r BINNENLAND. f Zwitserland. Engeland. GEMENGDE BERICHTEND Hjj maakte het landgoed te gelde, en trok, zonder raste verblijfplaats van land tot land, zco als zjjne neiging hem ingaf.,/ Ongelukken. Branden. t «Aan den tocht van den doorluehtigen Prins naar het verre Oosten, tot bescher ming des Kruises, wijdt de innigste zegen- wenschen Kardinaal Cop p.» De Aartsbisschop seinde: «Op het oogen- blik, waarop Uw Majesteit op het punt staat, den eenigen broeder vaarwel te zeg gen, gevoel ik mij gedrongen tot de ver zekering, dat mijn gebeden den vorste- lijken zeevaarder vergezellen, opdat het Christelijke Kruis in het verre Oosten bescherming en steun moge vinden. De Zwitsersche Bonds - Vergadering heeft gisteren tot Voorzitter van het Eed genootschap voor het volgende jaar ver kozen het Bondsraadslid Bufiy, uit Waadtland, die tot nu toe Vice-President was, met 133 van de 150 stemmen. Hij koos het Departement van Buitenlandsche Zaken. Tot nu toe was hij met Binnen- landsche belast. Tot Vice-President is benoemd het Bonds raadslid E. Muller, Bern, die het Depar tement van Oorlog, dat hjj waarnam, be houdt. Met de toespraken van den Duitschen Kei zer en diens broeder prins Heinrich ver bazen en vermaken zich de Londensche bla den niet weinig. De limes zegt in een hoofd artikel, dat de toespraak van den Keizer wel leek op de woorden van een Filips van Spanje tot uitgeleide van een Armada, in plaats van bij een hoogst alledaagschen tocht van zijn broeder door het Suezkanaal naar China om daar dingen te doen, die honderdmaal zonder ophef door Engelsche officieren zijn gedaan. De Times vindt, dat de Keizer allerongeluk kigst gesproken heeft, en het antwoord van prins Heinrich met zijn schier Byzantijn- sche zelfvernedering eenig in de jaarboeken van het moderne Europa. Een Russisch journalist, de heer B o e r t- s e f, redacteur van een Russisch Weekblad, en in de Russische kolonie te Londen welbe kend, is aldaar gearresteerd. Hp wordt ver dacht verschillende personen te hebben aan gespoord om den Czaar te vermoorden. Naar wij vernemen, zijn de pogingen in het werk gesteld om den Minister van Marine voor dit Ministerie te "behou den, vruchteloos gebleven en moet de heer Jansen, na het votum der Kamer, besloten hebben zijn ontslag bij de Kroon in te dienen. Eene dubbeltjes-quaestie. De Minister van marine, de heer J. C. Jansen is niet ge lukkig geweest met zijn voorstel tot aansehaf- fing van een tierde pantserschip, type Kor te n e r. En daar dikwijls een ongelukje voor den een, een gelukje voor den anderen is, kan ook hier de heer Goekoop zich felici- teeren met de aanneming van zjjn voorstel. Dat het er gespannen heeft is duidelijk uit de stemming. Met eene meerderheid van slechts vjjf stemmen werd de bouw van het nieuwe oorlogsschip voorloopig onmogelijk gemaakt. Dat is een verklaard schee voor den Minister en bij onze Eransche buren zou een dergelijk voor val de onmiddellijke aanleiding zijn tot het neerleggen der portefeuille. In ons kalme Ne derland evenwel zal het vermoedelijk zoo hoog niet worden opgenomen.'Althans er'zijn reden genoeg te veronderstellen, dat de heer J. C. Jansen voorloopig nog wel den ministeriee- len zetel zal blijven innemen. De positie van het ministerie is er intusschen niet hechter op geworden en zonder pessimist te zijn, kunnen wij toch veilig aannemen, dat ook deze Regee- ring hare zwakke zijde heeft en haar aanblij ven tot over vier jaar misschien tot de „pia vota" zal behooren. Intusschen is het een teeken des tjjds dat zulk een groot deel onzer volksafgevaardigden eene dergelijke uitgave voor het oogenblik on- noodig en verkwistend achten en God geve, dat Duitschland's voorbeeld in dezen niet ge volgd worden, al is het dan ook vrijwel on zeker of de JSijksdag onzer Oostelijke naburen het aanhangige voorstel tot vermeerdering der marineschepen zal aannemen. Het is hier niet de plaats onze persoonlijke gevoelens over de noodzakelijkheid eener uit gebreide marine in Nederland te luchten, toch kunnen wjj moeilijk de vreugde ontveinzen, die ons bij het ontvangen der échectijding heeft bevangen. Mocht men toch overal en algemeen begrijpen, dat met die millioenenverslindende bedaard te honden, roer dit dan niet aan, neen, spreek er mij niet over,'/ terwijl bij des dokters hand terugstootte, „noem den naam van dien kerel niet meer dan noodig is.// //Neen. Mijn vader verliet zijne geboorte plaats terwijl de vloek eens vaders in mijne ooren weergalmde. „Bedroevend, bedroevend//, zeide de Squire. „Gij weet, dat mijne moeder" ging Eustace voort, //mijne geboorte slechts weinige oogen- blikken overleefde." „Arme, arme vrouw zuchtte de Squire. „Te dier tijd schreef mijn vader, zooals hij mij naderhand verhaald heeft, diep ter neder gedrukt door zijne smart, aan sir Eustace en smeekte hem om eene verzoening en herroeping van zijn vloek." „Ik sta er u borg voor, dat mijn vader dien brief nimmer ontvangen heeft. Ik weet dat hij een hardvochtig man was, maar dat had hij niet kunnen weerstaan.// //Er kwam een antwoord op, door Bloot- worth geschreven, die zich bitter beklaagde dat hij de overbrenger moest zijn van zulk een onaangename boodschap. Het kwam namelijk L\orop neder air Eustace wilde hem wel ver- grfteniB scheuken en weder aannemen, maar onder "voorwaarde dat aic\\ dadelijk weder in den echt zoude hegeven, volgens de keuze Zijns vaders, en behelsde verder zulke hatelijke bewoordingen, zoo ontbloot van alle natuurlijk gevoel, zoo beleedigend voor de nagedachtenis mijner moeder, en wierp zulk een onwaardiger, schijn op de beweegredenen mijns vaders om den eersten stap tot verzoening te doen, dat dsar- rage van uitbreiden en versterken, niets, hoe genaamd niets wordt gewonnen. De hartver scheurende wjjrc, waarop sommige plattelands ontvangers de ellende beschrijven van hun con- tribuabclen, doet ons het in de Kamer voor gevallene luide toejuichen. De belastingen zijn tot in 't onzinnig-hooge opgedreven en hoogst bedenkelijke verschijnselen doen zich reeds voor, wijzen wij slechts op Zalt-Bommel waar een deurwaarder zwaar werd gewoDd terwijl ons niets de zoo verlangde zekerheid geeft, dat ze haar limiet hebben bereikt. Waar moet het blijven, indien ons kleine Vaderland, aangestoken door de uitbreidings koorts der Groote Mogendheden, de dikwijls zuur verdiende penningen zijner onderdanen zal werpen in den gapenden muil van God Mars. God Mars, die, mocht hij ooit zijne //blide incomste// vieren in dit land misschien met één forschen hap heel onze linie met wat daar achter is, tot de schutters incluis, zou doen neerdalen in zjju grage maag. Be strijd over A-. C. Wertheim. Het is nu toch bepaald jammer dat er een strijd is ont staan tusschen het Handelsblad en de Maas bode over den overleden heer W e r t h e i m. De doode was een barmhartig man, hij bracht de barmhartigheid ten volle in praktijk. Wat wil men meer Aan wie nu de schuld van al het lawaai Het Handelsblad verheft hemelhoog de daden van den heer Wertheim en de Maasbode wil hooger geplaatst zien Jhr. VanNispen tot Sevenaer, beiden philantropen maar hemelsbreed verschillend in levenswijs, opvat ting der dingen en doen. Om den gestorven Wertheim te ver heerlijken vormen zich Commissies en het,libe rale blad der Hoofdstad roert de groote trom. Voor den gestorven Van Nispen is alles rustig eu daarom toch is het de Maasbode in gemoede gezegd niet kwalijk te nemen als het blad er pleizier in heeft, eene vergelij king te maken van het doen en laten der twee gestorven philantropen. Dat de wind nu waait uit Rotterdam en windstilte heerscht in Am sterdam,och, daar zullen wel redenen toe bestaan. In elk geval mag over de twee groote Amster- damsche burgers, die zijn heengegaan, gepraat worden. De Maasbode werpt de beschuldiging van gelasterd te hebben en de dingen met open lijk te durven zeggen van zich af. Het Handelsblad moest zijn lezers, zegt de Maasbode, liever ons heele stukje te lezen ge ven, dan. een paar regels hier en daar er uit. En juist die waar alles op neerkomt, waar sprake iB van humanisme, daar citeert het Handelsblad de Maasbode niet. Begrijpt men nu, dat hier inderdaad de oorzaak is van de woede van het Handelsblad? We hebben, zegt de Maasbode verder, de philantropen op de teer en gettapt, en ze zijn boos geworden. Al zet het Handelsblad Wert heim in goud, het kan nooit iets meer van hem maken dan een philantroop, die ja den menschen wat geld gat uit zijn overvloed, maar het hun des ochtends om 9 uur aan zjjn kan toor liet komen halen, terwijl de Christelijke liefde de armen opzoekt en hun, bij de stof felijke gave, troost en opbeuring en vaak zede lijke en godsdienstige verbetering schenkt. Maar mocht het Handelsblad aan een gou den standbeeld denken, laat het dan oppas sen, want op denzelfdeD dag, waarop het beeld onthuld werd, zou men allicht de rede publi- oeeren, door W ertheim uitgesproken den 12 Juni 1893 in de //plechtige" vergadering der Alliance Israelite. Dit dreigement van de Maasbode is wel wat scherp. Wij zouden onzen Rotterdamschen Col lega willen zeggenwat kan het u schelen al geven ze den heer W ertheim twee gouden standbeelden te Amsterdam. Onze philantroop Jhr. VanNispen totSevenaerhechtte immers niet aan goud en wereldsche grootheid. Hij was tevreden in zijn nederig kamertje en gaf alles, ja zjjn geheele persoonlijkheid, aan zijn jeugdige gezellen. Zijn monument, het huis der St. Josephs- Gezellen- Vereeniging, staat aan de Stadhouderskade te Amsterdam, glorievol ler dan gouden standbeelden kunnen prijken op de pleinen der hoofdstad. Purmerend, 17 December. Gisteren is alhier overleden een algemeen geacht ingezetene, de heer H.C. P. van der Lee, die gedurende 41 jaren de genees- en heelkundige practijk uit oefende in deze gemeente. Monnikendam, 17 December. De Raad dezer gemeente heeft besloten de tractementen van Burgemeester en Secretaris ieder met f 200 te verhoogen. 's Gravenhage, 17 December. H. M. de Koningin-Regentes heeft aan den luitenant-ge neraal Kool, chef van den generalen staf, opgedragen om gedurende den winter voor H. M. de Koningin eene reeks van voordrachten te houden over de organisatie en administratie van het leger en over het gebruik van het le ger in tijd van vrede en in tijd van oorlog. Haarlemmermeer, 17 December. Het polder bestuur in deze gemeente zal zoo spoedig mo gelijk een belangrijk werk uitvoeren. Van den Vjjfhuizerweg tot den Lisserweg te Haarlem mermeer, een afstand van 12.000 M., wordt de hoofdvaart minstens 40 cM. verdiept. Een belangrijke uitkomst voor de scheepvaart, door den weinigen diepgaDg der hoofdvaart die tbans groote moeilijkheid ondervindt. Oosthuizen, (N.-H.), 17 December. De heer Sanders wil nu ook eene tramlijn aanleggen van Purmerend, langs den Beem- sterdijk naar hier, en verder over den Ouden dijk en Beets naar Avenhora enz. Mr. P. J. Troelstra in de Kamer. Over het optreden van mr. P.J. Troelstra in de Tweede Kamer is al veel geschreven. Toch mag nog wel vermeld, wat de Oeld. daarover ten beste geeft. Ziehier eenige zin sneden uit het hoofdartikel in het jongste nummer van dit blad //Tenzij het woord te mooi klinke, kennen wij onder de drie socialisten, die onze Tweede Kamer heeft aangewonnen, geen aangenamer verschijning dan mr. PieterJ ellesTroel- s t r a. Ziedaar een deftige, hoffahige vierde stan der, een geganteerde, gecoiffeerde, ged s- tingeerde achterbuurter. Hjj herinnert zoowel aan Louis XIV als aan B e 11 a m y 's toe komst staatsman. I Zoo iemand een socialist, men gelooft het niet als men hem ziet en hoort, en toch is het hem ernst met zijn socialisme. Deze mees ter in de rechten, advocaat en procureur, hoofd redacteur van een politiek blad, lector, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal wil zich voordoen alsof hij zijne dagen heeft door gebracht in eene der achterbuurten van eene van Eriesland's arme steden. Dit gelukt hem natuurlijk nietwant hij is geen acteur, de dramatische kunst is hem vreemd. Wjj voor ons, die hem nu ook in ds Kamer hebben gehoord telkens zjjne hoofsche excuses aanbiedende, als hjj zicb eens vergaloppeerd had en zelfs de woorden zjjns tegenstanders heel deemoedig herhaalde als iemand, die plot seling maar helder is overtuigd geworden van zijn ongelijk, gelooven dat het socialisme van Pieter Jelles Troelstra is een gril, een vaag der jeugd en onmogelijk kunnen wjj ons hem voorstellen, altoos maar door socialist blijvende tot op den ouden dag, als een on danks de grijze haren nog impetueus figuur gelijk de oude Saks, door Web er ons heeft geschetst Welch glühe Kohlen Fuik, ïm alten Kopf Dir brennen Schnee auf einem Eeuerberge 1st dein Silberhaar zu nennen. Wij zullen geenszins verwonderd staan als wij den heer Troelstra, nog eens zien ein digen als conservatief lid van den Raad van State. Dit wil niet zeggen dat wij zij a huidig so cialisme niet als ernstig beschouwen, maar hjj zal er zich op den duur niet aan kunnen wen nen, niet in kunnen schikken, bij is geen so cialist van beroep, hij is dilettant, en een dilettant van zoo veelzijdige ontwikkeling dat wel andere Muzen hem later wenken zullen dan de roode. Hoe zou het ook anders Mr. Troelstra, een pleegkind onzer hoogescholen, is zelf ge bakerd bjj het vuur, door den Staat op kosten van allen ontstoken, gelaafd met de dranken, die betaald worden uit het geld der belasting schuldigen, gevoedsterd met de intellectueele spijzen, tot welker aanschaffing ook het geld van den werkman, aan jeneveraccijns besteed en aan hondenbelasting, wordt gebruikt. Hij heeft onwillekeurig het zjjne genoten van die groote Staatsbedeeling vooral in het hooge Noorden verstrekt aan lieden van allerlei stand, mede genoten allicht van het fooienstelsel, voor Friesland inzonderheid door den heer Tak van Poortvliet ingevoerd. Hoe joeg deze Bergumer Qujjote met zijn onbeholpen speer achter de merinos schapen van het Zuiden en hoe leeljjk viel hjj telkens op zjjn neus In het Noorden had hij moeten rondzien, in het hem bekende Noorden, met zjjn officieele bedeeliog ook aan lieden uit den hoogsten stand, met zjjn ook aan advocaten en procu reurs en lectoren uitgereikte fooien, met zjjn naar het Zuiden afzakkende tafelschuimers, die daar nog de ambten gaan betwisten aan hen, die boven den Moerdjjk nooit benoemd kunnen worden. Als mr. Pieter Jelles Troelstra, die alle deze dingen in het Zuiden niet kan vinden, maar eens rondtrekt door zjjn Noorden, dan zal hjj er bij elke schrede over struikeleu En dan moet hjj wel in eene opdamping van socialistische geestdrift plechtig gaan verbran den al die Noordsche afgoden, die hij vroeger heeft geadoreerd. Wjj spitsen ons nog op zulk een tooneeltje. door iedere gedachte om hierop te antwoorden verre van hem verwijderd werd. In dezen brief bevestigde Blootworth ook, wat hij dikwjjls in zijne vorige brieven had te kennen gegeven, dat zijne broeders er toe bijgedragen hadden om het gemoed van Sir Eustace tegen hem te verbitteren." //Och, mjjn waarde heer,// zeide de dokter, en legde zijne hand op mr. Brimble, //waartoe dient het u zoo op te winden Wat ik u bid den mag wees bedaard.// De Squire ging weder stilzwjjgend achter over in zijnen stoe1 liggen. //Ik moet u zeggen, waarde oom, dat mijn vader het van u niet geloofde gij waart toen omstreeks zeventien of achttien jaren oud en het kon niet bij hem opkomen dat het eigen belang uw hart zoo zeer zoude veranderd hebben, zoo vol genegenheid voor hem, toen hij u in den bloei der jeugd verliet. Maar hjj'besloot, u uitgezonderd, geheel Engeland te vergeten en zich geheel aan mjj toe te wijden, liet kleine vermogen mjjner moeder, en een landgoed in welks bezit hjj kwam, zoodra hjj meerderjarig was //Ja, Itterdale,// viel de Squire hem in de rede. «Hetwelk hem door den ouden JaBper Honey- man, den een of anderen neef in den vijftigaten graai mijner moeder werd nagelaten dit een en ander stelde liem in staat om onbekrompen, al was het dan ook niet in overvloed, te leven. //En ik heb nooit kunnen begrijpen, waarom hjj niet aan mij schreefriep de Squire uit, //voornamelijk daar wjj tooh in hetzelfde geval verkeerden hjj huwde uit liefde een m< isje van hooge geboorte, en ik, uit iets van dien een meisje van niet bijzonder hooge//geboorte,» daarbjj zag hij onwillekeurig naar de deur, //maar van bjjzonder veel fortuin, zoodat beiden onder denzelfden banvloek kwamen, hjj wist zulks, en tot heden toe is het mij niet duide- Ijjk waarom hij tegenover mjj het stilzwijgen bewaarde.// „Ik ben bevreesd u de reden mede te deelen,// zei Eustace. „Ga voort,zeide de Squire terwjjl hjj zijne vuist balde eu van verontwaardiging gloeide. //Ja, hjj werd geheel en al door dien man bedrogen, die aan hem schreef en hem bezwoer geduld te hebben, hem smeekte al zijne hande lingen aan hem mede te deelen, het gedrag zijner onnatuurlijke bloedverwanten diep betreurde en beloofde „Eindelijk kwam het bericht van Sir Eusta ce's dood en van zjjn testament, waarbjj gjj en mijn vader onterfd werden, en Parker's Dew, met al de andere bezittingen aan Sir Valany werden vermaakt./, „En, zeide de Squire, terwjjl hij zich driftig oprichtte«ik heb nooit vertrouwen gehad m dat testament. Ik heb mijn vader niet lang gehoe?cu Bld4r°Riifeïproken i. hiJ Schonk mÜ hem zwaar op het hart ea Ze^6 ket i zich te kunnen zien alvorens0 h8-: °tacB niet I Ik maakte op uit hetgeen hij Sede *loot' Het gevaar dat de Engelschman nog meer wild weg zou halen, is geweken. Zijn jacht waar mede hjj dezen herfst op de Wadden op water wild heeft geschoten, is in de haven van Ter schelling in winter!asg gelegd, terwjjl de eige naars naar Engeland zijn vertrokken. Het N. v. d. D. deelt mede, dat de toe stand van de slachtoffers der beide aanrandin gen die te Amsterdam hebben plaats gebad zeer bevredigend is. Cato Ramus, het meisje, dat Zaterdag 27 Nov. op de Heerengracht in den rug werd gestoken, ligt nog steeds in het Gasthuis, doch zjj neemt zeer in beterschap toe. Clara de Vries, die jl. Zaterdag in de Wester- dokstraat in de borst werd gewond, doch niet in het Gasthuis werd opgenomen, heeft reeds het bed verlaten en zich gisteren naar het Gast huis jkunnen begeven, om naar de wonde te laten zien. Zij is nauwkeurig onderzocht, en ook haar kon worden verklaard, dat de wonde goed genas. Tot Dijkgraaf van den polder Noord-Einder- meer (N.-H.) is gekozen de heer P. 01 jj Kz. en tot Hoofd-Ingeland de heer J- Schorre. Men schrjjft uit 's Hertogenbosch Meer en meer blijkt, dat de bekende //Oeteldonksche Club,// welke zich voorheen een welverdienden naam had weten te verwerven, maar sedert het overlijden van „Prins Carnaval// weinig van zich liet hooreD, teeker.en van herleving geeft. Naar verzekerd wordt, heeft de overleden Prins een opvolger gevonden. In eene Maandag gehouden vergadering der Clubleden is het bestuur, „de Raod van Elf,// voltallig gemaakt en is beslo ten in de aanstaai.de Carnavalsdagen een op tocht te houden, voorstellende: „een bezoek van Prins Carnaval aan de Oeteldonksche ten toonstelling.// Ook zjjn bjjeenkomsten in uit zicht gesteld van de leden onderling, in den trant als die door „Limburgia// te Amsterdam of als door enkele sociëteiten te Roermond, Venlo en Maastricht gehouden worden. Aan den Burg op Texel zjjn op den avond van „Oude-Sint Niklaas//, een gemaskerd feest, dat eene week na St. Niklaas wordt gevierd, eenige genuskerden werkzaam geweest in het belang van eene vrouw, die plotseling haren man door den dood had verloren en met ha re jonge kinderen in kommervolle omstandig heden verkeert. Er werd door de aanwezigen f 5 88 61/3 bijeengebracht. Zekere 15-jarige J.B. A. die door de Recht bank te Arnhem in 1895 was veroordeeld tot opzending naareenRijksopvoedingsgesticht maar naar Pruisen was gevlucht, is te Dinxperloo waar hjj op bezoek was, door de politie gear resteerd. Te Groningen is H. P., oud 27 jaar, gepasp. marinier, wonende te Vries, gearresteerd wegens het uitgeven van 6 valsche guldens. Aanstaanden Maandagavond wordt in de Re sidentie verwacht H. Doorl. Hoogheid Prinses Elisabeth van Waldeck en Pyrmont, die gedu rende eenigen tijd [de gast zal zijn van Hare Majesteiten de Koninginnen. Een soiree, dezer dagen ten huize van den heer J, Boissevain te Amsterdam ten voordeele der maatschappjj Caecilia aldaar gegeven, en waartoe 0. a. medewerkten de heeren Willem Mengelberg, André Spoor en mejuffrouw Blaauw uit 's Gravenhage, heeft een bate afgeworpen van f 1900. Ter voorkoming van gevaar voor treinen bij mistig weer of sneeuwjacht zal de Exploitatie- Mjj. bjj wjjze van proef gedurende dezen winter eene regeling invoeren tot het plaatsen van knalsignalen Men schrjjft aan de N. R. Ct. uit Rjjssen Wanneer hier in den boerenstand een hu- weljjk plaats heeft, is het gewoonte dat eenige dagen tevoren twee jongelui meestal bloedver wanten van bruid en bruidegom, de bruilofts gasten gaan uitnoodigen. Dit zijn de zoogenaamde brulfenneugers (brui- loftsnoodigers). Met rjjk versierde pet en gewapend met een slok, wordt de reis, soms uren ver ondernomen; in den regel heeft een hunner een gedicht in Twentsch dialect vanbuiten geleerd, waarmede de gasten tot bjjwoning der plechtigheid wer den uilgenoodigd. Deze oude gewoonte schijnt langzamerhand voor eene meer met de tegenwoordige tjjdsom- standigheden overeenkomende te zullen moe ten plaats maken, ten minste hedenochtend kon men hier twee zulke boeren-brulfenneugers op de fiets zien. was te ziek om veel te spreken dat hjj reeds voor jaren getracht had hem weder tot zich te brengen, maar zonder gevolg. Dat testament was valsch 1// vervolgde de Squire, terwjjl hjj op de tafel sloeg met eene hevigheid die de glazen deed trillen. „Mijn valer dacht er Diet zoo over. Wjj wareD in Rome, toen wij de tijding ontvingen en hjj besloot naar Engeland terug te keeren, om met u te spreken, en achter de waarheid van dat alles te komen. Ik was achttien jaren oud, en verheugde mjj over het vooruitzicht mjjn eigen vaderland te zien het eenige laud in Europa, dat ik nog niet bezocht had maar na eene ziekte van drie dagen bezweek mjjn vader als het slachtoffer der cholera, en ik was zoo ziek dat men mij als dood heeft opgegeven.// „Dat is waar,// zeide de Squire; „iedereen hield het daarvoor „Ik geloof ook dat ik die meening spoedig gerechtvaardigd zou hebben, zonder de hulp van een menschenvriend in vele opzichten, die zich zeer tot mij aangetrokken gevoelde, daar hij juist zjjne vrouw aan dezelfde ziekte verloren hadhij werd een vader voor mjj, hoewel ik geen ander recht had op zijn medeljj- den dan den hulpbehoevenden toestand waarin ik verkeerde./, „Waar is hjj nu vroeg de Squire driftig. Eustace bewaarde het stilzwijgen. „Ha In zeide de Squire, „ga voort.// (.Wordt vervolgd.J Een gevaarlijk sujet. De 19-jarige baanwach* terszoon Sebald, die onlangs bjj Lohr den snel trein van Weenen naar Oostende in gevaar bracht door rails los te maken, is deswege tot 5 jaren tuchthuisstraf veroordeeld. Baar kan men het weten. De Poce dell<r Verita een te Rome verschijnend blad, bericht, dat het onwaar is, als zou de vrouw van kapitein Dreyfus aan den Paus geschreven hebben ona diens tusschenkomst te verzoeken. Een smokkelaar gesneuveld. Door Belgische amb tenaren die in hindernis lagen tusschen Luik en Maastricht, zijn eenige Hoilandsche smokke laars overvallen die koebeesten over de gren zen wilden brengen. Op het zien der ambtenaren namen de smokkelaars de vlucht, waarbij bun eenige schoten werden nagezonden, met het noodlottig gevolg dat een der vluchtelingen doodelijk werd getroffen Zijn ljj< 13 later ge vonden. De ongelukkige woonde te Stamproy en laat eene vrouw met 3 kinderen na. In armoede vervallen. Eenige dagen geleden werd in de straten van Londen een armoedig gekleed man van ongeveer dertigjarigen leeftijd» bewusteloos gevonden. De omstanders meenden eerst met een dronken lucifers-koopman te doen te hebben, doch bij onderzoek bleek dat de man letterljjk uitgehongerd was. Ofschoon het beroep lucifers-koopman drjjven- de, zoo blijkt evenwel uit papieren op hem gevonden, dat de uitgeteerde man een gediplo meerd Hollandsch onderwijzer is met akten voor Eransch en Engelsch. Volgens die papie ren zou hjj voorheen onderwjjzer te Nieuwendjjk (N.-B.) en hoofdonderwijzer te Brussel (Place St. Catherine) geweest zijn. Liefdadige menschen hebben hem uit mede lijden tijdeljjk opgenomen, ofschoon zjj het niet al te ruim hebben. Arme Èmile Zola! Wie had nu kunnen den ken dat ge de vlucht moest nemen uit Parijs voor de betoogingen van die ondeugende stu denten dageljjks voor uw huis. Ze hebben het u toch werkelijk te benauwd gemaakt. Opzijn landgoed te Méran, denkt Zola nu na over de Dreyfus-zaak. Was dat eens waar. Aan het Berl. Tagc- blatt wordt medegedeeld dat Ferdinand Bru- netière zjjn ontslag wil nemen als directeur van de Revue des deux Mondes. Brunetière zou Kamerlid willen worden en bestemd zijn de leider te worden der Ultramontanen in de Eransche Kamer. Valsche bankbiljetten Bljjkens mededeeling van de Banque Nationale te Brussel zjjn op het oogenblik te Marseille, Triest, Budapest en ook in Italië en Spanje valsche bankbiljetten van 100 fres. van de Banque Nationale de Belgique in omloop. Een gevaarlijke weg. Bjjzonder gevaarljjk voor wielrijders is de straatweg van Nice naar Mentone. Hjj loopt steil af Daar de Ramingao- brug, die rechthoekig op de richting van de straat staat. Als de wielrjjder niet voorzichtig afdaalt en flink zjju rem laat werken, loopt hij gevaar in volle vaart tegen de steenen borst wering van de brug te smakken. Meestal stort hjj dan over de leuning in een 30 M. diepe kloof. Zoo kwamen in 3 jaar tjjds 20 wielrjj- ders om 't leven. De //Touring club// heeft voor den muur een vangnet laten aanbrengen, dat wielrijders opvangt en voor een doodeljjken val in de diepte behoedt. Reeds 5 dagen n8 het aanbrengen van dit net kwam een wielrij der in botsing met den muur. Zjjn rjjwiel werd verbrjjzeld, terwjjl hjj zelf in het net geslin gerd werd. Hjj kwam er met eene korte ver- dooving en een paar ontvellingen af. Petroleum. In een Eransch blad vinden wjj als middel om de onaangename lucht van pe troleum weg te nemen, aangeraden in die olie een paar balletjes gewone naphtalinc te doen waarvan mede een gevolg is, dat de lamp een helderder licht verspreidt. Een zelfmoordenaar bekeerd. Een burger van Messina, vader van zeven kinderen, die in grooten nood verkeerde, nam een wanhopig besluit eu sprong van de Magdalenakerk naat beneden. Hjj bleef echter hangen aan een haak met het hoofd naar beneden. Zoo hing hij eenigen tjjd, jammerljjk om hulp roepend, tot dat hjj eindeljjk door vier mannen met moeite werd gered. Toen de arme man op vasten grond en tot bewustzijn gekomen was, dankte hij zjjn red ders, diep ontroerd, en hjj gaf alle plannen van zelfmoord op. Door het schrikken van het paard geraakte Donderdag aan den smallen weg langs den Amstel nabij Nieuwersluis een tilbury van den veehouder H. te water. De beide personen die in het rijtuig zaten, vielen er uit en kwamen met den schrik vrjj. Het paard werd gered, Te Rotterdam is gisteren in de Raam poortstraat een 15-jange knaap H. Kooyman, uit een raam 3e verdieping gevallen. Hij werd levenloos naar zjjne woning in -de St. Joseph3" straat gebracht. Van de stoomtram DrachtenHeerenvecn ontspoorde nabij Gorredijk een paar waggons» door het breken van een koppelstang. Er werd gelukkig niemand gekwetst, Door de stoomtram, op de ljjn Breda-' Rozendaal, is gisteren ter hoogte van de halte Bruynseels, zekere B. uit Ulvenhout, over bei de beenen geraden. De man waB dronken. Zjjn toestand is zeer zorgwekkend. Te Groningen is gisteren-nacht de meelfo" briek van den heer M. Kwint met twee pak huizen door brand vernield. Een 4-jarige brandstichter is in het Friesche dorp St. Johannesga aan het werk ge weest. De moeder, vrouw van B. E. aldaari verliet voor een oogenblik de woning. In dien tusschentjjd kropen hare beid^^jjjJjj^^l °n 4 jaar oud, uit het een lucifer den ander geroep moeite de brandwon-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1897 | | pagina 2