N I E U W B Hbagêlaó voor <3looró- on Suuió-éCollanó. Amsterdamsche Brieven. No. 2895 Zaterdag 29 Januari 1898, 22ste Jaargang, BUITENLAND. 77» Italië. Engeland. Frankrijk. ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Haarlem Voor de overige in plaatsen in Nederland fr. p. p. Voor het buitenland Afzonderlijke nummers Dit blad verschijnt dagelijksbehalve Zon- en Feestdagen. BUREAU: St. Janstraat Haarlem. /1.10 «1,40 «2,80 «0.03 j£SEHSlE!«2r PRIJS DER ADVERTENTIEN. Van 16 regels50 Cent Elke regel meer AGITE MA NON AGITATE. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant. Redacteu r-IJ itgever, W. KüPPERS. XXV. In onze goede en groote stad Amsterdam ontving menigeen deze week weder een ge woonlijk weinig goed humeur aanbrengend, veel zorgen barend, overleg eischend, voor zichtigheid vorderend, beschrijvings-biljet voor de personeele belasting. O, die belas tingen. 'k Won, dat ik eens iemand kende, die er goeds van wist te vertellen en dat ook wilde doen. «Een noodzakelijk kwaad,» is al het beste, wat men er van hoort en hoe weinigen gaan er met een opgeruimd gemoed naar het belastingkantoor. Maar zij moeten er wezen en in eene stad als deze, moeten zjj er wezen met -groote sommen. Amsterdam toch heeft eene huishouding, die heel wat meer kost, dan die van meni- gen Duitschen staat. Maar Amsterdam doet ook heel wat meer oor zijne bewoners, dan menige Duitsche staat voorde zjjne. Dat neemt echter niet weg, dat menigeen roet groote zorgen en bezorgdheid de steeds stijgende staat van zijne verschillende be lastingbiljetten beschouwt en zich zeiven afvraagt, «waar moet dat belanden Zal er dan nooit een einde aan die progres sieve reeks komen Want op allerlei manieren worden de belastingwetten her zien en veranderd en gewjjzigd, maar zel den, dat het op iets anders uitloopt, dan op «wat meer betalen.» Wint men eens wat op het eene biljet, flap, staat er op het andere biljet eene gelijke meest groo- tere verhooging. Maar, wat zal nun er aan doen Oü la chèvre est liée, il faut qu'elle broute. En niet iedereen kan in een villaatje te Baarn of op een optrekje aan de Vecht gaan wonen en nog minder op een Schlosz aan den Rijn of op een cha let in Provence om in eens van al dat «belastinggezanik», af te zijn. Zij, die hier moeten blijven en belasting betalen, slaan natuurlijk met belangstelling de verschil lende evolutiën en toeren gade der finan- cieele kunstenaars, die aan het hoofd van FE 1LLET O N. DE TWEE WEEZEN, 24 Vervolg De Rechter liet hem nu een jjzeren staaf zien, die voor het plegen van den moord en het openen der beide deuren gediend had. //Kent gjj dit werktuig?// //Ja," zeide Doriat naïef, „dat is een breek ijzer.// „Ik vraag u of gij het herkent als u toebe- hoorende." Doriat scheen zeer verwonderd. Hij begreep er niets van. Hjj nam het ijzer in zijne handen, bekeek het nauwkeurig en riep plotseling met afschuw uit: „Maar, er kleeft bloed aan en haren //Het bloed en de haren van Boureille.// Doriat liet het werktuig vallen. //Ha, heeft men hem daarmede vermoord arme oude, arme oude.// „Behoort dit ijzer u toe?// „Neen, thuis heb ik ook zulk een beitel, maar kleiner.// Nu hield De Moraines hem den geel en blauw geruiten zakdoek voor. „En dit? Herkent gij dit?// Doriat greep hem haastig. „Kijk, mjjn zakdoek dezen morgen bemerkte ik dat ik hem verloren had. Waar hebt gij dien teruggevonden Rijks- of gemeente-geldmiddelen de stout ste middelen beramen en ten uitvoer trach ten te brengen om zooveel mogelijk geld in de schatkist te krijgen en het met de minst mogelijk pijnlijke aandoeningen uit de zakken der min- en der meer-gefortu- neerden den fiscus in handen te spelen indien men ten minste niet reeds zoo ver gekomen is, zoodanig blasé is geworden op dit chapitre dat men zegt«Wat kan het mij schelen, hoe ze het krijgen, hebben moe ten zij het toch In Amsterdam bestaat in de laatste ja ren het heilzame streven, om vele in stellingen van openbaar belang in gemeente exploitatie te nemen. Dat kost wel veel geld bij de overname, maar dan komen de voordeelen, die anders in de zakken van enkelen kwamen, in den algemeenen zak van allen, de gemeentekas, waar wij allen in mogen storten, maar niet mogen uit nemen. Zoo is hier thans een gemeente- ljjke telefoondienst, en eene gemeentelijke duinwater-exploitatie zoo zullen thansde gasfabrieken in gemeentelijk beheer wor den genomen en krijgen wjj natuurlijk heel wat goedkooper gas, nog wel niet da delijk, o neen; misschien in het begin nog wel wat duurder gas,^want aan rente en aflossing, ziet uwes, moet heel wat be taald worden, die overname kostte nog al wat;maar later,'ater! als er heel wat geamortiseerd is, dan zullen de voor deelen bomen, later, Als wir schon lange begraben werden sein Und auf unerem Grabe steht een Kreuzchen oder [Steir, zie, dan zullen onze kinderen en kindskin deren er de enorme voordeelen toch eens van trekken. Er is nog eeDe andere kwestie, die de gemoederen van Amsterdam's gemeentena ren in de laatste dagen in beroering brengt, in zooverre ze nog niet beroerd waren of zich nog door iets in beroering zouden la pis het uw eigendom „Zoo heb ik er twee dozijn Lees trou wens de letters maar, M. D. Michel Doriat, mjji e vrouw heelt ze gemerkt met rood met Hjj hield op, daar hjj den kouden, spotten- den blik van den Rechter gewaar werd. De commissaris van politie bekeek hem eveneens met eene zonderlinge uitdrukking opzijn gelaat. Welnu, wat is er stotterde de ongelukkige. //Waarom ziet gjj mjj aan juist alsof ik een wild beest was?" Er heerschte eene bjjna godsdienstige stilte. Zelfs Lucienne en Gauthier waren naderbij gekomen. Zij gevoelden, dat er iets ernstigs met Doriat zou voorvallen. Wat? dat wisten zij nog niet. Wat Montmayeur betreft, deze sloot de oogen om geen bljjk te geven van de helsche vreugde, die hij gevoelde. Eindeljjk nam De Moraines het woord zijn stem klonk als het geschetter van een trompet. „Deze zakdoek,// zeide hjj, „was om dit breek ijzer gewikkeld, toen wjj het breekijzer von den Hjj is met bloed bevlekthet bloed van Boureille. De beitel heeft gediend om een moord te begaan en om diefstal te plegenHoe verklaart gij het vinden van dezen zakdoek, welke u toebehoort, in de kamer, waar de moord heeft plaats gegrepen, gewikkeld om hetzelfde werktuig, waarmede de misdaad is gepleegd „Ik weet het niet,// stotterde de arme man, „ik weet het volstrekt niet." „Gij moet toch antwoorden. ten brengen, en welke kwestie ook al in de beurs der belastingbetalers zal terecht komen. Ik bedoel de regeling van de sa larissen der onderwjjzers aan de openbare scholen waaraan zoo dikwijls gereg-ld en weer geregeld is en waarvan elke regeling uitliep op verhooging der uitgaven voor het openbaar onderwijs. En dan komen de hoofden met een voorstel tot regeling van hunne salarissen, die niet goed gere geld zijn en ten gevolge der foutieve re geling te klein in vergelijking van ik weet niet, wat al. E i dan volgen de onderwij zers, of liever zij loopen voorop en zeg gen, dat de hoofden alles voor zich willen hebben en er niets voor willen doen en dat hunne salarissen, die der onderwij zers, niet goed geregeld zijn en ten gevolge dier verkeerde regeling te klein in verge lijking van, >k weet al weer niet wat al. En nu zpn gekomen Burgemeester en Wet houders met een voorstel tot regeling der salarissen, over welk voorstel niemand te vreden is, want aan niemand valt een meer of minder vet brokje in de pap, voor sommigen wordt op den duur de pap zelfs een beetje magerder, aan de gemeente daarenboven zou die regeling, ik meen, zoowat 37,000 gulden per jaar meer kos ten. En nu komen de Wethouder van onderwijs en zijne volgelingen, de mannen, die leven en lijden en strijden voor het on derwijs (sic) en die zeggen, dat de voor gestelde regeling door Burgemeester en Wethouders volstrekt niet deugt en dat er spoedig eene andere moet komen enz. enz. Maar de Burgemeester is een standvas tig man en men zegt, dat bij ook vindt, dat het nu al erg genoeg is met de belas tingen en dat hij niet weet, waar hij het geld van daan moet halen, als er nog al meer gevraagd wordt. En ik vind, dat de Burgemeester in dat opzicht heel verstandig praat en och, we betalen al zooveel belasting 1 Ik zal eens gaan nadenken over mijn beschrijvings biljet. „Maar als ik het toch niet weet! Ik heb mijn zakdoek verloren dat heb ik gemerkt Waar ben ik hem kwijtgeraakt Hier misschien. Ja, bepaald hier, tijdens ®jjn bezoek aan Bou reille Mjjn God, gij zult toch niet gelooven dat ik een moordenaar en een dief ben, hoop ik?// //Ik vorder van u eene duidelijke en juiste verklaring. „Ik kan niet anders zeggen.// Gauthier en Lucienne kwamen hand aan hand naderbij. „Mjjuheer,// zeide Gauthier, „ik ben de zoon van het slachtoffer en ik aanbad mijnen vader. Ik heb hier dus eenig recht van spreken. Gjj begaat eene dwaling, wanneer gjj dezen braven man met vragen overstelpt, hjj is de pleegvader van mijne aanstaande vrouw. Het kan niemand in de gedaehte komen, dat Doriat mijn vader bestolen en vermoord zou hebben, dus verzoek ik u dringend hem te laten vertrekken. Met het oog op het karakter, den goeden naam en de beproefde eerlijkheid van Doriat, zou het etn dooddijke, neen, bgna belachelijke beleediging zjjn, hern nog eene enkele vraag ie doen in den zin van die, welke gjj reeds tot hem gericht hebt „Dank, Gauthier,// riep de bloemkweeker, „dank voor hetgeen gjj daar zegt, maar heb geen zorg; het is onmogelijk dat men mij be schuldigt. Waarschijnljjk heeft mjjnheer de Rech ter zich verkeerd uitgedrukt.// „Wat ik gezegd heb, mjjnheer, is mjjne ge dachte,// zeide De Moraines, zich niet tot Do riat maar tot Gauthier wendende. „Ik vermag niets tegen de aanwjjzingen welke ik vond. Ik Nu de oproerige beweging in Midden- en Noord-Ita'iö grootere uitbreiding aan neemt, is de lichting van 1874 onder de wapens geroepen. De politie kan het volk niet meer in bedwang houden en de krach ten der militairen eischen versterking. Wat een treurig figuur maken de vrij heidshelden van het Eéne-ltalië nu zij de zen toestand in het leven hebben geroepen. Te Gallipoli heeft eene bende van 600 per sonen de straatlantaarns verbrijzeld en een hu^s in brand gestoken van de club der regeeringspartij. Te Boltri bij Genua voch ten soldaten en burgers bij het gevangen nemen van eeuige betoogers, van de vuur wapenen werd gebruik gemaakt. Twee be toogers vielen dood ter aarde en een groot aantal gewonden moesten worden wege- dragen. De Times meent nu met :ekerheid te kunnen vermelden, dat a. s. Maandag de werkstaking in het machinevak zal eindi gen, en de arbeid zal worden hervat. Zoo is het einde nabij van eene werksta king die, aangevangen om der wille van den achtuur werkdag, weldra ontaardde in een strijd om de heerschappij in de fabriek, waar echter de patroons meesters van het terrein zijn gebleven. Van ,)uli 1897 tot Februari 1898 heeft door dezen twist het scheepsbouwvak in Engeland bij na geheel stilgestaan. Hoe groot de schade is, welke daardoor werd aange richt is thans nog niet te overzien, maar zeker mag zij ontzaggelijk worden genoemd. Van de 10,400,000 werkdagen die in 1897 in het Vereenigd Koninkrijk verloren zjjn gegaan door werkstakingen en lockouts komen meer dan vijf millioen voor reke ning van de werkstaking in het machine bouwvak. Wat is nu de slotscène van deze werk staking Niet anders dan dat de stakers zijn verarmd, ellende gebracht hebben in hunne huisgezinnen, gewantrouwd worden door de patroons, en op den ouden voet aan den arbeid zullen gaan. Een van de geestige Fransche journa listen de heer Alfred Ca p u s geeft een verzoek dat men ze mjj opheldert. Wanneer mm zulks niet vermag, wordt mjjn achterdocht gaande gemaakt. Van achterdocht tot vermoeden en van vermoeden tot zekerheid is maar één stap.// „Het is toch onmogeljjk, dat gjj Doriat ver denkt „Sta mjj toe, mijnheer, mjju onderzoek voort te zetten.// De Moraines had beslist gesproke i, Gauthier boog en trok zich in de rouwkamer terug. Alvorens zijn voorbeeld te volgen, ging Lu cienne naar haren pleegvader toe en omhelsde hem hartstochtelijk. „Hoe weinig moet men u kennen om u te verdenken, u, zoo goed, zoo openhartig,// zeide zjj. Op een wenk vanDe Moraines verwjjderde zjj zich eveneens. Doch hoewel zjj in het rertrek bg' den doode waren, verdiepten zij zich niet meer iD het ge bed, maar luisterden scherp toe. De Rechter zeide: „Ik vorder van u eene verklaring omtrent den buitengewoon ernstigen toestand, waarin gjj verkeert. Dit is uw zakdoek en die heeft ge diend om de misdaad te begaan deze ontdek king leidt natnurljjk rechtstreeks lot de veron derstelling, dat gjj den moord en den diefstal gepleegd hebt.// „Het is schande, ik herhaal het, en men moet mjj wel weinig kennen, zooals mjjne dochter zeide. Bestaat er dan geen middel om u te bewijzen, dat ik een eerljjk man ben, zelfs niet tot een leugen in staat?// (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1898 | | pagina 1