NIED W B V)ag6laó voor cfëooró- on S/uió-aCollanó. De Volks-Badinrichting. jyo. 2889 Zaterdag 22 Januari 1898. 22ste Jaargang. BÜITKMiAJS I), feuilleton. DE TWEE WEEZEN. Engeland. Frankrijk. ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Haarlem Voor de overige in plaatsen in Nederland fr. p. p. Voor het buitenland Afzonderlijke nummers Dit blad verschijnt dagelijks, behalve Zon- en Feestdagen. BUREAU: St. Janstraat Haarlem. 1,10 «1,40 «2,80 «0.03 AGITE MA NON AGITATE. PRIJS DER ADVERTENTIEN. Van 16 regels50 Cent Elke regel meer71/» Groote letters -worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant. Redacteu r-TJ itgever, W. KüPPERS. Hadden wij is een onzer vorige artike len gelegenheid, te herinneren aan den kor ten levensduur en het snelle verval van de ultra-radicale partjj in de Spaarne-stad, op het uiteenspatten eener fractie wereldher vormers, die zonder kalm overleg en ver standig beleid aan het werk toog thans zij het ons vergund, de aandacht te vestigen op eene zaak, die door haar in het vooruitzicht gesteld en door bezadigder lieden overge nomen, welhaast in vervulling zal komen. Bedoeld wordt de Volks-Badinrichting voor welks bouw de eerste spade thans in den grond is gestoken. De Haarlemsche afdeeling van de Noord- Hollandsche Vereeniging «Het Witte Kruis» heeft de stichting ervan ter hand genomen. Weet gij, geachte lezer, wat het «Witte Kruis» in het algemeen bedoelt, welk edel streven ten grondslag ligt aan de oprich ting de/er Vereeüiging? Haar doel is, samenwerken tot het af weren en beteugelen van besmettelijke ziek ten, het verleenen van hulp bij epidemiën en gewone ziektegevallen en het helpen bevorderen der algemeene gezondheidsbe langen. In tegenstelling met de Vereeniging «Het Roode Kruis», welke hare tenten doet ver rijzen op het bloedig oorlogsveld, hare broe ders en zusters als zegenende Engelen zendt te midden van wreed verminkte krijg-lie- den, om hulp en bjjstand te bieden en alzoo in hare erbarmende liefde de gansche mensch- heid omvat, heeft het «Witte Kruis» een bescheidener kring tot haar arbeidsveld gekozen. Bescheidener, doch daarom niet minder lofwaardig. En of nu de stichting van een Volks- Badinrichting bevorderlijk kan zjjn aan de algemeene gezondheidsbelangen en aldus zegenend kan werken voor dat deel der bevolking, wier belangen men zoo gaarne voorstaat? Wie zal het durven ontkennen? 18 Vervolg.) De binnenplaats der boerderij baadde zich in het lichtde zon scheen helder, zij wierp hare gloeiende stralen, evenals in Juli en Au gustus, tot in de kamer, welks vensters waren dichtgemetseld. Op zijne langzame wandeling ging de Rechter voorbjj Montmayeur. //Kijk eens,// zeide hij, op Boureille wijzende, //hoe zonderling het licht op dit gelaat valt. De oogen schijnen zich te openen, de wangen worden rood zonder dat bloed zou men zeggen, dat de arme drommel slechts sluimertdat hij op het punt is te ontwakenom ons het geheim mede te deelen, dat wij nasporen. O, gelukkig is zulks niet het geval en hij zal niet meer spreken. Neen, dat zou te gemakkelijk zjjn het gerecht zal wel voor hem in de plaats treden." Plotseling hoorde men eenige kreten opgaan uit de menigte, die voor de boerderij verzameld was en een jongeling stoof met ontsteld gelaat de kamer binnen, waar het onderzoek plaats greep. Het was Gauthier, Boureille's zoon, dien men gewaarschuwd had. Hij ziet niemand of niets -om zich heen. Gelukkig kenuen wjj in onze stad niet de algeheele vervuiling, welke in de groote steden, Londen, Parijs en Amsterdam, in stegen en sloppen te aanschouwen valt; die den mensch, het pronkstuk der Schep ping, maakt tot een afzichtelijk wezen. Doch te wasschen en te boenen valt er nog heel wat. Te wasschen ook aan het lichaam. Onze vaderlandsche dichter H e ij e heeft ergens gezongen Een Hollandsch kind, dat is bekend, Yindt in de zee zijn element. Hjj heeft daarmede ongetwijfeld in her innering willen brengen de roemrijke da gen uit een grootsch verleden, toen Jan maat Neerland's driekleur deel wapperen op alle zeeën der aarde en de bezem in den mast moest aanduiden, dat de helden der Republiek den oceaan van vijanden had den schoongeveegd. Geenszins zal hij heb ben gedacht aan den onbedwingbaren lust van het Hollandsch kind, om zich nu en dan eens onder te dompelen in de zilte golven en de matte leden te stalen Joor een verfris- schend bad. Want die lust is, o zoo gering. De vreemdelingen zeggen, dat wij Neder landers een afkeer van het water hebben. Misschien is dat wel zoo. Vraag u eens af, of de cultuur der huid wel een punt van uwe ernstige zorg uitmaakt. Ziet er uwe ondergeschikten eens op aan. De besten niet te na gesproken, maken zij stellig niet altjjd den indruk op u, rein te zjjn naar het lichaam, rein van top tot teeuen. In de werkplaatsen blijven de gelegen heden om zich te wasschen, om zich te ontdoen van het stof, dat onder den ar beid aangezicht en handen is gaan bedek ken, te dikwijls onaangeroerd. Hoor de onderwijzers der scholen klagen over de slechte verpleging der huid bij vele hunner leerlingen, over de onvoldoende verzorging van het hoofd, de handen en het aangezicht. En nu weten wjj wel,daterop de wasch- tafel van velen en in het bjjzonder op die Voor hem is er in dit vertrek slechts één enkel bloedig, levenloos voorwerphet ljjk van zijn armen ouden vader. Hjj valt op de knieën naast Boureille neder zonder te weenen heft diens hoofd op en kijkt hem strak in het gelaathjj spreekt geen woord de tanden zijn op elkander geklemd. Dit somber tooneel duurt geruimen tijd en maakt op de oms anders een diepen indruk somtijds is zulke stomme droefheid, welke zich noch in tranen, noch in snikken of eene be weging uit, doodeljjk. Moraines naderde Gauthier en zeide met goedheid //Mjjnheer, wees sterk, wees moedig 1// Hjj hoort hem niet, zijn oogen zjjn strak op die van zijnen vader gevestigd en kunnen zich daarvan niet afwenden. n Wij zullen uw vader wreken, mijnheer, reken op ons," fluisterde de Rechter hem in het oor. Dit woord doet Gauthier uit zjjn verdooving ontwaken. «Kent gij den ellendeling //Neen, nog nietmaar toch zeg ik u, dat gij kunt hopen Montmayeur is niet aangedaandeze kinder- ljjke wanhoop ontroert hem niet. Hij is zichzelf volkomen meester en luistert aandachtig toe. Onwillekeurig valt zijn oog op een groote tafel, die tegen den muur was omgevallen. In den korten tjjd, waarn hjj den moord gepleegd had, op dat oogenblik dat Boureille met de kaars in de hand verschenen was, had hjj alles rondom zich gezien en het beeld der van den werkman en des werkmanskind een incompleet is in de hulpmiddelen, die den meergegoede ten dienste staan bij de schoonmaak van het lichaam, doch aan wa ter heeft niemand gebrek. Van den hemel valt het neder in klet terende stroomen, uit de aarde borrelt het op, in beekjes en stroomen kabbelt het in vroolijke golfjes. Straks als de Spaarnestad trotsch kan zijn op haar eigen waterleiding, zal het door een kunstig net van buizen rijk en arm bereiken het kristallijnen vocht, een schat van Holland's duinen. Voorzeker, wie de vunzigheid van lijf en leden wil ver- schoonen met te wijzen op gebrek aan wa ter, hij misl eidt u. Zorgeloosheid of onkunde en in het ergste geval eene zekere traag heid en vadsigheid zjjn de ware oorzaken. Onkunde ook. De belangrijke rol, welke de huid vervult bij de zoo samengestelde verrichtingen van ons organisme, zijn niet allen bekend. Hoevele ziekten zouden achterwege blij ven, indien meer algemeen de heilzame in vloed van het water werd begrepen. Daarom hulde aan de mannen, die in dezen trachten naar verbetering. Wanneer na eenige maanden, met het komen van de lente, aan den Koudenhorn te Haarlem, dicht in de nabijheid van onze groote industrieële werkp'aatsen van de Holl. Spoorweg Maatschappij, van de Wei f «Conrad» en van de etablissementen der heeren Beijnes en Jacobs, het eerste Volks-Badhuis zal zijn verrezen, kan dit velen ten zegen zijn. In den gevelsteen beitele men dan deze gulden waarheid tMens sana in corpore sano d. i. Een gezonde ziel woont slechts in een gezond lichaam. Aan de werkstakingen in Engeland schijnt nu toch eindelijk een einde te komen. De minste voorwerpen had zich in ééne seconde met verwonderljjke juistheid in zjjn geheugen geprent, en hij herinnerde zich zeer goed, dat «lie tafel toen niet omgeworpen was. Zjj stond toen overeind niet ver van de deurtoen hij op handen en voeten al tastende in de duister nis was voortgekropen, had hij nog een der pooten aangeraakt. [Jij had gezien hoe Boureille daarop ertegen aan had gestooten bij het achteruitloopen, toen Montmayeur op hem afkwam, Op datzelfde oogenblik had de ongelukkige geroepen //een dief, een dief \n Waarom was die tafel omvergeworpen Hoe was zulks gekomen? Wat was er voorgevallen? Het was voor hem een vreeseljjk raadsel. De zonnestraal, die het lijk had beschenen, is van plaats veranderd; hjj wordt steeds langer naarmate de zon daalt, en beschjjnt nu de ruimte, die tusschen de tafel en den muur is openge bleven. Montmayeur kijkt werktuigeljjk dien kant uit. Hij had bloedsporen langs den muur meenen te bespeuren, plotseling buigt bij zich voorover, met moeite een kreet van ontzetting onderdruk kende, want hij meent letters te onderscheiden de eersteaan het einde van den muur, nauwelijks achter de tafel verborgen en bijna voor iedereen zichtbaar. Deze letters vormen een woord ,.Jan Hjj heeft het goed gelezen. Hjj zou, om het overige te ontcjjferen, zich over de tafel hebben moeten heenbuigen. Dat durft hjj echter niet, omdat Gauthier van werklieden in het machinevak namen den eisch van den acht- uurswerkdag terug en de patroons behouden het volkomen beheer van orde in de fabrieken. Maandag zullen de werkplaatsen worden heropend en heffen de patroons het lock out oo, In den vorm is dit eene tegemoet koming van de fabrikanten. Te Londen heerscbt, volgens het Bri- tisch medical journal de influenza. In de vier weken van 15 December 189715 Januari 1898 bedroeg het aantal sterfge vallen resp. 17, 15, 29 en 43. Van deze 43 personen wareu er 5 beneden 5 jaar, 14 van 2060 jaar en 24 van meer dan 60 jaren. Hieruit blijkt, zegt het blad, dat de influenza vooral noodlottig is voor ouden van dagen. Twee Parijsche bladen de Temps en het Journal des Débats dringen er op aan om de zaak Dreyfus voorshands ter zijde te stellen, wijl zij de openbare meeniog ver giftigt. Laat men aan de Republiek luidt het dit offer brengen. Deze twee Republikeiusche organen zien de toekomst hunner zaak duister in. Zjj wijzen op het naderen der verkiezingen en verklaren ronduit: wij krijgen last met den Dreyfus rommel. Nu heet het, dat de zaak-Dre yf us een particuliere zaak der Justitie is, die slechts haar aangaat. Laat ons zwijgen derhalve, althans pauseeren! Laat het uit zjjn, en laat ons niets meer zeggen, niets meerdoen, dat den duur der koortsziekte, die onder ons uitgebroken is, kan verlengen. Heel lief van de Temps en het Journal des Débatsmaar het is te laat! De harts tochten zijn opgezweept. Z o 1 a met zijn ge- heelen aanhang hebben zich misrekend. In plaats vau te triomfeeren heeft het Fran- sche volk hun den rug gedraaid en luide klinkt het geheel Frankrijk door: «Weg met Zola!» De joden die in den laatsten tijd in de Fransche Republiek zich machtig hebben gemaakt en het D r e y f u s-syndicaat steun den, hebben daardoor het volk de oogen geopend en onmiddellijk hief men het: «Weg met de jodenaan. Dat de Temps en het Journal des Débats reeds een vooismank genieten van de dingen diekomen kunnen, laat zich begrijpen. Eene zaak vreezen wij en dat is dezeDe goed- tjjd tot tijd zijn blik op hem vestigt, omdat ook de anderen hem tusschenbeide aanzien, en men, wanneer men hem bemerkte, zou willen weten wat hjj zocht, naderbj' zou komen en alles ont dekken. Maar beboeft bij ook meer te weten P Kon hij het niet raden? O, zjjn instinkt bad hem reeds gezegd, dat er iets ernstigs was voorgevallen gedurende het korte oogenblik, dat Boureille weder tot bezinning was gekomen. Het slachtoffer had zich willen wreken! //Neen, ik heb verkeerd gdezen,// mompelde hij //ik verbeeld mjj letters te zien en het zijn slechts eenige vlekken En hij haalde de schouders op. Tevergeefs poogde hjj zich gerust te stellen het zweet druipt hem langs de haren af en met schrik staart hij naar den zonnestraal, die alles schijnt te willen verlichten om hem in het ver derf te storten. Driftig maakt hij de deur dicht. Deze beweging is ondoordacht, ODzionig. Ter stond berouwt zij hem dan ook, want iedereen keert zich naar hem toe. „Nu kunnen wjj niets meer zieD, Montma yeur,// zeide de Rechter, //wees zoo goed de deur weer te openen Waarom blijft gjj daar, wanneer de zon u hindert? Kom hier bij ons.// De deur wordt weder geopend, opnieuw schijnt de zon langs de tafel, verlicht schitterend het uiteinde van den muur, waar het bloedige op- sehrifi aanvangt. {Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1898 | | pagina 1