N 1 E II VV E l&agBlaó voor ^tïo SLuió Kerkelijke Wijdingen. No. 2919 Zaterdag 26 Februari 1898. 22ste Jaargang. BÜITFNLANIX 7'/» DE TWEE WEEZEN. URLEHSI ABONNEME N TSPRIJS Per 3 maanden voor Haarlem Voor de overige in plaatsen in Nederland fr. p. p. Voor het buitenland Afzonderlijke nummers Dit blad verschijnt dagelijks, behalve Zon- en Feestdagen. BUE1AU: St. Janstraat Haarlem: 1,10 «1,40 «2,80 «0.03 PRIJS DER ADVERTENTIEN. 50 Cent Van 16 regels Elke regel meer Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant AGITE MA NON AGITATE. Redacteu r-U itgever, W. KüPPERS. Wjj achten het nuttig de aandacht on zer Katholieke lezers eens wel te vestigen op hetgeen verstaan wordt door eene «ker kelijke wjjding,» deels omdat velen onder hen geen volledig begrip hebben van die zaak, deels ook omdat zij door de protes tanten onze afgescheidene broeders in Chris tendom, veel besproken en met alle kracht verworpen worden als bijgeloovige gebrui ken, tenminste als het de wijding geldt van eenige voorwerpen, bijv: van kaarsen, wa ter palmen, enz. In de wijding van per sonen tot eene geestelijke bediening zjjn zij het eens met ons. Elke wijdiDg van eenen persoon of van een voorwerp is de afzon dering, bij middel van gebeden en plech tigheden, aan dien persoon of van dit voor werp tct eene godsdienstige bediening of een godsdienstig gebruik. Zoo wordt een priester gewijd, dat is, uit de kudde der geloovigen genomen, en bestemd tot een heilig ambt, het prediken van Gods woord, het toedienen der H. H. Sacramenten,het opdragen van het H. Sacrificie der Mis, het onderrichten der kinderen, het voorberei den der stervenden tot eenen zaligen dood, enz., enz. Door dit heilig ambt hem door zijne wjjding opgedragen, leeft hij met de kudde, maar afgezonderd tot eene bestemde plaats. Hetzelfde kan men zeggen van eenen Bisschop die door zijne wijding afgezonderd wordt van de priesterorde en boven dezelve verheven door macht en waardigheid. Laat ons nu dit leerstelsel toepassen op de wijding van voorwerpen gelijk die ge schiedt in do H. Roomsche Kerk waartoe wij gelukkig behooren, en die wij, als hare trouwgebleven kinderen, zoo te recht onze Moeder noemen. Door hare gebeden, met dit inzicht van oudtpds gemaakt, en door zekere plechtigheden worden die voor werpen afgezonderd van de soort uit welke zij genomen worden en krijgen eene gods dienstige bestemming in plaats van het doel voor hetwelk zij geschapen waren. Een FE U ILL ET O A. 48. Vervolg Doch Maria zeide ernstig, plechtig bjjDa ./Zooeven hebt gjj mij gevraagd, wat Lucien- ne deed. Gjj waart verwonderd, dat gij haar op een dergelijk nur niet zaagt mijne ver warde antwoorden hebben u verontrust. Gjj hebt willen weten, waar zjj zich mocht bevinden welnu, zjj zal het u zelf mededeelen Bij deze woorden greep zjj het jonge meisje heftig bjj den arm en trok haar in het midden van het vertrek, tuaschen hare broeders en Gauthier, zoodat het volle licht der lamp op haar gelaat viel. Lucienne bleef meer dood dan levend staan. Gauthier ondervroeg haar. //Spreek,// zeide hjj. //Gjj hoort, wat uw moe der zegt, wij luisteren.// Zjj opende haar mond, doch hare lippen en keel waren verdroogd, zoo dat zjj geen woord kon uitbrengen. Hare oogen waren beneveld, zoodat zij niemand der aanwe zigen kon onderscheiden. Zij vreesde de belee- digingen welke zjj zonder morren zou moeten verduren zonder zelfs een woord tot hare ver dediging te mogen aanvoeren. //Spreek, Lucienne,// herhaalde Pascal. „Ieder oogenblik, dat gjj langer wacht, vergroot voor ons het gevaar, doch haast u niet, denk niet om ons.// voorbeeld zal dit toelichten met de wijdi-g der waskaarsen die door hunne natuur wa ren bestemd om onze schreden te verlich ten in de duisternis. Nu zijn er eenige van dezen gewijd en die behooren niet meer tot de gewone klas van waskaarsen, zij wer den daarvan afgezonderd voor een gods dienstig gebruik door de gebeden der kerk daarover uitgesproken, en zullen voortaan branden als gewijde zaken voor het H. Ta bernakel, voor de beelden der Heiligen, maar bijzonderlijk tijdens gevaarlijke stor men en windorkanen en vooral in de han den der stervende Christenen. Wat nu plaats heeft met de waskaarsen, dat geschiedde ook met de assche, dan met de palmtak ken, later met Paaschkaars en doopvont, en dit zion wij eiken Zondag gebeuren met het water om de geloovigen te besproeien, aan den ingang van Gods Tempel geplaatst en eerbiediglijk bewaard en gebruikt te wor den in de huizen der Christenen. Voegtdaar- bij de wijding van de H.H. Oliën, van ker ken, klokken, kelken, en buiten deze wor den er door de H. Kerk geene voorwerpen «gewijd,» maar meerandere worden er «ge zegend,» als het vuur en de wierook den dag voor Paschen, als beelden, kruisen,ro zenkransen, scapuliers, en de vruchten der aarde het geheele jaar door. Er zijn ook verscheidene zegeningen voor personen en zoo hebben wij den zegen, voor kinderen, voor zieken, voor kraamvrouwen. Zoo heb ben wij den zegen van den priester aan het einde der H. Mis voor alle de aanwe zigen, den zegen van den Bisschop bij zijne herderlijke bezoeken, den zegen van den H. Vader over degenen die door hem in verhoor ontvangen worden. De grootste en krachtigste van alle de zegeningen die wij ontvangen kunnen, is die van Jesus Chris tus zeiven tegenwoordig in zijn aanbidde lijk Sacrament en in de handen des Pries ters zijnen zegen verspreidend over de nederknielende menigte. Maar laat ons wel onthouden dat er een groot onder scheid bestaat tusschen «wijdingen» en //Komaan, Lucienne,// zeide Pascal. «Sedert ons vertrek is hier iets geheimzinnigs voorge vallen, dat wij opgehelderd wenschen te zien.* Lucienne antwoordde met doffe stem. //Iets geheimzinnigs? Er is hier niets veran derd. Ik ben verheugd, dat ik u terugzie, broe ders, en ook Gauthier,// zeide zjj, de oogen sluitende. //Ik ben gelukkig, dat gij nog allen in leven zijt.v „Spreek op, Lucienne, verstaat gjj P Waar komt gjj, alleen, en op zulk een uur, van daan En waarom zjjt gjj zoo ontroerd Zjj kon niet antwoorden het ging haren krachten te boven. Driftig viel Maria uit „Zij zal u niets zeggen. Ziet gij dan niet, dat zij van schaamte sterft Welnu, ik zal spreken, ik, luistert.// //Moeder 1// riep zjj angstig, met gevouwen handen doch Maria legde haar met een wenk het stilzwijgen op. //Zjj brengt schande en ongeluk over dit huis. Wjj waren nog niet ongelukkig genoeg. Zjj brengt er het hare toe bij. Toen mjjn man ver oordeeld is, heeft men ons met de vingers na gewezen. Ik hoorde op straat zeggen: //Dat is de vrouw van den moordenaar van Boureille// Welnu, op het oogenblik kan men erbjj voegen //Zijne dochter is de beminde van JanDeMont- mayeur Gauthier slaakte een vreeseljjke kreet. „Wat zegt gjj daar! Verklaar u nader!// //Ik spreek de waarheid. Gij ziet dit meisje, niet waar? Evenals ik hebt gjj haar fierheid, hare kuischheid en ingetogenheid bewonderd. «zegeningen.» De laatsten dienen om Gods genade af te roepen over een persoon of een voorwerp de eersten doen meer, zij maken van een gewonen persoon of eene gewone zaak een geheiligden persoon eene geheiligde zaak, afgeleid van hunne men8cheljjke bestemming, van hun natuur lijk doel, tot eene geestelijke bestemming, tot een godsdienstig gebruik. Mjjne gewijde kaars leg ik op eene afzonderlijke plaats en ik zal die niet ontsteken om mijne kamer te verlichten, maar wel juist voor het doel einde dat de wijding haar gegeven heeft. Dit blijkt duideljjk uit de woorden welke de H. Kerk gebruikt in de wijding dier voorwerpen. Niemand toch zal die Kerk het recht en de macht betwisten om door die plechtigheden aan zekere zaken een godsdienstig gebruik toe te eigenen. Zij volgt hierin het voorbeeld van haren godlelijken Stichter die speeksel, ja, zelfs slijk der aarde heiligde en het de kracht vergunde om de oogen van den blinde te openen. Zij heeft van dienzelfden Stichter de macht gekregen om te binden en te ontbinden, volledige macht om het vermo gen van Satan te brekenheeft zij dan het recht niet aan hare kinderen te zeggen: «Ziehier gewijd water, ziehier eene gewijde kaars; ik heb er de macht aan verbonden om gemakkelijk den duivel te overmeeste ren?» Maar dat alles is bijgeloof? Laat ons hier niet misleid worden door de ge zegden der onwetenden. Wat is bijgeloof? Het goddeloos gebruik van eenige woorden, teekenen of voorwerpen om iets te verkrij gen waartoe deze geene kracht hebben noch van God, noch van de natuur, noch door de instelling en de gebeden der H. Kerk. Welnu, wjj weten dat onze gewijde voor werpen hunne kracht ontleenen aan de in stelling en de gebeden der H. Kerkdus mogen wij die met een gerust geweten gebruiken tot het doel voor hetwelk zij ge wijd werden, maar «geene andere of ook voor geene andere redenen.» Wij gebruiken die geheiligde en ook die gezegende voor- Evenals ik, zeidet gij „God heeft haar even deugdzaam als schoon gemaakt." Dikwjjls zeiden wij tot elkander: //wij hebben een goede ingeving gehad, toen wjj dit jonge meisje tot ons namen, zij zal ons geluk aanbrengen Doch, arme lieve lingen, wij hebben ons bedrogen. //Zij droeg het merk van de ondeugd en de ondeugd heeft zich van haar meester gemaakt. Zij was het moede deugdzaam tezjju. Gjj vraagt waar zij vandaan komtdoch zij zal u niet antwoorden, omdat zij bevreesd is, doch ik zal u in haar plaats zeggenZjj komt van een samen komst met Jan De Montmayeur //Rampzalige 1 rampzaligeriep Gauthier woe dend //zeg dan dat het onwaar is //Ja, laat haar dat zeggen I* hernam Maria. //En ik mag mjj nog wel gelukkig rekeaen, dat zij thuis komt. Zij sluipt eenige uren stil weg en keert dan terug. En zjj schaamt zich niet voor mjj te verschijnen, na nog zoo pas met hem in gezelschap te zjjn geweest, en ik moet haar bij mij houden, omdat anders haBr schandeljjk gedrag ruchtbaar wordt; want waar zou zjj, als ik haar wegjoeg, anders een schuilplaats zoeken dan bjj dien vervloekten Montmayeur!// //Ila, dien manriep Gauthier met een wan hopend gebaar, //waarom toch is zjjne beeltenis, sedert mijn vader is vermoord, zoo onuitwisch- baar in mijn geheuggn gegrift PEn zich tot Lucienne wendende, vervolgde hjj //Gij kunt geen antwoord geven, omdat uwe moeder de waarheid heeft gesproken Zjj zou overigens niet zulk een zware teschukliging tegen u uitbrengen zonder deugdelijke gronden. Gjj rijt een verachteljjk schepsel, want ik haat u werpen omdat de eersten de kracht gekre gen hebben om ons tegen de listen en la gen des duivels te vrijwaren en de twee den om onze godvruchtigheid in het bid den op te wekken. Wie zou zulke geeste lijke hulpmiddelen met gerust geweten dur ven van de hand wijzen? Het doet ons goed als wij eene katholieke woning binnentre den, daar tegen den muur van de huiska mer een gezegend kruisbeeld te zien han gen, boven het gezegend beeld van Maria versierd met een gezegenden Rozenkrans, daaronder een vat met gewijd water, eenen gewijdeu palmtak. Wat moet de duivel on machtig zijn in dit huis! Wat moeten de gebeden krachtig ten Hemel opklimmen als 's avonds de gewijde kaars ontstoken wordt, en de kinderen naast vader en moe der op de knieën vallen om Gods barm hartigheid over dit echt godsdienstig huis gezin at te smeeken Mocht het zoo geschieden in elk katho liek huisgezin want dan zal Gods genade daar nooit ontbreken. België. In den nacht van Zaterdag op Zondag zijn de echtelingen David te Rebaix bij Ath (België) in hun bed vermoord gevon den. De man was half onthoofd en de vrouw was den schedel ingeslagen. De vermoorden zijn 45 jaar. De vrouw heeft een zoon uit een eerste huwelijk, die 25 jaar oud is en te Brussel als soldaat dienst doet. Het hertrouwen zijner moeder heeft den zoon er toe gebracht zijne moeder en schoon vader te vermoorden. Zondags vroeg, voor dag en dauw, vlucht te hij om zijne schuld te verbergenen Godswrekenden vinger te ontkomen, door de nachtelijke duisternissen voort. Hij alleen nog maar kende zijne schuld, en niemand zag het bloed dat van zijn voorhoofd droop. De gevloekte vluchtte bang, maar niet berouwvol. Hij vluchtte alsof er eene plaats was ter wereld, waar dergelijk monster rust kon vindin De ongelukkige heeft., na te zijngevan- niet, gjj .verdient slechts minachting. Wanneer u echter nog een weinig gevoel is overgebleven in uw ^verhouding dan wil ik n eene eeuwige wroeging bereiden. Ik heb u te zeer liefgehad, dan dat ik mijne liefde zou willen overleven. Bij <le eerste ontmoeting, waarin ons bataljon betrokken zal worden, laat ik mij dooden,// Een hevige schok voer haar door de leden, alsof zij door de volle lading van een electri- echeu toestel getroffen was, en ondanks haar moed, ondanks haar vaste voornemen om geen woord te zeggen, mompelde zjj //Gauthier Gauthier heb medeljjden met mjj //Medelijden met u? Mijn God, waarom? Zou ik u nog moeten beklagen Zacht zeide Lucienne in zichzelf „O, God, het is te zwaarzooveel foltering had ik mij niet voorgesteld,// Pascal trad vooruit en omarmde zijne moeder. //Arme moeder,// zeide hij, «wat moet gjj ljj- den, hoezeer moet uw hart zijn vaHeengescheurd! Hoe weinig hebt gjj al dit leed verdiend, dat gij moet ondervinden. Dit meisje loont u met ondankbaarheid, doch onze liefde zal u haar doen vergeten. Maar wjj onteeren ons zelf, moe der, wanneer wjj hare schande mededragen. Zij kan niet langer hier bljjven Zij moet ver trekken. Zij heeft haar plichten verzaakt, nu moet zij ook hare familie verzaken. Vroeger, toen gjj baar tot u naamt, hai zjj geene ver wanten, nu zal zjj daarvan wederom verstoken zijn. Er ia niets in haar leven veranderd!// {Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1898 | | pagina 1