E i'QagBlaó voor cfiooró*on In de Herfstdagen. Locaalspoorweg No 2844 Zaterdag 27 November 1897. 22ste Jaargang. 77. feuilleton. Een onecht Testament. Amsterdam—Haarlem. ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden toot Haarlem 1,10 Voor de overige in plaatsen in Nederland fr. p. p. c 1,40 Voor het buitenland2,80 Afzonderlijke nummers0.03 Dit blad verschjjnt dagelijks, behalve Zon- en Feestdagen. BUBEAÏÏ: St. Janstraat Haarlem. PRIJS DER ADVERTENTIEN. Van 16 regels50 Cent Elke regel meer AÖITE MA NON AGITATE. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant. Redacteur-Uitgever, W. KüPPERS. Er is in den Herfst iets weemoedigs en iets schoons tegelijk. De natuur in den Herfst is geheel an ders dan in de Lente. Er ligt een waas van ernst, bijna zou men zeggen van wee moed, over alles, en gelijk een mensch, die ia den heerlijk vollen zomertijd of in de vriendelijke lentedagen naar buiten schouwt, als van zelf er door wordt opgewekt, ge bracht in eene stemming van levenslust, zoo kan men in de dagen van den Herfst zijn °ogen niet buiten doen dwalen, of zjjn stemming wordt er ernstig door. Want wat de mensch daar buiten ziet, en wat de na tuur hem te aanschouwen geeft, dat stemt hem tot ernstig nadenkeD. Het is de tijd niet meer der bloemen, en deze of gene bloem, die in den Herfst ontluikt, mist dat opgewekte, dat blijde van den bloemenschat des zomers. Het is de tfld niet meer van warmen zonnegloed, van koesterende zonnewarmte en als het zon licht helder straalt, dan wordt toch ge mist die vriendelijke gloed. O, het is alles anders dan het was in blijde zomerdagen. Want toen sorak het al van leven en van bloeien en van ontwikkelen, en nu klinkt er een gansch ander lied, dan dat van levenslust, nu zingt de natuur ernstig en Vveemoedig van vergankelijkheid. Dat is het Wat ons nu treft. Die gele bladeren, die ritselend vallen en den grond bedekken, van wat voorbijgaat spreken zij ons en van bloei, die maar voor eene wijle is. Het kan wel mooi zijn, als in den Herfst de zon het bosch bestraalt, de boomen ge tint zijn in allerlei kleuren, maar die kleuren fluisteren van wat was en niet meer is. En als nu straks de najaarsbuien komen, ®ls de windvlagen met ruw geweld zullen 'ukken aan de boomen en wegnemen wat er nog was gebleven, als nu straks de boomen Sullen staan met naakte, dorre takken, en de dagen zijn gekomen van sneeuw en v°r8t, dan heeft de natuur voor ons haar Vervolg "Sommigen denken, wilde Sparks voort vertel en maar hjj hield op ik zal u wat zeggen, grootmoedertje als ge op die manier voortgaat *ïj te stompen, dan kunt ge de huifkar zelf besturen; wat kan ik er aan doen, dat de men- 'nben praten Ik ben zeker dat ik nog nooit *waad van sir Yalany gesproken heb. "Qjj weet, mjjnheer dat als iemand zich zon derling aanstelt, hij aanleiding tot praatjes geeft; en er zijn er velen die zeggen «John Sparks,// riep zjjne grootmoeder hem |°e,/z^jt ge zinneloos om zoo over sir alany te spreken, en dat wel over den eigen broeder den squire P// En tegelijkertijd wierp zij ®en blik op de meid van de //Plaats// als om e waarschuwing kracht b\j te zetten. "Ik heb volstrekt geene bedoeling den squire beleedigen,// mompelde bij, //hij is een edel- ^.*n, dat ljjdt geen twjjfel, en er is niemand in tijne omgeving, die het niet tot zjjn voordeel UKdervindt, is 'tniet zoo, mejuffrouw?// De leö6tmeid verwaardigde zich slechts tot ant woord even te glimlachen. //Er is niemand op bbimble-Hall, die er uitziet alsof hij zijn ontbjjt b°et met varkenskost, niet waar, mejuffrouw?// °k weet ik, dat de squire zijn kamerd'enaar ?n zijn bottelier en al het andere heeft zooals "et behoort, is het niet de waarheid,mejuffrouw? daarenboven heeft hjj geen rentmeester Brood rouwgewaad aangetrokken, dan staat zij voor ons in het somber gewaad der bedroef de. En dat stemt or.s weemoedig. Weet men wel hoe dat komt? Omdat de natuur zoo duidelijk en zoo onomwon den ons iets predikt, waarnaar wij liefst niet luisteren, dat wij bij voorkeur niet hooren, terwijl wij er ons ten slotte toch niet aan onttrekken kunnen, het is de prediking der vergankelijkheid. Dat al het schoone moet vergaan, dat bloemen zullen verwelken en afvallen, dat wat is, slechts voor eene wijle en straks weer is verdwenen, dat alles geeft ons de Herfst te aanschouwen. Zoo is het met iedere aardsehe vreugd, die in ons leven lacht, zoo met de schoon heid en tie jeugd, met rijkdom, eer en macht. Als een onweerstaanbare macht gaat ver nielend de wreede tjjd door het leven en rooft, wat ons onmisbaar scheen. Wat vast schijnt te staan, het moet verdwijnen. On derworpen is het ook aan de wet der ver gankelijkheid. Alles wat bloeit in ons leven en er de vreugde van maakt, het is maar voor een wijle, het zal vergaan. En alle dingen der aarde, waarin wij ons verheugen, zullen verdwijnen. Er is niets, wat blijft. Het aanschijn van deD Herfst stemt ons tot ernst en wekt op tot arbeiden aan iets, dat niet vergaat, want vergankelijk zijn alleen de dingen die worden gezien, maar er zijn geestelijke goederen, die niet ver gaan, en daaraan valt te arbeiden. Het is meer waard braaf te zijn dan rijk. Het is meer waard zegen te verspreiden dan geld op te stapelen en het is beter door liefde zich te geven, dan door zelf zucht eigenbelang te dienen. De prediking van den Herfst met zijn lied van vergankelijkheid, moet ons niet somber stemmen. Het leert ons te berus ten in de tekortkomingen der menschen, het leert ons het hart te verheffen naar het onzichtbare, het leert ons streven naar datgene wat niet aan de wet van het ver gaan is onderworpen. worth om de boeren uit te zuigen en de pacht in zijn zak te steken, zeide Sparks, die nu op deze slinksche wijze lucht had gegeven aan het geen zijne grootmoeder te vergeefs getracht had hem te doen inhouden.// „Bloodworthzeide de vreemdeling, //wat een onaangename naam.// //Hij, die hem draagt is nog veel onaangena mer, dit, ik ben er zeker van, zult gjj mij wel willen toestemmen, grootmoeder wel, wij hadden zoo'n mooi stukje land, als men maar verlangen kon, behoorende tot de Dew, mjjn- heer; en heeft die man er ons niet uitgezet, juist omdat //Denk er niet meer aan,// zeide Biddy, ver geten en vergeren.// wHoe kan ik het vergeten, daar ik het land iederen keer voorbij moet, als ik naar de Dew ga en wat het vergeven betreft, hij heeft er mjj nooit om gevraagd. Welnu mijnheer,// wendde hij zich weder tot den vreemdeling, indien het niet geweest ware, dat de squire God schenke hem een lang leven medelijden met ons gehad, en mij deze huifkar, en grootje de hut en den tuin, waarin wjj wonen, gegeven had, had zij naar het werkhuis kunnen gaan wij konden geen duim breed land bekomen, eu onze inboedel werd tot spotprjjs verkocht, zoo dat wjj nauwelijks genoeg overhielden om onze pacht en de weinige schulden die wij hadden te betalen." //Heeft dan de rentmeester het volle beheer der goederen? Ik meen, bemoeit sir Valany er zich in het geheel niet mede?" "Duid het mjj niet ten kwade, mijnheer, dat Zoo'n levensdoel zal in de Herfstpredi- king een winst van levensrust brengen. Zooals reeds gemeld is, heeft de Regee ring voor den aanleg en de exploitatie van een locaalspoorweg van Amsterdam over Sloten naar Haarlem concessie verleend aan den heer T.Sanders. Deze heeft de con cessie op 16 November jl. aanvaard. Volgens de voorwaarden wordt de con cessie definitief aanvaard door het storten van een waarborgkapitaal, dat binnen 3 maan den na het verleenen moet worden gestort en f 35.000 bedraagt. De coucessie moet worden overgedragen aan een naamlooze vennootschap, in Nederland gevestigd en door Nederlanders bestuurd eu wier statu ten door den Minister van Waterstaat moe ten worden goedgekeurd. Het vervoer moet door middel van stoom- kiacht of electriciteit plaats hebben. De onteigening moet zoo geschieden, dat om bouw in een hoofdspoorweg mogelijk is, welken ombouw de Minister kau bevelen zoodra hij het rijden met grootere snelheid in het algemeen belang noodig acht. Over den Schinkel, de Ringvaart van den Haarlemmermeer en over het Spaarne wor den hooge draaibruggen gebouwd. De spoorweg moet voltooid worden en in exploitatie gebracht zijn binnen 3 jaren nadat de concessie definitief is geworden. De Staat kan dien spoorweg ten allen tijde naasten, volgens de bepalingen in de con cessie uitvoerig omschreven. De concessionaris verbindt zich voorts aansluitende tramwegen aan te leggen en te exploiteerendoor den Haarlemmermeer polder langs Hoofddorp of Venneperdorp naar Den Haag of Sassenheim, en van Hoofd dorp over Aalsmeer naar Nieuwerslui", en een verbinding voor doorgaand vervoer van goederen van eerstgenoemden tramweg met den Hollandschen Spoorweg, alle op nor male spoorwijdte. Binnen 3 ja^en zal de Minister aan den concessionaris mededee- len, of en in hoeverre aan deze verpach tingen moet worden gevolg gegeven. De concessionaris is daartoe eerst verplicht, wanneer 2/g der aanlegkosten door subsi- diën of reatelooze voorschotten door rijk, ik zoo vrij ben," zeide Biddy//maar het past John niet zich zoo vrij over sir Valany uit te laten. Geringe menschen zoo als wij, moeten zich niet met da hongeie standen bemoeien en daarbij in de huifkar," fluisterde, zij Sparks nogmaals in het oor. De voerman floot, legde de zweep over het paard, en er weid een weinig meer gesproken op de voorbank der kar, tot dat zich een fraai bronzen hek vertoonde, dat tot eene breede laan to'gaag verleende. "Brimble Hall, mijnheer,// zeide Sparks: //nu mejuffrouw verkiest ge hier af te stjjgem, of de //Plaats" om te rijden?" Mejuffrouw wilde omrijden, want er was zelfs "geen Robinson" om haar te helpeu, en zij ver koos liever aan de keuken af te stappen, dan den viseh te dragen. Nu gaf Sparks, al zijn welsprekendheid ten beste om de schoonheid der „Plaats// en de goedheid van Squire Brimble te verheffen, die, zo/als hij zeide, het ware mo lel van een edel man was voor zulk een landheer zulk een heer, was er niemand in den ganschen om trek, hetzij man of vrouw, die niet door het vuur zoude loopen. De andere passagiers, die voornamelijk te Stoney-Gates en de omstreken woonden, verlieten nu den wagen,en de vreemdeling envraejuffrouw// met Sparks en zijne grootmoeder bleven alleen. Met trotsch wees Sparks de stallen aan den vreemdeling, terwijl hij hem verzekerde dat de Squire de rechte mau voor een paard was. //Het is wel de moeite waard, om vroeg op te staan, om hem op de jacht te zien gaan. Het is even zoo fraai, als het opgaan der zon,// provinciën^gemeeuten en andere belangheb benden beschikbaar worden gesteld. De concessie bevat voorts eenige bepa lingen over diensttijd, verzekering tegen ongelukken en p nsioenverzekering. Die be- pëlingen zijn in hootdzaak: Diensttijd. Behoudens ontheffing vanwege den Minister verleend, moet de diensttijd zóó worden geregeld dat a. ge n diensttijd van langeren duur zy dan li uren b. op i en diensttijd van 14 uren sleehts één diensttijd van gelijken duur volge c. in zes achtereenvolgende diensttijden een diensttijd valle van ten hoogste 7 uren d. tusscheu twee op elkaar volgende dienst tijden een rusttijd worde gelaten van ten minste 7 uren e. het maximum diensturen per week v^p 7 dagen gesteld worde op 80 uren f.aan ieder beambte of werkman in ieder vie rendeel jaars ten minste zes geheel dienstvrjje etmalen verzekerd worden, waarvan er ten minste drie op een Zondag of algemeen erkenden Chris- telijken feestdag moeten vallen, welko dagen, voor degenen die niet bekooren tot een kerk genootschap dat den rustdag op Zondag viert, door andere dagen kunnen worden vervangen. Vertekering tegen ongelukken. De concessionaris is gehouden al de onderhazen, opzichiers, werk lieden, enz. (niemand uitgezonderd), welke by werken van aanleg of onderhoud van den spoor weg, hetzij middellijk of onmiddellijk in zjjnen dienst zjjn, zoomede zijn personeel, dat aan den dienst der lijn is verbonden, tegen ongelukken te verzekeren of te doen verzekeren. Dc verzekering geschiedt voor den geheelen duur der werkzaamheden in dienst van den con cessionaris. volgens de door den Minister vast gestelde voorschriften omtreut de verzekering tegen ougelukken van werklieden, in dienst by aannemers van werken onder beheer van het Departement. In de best. kken of overeenkomsten voor de uitvoering van werken ten hehoeve van den con cessionaris moeien dienaangaande de bepalingen worden opgenomen voor werken onder beheer van het D partement. Geschiedt de verzekering door den conces sionaris, zoo is hij gehouden daarvan, zoowel als van het nakomen der aaDgegane verplich tingen door hem en de verzekeringsmaatschappij, ten genoegen van den Minister te doen bfijken. Pensioenver zekering. De concessionaris is ver plicht ten behoeve van zijn vaste personeel eene pensioenregeling te treffen, waarop de goed keuring van den Minister moet zjjn verkregen anders is de Minister bevoegd die regeling zelfstandig vast te stellen, volgens de wet van 9 Mei 1890 Staatsblad No. 78.) (II.) was het eind zijner rede, terwijl hij langs de achtergebouwen reed en zijn rijtuig voor de keukendeur deed stilstaan. Hier kwam hem de keukenmeid te geuaoetEen schoone tijd om aan te komen, John Sparks!" riep zij uit "waar is de viseh Ik dacht dat er een onge luk gebeurd was.// //Waarom zijt gij niet met den eersten wagen gekomen?" schreeuwde zij de meid te gemoet, die nu afgestegen was „zoo druk hadt gij het niet, dan dat ge dat niet hadt gekunnen eu mevrouw heeft zich ook al verwonderd over uw lang uitblijven, want de jonge dames wachten op hare doozen, en rk weet waarljjk nret wat de Squire wel zal zeggen, dat hij al dien tyd op zijn middagmaal heeft moeten wachten.// //'i Is een waar prachtstuk," zeide de dienst maagd, terwijl zij den hoed aan de vertoornde keukenmeid overhandigde, //ik heb er nog op moeten wachten, tot dat h(j klaar was.// //Ach,// zeide zij op een toon die aanmerke lijk zaehter was geworden, //die winkeliers zjjn zoo lastigik heb het door Philip ook nog aan mevrouw laten zeggen, dat gg zeker ergens door opgehouden werdt,// en terwijl zij eene werkster riep om den viseh te halen, ging zjj heen met den hoed, die zulk eene gelukkige verandering in hare gemoedsgesteldheid had te weeg gebracht. Niemand sloeg acht op den vreemdeling, die intusschen van dat alles een bedaard toeschouwer en hoorder was geweest, en die de kar slechts verliet in de nederige woning van Biddy Sparks. (Wordt vervolgd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1897 | | pagina 1