N 1 E TT W E HDagSlaó voor <3ïo Uit de literatuur. No, 2877 Zaterdag 8 Januari 1808, 22ste Jaargang» BÜITJUJNLAN D, ƒ1,10 c 1,40 «2,80 «0.03 DB TWEE WEEZEN. Spanje. België. Oostenrijk-Hongarije. Duitschland. Frankrijk. ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Haarlem Voor de overige in plaatsen in Nederland fr. p. p. Voor het buitenland Afzonderlijke nummers Dit blad verschijnt dagelijks, behalve Zon- en Feestdagen. BUREAU: St. Janstraat Haarlem. AGITE MA NON AGITATE. PRIJS DER ADVERTENTIEN. Van 16 regels50 Cent Elke regel meer71/, Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant. Redacteu r-U i t g e v e r, VV. K fl P P E R S. II. Twee edele figuren worden door Ma- thilde in: «De dood van graaf De Fer- sen» uit het verleden ons voor den geest teruggeroepen :MarieAutoinette,laat ste Koningin van Frankrijk en haar trouwe vriend en edele riddergraaf l) e Fe r sen. Met heerlijk schoone woorden wordt ons de beeltenis van De Fersen weergege ven in zijn leed en heugenissen over de droevige gebeurtenissen die in Frankrijk tijdens de revolutionnairo woelingen hadden plaats gegrepen; in zjjn vereeringen groote liefde voor de koningin Marie An toi n e t te; in zijn onrust, die hem den slaap rooft bjj de gedachte of zijne pogingen tot redding der koninklijke familie wel goed door hem waren aangewend. Treffend weet Ma thilde de ontroering van De Fersen weer te geven bij de aan schouwing van een portret in medaillon van Marie Antoinette en zjjn smart aan de gedachte van haar dood op het schavot. Overweldigend komen al die herinnerin gen over De Fersen, terwijl hij in zjjn paleis te Stockholm vertoeft, kort voor zijn bijwoning aan de begrafenis van den Prins troonopvolger. Die tocht was zijn dood. En Mathilde doet den lezer meeleven met haar verhaal, waarin De Fersen bovenal uitkomt als de edelman en ridder zonder blaam, en waar in treffend is weergegeven de verheven ge dachten van De Fersen in zijne laatste oogenblikken, gedachten aan het lijden van den Zaligmaker en aan dat van zijn Ko ningin. In schrille kleuren wordt de geest des volks geschetst, het volk, verbitterd en omgekocht, dat De Fersen met kre ten van woede begroette,toen hij uit Stock holm den begrafenisstoet tegemoet reed, zijn equipage bestormde en hem over de straten sleurde naar het stadhuis. Niemand beschermde De Fersen of FEUILLETON. Vervolg.) Gautbier schreef eenige regels aan Lucienne. „Zooals gij ziet, vreesachtige lieveling, is er geen sprake van een ongeluk. Mijn vader heeft geërfd, misschien veel geld.// Hij zag Claudine de binnenplaats oversteken om naar de kippen te gaan. //Claudine, wilt gjj uwe zuster een genoegen doen?" //Altijd.// //Breng haar dan dit briefje en kus haar eens voor mij.// Boureille had aandachtig toegeluisterd. //Wat schrijft gij aan Lucienne?" „Het goede nieuws, dan kan zjj zich met ons verheugen.// //Waartoe dient dat?" //Zal zij dan niet binnenkort mjjne vrouw zijn »0, o, wat slaat gjj door 1 die schooister uwe Vrouw „Gisteren, dezen morgen nog, hebt gij erin toegestemd." „Ja,// zeide de boer ruw, //gisteren, dezen morgen, omdat wij toen nog arm waren toen was Lucienne zoo goed als een ander, maar op het oogenblik, nu wjj rjjk zjjn //Voltooi dien zin niet, vader of gjj doet mjj aan uwe liefde voor mjj twjjfelen stak een hand ter zijnor redding uit en ge heel overgegeven aan de ontembare volks woede, beukte en stampte en martelde het hem, totdat zijne edele ziel tot den Schep per opging. Mathilde beschrijft dit door ons in 't zeer kort b sprokene met haar ongeëven aard talent van te boeien en te penseelen naar waarheid. Haar historische novelle komt De Katholieke Gids zeer ten'goede. Van de hand van den weleerw.zeergel. heer P. M. Bots vinden wij nog in de eerste aflevering eene letterkundige bijdrage over «De Messiade van Klopstock.» Om van deze Messiade een goed denk beeld en overzicht te verkrijgen heeft de geleefde priester eenige fragmenten er uit weergegeven en na een algemeen overzicht verder de inhoudsopgave van eenige zangen. Na op verschillende vertalingen gewezen te hebben, blijft de weleerw. heer Bots die in bet Nederlandsch van den heer Mr. J. Meerman volgen, ofschoon Meer man 's vertaling door hem niet in vele op zichten wordt geroemd. De schoonste en meest belangrijke frag menten uit verschillende zangen der Mes siade worden ten slotte door den weleerw. heer Bots op eene wijze weergegeven, die getuigen van eene diepe studie en in werking voor zulk eene literaire bijdrage. Een kritisch opstel mogen wij dat van M. V. noemen, waarin de schrijver de zang in vele katholieke kerken als eene heilig schennis beschouwt en daarom dan ook zeker aan het hoofd der bijdrage plaatste «Profanatie.» M V. spreekt in volle overtuiging en hoop eene blijde toekomst uit voor de Kerkmuziek, in het volgende «Voorzeker, de uitspraken der hooge Kerkelijke Overheden zijn niet tevergeefsch geweest, de Sint Gregorius-vereeniging heeft niet vruchteloos zoo lang en zoo moeizaam gearbeid, zoovele schitterende voorbeelden zijn niet zonder uitwerking gebleven maar toch hoe verblijdend zouhetzijn, //Twjjfel, als gij wilt, dat is mij hetzelfde. Maar reken er niet op, dat gjj met die straat meid zult trouwen.// //Onthoud dit wel, vadernooit zal eene andere dan Lucienne mijne vrouw worden.// De boer lachte schamper. //Eerst zegt men dat,// zeide hij, //en daarna doet men een goed huwelijk 1 Gij zoudt mij toch niet voor mjjn leven on gelukkig willen maken, vader?// //Laten wjj over iets anders spreken hé zeide Boureille hard. Pjjnljjk aangedaan, zeide Gauthier niets meer tegen. Den volgenden morgen vertrok Boureilie naar Parijs en denzelfden avond was hij reeds terug. //Welnu?// vroeg Gauthier, die hem had hoo- ren binnenkomen. //Niet zooveel als ik gedacht had Juist honderd vijftigduizend franks.// „Gij moet u wel gelukkig gevoelen, Vader, nu züt gij gebot gen." //Gelukkig, gelukkig,// bromde de landbouwer, /-dat is gemakkelijk gezegd. Hjj heeft bepaald ergens een hoop goudstukken en baakbiljetten verborgen." //Vader, hetgeen gjj mjj gisteren gezegd hebt, heeft een zeer droevigen indruk bij mij achter gelaten.// //Ha, gjj wilt nog eens op Lucienne terug komen? Welnu,ik bljjt bjj hetgeen ik gezegd heb.// //Dat kan niet waar zjjn ik heb haar zoo lief. Zjj maakt mjja gansch geluk uit.// //Nooit, hoort ge, nooit! Verstaat gjj dan uwe taal niet meer?// als overal de Goddelijke schoonheid der ge wijde muziek triomfeerde, als allen erken den hare koninklijke rechten, trachtten te verhoogen haar glan/.enden luister, eerbie dig en ootmoedig bogen voor hare mach tige heerschappij «Eens zal glorievolle werkelijkheid wor den wat thans nog zweeft in nevelen van scboonkeid3-droom, eens moge dit tijd stip niet verre meer zijn zullen alle kin deren der Kerk blijmoedig belijdenik geloof in eene, heilige, Katholieke kunst!» Gedachtig het «elk wat wils» besluit deze aflevering met eene bijdrage van den heer P. N. Brouns over de «Harmonie der Sferen.» Ten slotte geeft deze aflevering van De Katholieke Gids een maandelijksch «Politiek Overzicht» en eene «Boekrecensie» van M. V. waarin de critiek zich niet onbetuigd laat. Niettegenstaande alle geruststellende be richten die aan de Regeering te Madrid wor den gezonden is het nog verre van rustig op het eiland Cuba. De New-Yorker World meent te weten, dat Maximo Gomez, de aanvoerder der Cubaansche opstande lingen, kalm den loop der gebeurtenissen afwacht. Cuba zal door Spanje verloren worden, is zijn meening, hetzij zulks dan geschiedt door verkoop of in een oorlog met de Vereenigde Staten. Volgens hetzelfde blad bedraagt het aan tal opstandelingen 30,000 van wie zich 10,000 in het Oostelijk deel van het eiland bevinden. In de Belgische mijndistricteu heerscht opnieuw onrust. De mijnwerkers te Charleroi zijn weer aan het werkstaken, zij hebben zelfs hier en daar baldadigheden gepleegd waarbij de gendarmen moesten optreden om de orde te herstellen. Het is den revolutionnair Kossuth niet i gelukt de onafhankelijke partij iu Houga- j Beide mannen zagen elkander strak aan de I woede maakte zich van hen meester, maar geen i van beiden sprak meer een wuord. De Boureille, die pas gestorven was, bezat in zjjne kamers, rue Croix des-petit champs, eenige 1 wel niet weelderige maar zeer comfortable meu belen. Toen de zaken betreffende de erfenis ge regeld waren 't geen niet lang duurde, daar de oveiledene geen schulden naliet liet de vader van Gauthier deze meubelen naar les Ber- nadettes overbrengen. Op Bernadettes waren nog drie of vier vertrekken, die sedert lang Diet meer waren gemeubeleerd, daar Boureille in een kommer oogenblik, de meubelen had moeten verkoopeD ;n die kamers zette hjj al hetgeen hij uit Parijs had laten overkomen, j Voor de erfenis zag Boureille weinig men- schen. Wjj zeiden reeds, dat hij een zonderling was, die niet altijd geheel wél was bjj het hooid. Na de erfenis zag hjj niemand meer. 1 Hjj leefde als een kluizenaar en ging nooit uit. Dagen achtereen kon hij met gerimpeld voorhoofd, starende blikken, altjjd met een en dezelfde gedachte bezield, rondloopeD, zonder een woord tot zjjue lieden of Claudine te richten. Claudine had reeds tot Lucienne gezegd: //de baas zal nog krankzinnig worden.// Het was de waarheid, Boureille werd langza merhand waanzinnig. Twintigmaal per dag riep hjj, terwijl hij tusschen de nog niet aan kant gezette meubelen en snuisterjjen rondliep, welke uit dj nalatenschap zjjns broeders kwamen //En de schat waar is die? waar is de schat?// Overdag stelde hjj zich tevreden met ernaar te kjjken, vreezende dat iemand, die over de plaats rije iu eendrachtig verzet te brengen tegen de Regeering. Bij eene door hem gehouden vergade ring schitterden de voornaamste leden der partij door hunue afwezigheid, omdat hij aan het knoeien is gegaan, achter den rug der andere leiders, met baron Ban f f y, den Hongaarschen premier, die door da onaf hankelijkheidspartij zoo heftig wordt be streden. Eene scheuring in de partij zal het onvermijdelijk gevolg zijn van K o ss u th's optreden. De gespannen toestand in het parlemen taire leven van Hongarije beeft dan ook aauleidiug gegeven tot twee duels tusschen afgevaardigden. Bij het duel G a j ary-Ra- kovsky kreeg de eerste eene verwonding aan de hand bij het duel tus»chen graaf Stefan TiszaenLodevvijkOlay werd den laatste het neusbeen verbrijzeld. De Duitschers hebben in China zonder bloedvergieten vasten voet gekregen. In eene extra-uitgave van den Reichsanzeiger wordt het volgende bekend gemaaktOver het afstand doen van Kiaotschau is eene overeenkomst getroffen tusschen de Duit- sche en de Chineesche Regeeringen in den vorm van een pachtovereenkomst voor lan gen termjjn. Het gebied, dat wordt afge staan, is eenige vierkanfe mijlen groot. De Chineesche Regeering staat gedurende den tijd, dat bet contract geldig is, zijn souve- reiniteitsrechten af aan de Duitsche Re geering. Iu geval Kiaotschau niet geschikt blijkt, zal een ander punt van de kust aau Duitschland worden afgestaan. De Duitsche kruisers Deutschland en Ge- fionop weg naar China, waarover prins Hein rich het bevel voert, zijn te Port- Said aangekomen. Nu de hooggeplaatste personen, betrok ken in het Panama-proces door de Rechtbank te Parijs zijn vrijgesproken, is de verdwe nen senator Naquet weer te voorschijn gekomen. Hij schijnt moed te hebben ge put uit de vrijspraak der beschuldigden eu heelt zich ter beschikking van de Justitie gesteld. De Voorzitter van het Hof van Cassatie te Parijs mr. Q ues n ay de Ba u r ep air e, heelt den Minister van Justitie verzocht ging, hem zou bemerken maar 's nachts, dan stood hjj op, liep de vertrekken op en neer om zich te overtuigen dat men hem niet bespiedde; zette dan een kandelaar in den hoek en onder zocht een voor een al de meubelen, eene bezig heid, die hij vruchteloos wel tienmaal herhaald had, maar steeds weder opnieuw aanving. Hij boorde, nam alles zooveel mogelijk uit elkander en dikwijls werd hij dcor de morgenschemering verrast, als hij nog hijgende, uitgeput, met oogen met bloed beloopen aan het werk was, Dan legde hij zich weer ter ruste en zeide „morgen begin ik weer. ik moet het vinden en zal het vinden ook!" Eens op een morgen waren de arbeiders naar het veld gegaan. Men liad den baas niet ge zien, maar niemand bekommerde zich daar meer over. Men kende nu zijne zonderlinge gewoonte. De uren verstreken, de zon stond reeds hoog aan den hemel, maar Boureille had zich nog niet laten zien. Clandine was alleen op de hoeve. Ten slotte klopte zjj, verschrikt dat zjj den meester nog niet zag, op de deur van het ver trek, waarin hjj nu voortdurend aanwezig was. Niemand antwoordde; haar angst werd grooter. De kamer bevond zich op de benedenverdie ping, maar niet geljjkvloers met de binnenplaats; de benedenverdieping was zeer hoog, bijna ter hoogte van een eerste étage, zooriat Claudine niet door de vensters naar binnen kon kjjken. Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1898 | | pagina 1