r
BINNENLAND.
f
Zwitserland.
Engeland.
GEMENGDE BERICHTEND
Hjj maakte het landgoed te gelde, en trok,
zonder raste verblijfplaats van land tot land,
zco als zjjne neiging hem ingaf.,/
Ongelukken.
Branden.
t
«Aan den tocht van den doorluehtigen
Prins naar het verre Oosten, tot bescher
ming des Kruises, wijdt de innigste zegen-
wenschen Kardinaal Cop p.»
De Aartsbisschop seinde: «Op het oogen-
blik, waarop Uw Majesteit op het punt
staat, den eenigen broeder vaarwel te zeg
gen, gevoel ik mij gedrongen tot de ver
zekering, dat mijn gebeden den vorste-
lijken zeevaarder vergezellen, opdat het
Christelijke Kruis in het verre Oosten
bescherming en steun moge vinden.
De Zwitsersche Bonds - Vergadering
heeft gisteren tot Voorzitter van het Eed
genootschap voor het volgende jaar ver
kozen het Bondsraadslid Bufiy, uit
Waadtland, die tot nu toe Vice-President
was, met 133 van de 150 stemmen. Hij
koos het Departement van Buitenlandsche
Zaken. Tot nu toe was hij met Binnen-
landsche belast.
Tot Vice-President is benoemd het Bonds
raadslid E. Muller, Bern, die het Depar
tement van Oorlog, dat hjj waarnam, be
houdt.
Met de toespraken van den Duitschen Kei
zer en diens broeder prins Heinrich ver
bazen en vermaken zich de Londensche bla
den niet weinig. De limes zegt in een hoofd
artikel, dat de toespraak van den Keizer wel
leek op de woorden van een Filips van Spanje
tot uitgeleide van een Armada, in plaats van
bij een hoogst alledaagschen tocht van zijn
broeder door het Suezkanaal naar China om
daar dingen te doen, die honderdmaal zonder
ophef door Engelsche officieren zijn gedaan.
De Times vindt, dat de Keizer allerongeluk
kigst gesproken heeft, en het antwoord van
prins Heinrich met zijn schier Byzantijn-
sche zelfvernedering eenig in de jaarboeken
van het moderne Europa.
Een Russisch journalist, de heer B o e r t-
s e f, redacteur van een Russisch Weekblad,
en in de Russische kolonie te Londen welbe
kend, is aldaar gearresteerd. Hp wordt ver
dacht verschillende personen te hebben aan
gespoord om den Czaar te vermoorden.
Naar wij vernemen, zijn de pogingen
in het werk gesteld om den Minister
van Marine voor dit Ministerie te "behou
den, vruchteloos gebleven en moet de
heer Jansen, na het votum der Kamer,
besloten hebben zijn ontslag bij de Kroon
in te dienen.
Eene dubbeltjes-quaestie. De Minister van
marine, de heer J. C. Jansen is niet ge
lukkig geweest met zijn voorstel tot aansehaf-
fing van een tierde pantserschip, type Kor
te n e r. En daar dikwijls een ongelukje voor
den een, een gelukje voor den anderen is, kan
ook hier de heer Goekoop zich felici-
teeren met de aanneming van zjjn voorstel.
Dat het er gespannen heeft is duidelijk uit de
stemming. Met eene meerderheid van slechts
vjjf stemmen werd de bouw van het nieuwe
oorlogsschip voorloopig onmogelijk gemaakt. Dat
is een verklaard schee voor den Minister en
bij onze Eransche buren zou een dergelijk voor
val de onmiddellijke aanleiding zijn tot het
neerleggen der portefeuille. In ons kalme Ne
derland evenwel zal het vermoedelijk zoo hoog
niet worden opgenomen.'Althans er'zijn reden
genoeg te veronderstellen, dat de heer J. C.
Jansen voorloopig nog wel den ministeriee-
len zetel zal blijven innemen. De positie van
het ministerie is er intusschen niet hechter op
geworden en zonder pessimist te zijn, kunnen
wij toch veilig aannemen, dat ook deze Regee-
ring hare zwakke zijde heeft en haar aanblij
ven tot over vier jaar misschien tot de „pia
vota" zal behooren.
Intusschen is het een teeken des tjjds dat
zulk een groot deel onzer volksafgevaardigden
eene dergelijke uitgave voor het oogenblik on-
noodig en verkwistend achten en God geve,
dat Duitschland's voorbeeld in dezen niet ge
volgd worden, al is het dan ook vrijwel on
zeker of de JSijksdag onzer Oostelijke naburen
het aanhangige voorstel tot vermeerdering der
marineschepen zal aannemen.
Het is hier niet de plaats onze persoonlijke
gevoelens over de noodzakelijkheid eener uit
gebreide marine in Nederland te luchten, toch
kunnen wjj moeilijk de vreugde ontveinzen, die
ons bij het ontvangen der échectijding heeft
bevangen. Mocht men toch overal en algemeen
begrijpen, dat met die millioenenverslindende
bedaard te honden, roer dit dan niet aan, neen,
spreek er mij niet over,'/ terwijl bij des dokters
hand terugstootte, „noem den naam van dien
kerel niet meer dan noodig is.//
//Neen. Mijn vader verliet zijne geboorte
plaats terwijl de vloek eens vaders in mijne
ooren weergalmde.
„Bedroevend, bedroevend//, zeide de Squire.
„Gij weet, dat mijne moeder" ging Eustace
voort, //mijne geboorte slechts weinige oogen-
blikken overleefde."
„Arme, arme vrouw zuchtte de Squire.
„Te dier tijd schreef mijn vader, zooals hij
mij naderhand verhaald heeft, diep ter neder
gedrukt door zijne smart, aan sir Eustace en
smeekte hem om eene verzoening en herroeping
van zijn vloek."
„Ik sta er u borg voor, dat mijn vader dien
brief nimmer ontvangen heeft. Ik weet dat hij
een hardvochtig man was, maar dat had hij
niet kunnen weerstaan.//
//Er kwam een antwoord op, door Bloot-
worth geschreven, die zich bitter beklaagde dat
hij de overbrenger moest zijn van zulk een
onaangename boodschap. Het kwam namelijk
L\orop neder air Eustace wilde hem wel ver-
grfteniB scheuken en weder aannemen, maar
onder "voorwaarde dat aic\\ dadelijk weder
in den echt zoude hegeven, volgens de keuze
Zijns vaders, en behelsde verder zulke hatelijke
bewoordingen, zoo ontbloot van alle natuurlijk
gevoel, zoo beleedigend voor de nagedachtenis
mijner moeder, en wierp zulk een onwaardiger,
schijn op de beweegredenen mijns vaders om
den eersten stap tot verzoening te doen, dat dsar-
rage van uitbreiden en versterken, niets, hoe
genaamd niets wordt gewonnen. De hartver
scheurende wjjrc, waarop sommige plattelands
ontvangers de ellende beschrijven van hun con-
tribuabclen, doet ons het in de Kamer voor
gevallene luide toejuichen. De belastingen zijn
tot in 't onzinnig-hooge opgedreven en hoogst
bedenkelijke verschijnselen doen zich reeds voor,
wijzen wij slechts op Zalt-Bommel waar een
deurwaarder zwaar werd gewoDd terwijl
ons niets de zoo verlangde zekerheid geeft, dat
ze haar limiet hebben bereikt.
Waar moet het blijven, indien ons kleine
Vaderland, aangestoken door de uitbreidings
koorts der Groote Mogendheden, de dikwijls
zuur verdiende penningen zijner onderdanen
zal werpen in den gapenden muil van God
Mars.
God Mars, die, mocht hij ooit zijne //blide
incomste// vieren in dit land misschien met
één forschen hap heel onze linie met wat daar
achter is, tot de schutters incluis, zou doen
neerdalen in zjju grage maag.
Be strijd over A-. C. Wertheim. Het is nu
toch bepaald jammer dat er een strijd is ont
staan tusschen het Handelsblad en de Maas
bode over den overleden heer W e r t h e i m.
De doode was een barmhartig man, hij bracht
de barmhartigheid ten volle in praktijk. Wat
wil men meer
Aan wie nu de schuld van al het lawaai
Het Handelsblad verheft hemelhoog de daden
van den heer Wertheim en de Maasbode
wil hooger geplaatst zien Jhr. VanNispen
tot Sevenaer, beiden philantropen maar
hemelsbreed verschillend in levenswijs, opvat
ting der dingen en doen.
Om den gestorven Wertheim te ver
heerlijken vormen zich Commissies en het,libe
rale blad der Hoofdstad roert de groote trom.
Voor den gestorven Van Nispen is alles
rustig eu daarom toch is het de Maasbode
in gemoede gezegd niet kwalijk te nemen
als het blad er pleizier in heeft, eene vergelij
king te maken van het doen en laten der twee
gestorven philantropen. Dat de wind nu waait
uit Rotterdam en windstilte heerscht in Am
sterdam,och, daar zullen wel redenen toe bestaan.
In elk geval mag over de twee groote Amster-
damsche burgers, die zijn heengegaan, gepraat
worden.
De Maasbode werpt de beschuldiging van
gelasterd te hebben en de dingen met open
lijk te durven zeggen van zich af.
Het Handelsblad moest zijn lezers, zegt de
Maasbode, liever ons heele stukje te lezen ge
ven, dan. een paar regels hier en daar er uit.
En juist die waar alles op neerkomt, waar
sprake iB van humanisme, daar citeert het
Handelsblad de Maasbode niet. Begrijpt men
nu, dat hier inderdaad de oorzaak is van de
woede van het Handelsblad?
We hebben, zegt de Maasbode verder, de
philantropen op de teer en gettapt, en ze zijn
boos geworden. Al zet het Handelsblad Wert
heim in goud, het kan nooit iets meer van
hem maken dan een philantroop, die ja den
menschen wat geld gat uit zijn overvloed, maar
het hun des ochtends om 9 uur aan zjjn kan
toor liet komen halen, terwijl de Christelijke
liefde de armen opzoekt en hun, bij de stof
felijke gave, troost en opbeuring en vaak zede
lijke en godsdienstige verbetering schenkt.
Maar mocht het Handelsblad aan een gou
den standbeeld denken, laat het dan oppas
sen, want op denzelfdeD dag, waarop het beeld
onthuld werd, zou men allicht de rede publi-
oeeren, door W ertheim uitgesproken den
12 Juni 1893 in de //plechtige" vergadering
der Alliance Israelite.
Dit dreigement van de Maasbode is wel wat
scherp. Wij zouden onzen Rotterdamschen Col
lega willen zeggenwat kan het u schelen al
geven ze den heer W ertheim twee gouden
standbeelden te Amsterdam. Onze philantroop
Jhr. VanNispen totSevenaerhechtte
immers niet aan goud en wereldsche grootheid.
Hij was tevreden in zijn nederig kamertje en
gaf alles, ja zjjn geheele persoonlijkheid, aan
zijn jeugdige gezellen. Zijn monument, het huis
der St. Josephs- Gezellen- Vereeniging, staat aan
de Stadhouderskade te Amsterdam, glorievol
ler dan gouden standbeelden kunnen prijken
op de pleinen der hoofdstad.
Purmerend, 17 December. Gisteren is alhier
overleden een algemeen geacht ingezetene, de
heer H.C. P. van der Lee, die gedurende 41
jaren de genees- en heelkundige practijk uit
oefende in deze gemeente.
Monnikendam, 17 December. De Raad
dezer gemeente heeft besloten de tractementen
van Burgemeester en Secretaris ieder met f 200
te verhoogen.
's Gravenhage, 17 December. H. M. de
Koningin-Regentes heeft aan den luitenant-ge
neraal Kool, chef van den generalen staf,
opgedragen om gedurende den winter voor H.
M. de Koningin eene reeks van voordrachten te
houden over de organisatie en administratie
van het leger en over het gebruik van het le
ger in tijd van vrede en in tijd van oorlog.
Haarlemmermeer, 17 December. Het polder
bestuur in deze gemeente zal zoo spoedig mo
gelijk een belangrijk werk uitvoeren. Van den
Vjjfhuizerweg tot den Lisserweg te Haarlem
mermeer, een afstand van 12.000 M., wordt
de hoofdvaart minstens 40 cM. verdiept. Een
belangrijke uitkomst voor de scheepvaart, door
den weinigen diepgaDg der hoofdvaart die
tbans groote moeilijkheid ondervindt.
Oosthuizen, (N.-H.), 17 December. De
heer Sanders wil nu ook eene tramlijn
aanleggen van Purmerend, langs den Beem-
sterdijk naar hier, en verder over den Ouden
dijk en Beets naar Avenhora enz.
Mr. P. J. Troelstra in de Kamer.
Over het optreden van mr. P.J. Troelstra
in de Tweede Kamer is al veel geschreven.
Toch mag nog wel vermeld, wat de Oeld.
daarover ten beste geeft. Ziehier eenige zin
sneden uit het hoofdartikel in het jongste
nummer van dit blad
//Tenzij het woord te mooi klinke, kennen
wij onder de drie socialisten, die onze Tweede
Kamer heeft aangewonnen, geen aangenamer
verschijning dan mr. PieterJ ellesTroel-
s t r a. Ziedaar een deftige, hoffahige vierde
stan der, een geganteerde, gecoiffeerde, ged s-
tingeerde achterbuurter. Hjj herinnert zoowel
aan Louis XIV als aan B e 11 a m y 's toe
komst staatsman.
I Zoo iemand een socialist, men gelooft het
niet als men hem ziet en hoort, en toch is
het hem ernst met zijn socialisme. Deze mees
ter in de rechten, advocaat en procureur, hoofd
redacteur van een politiek blad, lector, lid
van de Tweede Kamer der Staten-Generaal wil
zich voordoen alsof hij zijne dagen heeft door
gebracht in eene der achterbuurten van eene
van Eriesland's arme steden. Dit gelukt hem
natuurlijk nietwant hij is geen acteur, de
dramatische kunst is hem vreemd.
Wjj voor ons, die hem nu ook in ds Kamer
hebben gehoord telkens zjjne hoofsche excuses
aanbiedende, als hjj zicb eens vergaloppeerd
had en zelfs de woorden zjjns tegenstanders
heel deemoedig herhaalde als iemand, die plot
seling maar helder is overtuigd geworden van
zijn ongelijk, gelooven dat het socialisme van
Pieter Jelles Troelstra is een gril,
een vaag der jeugd en onmogelijk kunnen wjj
ons hem voorstellen, altoos maar door socialist
blijvende tot op den ouden dag, als een on
danks de grijze haren nog impetueus figuur
gelijk de oude Saks, door Web er ons heeft
geschetst
Welch glühe Kohlen
Fuik, ïm alten Kopf Dir brennen
Schnee auf einem Eeuerberge
1st dein Silberhaar zu nennen.
Wij zullen geenszins verwonderd staan als
wij den heer Troelstra, nog eens zien ein
digen als conservatief lid van den Raad van
State.
Dit wil niet zeggen dat wij zij a huidig so
cialisme niet als ernstig beschouwen, maar hjj
zal er zich op den duur niet aan kunnen wen
nen, niet in kunnen schikken, bij is geen so
cialist van beroep, hij is dilettant, en een
dilettant van zoo veelzijdige ontwikkeling dat
wel andere Muzen hem later wenken zullen
dan de roode.
Hoe zou het ook anders Mr. Troelstra,
een pleegkind onzer hoogescholen, is zelf ge
bakerd bjj het vuur, door den Staat op kosten
van allen ontstoken, gelaafd met de dranken,
die betaald worden uit het geld der belasting
schuldigen, gevoedsterd met de intellectueele
spijzen, tot welker aanschaffing ook het geld
van den werkman, aan jeneveraccijns besteed
en aan hondenbelasting, wordt gebruikt. Hij
heeft onwillekeurig het zjjne genoten van die
groote Staatsbedeeling vooral in het hooge
Noorden verstrekt aan lieden van allerlei stand,
mede genoten allicht van het fooienstelsel, voor
Friesland inzonderheid door den heer Tak
van Poortvliet ingevoerd.
Hoe joeg deze Bergumer Qujjote met zijn
onbeholpen speer achter de merinos schapen
van het Zuiden en hoe leeljjk viel hjj telkens
op zjjn neus
In het Noorden had hij moeten rondzien, in
het hem bekende Noorden, met zjjn officieele
bedeeliog ook aan lieden uit den hoogsten
stand, met zjjn ook aan advocaten en procu
reurs en lectoren uitgereikte fooien, met zjjn
naar het Zuiden afzakkende tafelschuimers, die
daar nog de ambten gaan betwisten aan hen,
die boven den Moerdjjk nooit benoemd kunnen
worden.
Als mr. Pieter Jelles Troelstra,
die alle deze dingen in het Zuiden niet kan
vinden, maar eens rondtrekt door zjjn Noorden,
dan zal hjj er bij elke schrede over struikeleu
En dan moet hjj wel in eene opdamping van
socialistische geestdrift plechtig gaan verbran
den al die Noordsche afgoden, die hij vroeger
heeft geadoreerd. Wjj spitsen ons nog op zulk
een tooneeltje.
door iedere gedachte om hierop te antwoorden
verre van hem verwijderd werd. In dezen brief
bevestigde Blootworth ook, wat hij dikwjjls in
zijne vorige brieven had te kennen gegeven,
dat zijne broeders er toe bijgedragen hadden
om het gemoed van Sir Eustace tegen hem te
verbitteren."
//Och, mjjn waarde heer,// zeide de dokter,
en legde zijne hand op mr. Brimble, //waartoe
dient het u zoo op te winden Wat ik u bid
den mag wees bedaard.//
De Squire ging weder stilzwjjgend achter
over in zijnen stoe1 liggen.
//Ik moet u zeggen, waarde oom, dat mijn
vader het van u niet geloofde gij waart toen
omstreeks zeventien of achttien jaren oud
en het kon niet bij hem opkomen dat het eigen
belang uw hart zoo zeer zoude veranderd hebben,
zoo vol genegenheid voor hem, toen hij u in
den bloei der jeugd verliet. Maar hjj'besloot,
u uitgezonderd, geheel Engeland te vergeten en
zich geheel aan mjj toe te wijden, liet kleine
vermogen mjjner moeder, en een landgoed in
welks bezit hjj kwam, zoodra hjj meerderjarig
was
//Ja, Itterdale,// viel de Squire hem in de
rede.
«Hetwelk hem door den ouden JaBper Honey-
man, den een of anderen neef in den vijftigaten
graai mijner moeder werd nagelaten dit een
en ander stelde liem in staat om onbekrompen,
al was het dan ook niet in overvloed, te leven.
//En ik heb nooit kunnen begrijpen, waarom
hjj niet aan mij schreefriep de Squire uit,
//voornamelijk daar wjj tooh in hetzelfde geval
verkeerden hjj huwde uit liefde een m< isje
van hooge geboorte, en ik, uit iets van dien
een meisje van niet bijzonder hooge//geboorte,»
daarbjj zag hij onwillekeurig naar de deur,
//maar van bjjzonder veel fortuin, zoodat beiden
onder denzelfden banvloek kwamen, hjj wist
zulks, en tot heden toe is het mij niet duide-
Ijjk waarom hij tegenover mjj het stilzwijgen
bewaarde.//
„Ik ben bevreesd u de reden mede te deelen,//
zei Eustace.
„Ga voort,zeide de Squire terwjjl hjj zijne
vuist balde eu van verontwaardiging gloeide.
//Ja, hjj werd geheel en al door dien man
bedrogen, die aan hem schreef en hem bezwoer
geduld te hebben, hem smeekte al zijne hande
lingen aan hem mede te deelen, het gedrag zijner
onnatuurlijke bloedverwanten diep betreurde en
beloofde
„Eindelijk kwam het bericht van Sir Eusta
ce's dood en van zjjn testament, waarbjj gjj en
mijn vader onterfd werden, en Parker's Dew,
met al de andere bezittingen aan Sir Valany
werden vermaakt./,
„En, zeide de Squire, terwjjl hij zich driftig
oprichtte«ik heb nooit vertrouwen gehad
m dat testament. Ik heb mijn vader niet lang
gehoe?cu Bld4r°Riifeïproken i. hiJ Schonk mÜ
hem zwaar op het hart ea Ze^6 ket
i zich te kunnen zien alvorens0 h8-: °tacB niet
I Ik maakte op uit hetgeen hij Sede *loot'
Het gevaar dat de Engelschman nog meer
wild weg zou halen, is geweken. Zijn jacht waar
mede hjj dezen herfst op de Wadden op water
wild heeft geschoten, is in de haven van Ter
schelling in winter!asg gelegd, terwjjl de eige
naars naar Engeland zijn vertrokken.
Het N. v. d. D. deelt mede, dat de toe
stand van de slachtoffers der beide aanrandin
gen die te Amsterdam hebben plaats gebad
zeer bevredigend is.
Cato Ramus, het meisje, dat Zaterdag 27
Nov. op de Heerengracht in den rug werd
gestoken, ligt nog steeds in het Gasthuis, doch
zjj neemt zeer in beterschap toe.
Clara de Vries, die jl. Zaterdag in de Wester-
dokstraat in de borst werd gewond, doch niet
in het Gasthuis werd opgenomen, heeft reeds
het bed verlaten en zich gisteren naar het Gast
huis jkunnen begeven, om naar de wonde te
laten zien. Zij is nauwkeurig onderzocht, en ook
haar kon worden verklaard, dat de wonde goed
genas.
Tot Dijkgraaf van den polder Noord-Einder-
meer (N.-H.) is gekozen de heer P. 01 jj Kz.
en tot Hoofd-Ingeland de heer J- Schorre.
Men schrjjft uit 's Hertogenbosch Meer en
meer blijkt, dat de bekende //Oeteldonksche
Club,// welke zich voorheen een welverdienden
naam had weten te verwerven, maar sedert het
overlijden van „Prins Carnaval// weinig van zich
liet hooreD, teeker.en van herleving geeft. Naar
verzekerd wordt, heeft de overleden Prins een
opvolger gevonden. In eene Maandag gehouden
vergadering der Clubleden is het bestuur, „de
Raod van Elf,// voltallig gemaakt en is beslo
ten in de aanstaai.de Carnavalsdagen een op
tocht te houden, voorstellende: „een bezoek
van Prins Carnaval aan de Oeteldonksche ten
toonstelling.// Ook zjjn bjjeenkomsten in uit
zicht gesteld van de leden onderling, in den
trant als die door „Limburgia// te Amsterdam
of als door enkele sociëteiten te Roermond,
Venlo en Maastricht gehouden worden.
Aan den Burg op Texel zjjn op den avond
van „Oude-Sint Niklaas//, een gemaskerd feest,
dat eene week na St. Niklaas wordt gevierd,
eenige genuskerden werkzaam geweest in het
belang van eene vrouw, die plotseling haren
man door den dood had verloren en met ha
re jonge kinderen in kommervolle omstandig
heden verkeert. Er werd door de aanwezigen
f 5 88 61/3 bijeengebracht.
Zekere 15-jarige J.B. A. die door de Recht
bank te Arnhem in 1895 was veroordeeld tot
opzending naareenRijksopvoedingsgesticht maar
naar Pruisen was gevlucht, is te Dinxperloo
waar hjj op bezoek was, door de politie gear
resteerd.
Te Groningen is H. P., oud 27 jaar, gepasp.
marinier, wonende te Vries, gearresteerd wegens
het uitgeven van 6 valsche guldens.
Aanstaanden Maandagavond wordt in de Re
sidentie verwacht H. Doorl. Hoogheid Prinses
Elisabeth van Waldeck en Pyrmont, die gedu
rende eenigen tijd [de gast zal zijn van Hare
Majesteiten de Koninginnen.
Een soiree, dezer dagen ten huize van den
heer J, Boissevain te Amsterdam ten voordeele
der maatschappjj Caecilia aldaar gegeven, en
waartoe 0. a. medewerkten de heeren Willem
Mengelberg, André Spoor en mejuffrouw Blaauw
uit 's Gravenhage, heeft een bate afgeworpen
van f 1900.
Ter voorkoming van gevaar voor treinen bij
mistig weer of sneeuwjacht zal de Exploitatie-
Mjj. bjj wjjze van proef gedurende dezen winter
eene regeling invoeren tot het plaatsen van
knalsignalen
Men schrjjft aan de N. R. Ct. uit Rjjssen
Wanneer hier in den boerenstand een hu-
weljjk plaats heeft, is het gewoonte dat eenige
dagen tevoren twee jongelui meestal bloedver
wanten van bruid en bruidegom, de bruilofts
gasten gaan uitnoodigen.
Dit zijn de zoogenaamde brulfenneugers (brui-
loftsnoodigers).
Met rjjk versierde pet en gewapend met een
slok, wordt de reis, soms uren ver ondernomen;
in den regel heeft een hunner een gedicht in
Twentsch dialect vanbuiten geleerd, waarmede
de gasten tot bjjwoning der plechtigheid wer
den uilgenoodigd.
Deze oude gewoonte schijnt langzamerhand
voor eene meer met de tegenwoordige tjjdsom-
standigheden overeenkomende te zullen moe
ten plaats maken, ten minste hedenochtend
kon men hier twee zulke boeren-brulfenneugers
op de fiets zien.
was te ziek om veel te spreken dat hjj reeds
voor jaren getracht had hem weder tot zich
te brengen, maar zonder gevolg. Dat testament
was valsch 1// vervolgde de Squire, terwjjl hjj op
de tafel sloeg met eene hevigheid die de glazen
deed trillen.
„Mijn valer dacht er Diet zoo over. Wjj
wareD in Rome, toen wij de tijding ontvingen
en hjj besloot naar Engeland terug te keeren,
om met u te spreken, en achter de waarheid
van dat alles te komen. Ik was achttien jaren
oud, en verheugde mjj over het vooruitzicht mjjn
eigen vaderland te zien het eenige laud in
Europa, dat ik nog niet bezocht had maar na
eene ziekte van drie dagen bezweek mjjn vader
als het slachtoffer der cholera, en ik was zoo
ziek dat men mij als dood heeft opgegeven.//
„Dat is waar,// zeide de Squire; „iedereen
hield het daarvoor
„Ik geloof ook dat ik die meening spoedig
gerechtvaardigd zou hebben, zonder de hulp
van een menschenvriend in vele opzichten,
die zich zeer tot mij aangetrokken gevoelde,
daar hij juist zjjne vrouw aan dezelfde ziekte
verloren hadhij werd een vader voor mjj,
hoewel ik geen ander recht had op zijn medeljj-
den dan den hulpbehoevenden toestand waarin
ik verkeerde./,
„Waar is hjj nu vroeg de Squire driftig.
Eustace bewaarde het stilzwijgen.
„Ha In zeide de Squire, „ga voort.//
(.Wordt vervolgd.J
Een gevaarlijk sujet. De 19-jarige baanwach*
terszoon Sebald, die onlangs bjj Lohr den snel
trein van Weenen naar Oostende in gevaar bracht
door rails los te maken, is deswege tot 5 jaren
tuchthuisstraf veroordeeld.
Baar kan men het weten. De Poce dell<r
Verita een te Rome verschijnend blad, bericht,
dat het onwaar is, als zou de vrouw van kapitein
Dreyfus aan den Paus geschreven hebben ona
diens tusschenkomst te verzoeken.
Een smokkelaar gesneuveld. Door Belgische amb
tenaren die in hindernis lagen tusschen Luik
en Maastricht, zijn eenige Hoilandsche smokke
laars overvallen die koebeesten over de gren
zen wilden brengen. Op het zien der ambtenaren
namen de smokkelaars de vlucht, waarbij bun
eenige schoten werden nagezonden, met het
noodlottig gevolg dat een der vluchtelingen
doodelijk werd getroffen Zijn ljj< 13 later ge
vonden. De ongelukkige woonde te Stamproy
en laat eene vrouw met 3 kinderen na.
In armoede vervallen. Eenige dagen geleden
werd in de straten van Londen een armoedig
gekleed man van ongeveer dertigjarigen leeftijd»
bewusteloos gevonden. De omstanders meenden
eerst met een dronken lucifers-koopman te
doen te hebben, doch bij onderzoek bleek dat
de man letterljjk uitgehongerd was.
Ofschoon het beroep lucifers-koopman drjjven-
de, zoo blijkt evenwel uit papieren op hem
gevonden, dat de uitgeteerde man een gediplo
meerd Hollandsch onderwijzer is met akten
voor Eransch en Engelsch. Volgens die papie
ren zou hjj voorheen onderwjjzer te Nieuwendjjk
(N.-B.) en hoofdonderwijzer te Brussel (Place
St. Catherine) geweest zijn.
Liefdadige menschen hebben hem uit mede
lijden tijdeljjk opgenomen, ofschoon zjj het niet
al te ruim hebben.
Arme Èmile Zola! Wie had nu kunnen den
ken dat ge de vlucht moest nemen uit Parijs
voor de betoogingen van die ondeugende stu
denten dageljjks voor uw huis. Ze hebben het
u toch werkelijk te benauwd gemaakt. Opzijn
landgoed te Méran, denkt Zola nu na over de
Dreyfus-zaak.
Was dat eens waar. Aan het Berl. Tagc-
blatt wordt medegedeeld dat Ferdinand Bru-
netière zjjn ontslag wil nemen als directeur
van de Revue des deux Mondes. Brunetière
zou Kamerlid willen worden en bestemd zijn
de leider te worden der Ultramontanen in de
Eransche Kamer.
Valsche bankbiljetten Bljjkens mededeeling
van de Banque Nationale te Brussel zjjn op
het oogenblik te Marseille, Triest, Budapest en
ook in Italië en Spanje valsche bankbiljetten
van 100 fres. van de Banque Nationale de
Belgique in omloop.
Een gevaarlijke weg. Bjjzonder gevaarljjk
voor wielrijders is de straatweg van Nice naar
Mentone. Hjj loopt steil af Daar de Ramingao-
brug, die rechthoekig op de richting van de
straat staat. Als de wielrjjder niet voorzichtig
afdaalt en flink zjju rem laat werken, loopt
hij gevaar in volle vaart tegen de steenen borst
wering van de brug te smakken. Meestal stort
hjj dan over de leuning in een 30 M. diepe
kloof. Zoo kwamen in 3 jaar tjjds 20 wielrjj-
ders om 't leven. De //Touring club// heeft voor
den muur een vangnet laten aanbrengen, dat
wielrijders opvangt en voor een doodeljjken
val in de diepte behoedt. Reeds 5 dagen n8
het aanbrengen van dit net kwam een wielrij
der in botsing met den muur. Zjjn rjjwiel werd
verbrjjzeld, terwjjl hjj zelf in het net geslin
gerd werd. Hjj kwam er met eene korte ver-
dooving en een paar ontvellingen af.
Petroleum. In een Eransch blad vinden wjj
als middel om de onaangename lucht van pe
troleum weg te nemen, aangeraden in die olie
een paar balletjes gewone naphtalinc te doen
waarvan mede een gevolg is, dat de lamp een
helderder licht verspreidt.
Een zelfmoordenaar bekeerd. Een burger van
Messina, vader van zeven kinderen, die in
grooten nood verkeerde, nam een wanhopig
besluit eu sprong van de Magdalenakerk naat
beneden. Hjj bleef echter hangen aan een haak
met het hoofd naar beneden. Zoo hing hij
eenigen tjjd, jammerljjk om hulp roepend, tot
dat hjj eindeljjk door vier mannen met moeite
werd gered.
Toen de arme man op vasten grond en tot
bewustzijn gekomen was, dankte hij zjjn red
ders, diep ontroerd, en hjj gaf alle plannen
van zelfmoord op.
Door het schrikken van het paard geraakte
Donderdag aan den smallen weg langs den
Amstel nabij Nieuwersluis een tilbury van den
veehouder H. te water. De beide personen die
in het rijtuig zaten, vielen er uit en kwamen
met den schrik vrjj. Het paard werd gered,
Te Rotterdam is gisteren in de Raam
poortstraat een 15-jange knaap H. Kooyman,
uit een raam 3e verdieping gevallen. Hij werd
levenloos naar zjjne woning in -de St. Joseph3"
straat gebracht.
Van de stoomtram DrachtenHeerenvecn
ontspoorde nabij Gorredijk een paar waggons»
door het breken van een koppelstang. Er werd
gelukkig niemand gekwetst,
Door de stoomtram, op de ljjn Breda-'
Rozendaal, is gisteren ter hoogte van de halte
Bruynseels, zekere B. uit Ulvenhout, over bei
de beenen geraden. De man waB dronken. Zjjn
toestand is zeer zorgwekkend.
Te Groningen is gisteren-nacht de meelfo"
briek van den heer M. Kwint met twee pak
huizen door brand vernield.
Een 4-jarige brandstichter is in het
Friesche dorp St. Johannesga aan het werk ge
weest. De moeder, vrouw van B. E. aldaari
verliet voor een oogenblik de woning. In dien
tusschentjjd kropen hare beid^^jjjJjj^^l °n
4 jaar oud, uit het
een lucifer
den ander
geroep
moeite de
brandwon-