No. 2876
Donderdag 6 Januari 1898.
22ste Jaargang
HDagBlaó voor clloorè-on ££uió-iKalland
Drie-Koningen.
Uit de literatuur.
B D IT E JN L A N D.
BUREAU: St. Jansstraat. Haarlem.
f 1,10
1,40
2,80
0,03
50 Cents.
71/,»
DE TWEE WEEZEN,
s
Frankrijk.
Spanje.
Oostenrijk-Hongarije.
Amerika.
Engeland.
f
I
MR4IT
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Haarlem
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post
Voor het buitenland
Afzonderlijke nummers
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve Zon- en Feestdagen.
Redacteu r-U i t g e v e r, W. KÜPPERS.
alTMAUN TIEN DiUTT
AGITE MA NON AGITATE
PRIJS DER ADVERTENTIEN,
Van 16 regels.
Elke regel meer
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Con tant.
Hoojda,genten voor het BuitenlandCompagnie Générale Publicité Etrangèr»
G. L. DA UBE fy Co. JOHN., F.JONES Succ., Parte Slbis Faubourg Montmartre
Wegens den feestdag van DRIE
R ON1NGEN verschijnt het num-
mer van hedén in groot formaat en zal het
eerstvolgende nummer Vrijdag-morgen wor
den uitgegeven.
Plechtig en heerlijk is het Kerkelijk
feest dat wij morgen vieren. Het draagt
•ten naam van Drie-Koningen-jeest en brengt
in het geheugen eene treffende ge
beurtenis. Deze gebeurtenis staat beschre-
ven in het tweede Hoofdstuk van den
8. Mattheus zonder veel bijzonderhe
den. Wjj lezen daar niets anders dan dat
toen Jesus geboren was te Bethleëm,drie
lijzen uit het Oosten te Jeruzalem aan
kwamen bjj koning Her odes, hem ver
klarend, dat zjj den nieuwen Koning der
Joden wilden gaan aanbidden wiens won
derlijke ster voor hen verschenen was.
Die tjjding deed H e r o d e s ontstellen en
geheel Jeruzalem met hem. Toch gingen
de Wjjzen, wederom geleid door de won
derlijke ster naar Bethleëm, aanbaden er
den God-mensch in de kribbe, openden
kunne schatten en offerden Hem wierook,
als aan eenen God, myrrhe, als aan eenen
ttensch, en goud als aan eenen koning.
Na hunnen plicht vervuld te hebben, keer
den zijverwittigd door eenen Engel,
terug naar hun vaderland, zoo de booze
plannen verijdelend van H e r o d e s die be
sloten had het Kind te dooden. Dit is
alles wat het Evangelie verhaalt over de
Aanbidding der Wjjzen. De overlevering,
bijgehouden door de Kerkvaders, leert ons
°ver dit feit vele en belangrijke bijzonder
heden in welke wjj heden niet zullen tre
den, om te blijven stil staan bij eenige nut
tige overdenkingen welke de bladzijde van
bet Evangelie ons voor den geest brengt.
De eerste aanbidders van den Almack-
tigen God, van den Schepper en Bestier
der van het heelal, voor ons arm gewor
den in eenen stal, waren arme herders,
Nederige landlieden, en dit komt overeen
^et het groote plan van het werk onzer
Verlossing. Door hoogmoed was de mensch
gevallen, door vernedering moest hij her
steld worden in zijn rechten tot den Hemel.
Als een nederig kind kwam dus de
Verlosser ter wereld, gebaard door eene
Nederige Maagd in een nederigen stal.
Wie zal het eerste bericht ontvangen
Van de grootste gebeurtenis die ooit op
aarde plaats greep? Nederige herders. Wie
het eerst de knieën buigen om den
Mensch-geworden God te aanbidden. Een
voudige en nederige herders opgeroepen
door de stemmen der Hemelgeesten. Het
FEUILLETON.
Vervolg.)
Nu staan de beide meisjes alleen op de we
reld. Wat zal er van hen worden?
Te Garches hebben zjj door hunne lieftallig
heid menig hart geroerd. Hoe menigmaal hoor
den zij onderweg niet zeggen, zonder het echter
begrijpen//Wat zien zij er aardig uit en
b°e jammer is dat!//
Gedurende de weinige keeren, dat vrouw
^hibaude alleen haar zwerftochten had onder
komen en dat Claudine en Lucienne uit had
den kunnen gaan, hadden zij kleine knapen
ehoedzaam om de schuur zien sluipen, welke
rechtten in gesprek met hen te komen.
fcchuw, hadden de kleinen zulks geweigerd
cn Waren dan vlug naar binnen gegaan.
Desniettegenstaande waren de kinderen toch
a&k elkander gewoon geraakt.
Drie dezer knapen kwamen eiken avond,
L °D(lordag8 en Zondags ook overdag, en be
kken.
g], waren zoons
andere was
Boureille.
was het
as zaagt
aPaul
is slechts dertien dagen nadat de God-
mensch de hulde der nederigen ontvangen
heeft dat Hij ook de Wijzen, de Koningen,
de grooteu der aarde, tot zich roept en aan
biddend voor Zijne kribbe doet nederknie-
len. Hij was immers gekomen om voor
alle menschen den weg ter zaligheid te
openen, en alhoewel de Zaligmaker voor
liefde toonde voor de armen en de nede
rigen, toch wilde Hij de grooten en de
rijken niet uitsluiten van de verdiensten
Zijuer Menschwording en hun de gelegen
heid verschaffen om hunne zielen te red
den op eene voorwaarde: «Zij moeten arm
worden van geest,» zich onthechten van
de goederen der aarde, liefdadig ziju, de
kemelspakken vol van aardsche goederen
afleggen, dat is, gebruiken, met het zuiver
inzicht van een God te behagen, indien zij
het Rijk der Hemelen willen binnentreden.
Wij plaatsen hier de geschiedenis van
de herders en de Koningen naast elkan
der om te doen uitkomen, de enge baan
langs welke de menschen ten Hemel moeten
gaan en de breede baan die leidt tot hun
eeuwigen ondergang.
I.
De Katholieke Gids doet zich in den
laatsten tijd meer en meer kennen als een
letterkundig maandschrift, maar toch niet
geheel in dien zin, dat alléén voor letter
kundigen wordt geschreven, o neen, de re
dactie zorgt wel steeds voor den dag te ko
men met een inhoud even uitgebreid als rijk.
«Goede waar behoeft geen krans,» zegt
het spreekwoord, het is ons plan ook niet
om voor De Katholieke Gids de loftrompet
te laten weergalmen op reclame-toon, maar
wel willen wjj den inhoud beknoptelijk
weergeven der eerste aflevering van den
nieuwen (tienden) jaargang, welke heden
voor ons ligt en geopend wordt door M. E.
met eene letterkundige schets o ver T o 11 e n s.
M. E. herinnert ons hoe Tollens eens
gevierd werd als dichter van het volk. De
dithyrambe, begonnen bij Tollens' graf,
werd in allerlei tonen en galmen uitge
zongen. Iedereen zongmeê! Beets ende
Geuestet en Hofdjjk, zelfs Potgie
ter behoorden tot het veelstemmig koor5
waar Snellaert en van Beers in het
Zuiden hun liederen bijvoegden. Als men
in die dagen gezwegen had, was men min
stens niet vaderlandslievend.
Wie Nederlander heette, moest Tollens'
gedichten niet slechts lezen, maar ook be
zitten, en daarom telde de inteekenings-
lijst voor Tollens' werken 10.000 in
schrijvers. Er moest wel een stand-
En bij vader Boureille hetzelfdeAls gjj eens
wist, vader, hoe goed Claudine isl//
Na den dood van vrouw Thibaude waren
Pascal, Henri en Gauthier diep bedroefd. Zjj
speelden en lachten niet meer en hadden ge
zwollen oogen van het weenen, Zouden Claudine
en Lucienne heengaan; zouden zij hen nooit
weerzien?
Den dag na de begrafenis van de bedelares
zeide Doriat tot zjjn vrouw, toen hjj uit zijn
boomkweekerjj kwam
//De kinderen hebben geljjk, dat zjj bedroefd
zjjn. De kleintjes zjjn lief. Gelooft ge dat het
ons veel meer zal kosten als wij een van die
twee tot ons namen?
Wij hebben slechts jongens
Maria Doriat, eene knappe jonge vrouw, met
flink doch zacht gelaat, viel lachend haar man
om den hals.
„Wat zijt ge toch een goede man en wat heb
ik geljjk dat ik u liefheb.
//Vindt gij het dus goed? Wij ziju niet rijk,
weet ge, en een mond meer open te houden
telt op het einde van het jaar.//
„Ik beloof u, dat gjj het niet bemerken zult.//
//Nu, dat is afgesproken. Wilt gjj Lucienne?''
//Ja, breng zelf het nieuws aan de jongens.
Ik weet niet wat de toekomst ons zal baren en
wat later Lucienne voor ons zal zjjnmaar
in afwachting daarvan zal de vreugde uwer
kinderen u voor deze daad zeker beloonen.//
Bij Boureille ging het niet geheel op dezelfde
wjjze toe. Boureille was weduwnaar; daaren
boven had hij altijd voor niet recht bjj zijn j
zinnen doorgegaan. Niet dat hij krankzinnig
beeld komen in het park vau Rotterdam,
waar reeds in zooveel duizend harten zijn
standbeeld was opgericht
Maar toen dat standbeeld er eenmaal
stond, was alles gedaan en het hoogste
punt bereikt. Toen ging Tollens' roem
langzamerhand dalen.
En na Busken Huet's kritiek, zegt
M. E., ging men aan het albreken van
Tollens, en hij voorziet, dat na eenige
jaren, als het weer en de wind het stand
beeld onbruikbaar maken, met de ruïnen
van zijn laatste glorie niets anders meer
van Tollens overblijft dan zijn naam
in onze letterkundige handboeken en zjjn
eenvoudige grafzerk op het dichterlijke
kerkhof te Rijswijk.
M. E. geelt ons Tollens weer als
geboren dichter en hoe hij toch de poëzie
kon verliezen, die zijne jeugd hem mee
gaf in het leven.
Aan het einde van de Letterkundige
schets gekomen, teekent M. E. het karak
ter van Tollens volgenderwjjs«Tol
lens wilde nu eenmaal beroemd wezen
bij het Nederlandsehe volk, en hij begint
met het offer van zijn Gelooi; een ka
tholiek zanger kon in die dagen door geen
Protestantsche natie gekroond worden. En
dan gaat hij bezingen al de deugden van
ons Hollandsclie volk: huwelijkstrouw en
kinderzin met alle ap- en depen denten
zooals gevallen meisjes, kinderlijkjes en
pasgeboren weezen; liedjes op eerste tan
den en eerste stappenontboezemingen op
tevredenheid en 's levens kaartspel.
Maar Tollens moet nog meer bekend
worden. Een Nederlandsch verleden na de
Hervorming en de tachtigjarige oorlog,
met al wat er bjj hoort, moet verbeerljjkt
en de Spanjaarden verdoemdDat zjjn
nog eens stoffen om te zingendaar kan
men nog eens krachtig bij wezen en zich nog
eens op blazen aan de trompet der faam.
tt
Weer klopt mij 't Hollandsch hart in 't lijf
En zwelt geroerd omhoog;
Weer schittert Neêrlands oud bedrjjf
In mijn verbasterd oog.
Doch Tollens wist nog meer: hij
wist, dat ons volk sentimenteel is in de
liefde, en hjj dichtte die flauwzinnelijke
minnedichtjes en die walgeljjk-zoete Ro
mancen, waarin taal en maat zich wreekt
den tuan, gevierd en geroemd door ieder
een:
Diep gevoel ik, innig diep,
Met verbeten klagt,
Naar wat doel natuur mij riep
Waar mjj 't lot toe bragt.
In novellentrant komt onze gevierde
schrijfster M a t h i 1 d e een historisch stukje
bieden in haar: «De dood van Graaf De
Fe r sen.»
Hierover en meer in een volgend nummer,
op het plat-burgerljjke onderwerp
Blondine zag hem en Lenardo zag haar,
Zij zagen verrukt en verteederd elkaar:
Blondine, de schoonste princesse der aard,
Lenardo, zoo schoon een meesteresse wel waard.
Wat een val! Dat is van den dichter
terecht gekomen! Hjj heeft zelf zijn val
gezien en wel treffend is de klacht van
was; verre van dien, maar hjj was een zonder
ling en daarbij wat zwakhoofdig.
Tot Gauthier had hij gezegd
//Ga uw vriendinnetje Claudine halen en
breng haar hier. Ik heb een melkmeid noodig,
zjj kan als zoodanig in dienst komen.// En zoo
was het geschied.
//De beide zusters waren onder dak maar
Claudine kwam slechts als ondergeschikte op
de boerderjj, terwijl Lucienne door Doriat en
zjjne vrouw op dezelfde wijze als hun eigen
kinderen behandeld werd.
III.
Wij slaan de volgende twintig jaar over.
Wel zijn onze personen twintig jaar ouder ge
worden, doch overigens is weinig of niets in
hunne wederzijdsche betrekkingen veranderd.
Pascal en Henri zjjn mannen geworden. Zjj
werken voor eigen rekening, niet ver van hun
vader verwijderd, in een uitgestrekte bloemen-
en plantenkwcekerjj.
Gauthier Boureille is op de landbouwschool
te GriguoD.
En Lucienne en Claudine?
Al grooter wordende hebben zjj veel van
haar geljjkenis verloren, die ze vroeger voor
twee zusters deed doorgaan, maar zij hebben
toch nog altijd veel van elkander.
Beiden zjjn ze donker, groot en welgebouwd,
mei glinsterende zwarte oogen, een flink, ge
wuifd
De Krijgsraad die een oordeel zal uit
spreken over graaf Es ter hazy, zal den
lOen Januari bjjeenkomen. Majoor Ra-
vary heeft zjjn rapport van onderzoek
in hoeverre de beschuldigingen door het
Dreyfus-syndicaat Esterhaz'y naar
het hoofd geslingerd waarheid bevatten,
aan generaal Saussier ter hand gesteld.
Generaal Saussier, die 15-jaren
lang aan het hoofd van het Fransche leger
heeft gestaan, zal op 15 Januari e.k., als
de ouderdomsgrens te hebben bereikt, den
actieven dienst verlaten.
De Generalissimus heeft gedurende de
laatste veertig jaren zjjn land groote dien
sten bewezen. Er heeft zich dan ook te
Parijs een commissie gevormd die den al
gemeen geachten man bjj zjjn vertrek uit
het Leger een bronzen beeld met een livre
dor zal aanbieden met de handteekenin-
gen van zijn vereerders.
Een der gevangen genomen aanvoer
ders van de Cubaansche opstandelingen
RuisRiver a,is te Barcelona aangekomen.
Hij werd te voet en zwaar geboeid, tus-
schen rijen soldaten in, door de straten
van Barcelona naar de vesting Monjnich
gevoerd. Het publiek hield zich kalm en
Rivera ook, maar hjj protesteerde toch
tegen deze onwaardige behandeling.
De leden van het Cubaansche ministerie
hebben, met uitzondering van Go vin en
Dolz, den eed van trouw aan Spanje,de
Koningin-Regentes en de Spaansche wet
ten afgelegd in handen van maarschalk
Blanco, die hun in een toespraak wees
op het gewicht van hun ambt. Het minis
terie woonde daarop de Mis bjj in de kapel
van het "paleis en zond vervolgens een
telegram met betuigingen van eerbied en
trouw aan de Regentes.
De vreemde conculs te Havana woon
den de plechtigheid bij.
De taalquaestie in Boheme heeft heel
wat leven in de brouwerij gebracht. En
scherper dan voorheen zullen de partjjen
tegenover elkaar worden geplaatst nu de
Oostenrjjksche Minister-president V o n
Gautsch voornemens is, vóór de bjjeen-
komst van den Boheemschen Landdag een
nieuwe taalverordening af te kondigen,
hare houding minder voornaam, hoewel uit haar
blik dezelfde schranderheid spreekt. Zjj is be
schroomd gebleven, zooals vroeger. Da wreed
heid en de slagen van vrouw Thibaude hadden
op haar ongetwjjfeld meer iudruk gemaakt. Zjj
herinnerde zich alles nog, terwjjl Lucienne het
vergeten had, maar Claudine had ook niet, zooals
Lucienne de teedere liefde van een vador en
eene moeder gekend. Yader Boureille had haar
nooit met liefkozingen overladen, en Gauthier
had zjj weinig gezien, want reeds vroeg was
hjj naar een college gezonden. Zij had dus al
tijd eenzaam voortgeleefd, of ten minste, ten
naasten bij, zonder andere genegenheid dan
die harer zuster. Deze genegenheid was echter
diep geworteld, zoowel bij de eene als bjj de
andere. Bij Claudine vervulde zij haar gansche
hart, dat wil zeggen, haar leven.
Noch Boureille noch Doriat waren rijk de
eerste leefde van zijne boerderijde andere van
zjjn handel in planten en bloemen. Ten alle
tijde waren zij vrienden geweest en sedert zij
ieder eene der tweelingen tot zich hadden ge
nomen, was de goede verstandhouding nog be
ter geworden.
Gauthier gevoelde zich aangetrokken door
de natuurljjke voornaamheid, de bekoorlijkheid
der bevallig schooue en fiere Lucienne. Do-
riat's beide zonen, die met haar grootgebracht
waren, hielden niet anders van haar dan zoo zjj
eene eigene zuster zouden bemind hebben.
Met Gauthier was zulks niet het geval. Zjjn
^poedig ontvlamd door Luoienne's
Yall&d een hevigen hartstocht voor
a liefde werd trouwens beant-
waarin Boheme wordt verdeeld in drie
kringen een zuiver Duitsche kring, een
zuiver Czechische kring en een gemeng
de kring.
In den zuiver- Duitschen kring behoeven
slechts een klein deel der ambtenaren de
Czechische taal machtig te zijn in den
gemengden kring moeten echter alle amb
tenaren de beide talen volkomen beheer-
schen.
De Duitc">hers hebben beslist hun voor
nemen te kennen gegeven de zittingen niet
te zullen bjjwonen, indien de taalverorde
ning niet is ingetrokken.
Nu rest nog de vraag of de Czechen
tevreden zullen zjjn, want dit zou de eerste
maal zijn sedert het begin der moeieljjk-
heden tusschen Czechen en Duitschers, dat
de Czechen op een punt wilden toegeven.
De val van het ministerie-Ba de ni was
gelegen in den eisch van graaf B a de n i, dat
door geheel Boheme alle ambtenaren de
beide talen machtig moesten zijn.
De New-Yorksche graanhandelaar Jo
seph Leiter, zoon van een million-
nair, heeft in den laatsten tijd al het graan
opgekocht wat maar te krijgen was. An
dere Amerikanen hebben weï eens een tjjd-
lang groote voorraden op zicht gehad,
maar waarschjjnljjk heeft nooit iemand een
even groote voorraad in bezit gehad. Elk
gerucht van oorlog vermeerdert denstapel,
elk bericht van een goeden oogst dreigt
zijn «handel» in de war te brengen. En
geen kleine boer die zjjn mager getal
schepels van zijn landje heeft geoogst,jis
minder bevreesd voor den afzet van zjjn
graan dan de heer Joseph Lei ter, die
de opbrengst van twee vastelanden in de
land heeft. Hjj betaalt per dag 3250
voor opslagkosten, verzekering, interest
voor negen millioen bushels tarwe.
Deze waaghals heeft kans op enorme
winsten, maar daartegenover staat ook een
even groote kans van zware verliezen. Zjjn
vader bewondert den handelsgeest van zjjn
zoon.
Maandag-avond woonden te Londen in
de Canadeensche provincie Ontario meer
dan 2000 personen een meeting bjj, waarin
de gekozen candidaten voor de gemeente
raadsverkiezing het woord voerden. Plot
seling zakte een deel der vloer in, en 200
personen vielen in een kelder. Er heerschte
eene verschrikkelijke verwarring. Toen de
ongelukkigen uit hun onaangenaam ver-
bljjf gered werdenkwam men tot de
treurige ontdekking dat 28 menschen ge
dood en een 100-tal min of meer ernstig
waren gewond.
Het aantal ontslagen machinewer-
kers is uitgebreid te Liverpool, Manches
ter, Glasgow, Nottingham en Preston. Ook
de Fairfield-maatschappjj heeft aan werk
volk gedaan gegeven. De firma Har-
land and Wolff (het bericht over het
boycott, dat het patroonsverbond tegen
haar zou uitgevaardigd hebben, is te
gengesproken) doet nog altijd aan het
lock-out niet mee. Barnes heeftin eene
wcord, want het schoone meisje had met de
haar aangeboren oprechtheid aan Maria Doriat,
hare pleegmoeder, bekend, dat zij Gauthier
met al het vuur, dat in haar was, beminde.
Daar Gauthier en Lucienne den huwbaren
leeftjjd hadden bereikt, had madame Doriat,
die Lucienne aanbad, er eens met Boureille
over gesproken.
De goede man had geantwoord: //Mjjn zoon
is niet rijkLucienne bezit geen cent. Op die
wjjze huwt de armoede met het gebrek.//
//Zjj arm \u had de goede vrouw uitgeroe
pen Zjj houden nog jeugd en geluk te
veel over. Zij zijn schatrijk!//
//Ik zeg het ook niet omdat ik mj(n toe
stemming weiger.//
//Dus stemt gij toe?//
//Als mjjn zoon uit Grignon weerkomt, zul-
len wij er nog eens over praten."
//Den volgenden Zondag was Gauthier te
Garches.
Hjj was bekend met den stap, dien madame
Doriat gedaan had, en wist dat zjjn vader zjjne
toestemming had gegeven. Hjj wandelde met
Lucienne in den grooten tuin van Doriat, wel
ke gevuld was met bloemen, planten en boon-
stekken, allen zorgvuldig vau een etiquette
voorzien, waarop de namen stonden, en omge
ven van een zuiver recht gesnoeide haag.
Het was warm in de zonhet einde der
Meimaand naderde. De wind, die over de bloe
men heen blies, scheen hen met de geuren te
omringen, welke hjj op ziju tocht opzamelde,
Lucienne en Gauthier waren gelukkig.
Langzaam wandelde zjj door de bekiezelde