N I
E
S)agËlaó voor tfflooró- en SZuió
Rotterdamsche Brieven,
No. 2891
Dinsdag 2 5 Januari 1898,
22ste Jaargang,
BÜITEJNLAN D.
Per 3 maanden voor Haarlem ƒ1,10
Voor de overige in plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,40
Voor het buitenland2,80
Afzonderlijke nummers0.03
Dit blad verschijnt
dagelijks, behalve Zon- en Feestdagen.
BUREAU: St. Janstraat Haarlem.
50 Cent
77»
Van 16 regels
Elke regel meer
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant.
Redacteu r-U itgever, W. KüPPERS.
XXXIII.
De goede zorgen onzer stadsregeerders
hebben ons gebracht in nood en drukde
jammerlijke gevolgen der nieuwe straatver
ordening op bet schrobben doen zich maar
al te zeer gevoelenRotterdam is een
groote modderpoel. De laatste dagen had
het nogal geschikt, doch thans, nu den ge-
heelen dag de regen bjj stroomen gevallen
is, zal het weer dagenlang een waagbal-
serig pogen zjjn om, vooral bij avond, eene
wandeling door de stad te maken. Oude
menschen gljjden herhaaldelijk uit op de
glibberige, met eene dikke, vette slijklaag
bedekte straten en ongelukken zjjn daar
van al meermalen het gevolg geweest.
Wat moet toch een vreemdeling, hier ver
toevende, wel denken van de hooggeroemde
Hollandsche zindelijkheid Want niet al
leen op straat, ook in de huizen kleeft het
sljjk aan gangen en trappen en vloermat
ten en kleeden, tot groot verdriet onzer
ziDdeljjke huisvrouwen. Wie echter plei-
zier in dien modderpoel hebben, dat zijn
vooral de borstelmakers: een onzer dag
bladen heeft tenminste al de berekening
gemaakt, dat Rotterdam na het in werkiDg
treden der verordening het grootst aantal
schoen- en kleerborstels verbruikt van alle
plaatsen ter wereld! Het ergst zjjn eraan
toe, de bewoners van nauwe stegen en
sloppen, van gangen, zoo nauw, dat twee
menschen er elkander slechts moeieljjk
kunnen passeeren, waar uit vuile krotten
voortdurend de walgelijkste geuren op
stijgen en de bedorven lucht blijft hangen
tusschen het waschgoed, dat hangt op tou
wen, gespannen dooi de bewoonsters der te
genoverliggende huizen. Dat deze gangen,
nu ze niet meer mogen geboend worden,
verzamelplaatsen worden van allerlei vuil,
hoogst schadelijk voor de gezondheid, valt
licht te begrjjpen. Wel is waar worden
deze armeljjke buurten langzamerhand op
geruimd en door fatsoenlijke straten van
FE U1LLETON.
DB TWEE WE EZ EN,
Vervolg.)
/Neen mjjnheer,# zeide Claudine. „Boureille
was van een weinig mededeelzamen aard, toen
hjj nog arm wassedert dij een vermogend
man was geworden, is dat er niet op verbeterd
Dagen gingen er voorbij, zonder dat hij het
woord tot mij richtte. Overigens was hij oot
niet volkomen meer bij zjjn verstand. Dikwijls
was hij werkeljjk krankzinnig, zoo zelfs, dat
hjj mjj niet herkende. Later werd hij dan weder
om rustiger. Gisteren, bijvoorbeeld, was hjj vol
komen kalm geweesthjj scheen zelfs vrooljjker
gestemd dan anders, want ik heb hem zien
glimlachen. Sedert die noodlottige erfenis was
dit de eerste maal dat hem zulks overkwam./'
vGij hebt des nsc'nts niets gehoord
vNiets, maar den vorigen nacht had men de
ladder verzet, waarmede ik naar mjjn kamertje
klim daar ik mij het laatste ter ruste begeef
en het eerste op ben, kan zulks niet iemand
van de boerderij hebben gedaan."
//Deze verklaring is van gewicht. Wat is
uwe meening P//
vlk vermoed, dat men naar binnen is willen
komen door de vensters der kamer, waarBou-
reille zijn goud verborgen had. Men had er
niet op gerekend, dat die vensters juist den
zelfden dag dichtgemetseld waren geworden.//
arbeiderswoningen vervangen, maar er zal
nog menig krot moeten worden opgeruimd
eer men zal kunnen zeggen, dat nu het
laatste tegen den grond ligt.
Stalhouders, melkverkoopers en andere
neringdoenden en in het algemeen zij, wier
gereedschappen een met veel water voort
durend zindelijk houden eischt, ziju met
de verordening al heel weinig ingenomen,
vooral, wanneer ze voor dergelijke bezig
heden geen geschikte ruimte hebben en
gewoon waren hunne gereedschappen op
straat te reinigen. Sommigen hebben dan
ook reeds vergunning aangevraagd en ver
kregen om dit te mogen blijven doen, doch
toen deze goedertierenheid van ons ge
meentebestuur ter oore van het groote pu
bliek kwam, regende het natuurlijk soort
gelijke aanvragen en toen hielden de heeren
zich voor 't vervolg gemakshalve Oost-
Indisch-doof. Dit was misschien nog 't
beste, wat ze doen konden. Nu wordt er
natuurlijk geprutteld van «een schreefje
vóór hebben» en zoo al meer, en dit is
geen wonder.
Een onzer Wethouders, een wijnhande
laar, die eerst ijverig heeft meegeholpen
om de verordening erdoor te halen, is nu
druk bezig met handteekeningen te verza
melen voor ren adres aan het Dagelijksch
Bestuur tot het verkrijgen van vergunning
voor heeren collega's ik bedoelcol
lega's wijnhandelaars om bij het rei
nigen van vaten niet angstvallig te behoeven
toezien, dat geen druppeltje water de straat
besproeit
Maar om nu nog eens op de vuile stra
ten terug te komen, een last, waaronder
alle Rotterdammers de zuigelingen na
tuurlijk uitgezonderd gebukt gaan: men
wil nu, om daarin eenige verbetering te
brengen, op een pasgedempt stuk stadssin
gel proeven nemen met hier nog niet als
bestrating gebruikte steensoorten. Of het
helpen zal? We willen het hopen!
Van eene modderquaestie tot eene mu
zikale is een groote sprong, doch die
//Ontving Boureille dikwijls bezoek?-'
//Neen.//
//Den laatsten tjjd ook niet?"
//In den laatsten tjji zijn er slechts twee
personen op de boerdorjj geweest, ten minste
die ik gezien heb.//
„Wie waien dat
//Michel Doriat, die verscheidene malen kort
op elkander gekomen is, ja, bjjna dagelijks
gisteravond kwam hjj nog met zonsondergang
tegen acht uur
De Moraines schreef hetgeen hjj hoorde op.
//Wat wilde hjj
//Dat weet ik niet."
//Kende hij Boureille goed
//O, ja, zjj waren boezemvrienden,//
//Gij spraakt zooeven van twee personen,
Wie was de tweede
Claudine wendde zich langzaam tot Mont
mayeur.
»Dat was de heer Jan De Montmayeur,#
zeide zij.
De Rechter keek verwonderd op.
//Wel,// zeide hij, //kendet gij dien armen
drommel
„O, als buurman. Ik heb tweemaal iets met
hem te maken gehad."
//Hoe dat zoo
//De eerste maal, nu drie of vier jaren ge
leden, hebben wjj eenige stukken land van
hem gekocht, die aan onze fabriek grensden.//
»En eergisteren
„Dezelfde reden. Ik wilde het land van hem
koopen, dat van de Noordzijde aan het onze
grenst, om daar schuren op te zetten.#
eenmaal gedaan hebbende volge hier de
mededeeling dat er bij ons plannen bestaan
tot samenstelling van een groot, een enorm
groot mannenkoor, dat zich zal doen hoo-
ren bij gelegenheid der Inhuldigingsfeesten.
Dit koor zal altijd wanneer genoegzame
deelneming het plan mogelijk maakt
zingen onder leiding van den heer H. van
Leeuwen, den hoogst verdienstelijken or
ganist der Sint Dominicuskerk alhier. Het
is voorzeker een prachtig idee. We hebben
hier veel goede krachten ouder de leden
der verschillende zangvereenigingen ook
kunnen de zangers onzer kerken hier uit
stekende diensten bewijzen. In den heer
van Leeuwen als leider van zoo een koor
heeft men eene uitstekende keuze gedaan:
zoo iemand, dan is deze degelijke, beschei
den musicus, de hoog-muzikaal ontwikkel
de directeur der zangvereeniging Amphion
hier de rechte man op de rechte plaats en
zoo bij de plechtige gelegenheid door
het koor eene compositie van den talent
vollen componist zelve mocht worden uit
gevoerd, zou dit ongetwijfeld aan den meer
deren luister der feestelijkheid ten goede
komen.
Nu ik toch zoo over muziek in Rotter
dam aan 't praten ben, wil ik nog even ver
tellen vaü een muzikaal genot, dat ons
binnenkort te wachten staat, namelijk eene
uitvoering van het Utrechtsch Palestrina-
koor onder leiding van den heer Jos.
Yr a nek en. In de volgende maand zul
len deze dames en heeren zich hier doen
hooren als nu de Rotterdammers maar
door het nemen van een flink aantal toe
gangskaarten blijk geven van hunne be
langstelling in de zaak, want anders vrees
ik, dat het mooie plan nog wel eens in
duigen zou kunnen valleu 'c zou niet de
eerste maal zijn! De schoone kunst wordt
hier altijd veel concurrentie aangedaan door
gelegenheden als daar ziju het spectacle
concert in het circus Variété, het dames
orkest van café Pschor, het café-chantant
Flora, de kluchtspel-vertoonende schouw-
//Ea zijt gjj met hem eens geworden
//Neen, Boureille vroeg een buitensporigen
prijs
//Was hij toen bjj zijn volle varstand?//
//Ja, dat geloof ik wel, maar ik voud hem
toch erg opgewonden.//
De Moraines wendde zich weder tot Claudine
„Hebt gij anders niets mede te deelen, me
juffrouw
//Neen, mijaheer,"
#Gjj kent niemand, die een bijzonderen haat
jegens Boureille koesterde; gij verdenkt nie
mand
//Neen.//
//Goed, gij kunt heengaan.'/
De Rechter las deze verklaringen nog eens
na, rangschikte ze en fluisterde den commissaris
van politie eenige woorden in het oor, waarna
deze zich verwijderde.
De zon was ondergegaan, de Rvond viel,
groote kalmte heerschte over het bjjna inge
sluimerde landschap. Montmayeur ontstak twee
kaarsen en plaatste die op de tafel van den
Rechter. Een gerucht deed hem omzien. Gauthier
verscheen bleek en somber in de keuken en keek
hen aan. Montmayeur sprong op en vroeg met
ontstelde stem: //Welnu, wat is er, wat hebt gjj?#
De Moraines zag verwonderd opdoch Gau
thier had niets gehoord.
Hjj ging in een hoek van het vertrek zitten,
doch nu weende hjj.
Deze tranen doen hem goed, verlichten hem.
nWaaraan denkt gij?" vroeg De Moraines.
//Ik meende, dat die jonge man ons iets
wilde mededeelen.//
burgdirecties en daarbij komt nog een
paardenspel-troep, kersversch gearriveerd
ia het circus... altegaar dingen, zoo ver
leidelijk voor het uitgaand Rotterdamsch
publiek, dat zelfs een Palestrina ervoor
wijken moetEnfin, we zullen maar moed
houden en hopen, dat de Utrechtsche zan
geressen en zangers in staat zullen zijn,
hun plan ten uitvoer te brengen.
Frankrijk.
Het Fransche volk is meer dan opge
wonden. Duels hebben plaats van voor en
tegenstanders der D r e y f u s-zaak, waarbjj
de journalist A j al bert werd gewond.
Te Nantes is de schouwburg op last der
overheid gesloten. Dragonders en gendar
men rijden door de straten om de volks-
oploopen uiteen te drijven en het verkeer
in eenige hoofdstraten is zelfs verboden.
De winkels en huizen der Joden worden
bewaakt. Niet minder hartstochtelijk en
opgewonden gaat het er te ltouaau aan
toe, niet minder dan 20 a 25000 menschen
trekken door de straten met het: «Weg
met Zola! Leve Frankrijk en zijn leger!»
Daar is de politie niet bij machte de be-
toogers tegen te houden. Het geheele gar
nizoen is geconsigneerd ia de kazerne en
staat gereed om uit te rukkeu.
Te Reunes zijn de hoogleeraren die op
de lijst van de Aurore ter eere Zola ge-
teekend hadden, uitgejouwd, een van de
professoren werd tot in de gangen van de
universiteit achtervolgd. Van eenige bla
den, die het Dreyfus-syndicaat steunen,
werd een vreugdevuurtje gemaakt.
De anti-semieten hebben de synagoge
willen omverhalen. Gardes te paard dreven
den baldadigen troep uiteen. Zeventien lie
den werdeu gearresteerd en daarvan hadden
er veertien knuppels ot stokken met loo-
den knoppen bij zich.
Oostenrijk-Hongarije.
Uit Weenen schrijft Mark Twain aan
een vriend te New-York over de valscbe
geruchten die over hem zijn verspreid
«Er werd bericht, dat ik ernstig ziek
was het was iemand anders toen heette
het, dat ik op sterven lag weer iemand
//En wat zou hjj weten?//
//Dat kan ik u natuurljjk niet zeggen.//
//Wat ziet gjj bleek. Gevoelt gjj u niet wel
„Ik? Kom toeh en hij begon hardop
te lachen, maar hield de oogen neergeslagen.
De commissaris van politie kwam terug,
Hjj was vergezeld van Doriat, den bloemkwea-
ker, dien hij was gaan halen. Doriat was geheel
ontroerd en bij het binnentreden van de keuken
zochten zijn blikken werktuigeljjk om zich heen
daarna vestigde hij ze strak op de kamer, waar
het lijk zich nog bevindt,
V.
Den vijfden Mei, des avonds om acht uur,
den dag, waarop de schul 1 bekentenis aan Yir-
louvet, bjj Doriat was aangeboden, doeh onbe
taald teruggezonden had Maria Doriat, door
een voorgevoel gedreven, tot haren man gezegd
//Ga Boureille nog eens bezoeken en waag
eene laatste poging. Gjj komt met het geld terug
ik zeg het u 1
Doriat was heengegaan door den motregen,
die nog steeds viel.
Boureille zat zich bjj een grooten haard te
warmen, die een geheele zjjde van het vertrek
besloeg.
Toen Doriat binnenkwam, bleef hjj bewuste
loos op dan drempel staan, zonder naderbij te
durven komen.
(Wordt vervolgd.)
ABONNEMENTSPRIJS
PRIJS DER ADVERTENTIEN.
AGITE MA NON AGITATE.
20