N I U
E
ïï)ag6laó voor <5föoorè» SCuiö-dCoUanó.
1 Januari.
Nieuwjaars-advertentiën
Petrus Ganisius,
JVo 2871
Donderdag 30 December 1897,
22ste Jaargang,
B ÜITENLAN D,
Per 3 maanden voor Haarlem
Voor de overige in plaatsen in Nederland fr. p. p.
Voor het buitenland
Afzonderlijke nummers
Dit blad verschijnt
dagelijksbehalve Zon- en Feestdagen.
BUREAU: St. Janstraat Haarlem.
f
1,10
1,40
2,80
0.03
Van 16 regels50 Cent
Elke regel meer
77.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant.
Redacteur-TJitgever, W. KüPPERS.
Om gelegenheid te geven tot het plaatsen
van de meer en meer gebruikelijke
a 25 Cents,
zullen wjj, in bet nummer verschijnende
°P 1 Januari, de gelegenheid hiervoor open
stellen en verzoeken wjj onzen lezers, die
volgens gewoonte eeue
aan Familie, Vrienden of Begunstigers (zoo
wel binnen als buiten de stad) in ons Blad
willen plaatsen, beleefdelijk daarvan tijdige
opgave te doen.
Op den 21en December dezes jaars
is de driehonderdjarige gedenkdag gevierd
van bet zalig afsterven van Petrus Cani-
sius, priester van de Sociëteit Jesus'. Deze
beroemde man is een zoon van de stad Nij
megen, bijgevolg nauw verwant aan ons,
Nederlanders. Uitgeblonken beeft hij door
0en heiligen levenswandel, door gloeienden
zielenijver, door stalen volharding; maar
uitgeblonken ook door hooge geleerdheid
en bewonderenswaardige wijsheid. Hij was
het allervoortreffelijkst werktuig, door God
uitverkoren, om ten tjjde van de grootste
verlegenheid hulp te brengen aan de zwaar
geteisterde Kerk van Duitschland.
De storm der zoogenaamde Hervorming
bad toenmaals den lusthof der Duitsche
Kerk op geduchte wjjze verwoest. Het groot
ste gedeelte der geloovigen had zich bp de
uienwe leer aangesloten en het kleine ge
tal dat nog Katholiek gebleven was, ver-
beerde in het grootste gevaar van eveneens
Schipbreuk te lijden in het geloof.
De geestelijkheid werd veracht en het
volksonderwijs door middel van predikatie
en christelijk onderwjjs verkeerde in een
beklagenswaardigen toestand.
FEUILLETON.
Een onecht Testament.
Fervolff.)
"Zeker,# zeide de 8quire, die bezig was met
zijn kijkglaasje door een zijvenster iets gade te
slaan, dat hem belangstelling scheen inteboeze-
Söen, en hij verliet onmiddellijk de kamer.
#Ik denk dat Eustace in zijne tegenwoordige
0omstandigheden een zeer gezocht persoon zal
borden, dokter,# vervolgde de dame, terwijl zij
VaO haar borduurraam opzag, waarop zij bezig
de wapens van de la Mark te borduren
v°or een stoel voor haren neef.
"Ongetwijfeld#, zeide de dokter.
"Wij tullen hem genoeg missen wanneer hij
eens voor goed op de #Dew# gevestigd
«eeft. Ik hoop dat hjj een goed huwelijk zal
"Ik weet niemand die beter dan bij in staat
j? eene goede vrouw te kiezen, mevrouw, en
Mi is waard de beste te krijgen, daarom zal
'ïa huwelijk zonder twijfel Btof tot tevredenheid
Seven
"Ik denk dat hjj, even als alle jongelieden
7 zijne omstandigheden reeds aan menige jonge
Htoe is uitgehuwelijkt geworden door de bab-
e'aarsters van den omtrek.#
"Hat zal wel wezen," zei de dokter.
"Bijzonderheden heb ik nog niet vernomen,#
ernatn mrs. Brimble//maar 't is natuurljjk,
1 men zoo kiesch is er jegens mij niet van
e 'preken.#
Vele mannen, eu daaronder zelfs met een
scherpen blik, meenden dat de ondergang
van de Katholieke Kerk in Duitschland
bijkans niet af te wenden was.
Maar God vergat het erfdeel van den
H. Bonifacius niet. Tegen den met geweld
aanrollenden stroom der nieuwe geloofsleer
werd een dam opgeworpen. Mannen, ver
vuld van geestdrift voor Christus en voor
Zjjne Kerk, toegerust met de wapenen van
heiligheid en wetenschap, stonden er op,
om de wankelenden in het geloof te be
vestigen en de dwalenden tot de kudde des
Heeren terug te voeren. Nu begon het
tijdvak van de zoogenaamde Tegen-hervor
ming, of liever nu nam het tijdperk van
de eigenlijke Hervorming een aanvang. De
baanbreker en de banierdrager van deze
waarachtige, echte Hervorming is juist de
beroemde Zoon van Njjmegen, Petrus Ca-
nisius.
Wie ook maar oppervlakkig de werk
zaamheid gadeslaat, welke de gelukzalige
Petrus Canisius gedurende eene lange reeks
van jaren ontwikkelde als leeraar op den
leerstoel der hoogeschool, als prediker op
den kansel, als gezant aan de hoven der
vorsten en in de vergaderingen des lauds,
als zielenherder in den biechtstoel, als leer
meester van onwetenden en kinderen, als
schrijver van geleerde werken en van eigen
aardige populaire geschriftenwie dan
daarbjj rekent de ontzaglijke, in dien tijd
allermoeilijkste reizen van Rome naar Keu
len, Ments, Worms, Augsburg, Ingolstadt,
Weenen, Trente, enz.; wie eindelijk
nog in oogenschouw neemt de stapels brie
ven, welke Canisius in het belang van
Duitschland's kerk en in het belang van
zoo vele afzonderlijke personen, die raad
en hulp bij hem kwamen zoeken, heeft
geschreven voorwaar, hjj begrijpt nieti
hoe één enkel man tot dat alles in staat
kon zijn. De verklaring hiervan kan alleen
gevonden worden in den gloeienden, geheel
belangloozen zielenijver en in den bijzon-
deren zegen Gods, die dezen verdienstelijken
#0 ja, dat is wel te denken zeide de dokter
die nog in het minste geen begrip bad van de
tactiek der dame.
„Ik veronderstel,# zeide mrs. Brimble achte
loos, terwjjl zij met de grootste aandacht een ige
kleuren van wol beschouwde, alsoi haar gebeele
hart daaraan hing eene goede keuze te doen,
//dat gij nog niets daaromtrent gehoord hebt?#
//Ik kan niet zeggen, dat dit het geval is.
Mijne zuster vangt, in hare talrijke bezoeken, nog
al eens hier eu daar zulke geruchten op, en
zij heeft er mij verscheidene medegedeeldmaar
ik acht geen van alle waarschijnlijk, hoewel
eene dame, die ik niet noemen mag, wel ge
schiktheid daarvoor zou hebben."
Mrs. Brimble kon maar niet klaar komen
met hare wol, en was verplicht haar mand ge
heel en al overhoop te halen, eer zjj kalm ge
noeg was om den dokter naar den naam dor
dame te vragen, dien zij natuurlijk niet wenschte
te weten uit bloote nieuwsgierigheid, maar uit
zuivere belanglooze genegenheid voor haren
waarden neef.
„Ik hoop dat ik er geen kwaad aan doe.//
zeide de dokter, //met u de hoogwelgeboren jonk-
vrouwe Amelia Groves te noemen.//
i/O, hjj bahoeft niet bevreesd te zijn, dat ik
het zal over brengen,# zeide mrs. Brimble haastig;
//doch daar zal nimmer iets van komen. Ik
weet het soort van meisje, dat hjj moet trouwen
een die geestig, levendig, onderhoudend is, en
als ik iets van Eustace weet, dan is zijn keus
zoo goed als gedaan.#
i/O," zeide de dokter, #dat moet gjj mij
vertellen.#
en roemvollen uian bij zijn onmeteljjke
werkzaamheden en op zijn verre tochten
vergezelde.
Met het volste recht derhalve mag het
Duitsche volk, voor zoover het katholiek
gebleven is, Canisius als zijn tweeden
Apostel begroeten. Gelijk door den heiligen
Martelaar Bonifacius weleer het geloof ge
plant werd onder de heidensche voorvade
ren op Duitschland's grondgebied en zoo de
grondslagen gelegd werden voor eene vaste
kerkelijke organisatie zoo werd voorname
lijk door de werkzaamheid van den geluk
zaligen Canisius dat geloof behouden en
bevestigd in die gewesten van Duitschland
en Oostenrpk, welke tot den huldigen dag
toe nog Katholiek gebleven zijn.
Zelfs van Protestantsehe zjjde wordt toe
gegeven, dat Canisius aanspraak heeft op
den eervollen naam van Apostel van Duitsch
land. Zoo schrijft bijv. Paul Drewd in
No. 38 van de Schriften des Vereins für
Reformationsgeschichte(Geschriften van
de vereeniging voor de geschiedenis der
Hervorming) bladzjjde 103. vüeberblicken
voir diese reiche, mit nie erlahmender Kraft
und seltener Klugheit ausgefülirte Propa
ganda, die Canisius gerade auf der Röhe
seines Lebens getrieben hatso muss
man zugestehen, dass er römischerseits den
Namen eines Apostels Deutschlands verdient
D. w. z. «Slaan wjj een blik op deze rijke,
met nooit verflauwde kracht en zeldzame
kloekheid uitgevoerde propaganda, welke
door Canisius juist op haar hoogste punt
gebracht is,dan moet men toegeven,
dat hij den naam van Apostel van Duitsch
land verdient.»
Daarom is het begrjjpeljjk, dat in het Ka
tholieke Duitschland en in de stad Njjme
gen het 3Ö0-jarig jubilee van dezen roem
rijken Apostel met grooten luister en plech
tigheid is gevierd. Ook Z. H. Leo XIII
heeft reeds in Augustus dezes jaars een
Encycliek uitgevaardigd, waarin de hooge
deugd, de bewonderenswaardige ijver voor
de zielen, de weergalooze werkzaamheid
//Indien gjj het niet gissen kunt, dokter, dan
wenschte ik liever het stilzwegen daarover te
bewaren."
De dokter keek naar de zoldering, maakte
verschillende wendingen met zjjne beenen, leunde
met het hoofd op de hand, wreef zjjn voorhoofd,
en maakte alle mogeljjke bewegingen die het
gevolg zijn van diep nadenken, en eindigde
met te raden, dat het een der dames Runter was.
„Ik heb geen goed slag van raden,# zeide hij,
toen hij bemerkte dat miss Runter de rechte
persoon niet was. //Ik heb wel eens gedacht,
dat het niet onwaarschjjnljjk was, dat de arme
kleine Marjory zijn keus zoude zijnmaar ik
geloof nu, dat hetgeen hjj voor haar gevoelt,
niets dan diep medelijden is, en wat het arme
meisje zelve betreft, haar hart is begraven met
haar vader, wien ik vrees dat zij spoedig volgen
zal.#
//Ik dacht niet dat de menseben van verdriet
stierven, dokter.#
„Verdriet ondermijnt de levenskrachten, me
vrouw, maar Marjory heeft bovendien van hare
moeder die verschrikkelijke kwaal overgeërfd,
die haar zoo vroegtjjdig ten grave sleepte."
De terugkeer van den Squire gaf het gesprek
eene andere wending.
//Eu zegt mij dat hjj van avond naar huis
moet, en dat gij met hem gaat, en dat hjj mjj
ook mee wil hebben; hjj zegt dat er daar uit
muntende jachtgronden zijn, zoodat ik er een
der knapen met een paar honden denk heen
te zenden 't is maar voor een dag of twee,
Marie, weet ge.#
Eiora kwam juist tijdig genoeg in de kamer
van den gelukzaligen Petrua Canisius in
dankbare herinnering worden gebracht, en
waarin tevens het tegenwoordig levend
menschelijk geslacht van het Katholieke
Duitschland, Oostenrijk en Zwitserland ver
maand wordt om op het voetspoor van den
gelukzaligen Petrus Canisius te strjjden
tegen de hedendaagsche vijanden van het
geloof, en dat wel voornamelijk door het
begunstigen van een degelijk, godsdienstig
onlerwijs der jeugd.
Moge de gelukzalige Petrus Canisius, de
gloeiende ijveraar der zielen, de onvermoeide
en onbezweken Apostel, de heldhaftige
strjjder voor geloof en wetenschap, op de
zen 300-jarigen gedenkdag van zjjn zalig
afsterven, voor ons, zijne nazaten, de ge
nade verwerven der volharding en voor
onze afgedwaalde broeders de genade van
tot den éénen schaapstal terug te keeren.
Amerika.
Bij het vreeselijk ongeluk dat heeft plaats
gehad in de Acyteleenfabriek te Jersey
City (Ver. Staten) doordat aldaar een groo
te tank, geheel gevuld met gas, is uit el
kaar gesprongen, zjjn van de honderd ar
beiders in de fabriek werkzaam, vjjftien
hunner op slag gedood. Van de overigen
zjjn velen gekwetst.
Engeland.
De berichten uit Oost-Azië deelen mede,
dat er groote ongerustheid heerscht over
het optreden van Duitschland en Rusland,
te meer nu Japan een vloot van dertig
oorlogsschepen gereed houdt om zoo noodig
Engeland te steunen.
Een telegram uit Chemulpo meldt, dat
de Engelschen reeds troepen te Chemulpo
aan wal hebben gezet en dat de Engel-
sche vlag is geheschen op een eiland aan
den mond der Yangtsekiang.
Het Engelsche oorlogsschip Phemx heeft
volgensjeen telegram uit Shanghai, de haven
der genoemde stad verlaten en zich bjj het
Engelsche escader gevoegd.
De Engelsche werklieden, by het ge
schil in het machinevak betrokken, hebben
om de aankondiging te hooren, en protesteerde
er luide tegen, terwjjl zjj haar neef Eu in niet
zeer gematigde bewoordingen doorhaalde, over
zjjn onredeljjken voorslag.
#Gjj, kleine heks,# zeide de Squire,# is 't nog
niet genoeg dat uwe moeder mijn arm hart met
hare verwijtende blikken zit te kwellen, moet
ik uwe tong nog verduren? Wat zoudt gjj er
van denken, als wjj eens allen gingen
i/O, heerlijk,# zeide Flora, dat zou ik prettig
vinden 1#
„Zeer onfatsoenljjk,# zeide mrs. Brimble.
//Lieve Marieindien gjj altjjd even fatsoenljjk
zijn wilt, moet gij daarvoor eenig genoegen mis
sen wjj zullen alzoo de eer van ons huis aan
u overlatengij zult fatsoenljjk zjjn en wjj zullen
ons vermaken. Flor», wjj gaan wjj zullen
kamers nemen in //het Wapen van de la Mark,"
en wij zullen het daarmede wel voor een enke
len nacht kunnen doen.#
De afschuw van mrs Brimble op het hooren
van zulk een voorstel, was te veel voor den
Squire; hij nam des dokters arm en verliet,
schalks lachende, met hem het vertrek.
„Ik ben zeker dat er iets bjj papa omgaat,#
zeide Flora, „zie eens hoe druk hjj het heeft
met dr. Cruden in den tuin, hjj is zoo in zjjn
schik. Wat mag dat toch wezen?»
Terwjjl Flora en hare moeder verwonderd en
nieuwsgierig dit alles gadesloegen, kwam Cha
rity achter het geheim dat de beide eersten
zoo zeer verontrustte. Zjj was bezig met Mar
jory voor te lezen, toen na een zacht tikje op
de deur, tot hare groote verwondering, haar neef
Eustace binnen trad. Slot volgt.)
ABONNEMENTSPRIJS
PBIJS DER ADVEBTENTIEN.
AGTTE MA NON AGITATE.
32