligen in den Hemel zijn bereid °°a in onzen harden strijd bij te staan; ^°°r zooveel mogelijk hun voorbeeld te V°fgen zullen onze smeekingen niet vruch tloos zijn. De Kerk leert ons op den dag Vaa *Alle Heiligeneen zeer gepast Evan- ®*el'e en wel de acht Zaligheden, welke mogen beschouwen als de wegen of 'raPpen langs welke de Heiligen opwan- elen om tot de gelukzaligheid te geraken d Hie ook wjj moeten bewandelen en op- bonnen om hetzelfde eeuwige geluk te Reiken. ^iusdag maakt de bigde feestkleedij plaats ïo°r het sombere rouwfloers en treurge- Zaögen worden gehoord in plaats van |feugdetonen. Die dag is de dag van Al- tTzielen en stemt ons tot weemoed. Van de diepte komen tot ons de klaagto- van onze afgestorvene ouders, broe- er8> zusters, familieleden en vrienden, le' ofschoon van deze wereld gescheiden 'a de gunst van God, de straf hunner >den in dit leven bedreven niet ten volle jj^geboet hebben. Onbeschrijfelijk is hun Won, ondenkbaar hun pjjn en smart, ze machteloos om zich te helpen. Hun too ^Joor verdiensten is voorbij. Wij alleen FEU1LLETOH. 30 (Vervolg.) hebben er meer gezegd. Later wordt doe .&aders,// meende Plassing. //Ge kunt echter ^atgewilt. Niemand dwingt u te spelen. Za&V eerst WRt toezien en weggaan als de fu verveelt.// &rtn e°r°e weitelde. Plassing nam hem in den sta» jÖ 'r°k hem nolens volens in den gereed wagen. V0n r} 18 het komische des levens,// sprak le,8 ."°hler. Oom Rothenegg zou spel en spe ech 1Ct naar de hel wenschen, zijn neef laat '°kk Cenig tegenstribbelen naar Mr. Holman ijv..811 en ik wil wedden dat hij vanavond g meedoet,/ 'ijk ^iuald lachte uit volle borst. Natuur- ®eor»°U- ^em ten zeerste verheugen, zoo breöj le'8 deed, dat hem in verlegenheid kon een 5en' "Zoo, lachte hij, //is die oude baas weini w,:zel? Dan zal het zijn deugdzaam harte Vervaft 8lree^en> 200 zÜn geacht neefje tot zonde een*1 *®0U(l®n Leeuw// werden zij door '•'-Villend groot, >ch O' erieens zeer ge- persoon naar een rjjk veihehte /aal ge- Hc"t. Ongeveer een dozijn heeren waren reeds -fr.. "Waarachtig// fluisterde Sir Reginald Bohler, //men zou roeden hier w do man zjjn, Israël schijnt met Mr. 1 w" «eer bevriend. Da zakken toe, "et hebben het in onze macht hun bijstand te verleenen, bet uur hunner bevrijding te verhaasten. Laat ons niet doof blijden voor hunne boeten, laat ons de talrijke middelen, die de Kerk in hare barmhartigheid ons aan de hand gedaan heeft, sebruiken om een einde te helpen maken aan hun ellende. «Ont ferm u mjjuer, gij ten minste mijne vrien den, want de hand des Heeren heeft mij getroffen.» Die barmhartig is, zal barm hartigheid verwerven, en eens zullen ook wij op de vruchten der gebeden en goede werken der levenden mogen vertrouwen om des te spoediger tot de glorie des Hemels te worden toegelaten. Ons wacht i nmers eene eeuwige vereeniging van Go Is strijdende, lijdende en zegevierende Kerk in eene eeuwigheid vau onbegi'ensd geluk. De eerste wisseling van gedachten tus schen Regeering en Kamer heeft thans plaats gehad. Het Voorloopig Verslag van de Tweede Kamer over het eerste hoofd stuk der Staatsbegrooting voor het volgend jaar heeft namelijk het licht gezien. Wel hebben reeds bij de behandeling van het Adres van Antwoord op de Troonrede enkele Kaïnerleden getracht de politiek der Regeering te bespreken, maar eerst nu kan gezegd worden, dat over de verschillende punten van het Regeeringsbeleid tusschen het Ministerie en de Kamer een geregelde, zij het ook nog slechts schriftelijke, ge- dachtenwisseling is gehouden. Wij gelooven niet dat de Regeering in dit Voorloopig Verslag veel aanleiding zal vinden om te verwachten, dat zij bij het uitvoeren van baar werkplan op eenkrach- tigen steun uit de Kamer kan rekenen. Om veel te kunnen uitrichten moet het Ministerie verzekerd wezen van eene meer derheid in de Volksvertegenwoordiging, die in hoofdtrekken bereid is haar mede werking te verleenen. Doch uit het ver slag der Kamer blijkt niets van zulk eene meerderheid. Integendeel vindt men er de meest tegenstrijdige beoordeelingen in vap de verschillende groepen Kamerleden om trent bet optreden, de samenstelling en de bedoelingen dezer Regeering. Vooral een zaak heeft rneu het nieuwe Ministerie ten kwade geduid, namelijk dat het uit heterogene elementen bestaat. Dit is iets dat niemand kan loochenen en in de gegeven omstandigheden weegt dit zeer zwaar. Tegenover mannen als Goe man Borgesius en Cort van der Linden, radicaal in merg en been, heeft wachtwoord voor hen die er iets in hebben In de eerste der twee kamers stond een rijk voorziene tafel, allerlei kostbare spijzen prijk ten tusschen veelbelovende flesschen- Gemakke lijke fauteuils, rondom kleine tafels geplaatst, noodigden de liefhebbers uit, zich gemakkelijk neer te vleien In de andere kamer een roulette tafel en verschillende grootere en kleinere ta feltjes met kaarten. //Hier is alle genot vereenigd.,, riep Plas sing in vervoering uit. Holman lachte vergenoegd. //Eerst het lichaam gestreeld, mijne heeren, dan den geest//. Blijk baar meende hij «een ui te hebben getapt/., want hij lachte overluid. De gasten gaven aan zijne uitnoodiging gevolg, de flesschen werden geledigd, de hoofden verhit. Opgewekt, ja uit gelaten waren de gasten toen zij naar de andere kamer zich met het spel gingen bezighouden. Holman stond erop, dat Scheidlin-Sanders de bank zou houden, hij zelf zou Maoao spelen, slechts eenige heeren bleven toeschouwers, de meesten echter speelden mee. In het begin was de inzet klein hoe later het werd, hoe grooter de inzet, de spelers schenen aan het geld geen waarde meer te hechten. George had zich eerst tevreden gesteld met toe te zien, totdat Plas sing verklaard had, //dat dit zoo niet ging,// en hem tot een partjj écarté had overgehaald Hem verveelden echt r soocdig de kleine in zetten van George en zeggende, dat dit met den besten wil niet te houden was, had hij de kaörten neergegooid en was aan de tafel van Mr. Holman gaan zitten. Aan de Roulette-tafel ging het eveneens zeer levendig toe, hooge in- in dit Kabinet zitting de heer De Beau fort, de vertegenwoordiger van de rech terflank der liberalen. Deze uitersten, waar- tusschen zich de meeningen van de heeren Pierson en Lely bewegen, zouden de Regeering stempelen tot een Kabinet van de liberale concentratie, indien het ge bleken was dat de liberalen van verschil lende nuances onder een hoed waren te vangen, doch juist het tegendeel is waar. De geavanceerden onder de liberalen staan bijna even principieel tegenover de gemach tigden, alsof zij twee immer van elkander gescheiden politieke partijen waren ge weest. Slechts onder een leuze zijn deze twee stroomingen te vereenigen. Het is die, welke de Minister Van Houten ver leden jaar in de Eerste Kamer aanhief tegen de protectie en tegen het clericalisme. Maar deze leuze, hoeveel profijt de libe ralen er ook bij de jongste stembus mede gehad hebben, kan geen dienst meer doeD, nu het geldt om de beginselen van regee ringsbeleid te ontvouwen. Nu springt het principieel verschil tusscheu de politieke gevoelens der onderscheiden leden van het Kabinet duidelijk aan den dag en blijkt het, dat de nieuwe Regeering geen aan spraak kan maken op een der noodzake lijkste eischen voor eene krachtige werk zaamheid homogeniteit. Dit gebrek is, blijkens het Voorloopig Verslag, in de Atdeelingen der Kamer uitvoerig besproken, en van verschillende kanten schijnt men over dit gemis aan homogeniteit lang niet gemakkelijk heen te stappen. Dit begrijpen wij zeer goed, want waar de leden der Regeering niet eensgezind denken over belangrijke za ken daiar is geen krachtig bestuur te wachten en kan gsen groote werkzaamheid worden ontwikkeld. Ondanks dus de leden der Regeering zich hoofd voor hoofd tot de aanhangers van het liberalisme rekenen, kan zij toch niet verwachten, dat zij voor al haar voorstellen in de Kamer van li beralen kant eensgezinde medewerking zal vinden. Uit dien hoofde zijn dan ook de plan-1 nen der Regeering, neergelegd in de jong ste Troonrede, zeer verschillend beoordeeld. Bij de algemeene verkiezingen in den af- geloopen zomer hebben alle staatkundige richtingen progra nma's ontworpen en ver dedigd, die hoofdzakelijk eene krachtige sociale actie van de toekomstige Kamer en Regeering beoogden. De politieke pro gramma's wedijverden met elkander in het aangeven van maatregelen op sociaal ge bied. Geen enkele richting onttrok zich zetten werden gewaagd en de jood-bankhouder maakte schitterende zaken. Sir Reginald, die geen oogenblik zijne koel bloedigheid had verloren, speelde zeer voor zichtig. Nadat hij eenige honderden guldens had verloren, won hij ze terug en nog iets meer, dan stond hij op, verklaarde voor vanavond genoeg te hebben en ging achter de tafel van Mr. Holman staan. George was daar gaan zitten. Holman had he ju van kleinere allengs tot groote inzetten overgehaald, reeds lang had hij zijn kalmte ver loren, zijne oogen schitterden, zijne wangen gloeiden, koortsachtig grepen zijne handen naar de kaarten. Eerst had hjj gewonnen nu ver loor hij altjjd meer. Een paar maal maakte hij aanstalten om op te staan. «Doe dat niet,// liep Plassing, welke bovendien nog al te dik wijls zijn glas vulde, //doe het niet Eortuna zal je wel eens gunstig worden, eerst moet ge haar geweld aandoen.// «Eaint heart never won fair lady een vreesachtig hart heeft nooit eene fiere vrouw overwonnen lachte Sir Reginald op zulk een spottenden toon, dat George zich inhouden moest om de kaarten niet in zjjn gezicht te slingeren. Plassiogs voorspelling scheen bewaar heid te worden, George won een paar malen, toen juist een kleine inzet op het spel stond; in zenuwachtige opgewondenheid waagde hij, evenals le andere spelers, stc ls meer, eindelijk deed Holman den grooten slag, allen hadden reeds en zeer hoog ingezet. Holman vroeg ver lof nog meer by ie pa*seu, de Amerikaan won, de rerliezen werden opgeteld, George verloor daaraan en ook de verschillende candida- ten voor de Kamer, voor zoover zij in het openbaar hun standpunt toelichtten, be oogden dat de nieuwe Kamer zich in de allereerste plaats zou moeten bezighouden met de sociale wetgeving. En wat blijkt nu uit het werkplan der Regeering? Dat zij twee zaken op den voorgrond plaatst, die altijd een geliefd stokpaardje der liberalen zijn geweest en waaromtrent de leden van het Kabinet wel homogeen zullen zijn, namelijk de in voering van den leerplicht en de afschaffing van de plaatsvervanging, maar dat de ver wachte maatregelen van socialen aard geheel achteraf zijn geplaatst en da/, nog slechts weinig omvatten. Dit zal men aan de Regeering niet licht vergeven en, al kunnen wij natuurlijk niet dweepen met hetgeen van liberalen kant wordt voorgesteld tot verbetering en uitbreiding onzer sociale wetgeving, het kan toch nog in veel geringer mate onze goedkeuring wegdragen, dat de Regeering er niet aan schijnt te denken om in den eersten tijd iets op dat terrein te verrich ten, terwijl zij bovendien twee zaken voor uitschuift, die steeds om zeer gegronde redenen van onze zijde zijn bestreden. Het door de Regeering ingenomen stand punt zal dan ook bjj slechts weinigen in de Kamer goedkeuring verwerven, en bet laat zich voorzien, dat de medewerking voor de invoering van den leerplicht en de afschaffing der plaatsvervanging gerin ger zal wezen dan de Regeering wel heeft gemeend- Dat de Regeering geen groote plannen op sociaal terrein koestert, big kt ook hieruit, dat op belastinggebied volkomen rust is aangekondigd. Wel wordt van versterking der geldmiddelen gesproken door het nemen van maatregelen tot verhoo ging der opbrengst van de invoerrechten, maar deze zouden ten eenenmale onvol doende wezen, indien de Regeering er aan gedacht bad om aan onze sociale wetgeving eene groote uitbreiding te schenken. Hier voor toch zou veel geld noodig zijn, veel meer dan de thans bestaande belasting heffingen opleveren. En daar nu door den Minister van Financiën geen voorstellen worden aangekondigd om te komen tot vermeerdering der Rijksinkomsten, volgt hieruit logisch, dat niet gedacht behoeft te worden aan voorstellen op sociaal gebied. Het spreekt van zelf, dat die leden der Kamer, welke in de allereerste plaats uit breiding der sociale wetgeving verlangen, in verband daarmede aan de Regeering inlichtingen hebben gevraagd omtrent haar 10.000 gulden. Hij was zeer bleek geworden. Het verlies zou en moest hij terugwinnen. Dan hoorde hij achter zich een stem fluisteren ,,Wat zal de oude pruik Rothenegg bulderen, als bjj dit hoort," en geheel ontnuchterd zag hij in den geest zijn oom met medelijdende doch strenge trekken voor zich staan, hij hoorde hem verhalen van het verleden, hjj zag zjjnen vader in een der kamers van het slot op een bed uitgestrekt, onteerd gedood door eigen hand en hij stond op, //Ik speel niet meer,// verklaarde bjj. //Ge zult revanche hebben, riep Holman. „Het geluk zal keeren,// dachten anderen. „Neen, ik heb genoeg gespeeld," zei George zeer beslist, en tot zich zeiven//ik roer nooit een kaart meer aan.// „Dan moet ge uwe schuld vereffenen," zeiden de kromneuzen. //Natuurlijk heb ik zooveel geld niet bij me, ik zal echter Mr. Holman een schuldbrief ge ven, binnen// hjj dacht na, over aeht dagen werd zijn oom terugverwacht „binnen tien dagen zal ik mjjn schuld aflossen//. De heeren zagen elkander aan. //Een van u moest hem het geld voorschieten,// fluisterde Sir Reginald tot een der natie, en in zjjn ver beelding zag hij zjjn mededinger in de klauwen der woekeraars. //Als ge morgen eens bij me kwaamt,// begon Wertheim. //Neen, toch niet,// zei George. //Mr. Holman zal mijnen schuldbrief aannemen en binnen tien dagen zjjn geld hebben.// //Dat kunt ge gerust aannemen,// fluisterde j financieele politiek. Met verwondering had den die leden dan ook vernomen, dat vol gens den Minister van Financiën, geen verhooging van directe belastingen meer in aanmerking kon komen. Zij verlangen, dat bij de heffing der belastingen het be ginsel der progressie meer dan thans wordt toegepast, dat verhooging der rechten van successie en van overgang het eerst in «anmerking komen en dat eene belasting van de goederen in de doode hand wordt geheven. Natuurlijk vinden wij het uitnemend, dat de Regeering hiertoe geen plannen heeft, maar wij halen deze meening slechts aan om te doen uitkomen, dat de voor uitstrevend0 richting, waaruit de Regeering beet te zijn geooren, volstrekt niet met sympathie haar werkplan begroet en dat dus de politieke vrienden van het Kabinet in moeielijke oogenblikken al zeer weinig steun zullen verleenen aan deze Regeering. 't Behoeft derhalve geen verwondering te wekken, dat het Voorloopig Verslag der Kamer een geest van onzekerheid, van zoeken en tasten ademt en in geen geval doet verwachten, dat eene krachtige sa menwerking van Regeering en Kamer tot heil van het vaderland zal ontstaan. Deze eerste wisseling van gedachten le vert dus geen vermoeden, dat eene vrucht bare periode op wetgevend gebied is aan gebroken. Men is zoo weinig tevreden met de plannen der Regeering, dat door vele leden het in de Troonrede aangekondigde slechts wordt beschouwd als het werkpro gramma voor een zittingjaar. Is dit niet het geval, dan achten wij bet geheel on volledig. Wij zijn zeer benieuwd, wat de Regee ring op de talrijke tot haar gerichte vra gen zal antwoorden, en hoe zij ie beperkt heid van haar werkplan zal verdedigen. Maar wg vreezen, dat zij door haar ge brek aan homogeniteit geen voldoende overeenstemming op verschillende punten zal kunnen krijgen en ten gevolge daarvan slechts oplossing zal zoeken voor die vraag stukken, waarover de verschillende nuances der liberale richting eenstemmig denken. Maar dan wordt de aard der algemeene verkiezingen van den afgeloopen zemer geheel miskend en zal van deze Regee ring gezegd moeten worden, dat zij met de aanvaarding harer taak slechts eene voortzetting van het liberaal régime heeft beoogd. Wij gelooven aan dit laatste niet meer te moeten twjjfelen, en spreken den wensch uit, dat de belangen des lands ermede mogen worden gediend. o Von Medingen tot Mr. Holman. //Zooals ge wilt,// sprak de Jood. Ik meen de u eenen dienst te bewijzen. Het ware ge makkelijk voor udrong hij verder. //Niemand behoeft «Zeer verplicht,// onderbrak George, wenkte Holman, trok zich met hem eenige oogenblik ken terug en plaatste zich achter de spelers, welke met Mr. Holman het spel opnieuw wa ren begonnen. Nu won degene, welke George's plaats had ingenomen. //Ziet ge wel,„ riep men hemtoe, de fortuin keert.// //Ik ware de meest verachtelijke schoft zoo ik m jj ten tweede male liet overhalen,,/ dacht George. //Neen, neen,// sprak hjj kalm maar beslist, //ik speel niet meer. Straks komt immers de trein, waarmede ik naar mijn garnizoen kan terugkeeren." Toen hjj, na zjjn kalmte en koelbloedigheid herkregen te hebben, achter de spelers stond, merkte hij op hoe Holman slechts bjj grooten inzet won, bjj kleinen niet. Hjj kon de gedachte niet van zich afweren, dat hier ongeoorloofde han delingen plaats vonden, schoon hjj niet begreep op welke wjjze. Al die Wertheims, die Hes- sings, die Wintersteins begrepen elkander zoo goed zouden zjj elkander niet beter kennen dan ze voorgaven, zorgden de synagoge-typen niet al te zeer voor elkanders belang Beston den er misschien wenken ot afspraken, waaraan zjjne kameraden zoowel als hjj ten otter vielen? Bjj ging naar de Houiette-tafèJ, waar San ders werkte. Ook daar waren het de officieren

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1897 | | pagina 1