E ïïagdlaó voor tSfëooró*en DeH. Stoel in geval van oorlog. No. 2893 Donderdag 27 Januari 1898 22ste Jaargang, BUITENLAND, DB TWB^ WEEZEN, Frankrijk. Italië. Duitscliland. ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Haarlem Voor de overige in plaatsen in Nederland fr. p. p. Voor het buitenland Afzonderlijke nummers Dit blad verschpnt dagelijksbehalve Zon- en Feestdagen. BUREAU; St. Janstraat Haarlem. ƒ1,10 «1,40 «2,80 «0.03 AGITE MA NON AGITATE. PRIJS DER ADVERTENTIEN. Van 1—6 regels50 Cent Elke regel meer71/» Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant. Redacteu r-U itgever, W. KüPPERS. Onder bovenstaanden titel bevatte de e Vo ce della Verita> onlangs een artikel, het welk blijkbaar niet tot den gewonen inhoud van genoemd blad te rekenen is, maar, ten minste wat den inhoud betreft, van hooger- hand afkomstig is. Op de «duistere en ingewikkelde» vredes onderhandelingen tusschen Griekenland en Turkije heenwijzend, beduidt de vervaardi ger van genoemd artikel, dat de eendracht onder de Europeesche Grootmachten in gee- nen deele groot genoeg is, om de mogelijk heid van een ontzaglijken oorlog tusschen hen buiten te sluiten. En dan werpt dezelfde schrijver de vraag op, in welken toestand de H. Stoel zich wel zoude bevinden, ingeval Italië in zulk een oorlog verwikkeld werd. Het listig ver raad van 1870 heeft deze quaestie niet op gelost en de diplomatie heeft die quaestie tot dusverre in onzekerheid gelaten. Zoolang er een algemeene vrede heerscht, is de oplossing van die quaestie minder dringendbij zekere gelegenheden, zooals bijvoorbeeld bij het bezoek van vreemde vorsten, kunnen er spitsvondige uitwegen worden gezocht, ten einde moeilijkheden te ontwijken. Maar hoe zal in geval van oor log de toestand zijn van eene stad, in welke twee souvereinen hun vorstenzetel hebben, wanneer de ééne souverein aan den oorlog deelneemt en de audere weerloos, krach tens zijn goddelijk ambt een vredevorst en aan de geschillen tnsschen de volkeren, onder zijn vaderlijk en herderlijk gezag staande, geheel vreemd is. De schrijver van genoemd artikel zegt verder, dat de overweldiging van 1870 Rome van rechtswege tot eene neutrale stad gemaakt heeft, hetwelk Rome ook bljjven moet in geval van oorlog, nadat Italië zelf de aanwezigheid van twee souvereinen er kend heeft, van welke twee souvereinen ieder zjjn eigen jurisdictie-sfeer bezit. Voor deze neutraliteit spreekt ook het FE UILL ET O A'. 22 Vervolg Toen Doriat de keuken binnentrad, bleef Lu- cienne een oogenblik als verstijfd op den drem pel staan, maar door de half geopende deur werd ifj Gauthier gewaar, die zich voor de eerste maal van het lijk zijns vaders verwijderd had. Toen bedwong zij hare aandoening en ging naar binnen. «Wat wilt gij,// vroeg de Rechter, //wat is er van uw verlangen?» Zij gaf geen antwoord. Gauthier had haar herkend en strekte, in tranen uitbarstende, de armen naar haar uit. Zij wierp zich daarin en de doodsche stilte in de keuken werd slechts door de snikken der beide jonge lieden onderbroken. Zich tot mjjnheer De Moraines wendende, zeide Doriat: //Het is mjjne pleegdochter, Gauthier's ver loofde.// Al de aanwezigen eerbiedigden deze droefheid. Montmayeur had in een donkeren hoek van het vertrek plaats genomen, slechts spaarzaam door twee kaarsen verlicht. Hij was bij het binnentreden van Lucienne zwaar op den stoel neergevallen, zjjn handen beefden, zfn vingers wrongen zich om elkander, zijn oogen stonden dof, terwijl hij zijn blik niet van het jonge meisje kon afwenden. feit, hetwelk geheel nieuw is in de wereld geschiedenis, dat n.l. in één en dezelfde stad twee van elkaar verschillende diplo matieke lichamen zich bevinden. Het is dringend noodig, dus vervolgt de schrjjver, om de zóólang in onzekerheid gebleven quaestie eindelijk te beslissen, omdat elk oogenblik de noodzakelijkheid zich kan doen gelden. In welken toestand zou de Paus, de al gemeene Vader van alle Katholieke Chris tenen, de beschermer van den vrede, zich bevinden, wanneer Italië in een Europee- schen oorlog verwikkeld werd? Welk zou het lot zijn van de bij den Paus geaccrediteerde gezanten van de tegen Italië oorlogvoerende Mogendheden Zij kunnen niet aan de willekeur van den vijand prijsgegeven blijven, en van den anderen kant kunnen zij ook niet hun post bp den H. Vader verlaten, zonder afstand te doen van hun recht en zonder de wetten en plichten van de diplomatie te schenden. Zou dan de Paus uit Rome moeien vluch ten, ten einde behalve zijn. eigen persoon ook de hem toevertrouwde belanden van de hoogste beteekenis, voor welke belangen hij verantwoordelijk is bij God en bij de menschen, in veiligheid te brengen Dit zou verwarring brengen over de geheele wereld. Vandaar ziet de schrijver van dit artikel de eenige oplossing in de neutraliteits-ver- klaring van de stad Rome. Deze neutraliteit is niet, evenals de neutraliteit van België, Luxemburg, Zwitserland, van het Suez- kanaal, ja zelfs van het genootschap liet Roode Kruisdoor eene internationale wet gesanctioneerd; maar zij is eene gevolg trekking uit den toestand, die door de overweldiging van 20 September 1870 is geschapen. Luitenant-kolonel Picquart, die, door zich met den Dreyfus-rommel bemoeid te Dit was niet de eerste maat, dat bij haar ontmoette. Hij kende baar reeds en beminde haar hartstochtelijk. Zij wist zulks, want hij had het haar geschreven, maar zij had den brief niet ten einde gelezen en hem niet geantwoord. Dit was de eenige zwakheid van dien sterken man hjj bemüde. Hjj beminde met al het vuur, dat in hem was tevergeefs verzette hij zich daartegen, tevergeefs dreef hjj er den spot mede; zjju liefde kwam voortdurend zegepralend en krachtig wederom boven. Nu hjj Lucienne daar zag weenen in de armen van Gauthier, terwijl zij hem met hare tranen in de oogen, nog meer dan anders bewondering afdwong, werd zjjn hart van jaloezie verteerd. Plotseling schoot hem het gezegde te binnen, dat zijn vriend, den Rechter, bij het beschouwen van het lijk OLtsnapt was. //Het helpt den moordenaars niet of zij al geslepen zjjnaltijd hebben zij een zwak punt, waardoor wij hen te pakken kunnen krjjgen.'/ Dit deed hem sidderen want bij gevoelde zich zeer nietig tegenover zijne overweldigende liefde. Zijn geest, zijn verstand, zijn vrees zelfs riepen hem toe: //Bemin niet; dat is uw be houd!// zijn hart antwoordde: //Bemin; dat zal uw verderf zijnEn hij beminde. Langzaam begaven zich Gauthier en het jonge meisje naar de kamer van het slachtoffer. Op dit oogenblik koesterde het onderzoek hun wei nig belang in. Zij dachten slechts aan Boureille. Het schijnt hun heiligschennis toe hem daar zoo alleen in de duisternis te laten liggen, daarom begeven zjj zich naar hem toe. Eensklaps komt Lucienne weder tevoorschijn. hebben in de gevangenis is geraakt, ligt thans,volgens Le Siècle,ziek in Mont-Valerien te Parijs. De Overste moet geheel van streek zijn en koortsen hebben hem aangeoakt. In Schifanoia bij Narni, Italië, woont de landbouwer VittorioSamiano, 37 jaar oud, met zijne vrouw, zijn zoon en zijn ouden vader, die al 83 jaar is. Deze laatste nu had een zeer goed leven bij zijn zoon en bezat ook zelf nog een kapitaaltje, bestaande uit verscheidene stukken grond en 5000 lire. Vit tori o nu, geldzuchtig als hij was, drong er bij zijn vader telkens op aan, dat hij hem dat kapitaaltje geven zou. Eerst weigerde de vader, maar we'dra stond hij zijn goed af, in de hoop tot aan zpu dood van een goed leven zeker te zijn. Maar juist van dat oogenblik af deed de zoon den ouden man de hardste behandeling onder gaan, wees als zijn vaste plaats een sme rig varkenskot, en gat hem slechts boonen en eikels te eten. Dat had zoo 4 jaar geduurd, totdat de geruchten erover den gendarmen ter oore kwamen een brigadier begaf zich dezer da gen met een van zijn manschappen en een dokter naar het huis van Sa mi an o waar men den armen grijsaard op een mesthoop vond liggen, met vuile vodden bedekt in een erbarmelijken toestand. Toen men er in geslaagd was den grijs aard zoodanig van het vuil te bevrijden, dat men hem onderzoeken kou, constateer de de dokter, buiten andere wonden op het lichaam, ook nog gaten aan de voeten, die door ratten aangevreten waren. De arme grijsaard had geen kracht meer om te sprekenhjj kon alleen nog doen begrijpen, dat hij honger had. De ontaarde zoon is onmiddellijk gear resteerd en het bad weinig gescheeld of de inwoners van Schifanoia waren hem te lijf gegaan. In den Duitschen Rijksdag is de Dreyfus- zaak ter sprake gebracht. Op eene vraag van Bug. Richter ant woordde VonBülow: «Gij zult begrijpen dat ik het onderwerp slechts met de grootste voorzichtigheid aanroer, teneinde ook den geriegsten schijn te vermijden, alsof wij ons in binnenlandsche Fransche aangelegenheden Zij steekt een kaars aan, neemt een tak gewijde palm van den muur, bevochtigde dien, zette de kaars op een stoel en besprenkelt het lijk met wjjwater, daarmede een kruis makende. Gauthier weende nog heviger. Van uit de keuken volgen de overheidsper sonen en de anderen dit eenvoudig en toch zoo treffend schouwspel, en vreezende deze uiting van smart en deze eeibetooning aan den doode te zullen storen, wachtte De Moraines eenigen tijd alvorens Doriat te ondervragen. Gauthier en Lucienne denken zelfs niet meer om de vreemdelingen, die hen aanschouwen en toeluisteren. Het is hun om het even; zij hebben alleen oog en oor voor elkander, en als iu een droom hoort Gauthier de zachte woorden, welke Lu cienne hem influistert //Gauthier, lieve Gauthier, ween niet, wan hoop niet, ik kan zulks niet aanzien.... Het is een vreeslijk ongeluk, Gauthier, onverwacht, onverdienddoch de Justitie zal uwen vader wreken. Ik weet wel dat niets u troost kan schenken of dezen treurigen aanblik uit uw geest verbannen maar, Gauthier, denk er aan, dat ik u van ganscher harte lief heb dat ik u al langen tijd bemind heb en zóó oprecht dat nooit, hoort gijlieve Gauthier, nooit iets die liefde zal doen wankelen. U behoort mjjn gansche leven, beste Gauthier, neem het doe ermede wat u goeddunkt.// //O, Lucienne, als iets mijn leed kon verzach ten is het zeker wel uw tegenwoordigheid in deze droevige uren. Ik heb u zoo lief, ook ik stel mjjn leven in uwe handen, en in het bjjzjjn zouden willen inmengen, hetgeen wij steeds met zorg vermeden hebben. Ik geloof mij des te meer op zulke reserve te moeten toeleggen, wijl te verwachten is, dat door de in Frankrijk zelf aangevaugen rechts gedingen over de geheele zaak licht ver spreid zal worden. Ik beperk mij dus ertoe ten allerstelligste te verklaren, dat tusschen Dreyfus en Duitsche organen van welken aard ook nooit of te nimmer betrekkingen of verstandhoudingen van welken aard ook bestaan hebben. De namen Walsin Est er- hazy en Picquart hoorde ik drie weken geleden voor de eerste maal van mijn leven. Het verhaal van de zoogenaamd iu een pa piermand gevonden brieven van een geheim- zinnigen agent zou misschien in een prul roman een aardig figuur makenmaar bestaat slechts in de fantasie en niets van dien aard is in werkelijkheid ooit geschied. Ik mag eindelijk met ingenomenheid con- scateeren, dat de dusgenoemde Dreyfus-zaak wel veel stof heeft opgejaagd, maar de tusschen Frankrijk en Duitschland bestaan de, gelijkmatig kalme betrekkingen niet heeft vermogen te storen. Aldus de verklaringen t an Y o u B ii 1 o w waarbij vermeld mag worden, dat de gezant te Parijs graaf Müuster, dezer dagen te Berlijn vertoeft en daar bij den Franschen gezant DeNoailles officieel uitgenoodigd is. Von Biilow voegde aan zjjue mede- deelingen later nog toe, dat hem niets van reizen die Dreyfus indertijd naar Elzas- Lothari :gen zou gemaakt hebben, bekend was, noch ook dat Dreyfus daarbij bijzon dere welwillendheid van Duitsche zijde zou genoten hebben. Spanje. De Spaansche generaal Castellano heeft op Cuba eene schitterende overwin ning behaald op de opstandelingen. Hij deed een aanval op Esperauza met 2200 man infanterie, 400 cavaleristen en twee veld kanonnen. De stad is door de Spanjaarden bezet en de Regeeringsgebouwen der op standelingen werden verwoest. Na deze ne derlaag waarbij 57 man van den vijand werden gedood, h eft generaal Masso P a r r a zich met twee kolonels, drie ka piteins en zes onderofficieren en 116 man zich aan de Spanjaarden onderworpen. De voormalige opstandelingen stemden in met de kreten: Le.e de Koning van Spanje! van mjjn armen vader, die ons, helaas, niet meer hooren kan, zweer ik u, Lucienne, dat nooit iemand anders dan gij mjjne vrouw zult worden.// Hjj nam haar beide handen vast, drukte er een ku'9 op en trauen bevochtigden de vingers van het jonge meisje. //Hoezeer hebben zij elkander lief!// mompel de Montmayeur, want hij had het gesprokene verstaan, en, hoewel zij half in duister stonden, ontging hem geen hunner bewegingen. Gauthier en Lucienne zeiden echter niets meer, doch verdiepten zich met gevouwen han den in het gebed. Mijnheer De Moraines gaf Michel Doriat een wenk. //Treed naderbij. Ik heb u verschillende vragen te doen //Ik ben tot uw dienst.// „Kent gij Boureille sedert lang //Reeds als kind speelden wjj met elkander.// //Wanneer hebt gjj hem voor de laatste maal gezien //Gisteren.// „Hoe laat „Des avonds om acht uur. Claudine kan het getuigen.// //Ik wist het reeds// //Dan was het toch ook niet noodig zulks te vragen,// zeide Doriat opgeruimd lachende. „Waart gjj voor gisteren verscheidene dagen op de Bernadettes geweest //Verscheidene malen.// //Met welk doel Wordt vervolgd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1898 | | pagina 1