No. i860.
Dinsdag 28 December 1897.
22ste Jaargang
HDagBlaó voor cföooró* on Suió-eJCcllanó
1 Januari.
Nienwjaars-advertentiën
Wdkomstgroet
Een gewichtig rapport.
1
B IT iN LAND.
,i
J
Bureau: St. Jansstraat. Haarlem.
a 25 Cents,
de
fli
FEUILLETON.
Een onecht Testament.
so
Engeland.
Frankrijk.
Duitsoliland.
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Haarlem f 1,10
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post TV1,40
Voor het baitenland 2,80
Afzonderlijke nummers 0,03
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve Zon- en Feestdagen.
Redacteu r-U i t g e v e r, W. KÜPPERS.
Om gelegenheid te geven tot het plaatsen
Van de meer en meer gebruikelijke
2u'len wjj, in het nummer verschijnende
°f' 1 Januari, de gelegenheid hiervoor open
en en verzoeken wjj onzen lezers, die
Vol
'gens gewoonte eene
aaQ Familie, Vrienden of Begunstigers (zoo-
ÏVe' binnen als buiten de stad) in ons Blad
^len plaatsen, beleefdeljjk daarvan tijdige
°Pgave te doen.
Ben flauwe lichtstraal in het duister ver
giet wierp voor den landbouwer in ons
aderland de jongste Troonrede, toen daar-
Werd opgemaakt, dat de Regeering er
°Ver dacht om door middel van een her-
2'eni
mg van het tarief van invoerrechten
Welvaart te vermeerderen.
V'eldra echter bleek het ten duidelijk-
j^e' dat onze Regeering geen oogenblik
voornemen heeft gehad om den land-
°l'w tegen de scherpe concurrentie van
buitenland te beschermen. "De zwakke
^«kering van hoop verdween weder spoe-
8 en vermeerderde de teleurstelling van
°^eQ landbouwenden stand, die in dit op-
?lcht wel niet verwend is, maar toch
•keenfle,
dat na jaren lang aandringen zijn
t0epstem eindelijk doel had getroffen.
Ondanks den tegenstand van de heer-
j ®öde meening op staatkundig gebied ge-
j. °Ven wij toch, dat de»landbouwers moe-
I1 volharden in hun strijd voor het eenig
ddel, 't welk hun verbetering hunner
8die kan schenken. Trouwens, er zit voor
landbouw niet anders op. Schikt men
a in het tot nu toe gehuldigde begin-
van den vrijhandel, dan gaat men toch
eenige kans bestaat op een ommekeer
1. zienswijze van de heerschende poli-
1(i^e partgen.
Bik streven
8ronde. Dan verdient het zeker de voor-
6°r om te blijven volhouden, zoolang er
in deze richting verdient
^a*°tn de warme belangstelling van allen,
l 6 vaderlandscher, landbouw een goed
hi
V^1 toedragen, omdat zij daarin een der
°rDaamste bronnen van voorspoed en
Yaart zien! Met sympathie zal om die
^en door velen de beraadslaging zijn ge-
y 8'! in de jongste winterzitting der Pro-
^^ale Staten van Gelderland over het
{Vervolg.)
hebt goed verstaan,// viel Sir Eustace
Ooj 111 de rede, „en n, mijnheer, waar is he'
testament van sir Eustace de la
'ijte Versta mij wel. Door het oorspronke-
'Nament versta ik datgene, dat op zjjde
d^t ,?ele§d om plaats te maken voorhetst.uk
Vjij 'J'en uwen meester in het bezit van zijns
tijd f na8elaten goederen stelde, en waardoor
-)t0eder werd uitgesloten. Zijt gij bereid
leveren?// vervolgde hjj, en maakte
d^t r\,wÜzend teeken met de hand, toen hij zag
ted([ 0otw°nh op het punt was een ontken-
Antwoord te geven.
\i e°?tWaar>* zeide de rentmeester, die, bleek
'sj* !'k, zijne onbeschaamdheid terug tracht-
abdöl en "J'J i® eea zeer vreemde wijze van
aatituj l'n- Sir Valany, die ik gedurende een
laten zoo getrouw heb gediend, en voor
"tferj 1 "Dijn gemak en mijne rust heb opge-
e.ü voqi. wiro zeiven een slechten
Jn leven om
kJacre, on-
in
rim-
y's
T.IAJST1E8DKA
AGITK MA NON AGITATE
PRIJS DER ADVERTENTIEN.
Van 16 regels. 50 Cents.
Elke regel meerPis»
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie h Con taflt.
Hoofdagenten voor het BuitenlandCompagnie Générale Publicitè Etranghri
L. DAUBESfCo. JOHN., F.JONES Succ., Pans Slbis Faubourg Mont-rnartre.
rapport, dat was opgemaakt door een Com
missie, die belast is geweest met het in
stellen van een onderzoek in genoemde pro
vincie naar den gestadigden achteruitgang
van den landbouw en met de overweging
der vraag, in hoeverre daaraan zou kun
nen worden tegemoetgekomen door hei; in
het leven roepen van beschermende rech
ten op de landbouwproducten of door het
nemen van andere maatregelen, en zoo ja,
welke.
Behalve verschillende minder ingrijpende
voorstellen, deedde Commissie ook het voor
stel om aan H. M. de Koningin-Regentes
te verzoeken eene wijziging van het hui
dige tarief van invoerrechten, ten einde daar
door te komen tot bescherming van den na-
tionalen arbeid met versterking der Rijks
middelen, ten deele in het belang van den
landbouw aan te wenden.
Deze conclusie was te voorzien, omdat
de Commissie in hoofdzaak haar licht heeft
ontstoken bij de direct belanghebbenden,
de landbouwers zeiven. Dezen redeneeren
terecht, dat in Duitscbland het beschermend
stelsel uitstekend werkt. De landbouwer ge
niet er welvaart, hij heeft meer koopkracht
dan bg ons, wat aan de geheele maatschap
pij ten goede komt. Eu wat in Duitscbland
en elders goed is, waarom zou het dat niet
bg ons? Wij hebben toch niet de oecono-
rnische wijsheid in pacht.
Men vraagt aan de protectionistisch ge-
ziaden altjjd om te bewjjzen, dat de pro
tectie goed is, maar onze tegenstanders blij
ven immer achterwege met het bewijs, dat
de protectie niet baten zal. Het is gemak
kelijk om zonder motieven hoog op te geven
van de nadeelen, die de invoering van den
gewenschten maatregel zal medebrengen,
maar indien men de toestanden in andere
lauden als bewijs kan aanhalen voor het
nuttige, ja, noodzakelijke van protectie, dan
kan eene proefneming ook bij ons te lande
geen onbezonnen of overijlde daad genoemd
worden.
Wanneer wij trachten 'de voortbrengse
len van onzen bodem in het buitenland te
verkoopen, stuiten wij steeds op moei
lijkheden bij den uitvoer onzer producten.
De grenzen van andere iandeu zijn voor ons
vee en voor andere nationale voortbrengse
len gesloten. Niets kunnen wij vrijelijk uit
voeren, terwijl ons land voor den vreem
deling geopend is en deze ons eene con
currentie aandoen, waartegen wij niets ver
mogen.
Het argument der dure broodprijzen kan
gemakkelijk ontzenuwd worden door het
feit, dat hoewel rogge en tarwe in Duitsch-
land beide, dubbel zoo duur zijn als bij
ons, de broodprijzen in beide landen zeer
volstrekt aan niemand anders.//
//Gij dwaalt van het onderwerp af,// zeide
Eustace koel, //gij zult zekerlijk opgeroepen wor
den om rekenschap af te leggen van uw rent
meesterschap maar gij weet zeer goed dat de
goederen, die sir Valany verondersteld werd te
bezitten, hem niet toebehoorden. Wij behoeven
geene woorden te verspillenhet testament,
waarbij gij het laatst getuige waart, is valsch.
Men eiseht nu van u datgene te laveren, Waar
voor het andere is in de plaats gesteld,en hetwelk
ik weet dat niet vernietigd is,//
//Ik wil er een eed op doen,// zeide Bloot-
worth, na eene poos, „dat ik dat testament door
3ir Eustace's eigen hand heb zien teekenen, en
dat ik een waarachtig getuige van de handtee-
keniug ben. Er is inderdaad een vroeger tes a-
ment geweest," vervolgde hij, eenigszins gerust
gesteld door het stilzwijgen dat op zijne ver
klaring volgde, //helwelk ik en mijn mcdega-
tuige bij het laatste, insgelijks beiden mede
ondertcekend hebben. Sir Eustace liet plotseling
een ander opmaken, ten gevolge van zekere ge
ruchten die hem van zijne beide zonen ter oore
waren gekomen.//
//Wie heeft dat testament opgesteld
//Nicolaas Harris, een klerk van mij, die
in de rechten gestudeerd had.//
//Waar kan men die vinden P«
„Dat zou nergens toe dienen,// zeide Bloo'.-
worth achteloos, buitendien is hij kort daarna
gestorven.//
//Blootworth,// zeide sir Eustace, //de daad
as spoedig gedaan, en kan even spoedig bc-
worden. Ontlast uw geweten daarvan, en
weinig verschillen. Eu zou het dan zoo
verschrikkelijk wezen, als het brood wat
duurder werd, indien daarmede tevens ge
paard ging eene vermeerdering van de.koop-
kracht? Indien het geld er slechts is om
te koopen, dan schaadt het volstrekt niet,
wanneer de werkman het brood iets duur
der moet betalen.
Deze denkbeelden werden bij het onder
zoek van het rapport in de afdeelingen
van Provinciale Staten breedvoerig ont
wikkeld, waarna de- heer Dommervan
P 01 d e r s v e 1 d t in de zitting der Staten
op uitnemende wijze het beginsel der pro
tectie verdedigde. Hij wees er op, dat in
de laatste jaren bij den landbouw alles
slecht is gegaan. Waarom zou men dan
niet eens trachten langs een anderen weg
een beteren toestand in het leven te roe
pen Nederland staat in de quaestie van
de bescherming op een geïsoleerd stand
punt, en het is toch zeker niet aan te ne
men, dat wij in deze zaak een beter in
zicht hebben dan de meest Europeesche
Staten.
Ook een ander lid der Staten, de heer
7an Wijk, betoogde op degeljjke gron
den de wenschelijkheid om den landbouw
tegemoet te komen door een wijziging van
ons tarief van invoerrechten. Hg herin
nerde aan de motie van den heer D 0 b-
belmann in de Tweede Kamer om te
betoogen, dat ook in andere kringen wordt
uitgezien naar een verbetering van den
landbouw en de industrie door middel van
•de protectie, terwjji hij een citaat van
graaf Otto Von B i smarck mededeel
de, 't welk wg van zoo uitnemend gewicht
achten, dat we het hier laten volgen
«Afkeer zal een tolstelsel niet kunnen
treffen, 't welk binnen de door dé finan-
ciëele belangen aangewezen grenzen, aan
de geheele binnenlandsehe productie een
voordeel boven de buitenlandsche produc
tie op de binnenlandsehe markt verzekert.
«Zulk een stelsel zal in geene richting
als drukkend kunnen beschouwd worden,
omdat zijne werkingen zich overallepro-
duceerende kringen der natie op gelijke
wijze verdeolen, terwijl dat bg een stel
sel van beschermende rechten voor bijzon
dere takken van industrie niet het geval
is. De minderheid der bevolking, die in
den regel niet produceert, maar uitslui
tend consumeert, wordt door een, de ge
zamenlijke nationale productie begunsti
gend douanestelsel, echijnbaar benadeeld.
Wanneer intusscben door zulk een stelsel
de totaalsom van de in het binnenland
voortgebrachte waarden vermeerderd en
daardoor de volkswelstand in het geheel
bevorderd wordt, dan zal dat ten slotte
zeg ons wie dat tweede testament teekende,
waarbij gij getuige waart?/»
//Sir Eustace de la Mark.//
Tot op dit oogenblik waren alle drie staande
geblevenmaar sir Eustace deed Blootworth
nederzitten, en wenkte dr. Cruden om voor
hem te gaan staandaarop plaatste bij eene
pen iü de hand van den rentmeester, bracht
die met de zijne in beweging, en schreef met
groote letters op een stuk wit papier dat op de
tafel lag, //Eustace de li Mark,// welke han
deling de rentmeester lijdelijk toeliet.
//Wiens handteekening is dit?// vroeg hij,
terwijl bij zijne oogen op Blootworth gevestigd
hield. De rentmeester beefde geweldig en wilde
opstaan, maar sir Eustace hield zjju arm vast.
//Zullen wjj een ander testament maken en door
sir Valany doen teekenen? Eene pen in de
hand van een doode is wel meer bevonden
gewillig schrijver te zijn.//
Er kwam geen antwoord, want de schuldige
wist niet wat to zeggen; maar een uitroep van
afgrijzen en verbazing ontsnapte aan des dok
ters lippen.
„Zoo geschiedde het,// zeide sir Eustace, //ik
ben in 't bezit van de volle bekentenis van
vrouw Higgs, op haar sterfbed afgelegd, en
opgeteekend en bevestigd door den geestelijke
en den geneesheer die haar bijstonden het
was een vreemd middel om het geweten ge
rust te stellen en den meineed te bemantelen
L'w deelgenoot is de
dan gij, jloi
er ha
ook voor het mei produceerende deel der
bevplking, en met name voor de op een
vast inkomen gestelde Staats- en gemeente
ambtenaren, voordeelig zgn. Want dan
zullen van het geheel de middelen ter be
schikking staan om den druk te"]vereffe
nen, wanneer inderdaad een verhooging
der prijzen van levensbehoeften, door de
uitbreiding van de verplichting om inko
mend recht te betalen op alle artikelen
van invoer, volgen zou.»
Dit pleidooi voor een rationeel tolstel
sel vulde de heer Van Wijck nog aan
met een verwijzing naar België, dat met
zooveel succes zgn tarieven in protectio-
nistischen zin heeft herzien. Men wil daar
de landelijks bevolking niet onbeschermd
laten bezwijken onder de doodende con
currentie der koelies in Indië en tegen de
producten der maagdelijke gronden in het
verre Westen.
Deze en meer andere redevoeringen in
de Staten van Gelderland hebben doen zien,
dat de protectie niet slechts een dogma
is, gelijk de]vrijhandel met veeljrueer recht
kan genoemd worden, maar dat theorie
en practijk beide zich zoo sterk mogelijk
voor eea bescherming van de binnenland
sehe productie tegen buitenlandsche con
currentie verklaren.
Onze plaatsruimte gedoogt niet breed
voerige aanhalingen uit de gedachtenwis-
seling der Staten over dit onderwerp te
doen, maar wij geloofden toch door enke
le meeningen uit de vergadering weer te
geven een nuttig werk te verrichten, voor
al daar de besprekingen in Staten-verga-
deringen gewoonlijk slechts in beperkten
kring bekend worden.
Al moge het oogenblikkelijk resultaat
van dit onderzoek en debat gering zijn
geweest, wij hopen van harte, dat er meer
belangstelling door moge gewekt zgn voor
eene zaak, die eigenlijk niet alleen den
landbouwenden stand, maar ons geheele
volk betreft. Want waar het den boer goed
gaat, vaart ook de burger wel. Wjj be
sluiten daarom met den wensch, dat op
soortgelijke wijze als in de Staten van Gel
derland, in andere kringen en colleges
het gewichtige vraagstuk nauwgezet wordt
overwogen. Dan vormen zich vaste ziens
wijzen over de quaestie en wordt de grond
gelegd voor eene blijvende verbetering in
het lot van den landbouwer.
In Engeland is men ten hoogste ver
ontwaardigd nu Rusland aandringt op de
verwijdering van Engelsche ingenieurs uit
nog nooit gehoordzeide de dokter, terwijl
hij in zijne handen sloeg. //O Heere, Heere
geen wonder dat mijn arme vriend 0, 'tis
afschuwelijk zeide hij, en keerde Blootworth
den rug toe. De spotachtige grijns waarmede
de rentmeester deze beweging waarnam, werd
spoedig gevolgd door eene vertooning van on
beschaamdheid.
„Ik ken u niet,// zeide hjj op dnesten toon.
//Ik laat mjj niet verschrikken door de ijlhoof
dige praatjes eener zinnelooze oude vrouw, die
de een of andere bedrieger misschien uit haar
heeft weten te krijgen om sir Valany, bij zjjn
leven, geld af te persen, of van den zoon van
hem die onterfd was maar het testament was
echt, en is nooit in twijfel getrokken. Laat mjj
door," zeide Lij, terwjji hij de deur trachtte
ta bereiken, //ik heb nog veel te doen. Mr.
Bnmble is de executeur van sir Valany, en aan
hem wil ik rekening en verantwoording doen.//
//De zaak is in handen van bevoegde perso
nen,// zeide sir Eustace ,//zoo als gij ook binnen
kort zijn zult. Gij zult meer hulp verkrijgen bij
het in orde brengen uwer papieren dan u
lief is.//
//Gij moogt mijn huis niet doorzoeken, daar
toe hebt gij geen volmacht. O, laat mjj gaan
ik beloof ja, maar laat mjj slechts gaan
ik wil waarlijk
„Bekennen?// vroeg sir Eustace. Het is on-
noodig.„
het verklaren en en
'««ven. Dat kan evengoed
P.jy te voorsclijjn gehaald
heeft bekwame snuffel
den Cbineesehen spoorwegdienst. De Re
geering te Peking schijnt geneigd aan
het verlangen van Rusland te zullen toe
geven.
Er wordt druk gesproken dat Engeland
eene "overeenkomst zal sluiten met Japan
teneinde vasten voet te houden in Oost-
Azië tegenover het zich op den voorgrond
schuiven van Rusland en Duitschland wel
ke twee Mogendheden aldaar op de meest
vriendschappelijke wgze elkaar de hand
reiken.
Het proces-A r 10 n in de Panama-schan
dalen is wel te beschouwen als een type van
alles wat de Fransche Republiek beheerscht
a, la fin de siècle. Hij, de bekende schurk,
wordt als een groot heer bejegend, zijn woord
wordt geloofd, naar zijne beschuldigingen
worden oud-ministers, volks vertegen vcr.r-
digers en anderen op de bank des misda
digers geplaatst. Zoo iets moest niet moge-
lijk zijn.
Wie bg de Panama-schandalen blgft stil
staan, komt tot de overtuiging dat Frankrijk
diep gezonken is in een modderpoel van
ongerechtigheden.
Nu en dan moet men toch lachen over
de dingen die het wufte Fransche volk te
aanschouwen geeft. In de zitting van het
Panama-proces jl. Donderdag ontstond er
tusschen den oud-bankier Martin enden
advocaat N am e z, een heftige woordenwis
seling in de Gerechtszaal. De twist liep al
hooger om te eindigen met eene vechtpartij,
de heeren sloegen elkaar flink om deooren,
en om het spel te volmaken gaan ze duel-
leeren. En het grappigste van de misselijke
vertooning is nog deze, dat de heer H au s,
Cousul-generaal van Paraguay, die de hou
ding van den ex-bankier critiseerde, tot een
tweegevecht is uitgedaagd.
Nog een staaltje willen wjj niet on
vermeld laten, dat tijdens het rechtsge
ding het gemis aan fatsoen en eerbied tee
kent voor de rechterlgke macht.
Toen A r 10 n verklaarde dat hij zich
had begeven naar den heer L a i s a n t,
die destgds lid der Kamer was, sprong
deze woedend op en schold hem voor leu
genaar, lasteraar, bandiet, schurk. De ge
rechtszaal daverde van de toejuichingen bjj
dezen ongopasten uitval.
De andere beschuldigden stonden als
één man op en sloten zich aan bij de
«woorden» van den heer L a i s a n't. Op
nieuw toejuichingen, waaraan zelfs drie
juryleden deelnamen.
De President hief daarna de zitting op.
Het is algemeen bekend dat men in
Pruisen geen zuur gezicht mag zetten te
genover den Keizer. Het minst wat maar
op iets beleedigens gelijkt, wordt breed uit
gemeten om te zien of er Majesteitsschen
nis in te vinden is. Hoeveel menschen dan
.ook al veroordeeld zijn van zich vergrepen
te hebben aan den eerbied tegenover hun
Keizer, deelt de Sachsische Arbeilerzeilung
in een overzicht mede. Daaruit blijkt, dat
tusschen de jaren 1882 en 1888 gemiddeld
elk jaar veroordeeld werden 439 perso-
honden in haren dienst.//
//Dwaas die ik wasriep de rentmeester
uit, die nu zijnen waren toestand begon in te
zien dat er geen hoop op ontkomen voor
hem bestond.
//Het is goed, dat gij zulks weet,// zeide sir
Eustace, //alsdan is er hoop, dat gij naar wijs
heid zult zoekeu.//
Maar de rentmeester bewoog zich heen en
weder in zjjn stoel, terwjjl hjj zijne hevige
hartstochten lucht gaf in onderdrukte verwen-
schingen tegen zjjne eigene dwaasheid.
Daar hjj in dezen staat weinig van hem
verwachtte, wenkte sir Eustace den dokter naar
de deur, voornemens hem gedurende eenigen
tijd alleen te laten maar de aanval van woede
was voorbjj, en plotseling opstaande, zag hjj sir
Eustace strak aan.
//Zeg mjj een ding,„ zeide hjj, „komt gjj
van wege den zoon van wijlen sir Eustace P//
Sir Eustace knikte toestemmend. //Indien ik
alzoo alles getrouw mededeelde
//Dat is onnoodig het is alles bekend heb
ik 't u niet reeds gezegd
//Ja maar hoe het kwam en en
//Mjjn waarde sir Eustace,// zeide de dokter,
die zag dat zjjn metgezel onverbiddeljjk bleef,
en die, gejaagd en gekweld door eene buiten
gewone nieuwsgierigheid, de bijzonderheden der
wonderljjke geschiedenis wenschte te vernemen,
„laat hem spreken, laat hem alles verhalen. Ik
verlang er naar de nagedachtenis mjjns dierbaren
vriends gezuiverd te zien. Ik ben zeker dat hjj
van zulk eene onnatuurlijke misdaad nooit iets
geweten heeft.//
I