NIEUWE QagBlaö voor cföooró- en a£uió'<2Collanó. Brusselsche Brieven. No. 2024 Vrijdag 4 Maart 1898. 22ste Jaargang. B 0 1T E M L A N Per 3 maanden voor Haarlem 1,10 Voor de overige in plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,40 2,80 Voor het buitenland Afzonderlijke nummers Dit blad verschjjnt dagelijksbehalve Zon- en Feestdagen. BUEEAÜ: St. Janstraat Haarlem; Elke regel meer 7Vs Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant Redacteur-TJitgever, W. KüPPERS. [Van onzen Belgisehen Correspondent XXXVI. ZiezooDe Brusselsche carnaval is zoo goed als achter den rugmet balf-vasten pog eens dunnetjes de pret overgedaan en dan is het weer voor een jaar gedaan. Dit jaar was bet weer al zeer ongunstig en dat een storm- en regenachtige dag nu juist piet de gewenschte voorwaarden zjjn om op straat feest te vieren, zal wel een ieder be grijpen. Zondag en Maandag was het dan pok in de straten tameljjk doodsch, maar Dinsdag heeft men zijn hart eens terdege kunnen ophalen en heeft men eene onge- loofeljjke hoeveelheid confetti en serpentina weggeworpen. Maar daarbjj bepaalde zich 4an ook hoofdzakelijk de gefyeele carnaval- jool in de straten, want de rpaskers schij nen elk jaar zeldzamer te worden, en de enkele Pierot of Clown dien men zag, scheen zijn verlatenheid te gevoelen en verdween jeqo spoedig mogelijk in een der honderden cafés die met de carnavalsdagen het druk ker dan ooit hebben. Zelfs de zoogenaam de tour mist alle aantrekkelijkheid. Een honderdtal huurrijtuigen, hier en daar eens een enkelen keer afgewisseld door een «heerenspulreed stapvoets achter elkander langs den vooraf door de politie aangewezen en nu door haar afgebakenden weg. Het had meer weg van een grooten begrafenisstoet dan van een Carnavals op tocht; ook de menschen in de rij tui gen Bphenen onder dien indruk te verkeeren. lüaar niettegenstaande dat ontbreken van al wat men gewoon is bjj een Vasten- avondpret te zien, was er vooral Dinsdag eene ougeloofeljjke menigte op de been. Op de breede Boulevard Anspach en du Nord was het gedrang zoo groot dat men op sommige oogenblikken noch voor- noch achteruit kon op het groote Muntplein had men in den letterlijken zin van het woord over de hoofden kunnen loopen zoo opgepropt stond men daar te wachten op FB U1LLBT O N. DE TWEE WEEZEN. 53. [Vervolg.) Montmayeur was bang voor de eenzaamheid vooral des nachts. Overdag vatte hij meer moed het leven om hem heen bracht hem in een soort vervoering, waardoor hjj zjjn misdaad kon ver geten. Doch met den nacht kwam tevens zijn angst weder boven hjj stelde altijd zoo lang mogèljjk het oogenblik uit, waarop hjj naar bed ging. Volgaarne had hjj den heelen nacht be neden op een stoel bij het vuur doorgebracht, wanneer zjjne moeder en George hem gezelschap gehouden hadden. Doch zijne moeder en George verwijderden zich de een na den ander, de diepe stilte om hem heen werd door sombere kreten verbroken, hjj hoorde in de verte weeklagen, afgrjjselijke visioenen daagden voor hem op. Dan vluchtte hjj heen en sloot zich op. Eenmaal op zijn kamer veranderde zjjn gan- sche wezen. Terstond begaf hjj zich naar het venster om naar buiten te zien, daar hjj de eene of andere geheimzinnige bewaking vreesde, want hjj kon de gedachte aan de Justitie niet van zich schud den. Hjj meende, dat deze zich zelfs in deze ongelukkige tijden nog met hem bemoeide en er in geslaagd was een bewjjs tegen hem te vinden. De geringste schaduw, welke door den najaars- en uit te zien naar hetgeen niet komen zou: een mooien Carnavalsstoet. De eenige vroolijke toon werd nog slechts gegeven door het zoogenaamde Conservatoir africain. Dit conservatorium van een nieuw soort, en dat de edele toonkunst uitoefent op de meest onmogelijke instrumenten, is een vereeni- ging van personen meestal uit den zeer gegoeden en zelfs deftigen stand, die ge durende de Yastenavonddagen als Afrika ners verkleed, op hunne zonderling gevormde instrumenten in koffiehuizen en andere publieke gebouwen komen spelen en col lecteeren ten behöeve van de kinderkribben en andere soortgelijke liefdadige ot phi— lantropische instellingen. Dit jaar waren de heeren Afrikaners gekleed in zwarten rok, wit vest, korte broek van amarant- kleurige zijde, zwarte kousen met amaran ten strikken onder de knieën en vérlakte lage schoenen terwijl hun zwarten hol ge dekt was met een hoogeq grijszijden hoed en een breede geplooide kraag van ama- rantkleurig gaas den hals omgaf. In een viertal afgehuurde omnibussen reden zjj door de voornaamste straten der stad om 's avonds hunne concerten te ge ven, zooals ik zoo even zeide. Met dat al blijft de carnaval altijd een tijd van groote losbandigheid en daar ge durende die dagen nog al meer door de vingers wordt gezien dan anders, woeden de booze hartstochten nog erger dan reeds het geTal is en in menig opzicht doet de carnaval niet onder voor de heidens luper- caliën en met al har-a hooggeroemde be schaving en vooruitgang is de 19e eeuw er niet in geslaagd die bandeloosheid te doen verdwijnen en de 20e eeuw zal er misschien al evenmin in slagen als deze, althans wanS neer zij er niet meer moeite toedoet, 't Is hier met den carnaval als in Holland met de kermissen, hjj is eenmaal door en door gedrongen in de gewoonten en zeden van het volk en men weet het, niets is minder gemakkelijk uit te meien dan eene volks gewoonte, zelfs al heeft die alle reden van wind heen en weer werd bewogen, vooral wanneer de maan over het landschap scheen, deed hem het bloed in de aderen stollen, ea wanneer hjj zich vast en zeker overtuigd had, dat hjj geen vrees behoefde [te koesteren, dan kon hjj toch nog niet geheel tot kalmte komen. Hij bad gemeend den dood te kunnen trot- seeren door een misdaad te begaannu was hij bevreesd voor hetgeen hjj gedaan had. Dien avond stak hjj, nadat hjj de deur zorg vuldig gesloten had, vlug een lamp aan. Sedert Boureille's dood moest hij 's nachts licht hebben de duisternis drukte loodzwaar op hem neder. Dadeljjk daarop wierp hij een schuwen blik om zich, terwijl hjj zelfs de verborgenste hoekjes in zjjn kamer doorzoekt. Hij schoof de bedgordijnen op zjjde, de gordjjnen van het venster eveneens, om te zien of zich daarachter niemand verbor gen had. Zelfs keek hij onder het bed. Daarna ging hij zitten en beproefde te lezen, om zjjnen gedachten eene ander8 richting te geven. Vooral wilde hjj aan Lueienne denken, die nu in zjjne nabijheid was. Vergeefsche moeiteOverdag kon hij zich geheel aan haar wijden, des nachts plaatste zich echter Boureille's bloedend lichaam tusschen zijne gedachten en haar. Hij deed de lamp uit, nadat hjj een nachtlicht had ontstoken, en begaf zich te bed. Hjj sloot de joegen want hjj wilde slapen, doch telkens schrikte hij wakker. Dikwijls verliepen gansche nachten, zonder dat hjj een oogenblik rust had. Soms viel hij van vermoeienis in slaap, doch dan had hjj bange droomen. Hij woelde dan, bestaan verloren. In vroegere tijden ver ontschuldigde men de carnavals-uitgelaten heid met de bemerking dat men nog eens wilde feestvieren en smullen voor de strenge veertigdaagsche vasten, waarin alle verma kelijkheden, alle feesten ophielden en de onthoudingen en het vasten streng werden nageleefd. Maar nu is bij een groot ge deelte der Brusselsche bevolking al heel weinig van de vasten te bespeuren. De schouwburgen zijn niet minder goed gevuld dan buiten de vasten en de andere verma kelijkheden gaan hun gewonen gangde carnavalsdagen zijn slechts eene gelegen heid te meer om te feesten, te smullen, uit spattingen te maken en het geld met volle handen weg te werpen. Op staatkundig gebied is er niet veel nieuws. Over de laatste Kamerdebatten heb ik reeds het een en ander meegedeeld en de Demblonades en andere socialis tische kabaalmakerjjeB in en buiten de Ka mers behooren alweer tot het oude nieuws, en werden alle overheerscht door de groote opgewondenheid die hier de Dreyfus- zaak veroorzaakte. Men kan geen koffie huis binnenkomen, zich niet bij den coiffeur vertoonen of men had het erover Drey fus, Zola en de geheele reeks van figu ranten en comedianten, die Frankrpk bijna tot het tooneel van een treurspel zouden gemaakt hebben. Ik meen in een der Hollandsche bladen gelezen te hebben dat de maatregel door mi nister Van den Peerenboom genomen om de le klasse-rijtuigen op sommige spoor lijnen af te schaffen, fiasco had gemaakt en geen verderen voortgang zou hebben. Dat bericht is niet waar. Integendeel be staat het voornemen om den maatregel nog over een groot aantal andere Ijjnen uit te breiden, maar om evenwel têgemoet te komen aan de daartegen aangevoerde be zwaren, heeft het bestuur der spoorwegen eene overeenkomst gesloten met de Maat schappij der wagons-litsdie nu een aantal luxe-rjjtuigen in zal voeren waarvan -men, zonder wakker te worden, in zjjn bed om, stak met een smeekend gebaar de handen voor zich uit onder het stamelen van eenige Onsamenhan gende woorden. Groote druppels zueet bedekten zjju voor hoofd. Plotseling sprong hjj dan overeind, met sta rende oogen, eene waanzinnige uitdrukking op zjju gtlaat, uitroepende, ditmaal niet in zijn droom, //Genade! Genade! Erbarming!// Dan bemerkte hij dat hjj zich alleen bevond en begreep dat bet slechts een droom was ge weest. Uitgeput viel bjj op de kussens neder. Wanneer hij wederom eenigszins tot kalmte gekomen was, stond hij op, stak de lamp aan, daar het nachtlicht niet voldoende was in het duister, en begon met wankelende schreden het vertrek op en neer te gaan. Het eenigste, wat hem geruststelde, was, dat men in de aanlendende vertrekken zjjne woorden niet kon onderscheiden. Men kon zelfs het ge luid van zjjn stem niet hooren. Met onuitsprekeljjke verlichting zag hjj den dag aanbrekenmet de laatste schemering ver dween ook zijn angst en kwamen zijne eerzucht, zjjne booze gedachten, zijne verwachtingen en zijne liefde voor Lueienne wederom boven. Hjj veegde zich het angstzweet van bet gelaat en herstelde zich glimlachend, zeggende//Welk eene dwaasheid, ben ik dan geen meester over mijne gedachten 1" Misschien was hij zulks welover rijn geweten neen 1 tegon eene kleine bijbetaling kan gebruik maken, evenals dat tegenwoordig het ge val is met de restauratie- en slaapwagens. Misschien zal men dan goedkooper eerste klas kunnen reizen dan vroeger, terwijl de Staat zich ontheven ziet van het kostbaar onderhoud der dure en weinig voordeel op brengende eerste klasse-rjjtuigen. De Mi nister bereikt dus wat -hij wilde en de rei zigers krijgen wat zij verlangen, zoodat beide partijen tevreden zijn. Mijn liefje wat wil men nog meer. Griekenland. Een der moordenaars, die het gemunt hadden op het leven van den Koning van Griekenland, Karditzi, heeft het mis lukte moordplan, d^hij en anderen van plan waren ten uitvoer te brengen, verklapt. Hij verhaalde, dat het plan der moorde naars was eerst den koetsier en de paarden te dooden en daarna koning George af te maken. Prinses Marie, de dochter des Konings, zouden zij ongedeerd hebben ge laten. Den moordenaar is het niet gelukt door eene huichelachtig aangenomen houding te ontkomen. Toen Zondag het Te Deum in de Kathedraal werd gezongen, was hij een der hardste schreeuwers ondeï het volk, die den Vorst toejuichte. Hij is ongehuwd en zijne medeplichtigen weigert hjj te noe men. Onder de telegrammen die van alle zjj- den aan het paleis van-koning George gericht worden, is er ook een van mevrouw Gamot, weduwe van den vermoorden Pre sident -der Fransche Republiek. De Gemeenteraad van Athene heeft beslo ten, een kapel te'laten bouwen op de plek, waar de aanslag gepleegd is, ter herinne ring daaraan. Italië. Onder de Italiaansche Journalisten heeft de Zola-rommel twist en tweedracht ge sticht. De Secretaris van den Journalisten kring te Rome had uit eigen beweging namens den kring een telegram van deel neming aan Zola gezonden, waartegen het Bestuur in verzet kwam, zoodat hjj genoodzaakt wordt om af te treden. IV. Het was een vreemd leven, dat Lueienne heden begon, nu zjj geheel in de nieuwe familie was opgenomen, wier leden zjj langzamerhand kon bestudeerec vooral George, die haar voortdurend met zjjn zachten, droevigen blik volgde. Zij had zich terstond de gewoonten van het huis eigen gemaakt, stond, evenals bjj Maria Doriat, vroeg op, was de oude mevrouw De Montmayeur iu het huishouden behulpzaam, werkte of las haar voor. Het oudje bewaarde steeds het stilzwjjgen, behalve tegenover het jonge meisje, en Lueienne ontdekte, dat dit anders zoo stuursche karakter toch ook vatbaar was voor meer teedere aan doeningen. Het goede vrouwtje vertrouwde haar zelfs hare geheimen toe, doch tusschenbeide viel zjj zichzelf in de rede om hare herinneringen mede te deelen. Dit gebeurde wanneer de treurige dag van Bazeilles haar in de gedachten kwam. Dan zweeg zjj, sloeg de oogen neder en bleef in gepeins verzonken. Lueienne stoorde haar niet. De Pruisen hadden zich eenigszins verwon derd over de nieuwe versrfhjjtiing in het huis houden. De nieuwsgierigheid was opgswektzjj hadden haar aardig, zeer lief gevouden, dóch daarna Ladden zjj zich niet meer om haar be kommerd. Ean was er echter, die eene uitzondering op den algemeenen regel maakte. [Wordt vervolgd LEffscifi donniiT. ABONNEMENTSPRIJS •••iJïa c 0.03 AGITE MA NON AGITATE. PRIJS DBB ADVEETENTIEN. Van 16 regels50 Cent

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1898 | | pagina 1