NIEUWE $)ag6laó voor ifflo en Brusselsche Brieven. buite^Tajn I) tfo. 2901 Zaterdag 5 Februari 1898, 22ste Jaargang. ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Haarlem Voor de overige in plaatsen in Nederland fr. p. p. Voor het buitenland Afzonderlijke nummers Dit blad verschijnt dagelijks, behalve Zon- en Feestdagen. BUREAU: St. Janstraat Haarlem. /1.10 «1,40 «2,80 c 0.03 50 Cent 77, Van 16 regels Elke regel meer Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant. Redacteu r-TJ i t g e v e r, W. K P P E R S. Van onzen Belgischen Correspondent.) XXXIV. Ik moet dezen brief met eene kleine her stelling beginnen. In mijn laatsten epistel, waar ik over de Dreyfus-zaak sprak, haalde ik ook de Gazet van Antwerpen aan, als zjjnde het jodenblad dat den rol van enfant ieirble vervulde en ons veroorloofde een blik ach ter de schermen van dit joden schandaal stuk te slaan. Bij hel nalezen van mjjn brief in de N. B. Ct. bemerkte ik dat ik een klein verzuim had begaan, want ik had moeten schrijven, Nieuwe Gazet van Antwerpen daar er te Antwerpen nog een (oudere) Gazet van Antwerptn bestaat, die in alle opzichten een tegenvoeter is van het nieuwe blad. Voor hen die eenigszins bekend zijn met de Antwerpsche pers kan de onnauwkeurigheid tot geen verkeerde gevolgtrekkingen leiden, daar ik zeide dat het jodenblad nog slechts eenige maanden levens telde, terwjjl daarentegen de(oudere) Gazet van Antwerpen, een uitstekend Ka tholiek en bepaald anti-joodsch blad reeds een vruchtbaar en nuttig bestaan van ver scheidene jaren achter den rug heeft, en dit blad derhalve onmogelijk in mijn brief kon bedoeld zijn. Ik hoop door deze aan vulling en verklaring alle dubbelzinnig heid en misverstand te hebben weggeno men en aan de wakkere eGazethet eere- saluut voor zijn kloek optreden te hebben gebracht. Na deze eer-herstelling kunnen we tot onze gewone taak van briefwisse laar terugkeeren. Men zou waarlijk meenen dat de lau weren^ door de vuistvechters in de Fran - sche Kamer van afgevaardigden geplukt, den socialistischen volksvertegenwoordigers alhier geen rust lieten en dat zij het er op gezet hadden om nog beter te doen dan daar ginds in het Palais-Bourbon, want het'schandaal, dat de vorige week in de Wetstraat alhier heeft plaats gehad, over- FEÜ1LLETON. DB TWEE WEEZEN, Vervolg.) In de verte weerkaats!e de lucbt in een roo- den gloed de lichten van Parjjs, de wereldstad; maar toen de gezusters een oogenblik stilston den, keken zjj noch naar de bosschen en velden noch naar den Mont-Valerien, noch naar Parijs; zjj richten hunne blikken naar de zwarte ge bouwen met hunne hooge schoorsteenen, welke de fabriek van chemiiche producten vormden van De Montmayeur. Beider hart klopte sneller. Daar, in dat dal slaapt, onder God's oog, de moordenaarkalm misschien, niettegenstaande zijn misdaad, kalm in het bewustzijn, dat hij zijn straf ontloopt. En daar ginds, achter de bosschen, zit in eene cel van de gevangenis Saint Pierre te Ver sailles een arme, onschuldig veroordeelde man te wachten op het uur, waarop bij als een misda diger het schavot zal moeten besijjgen. Daarover denken zjj, doch zjj spreken geen woord. Geen geluid wordt vernomen als zjj de boer derij bereiken. Wel heeft Noiraud zjjn neus onder de staldeur doorgestoken, doch het goede dier is wederom, zoodra hij Olaudine herkende, naar zijn gewoon plaatsje aan de voeten van den kleinen staljongen teruggekeerd. Claudine opende de deur, die in dien tijd. treft nog dat van de Fransche Kamer om dat hier dat zaakje vooraf was bestudeerd en de rollen onder de histrions ware ver deeld. De feiten zijn, meen ik, genoegzaam bekend. De afgevaardigde Demblon was om zijn schandelijke uitdrukking tegenover den heer Beernaert, met de censuur gestraft en mocht de eerstvolgende acht zittingen niet meer bijwonen. Demblon zou zich waar schijnlijk bij deze straf hebben neergelegd, maar zijne socialistische partij- en Kamer- genooten vonden de gelegenheid te schoon om een kabaaltje te maken en Demblon werd gedwongen zich naar de Kamer te he geven, nadat in eene bijeenkomst eerst de rollen waren verdeeld en de mise-en-scène geregeld. Wat te voorzien was, gebeurde. De deurwachters der Kamer wilden Dem blon beletten binnen te gaan, maar zij werden als 't ware overrompeld door de woeste socialisten, die in de Salle-des-pas» perdus waren binnengedrongen. Er ontstond een hevig tumult, er vielen beleedigende woorden, werden klappen uitgedeeld, een korporaal van het dienstdoend piket kreeg een vuistslag, in één woord, het was eene volkomen revolutionnaire beweging die ons eene eeuw achteruit brengt in de Nationale Conventie tijdens de Fransche Revolutie. Het schandelijk tooneel, de vorige week afge speeld, heeft in het land eene algemeene verontwaardiging verwekt en alleen de so cialistische bladen en eenige hunner geest verwanten onder de liberale organen heb ben getracht de schuld van het kabaal te rug te werpen op de beleedigde partij en op hen die de klappen opliepen, en in me nig persorgaan werd de vraag gesteld, wat, onder de gegeven omstandigheden, kaD ge daan worden om het parlementaire stelsel op te beureu uit de diepte waarin het al lengs geraakt is. De vraag is gemakkelijker gesteld dan beantwoord. Censuurs, disciplinaire straffen, verscherping van het reglement vermogen niets tegenover lieden die alle gezag ver- hersteld was, en zjj traden binnen; „Kom,// zeide zij hare lippen waren zoo vast op een geklemd, dat zij nauweljjrs een woord kon uitbrengen, „kom, Lucienne, dan zult gij het zien Haar met een kaars bijlichtende, geleidde zij Lucienne bjj de hand door de slaapkamer van Boureille en trad het donkere vertrek binnen. Zie,// zeide zij. Claudine had den kandelaar aan den voet van den muur geplaatst en nu vertoonde zich de bloedige volzin aan hare oogen //Jan de Montmayeur heeft mij verm //Hal de ellendeling, do ellendeling,// mom pelde Lucienne met afkeer, „en hjj durfde mij nog liefhebben *Wat zullen wij aanvangen?//vroeg Claudine. //Luister goed to»,// zeide het jonge meisje, snel beslist, //nu gaan wjj heen, gij moet de deur sluiten en hier terugkomen om te slapen. Zorg dat gij morgen ochtend om zeven uur bij mij zjjt. Te Saint-Cloud zullen wij den eersten trein naar Parijs nemendoch niemand mag iets weten, beloof mij zulks plechtig.// //Dat zweer ik u //Zelfs Gauthier niet; ak ge hem mocht zien.// //Zelfs Gauthier niet //Ik beloof u van mijne zijde dezelfde gelieim- bouding. Nog iets, alvorens u te verlaten Zijt gij er zeker van, dat niemand gedurende uwe afwezigheid op de boerderij zal komen? de arbeiders bjjvoorbeeld, om koffie te drinken?// „Ik zal alles voor hen gereed maken, voordat ik heenga; zelfs hun avondeten. Zjju wjj tegen dien tijd terug?// achten, alle wetten trotseeren en geen an der doel schijnen te hebben dan de instel lingen van het land in minachting te bren gen. Trouwens, hetgeen wij tegenwoordig in de meeste Europeesche Parlementen zien gebeuren was reeds ve'e jaren te voren door helderziende mannen voorspeld. D o- noso Cortes heeft het voor meer dan vjjftig jaren reeds gezegd: «Het parlemen tarisme is de revolutie in het parlement, enRatzinger zeide: «Een politieke macht in handen geven van hongerige, door de armoede verbitterde en verlaagde lieden, is brandfakkels binden aan de staarten der vossen om ze in 't golvend koren los te laten,» en Dr. Martinus van Oudjjk zeide in eOnz* Wathtervan 1879: «Naar gelang de democratische geest onze eeuw moer beheerscht, komt het rijk meer en meer aan de middelmatigheden. Waar hjj zal eindigen is niet juist te zeggen. In alle gevallen meen ik met recht te kunnen be weren, dat er meer vooruitzichten bestaan van dalen dan van rjjzen.» Deze voorspellingen worden met den dag meer en meer bevestigd en al kon men nu juist niet zeggen dat onze socialistische afgevaardigden tot de uitgehongerden be- hooren, vooral niet de schatrijke Def u is- seaux en de Van der Velde's, dan toch beweren zjj altijd de vertegenwoor digers te zijn van le panpeuple, dat ar moede, honger en gebrek lijdt. Aan mid delmatigheden ontbreekt het zeker niet onder hen, en het revoiutionnair karakter en de brandfakkels zijn er in grootere mate aanwezig dan voor het welzijn van het land wel wenschelijk is. De overwinning van het Plebs, roept het Caesarisme in het leven, en dat zal het einde zijn van het parle mentarisme wanneer het op den ingesla gen weg voortgaat. Natuurlijk is men in groote spanning naai de dingen die komen zullen, wanneer Dem blon de volgende week opnieuw zijn zetel zal innemen. Het onderzoek naar de oorzaken of de aanleiders van het schandaal, //Ja, dat moet,// „Wat wilt gij doen?" //Morgen, morgen zult gjj het weten Zij omhelsde Claudine hartstochtelijk. //O, hoe vreeseljjk zal ik u wrekeD, mjjn vader! Vervolgens verlieten beide meisjes de Berna- dettes Lucienne ijlde naar Garches terug, ter- wjjl Claudine op de ladder klom om haar kamertje te bereiken. Op het oogenblik, dat beiden verdwenen waren, kwam een man laDgzaam te voorschijn uit een wagen," die men op de binnenplaats had laten staan, en keek behoedzaam om zich hien. Het was Jan De Montmayeur. Hij was reeds op de plaats, toen de jonge meisjes aankwamen; had nog juist den tijd ge had onder de kar te kruipen en van daar had hij gezien hoe zij de woning binnengingen en deze eenigen tijd later wederom verlieten. Wat kwam Lucienne daar op zulk een uur doen vroeg hij zich af. Doch waarom treffen wij hem zelf op de Ber- nadettes aan, zich evenals den dag, die op de misdaad volgde, verbergende nog vreesachtiger, voorzeker, dan toen? Sedert hij het bloedige opschift van Boureille heeft ontdekt, heeft hjj geen rust of duur meer gehad. lijj heeft geen berouw wjj zeiden reeds dat hjj zulks nimmer zal gevoelen, doch hij is be vreesd dat den een of anderen dag het geluk, dat hen» tot nog toe zoo trouw gediend heeft, hem den rng zal toekeeren. Hjj is bang voor het zandkorreltje, dat het door de quaestuur van de Kamer ingeleid, zal wel niet veel opleveren, daar de socialis ten reeds verklaard hebben dat zij niet voornemens zjjn zich te laten ondervragen of eenige ophelderingen te geven. Natuur lijk geven zij als reden op dat het onderzoek met partijdigheid gedaan wordt. Dat kan niet uitblijven volgens hen is van de tegen woordige maatschappij niets dan onrecht vaardigheid en klassen-justitie te verwach ten. Dat behoort zoo bij hun systeem van verdachtmaking. Dat zij zeiven altjjd en overal als onverbiddelijke tirannen optreden schijnen zjj niet te beseffen, 't Zijn ook zulke groote (1 mannen. Engeland. Nu de werkstaking ten einde is, is naar schatting, niet meer dan 60% der sla- kers in het macliinevak aan den arbeid gezet kunnen worden. De kleinste helft dus heeft geen werk. Wanneer de machinewerkers, die zich overleverden aan de leiders der werkstaking nu eens bedaard hun gestichte ellende overzien, dan zullen zjj toch moeten erken nen wij hebben het werk het land uitge jaagd, wij hebben onze patroons trachten te ruïneeren, en wij hebben onze huisge zinnen in bittere armoede gedompeld. De patroons kunnen ons geen werk meer ge ven, aan ons de schuld, dat millioenen ponden sterling voor de werkende klasse zijn verloren gegaan. Italië. Het is alsof een vloek op het ÉeDe Italië drukt. Niets anders valt over dit schoone land te vermelden dan de eene ellende na de andere. Moorden, rooverijen, schanda len, zwendel en ongelukken zijn daar aan de orde van den dag. Te Rome zijn twee spinuerijen ingestort waarbij zeven arbeiders werden gedood, terwijl nog andereu. onder het puin begra ven liggen. Ook te Rauzanico zijn eenige personen bedolven onder het ingestorte dak eener spinnerij. Te Oggiono is een kerk toren ingestort: vijf dooden en veel ge wonden. Op vele andere plaatsen van Italië heeft de storm schade veroorzaakt. geheele gebouw van zjjn misdaad in elkander kan doen vallen, dat ééne zandkorreltje dat vol doende is om eene zee te scheidon ot tegen te l ouden. Hjj brengt slapelooze nachten door, en sluimert hij al in, dan wordt zjjn slaap verontrust door allerlei benauwde droomen. Hjj heeft gewacht, geslingerd tusschen vrees en hoop. Zjjn broeder, de bleekheid van zjjn ge laat en de groote zware kringen onder zjjue oogen bespeurende, schreef zjjne neerslachtigheid aan wroeging toe. //Z/udt gij Doriat, den onschuldigen Doriat, kunnen laten sterven?// "Wat verlangt gij Moet ik mjjzelf aanklagen „Vertrek verlaat Frankrjjk schrjjf aaD het parquet te Versailles en beschuldig u zelf Gij redt Doriat Gjj redt uw ziel 1" //Houdt die praatjes toch voor u.// //Jan, Jan, luister eenmaal naar wjj,volg ééns in uw leven mijn raad op. Gjj bereidt u zelf eene vreeseljjke straf later Jan haalde de schouders op. „Dat zullen wjj eens zien. Trouwens Met mooue richtte de zieke zich langzaam uit zjjn stoel op en plaatste zich voor Mont mayeur //Maar ik ik „Welnu //Ik wil geen berouw hebbenIk ben bang.// //Troost u maar. Gij hebt niets met den dood van Boureille te maken.// Wordt vervolgd PRIJS DER ADVERTENTIEN. AGITE MA NON AGITATE. 30.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1898 | | pagina 1