N
V\ E
i
"o/lanó.
Iets over het
Sociale Vraagstuk.
I
No. 2927
Dinsdag 8 Maart 1898,
22ste Jaargang.
«2,80
«0.03
DE TWEE WEEZEN.
IMSCHIC
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Haarlem
Voor de overige in plaatsen in Nederland fr. p. p.
Voor het buitenland
Afzonderlijke nummers
Dit blad verschijnt
dagelijksbehalve Zon- en Feestdagen.
BUEEAÏÏ: St. Janstraat Haarlem.
«1,40
AGITE MA NON AGITATE.
PRIJS DSR ADVERTENTIEN.
Van 16 regels50 Cent
Elke regel meer71/»
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant
Redacteur-TJitgever, W. KüPPERS.
De middelen, die naar onze meening tot
de oplossing van het Sociale Vraagstuk kun
nen bijdragen, liggen in de handen van den
arbeidersstand, maar ook in de handen van
de bezittende klassedie middelen liggen
eveneens in de handen van den Staat eD
van de Kerk.
De oplossing van het Sociale Vraagstuk
is eene gemeenschappelijke zaak van allen.
Daarom moeten all.e maatschappelijke ele
menten en alle maat3chappelj]ke machten
samenwerken en het hunne bjjdragen om
het voorgestelde doel te bereiken.
Juist hierin en niet aan den onzin die soci
ale hervormers zonder kennis van zaken ver
kondigen, schuilt de fout bij degenen, die
ter oplossing 'van het Sociale Vraagstuk
voorstellen aan de hand hebben gedaan,
dat zjj immer slechts in afzonderlijke mid
delen het algemeene panacee ter genezing
van de maatschappelijke kwalen en mis
standen wilden erkennen, terwijl toch af
zonderlijke middelen nooit voor het groote,
algemeene doel toereikend kunnen zijn,
maar alleen uit de vereeniging van alle
deze middelen, uit de samenwerking van
alle factoren der maatschappij eene wezen
lijke oplossing van het Sociale Vraagstuk
te verhopen is, omdat allen daarbij belang
en daaraan deel hebben.
Vragen wjj nu allereerst, wat de arbei
der, de werkman, en in 't algemeen de
mingegoeden zelf tot oplossing van het
maatschappelijk vraagstuk kunnen bijdra
gen dan is het voornaamste middel, het
welk in hunne hand ligt, ter verbetering
van hun toestand, de onderlinge vereeni
ging. Zjj moeten zich vereenigen, zjj moe
ten gezamenljjk toetreden tot vereenigin-
gen en genootschappen, die het doel na
streven om de misstanden uit den weg te
ruimen en de belangen van den arbeiders
stand te bevorderen. De natuur zehe dringt
de menschen ertoe, zich met anderen te
vereenigen, ten einde door die vereeniging
met anderen tot verwezenlijking te brengen,
wat zjj met louter persoonlijke krachten
niet kunnen teweeg brengen. Het vere
nigingsleven is een door de natuur zelve
aangewezen, diep ingrijpend middel ter ver
betering van den toestand der arbeiders;
en dit middel ligt het eerst in hunne hand.
FEU ILLE TOE.
56
Vervolg.)
„Neem u in acht,// zeide Lucienne tot haar.
«neem u in acht
Doch Claudine antwoordde ernstig, terwijl
zich een paar rimpels op haar voorhoofd ver
toonden
«God heeft, door mjj hier in het gezin te
brengen, daarmede iets ernstigs voor, Lucienne.
Gjj zjjt hier om verderf over Jan De Montmayeur
uit te storten. Deze is door den dood en de
schande gemerkt. Maar zou ik daartegenover
niet hier zijn om George te redden
«Gjj ontneemt aan deze oude moeder een
harer beide zonen.
„Ik zal haar den anderen doen behouden.//
Lucienne nam hare zuster in de amen.
«Bemint gij hem reeds vroeg zjj fluisterend.
„Ja. Tenminste ik geloof het. Wanneer ik
hem in mjjn bijzijn zoo gelukkig zie en zijn
dankbaren blik ontmoet, springt mijn hart op
van vreugde.*
Lucienne zeide niets meer. Zjj vroeg zich zelf
af, of hetgeen zij zooeven vernomen had, ook
van invloed kon zjjn op haar eens opgevat plan.
„Wie weet of deze liefde mij niet van veel
nut kan zijn,* peinsde zij.
Sedert eenige dagen kwam het Lucienne voor,
*lsof George een geheim onderhoud met haar
Deze genootschappen nu kunnen van
verschillenden aard zijn, naar gelang de
doeleinden, welke zij nastreven, verschillend
zijn. Zoo heeft- men vooreerst spaarkassen-
vereenigingen, welke den arbeider in de
mogelijkheid stellen zijne kleine besparin
gen voordeelig te beleggen, en aldus lang
zamerhand een, zij het dan ook klein, ver
mogen bijeen te brengen. Verder kunnen
genoemd worden de ondersteuning*-Teree-
nigingen met fondsen voor zieken en voor
ouden van dagen, welke vereenigingen aan
den werkman, ingeval van ziekte of van
ongeschiktheid om te werken, zijn levens
onderhoud verzekeren. Vervolgens heeft
men vereenigingen, die zich ten doel stellen
de arbeiders te bekwamen in hun vakof
vereenigingen, die zich ten doel stellen het
karakter van de arbeiders tot een degelijk
godsdienstig en zedelijk karakter te vormen,
maar vooral valt te zorgen, dat men den
werklieden geen steenen, om op de bezit
tende klassen te werpen, in handen geeft in
plaats van voor hun maatschappelijk en
duurzaam welzjja te zorgen.
Door deze en dergelijke genootschappen
kunnen de arbeiders zelveu tot verbetering
van hun toestand, en aldus tot de oplos
sing van het Sociale Vraagstuk bijdragen.
Wij moeten het echter nogmaals her
halen alleen onder voorwaarde, dat deze
genootschappen door den christelijken geest
doordrongen en bezield zijn, kunnen zij waar-
Ijjk zegenrjjk werken. Van welken aard een
genootschap ook is, welk doeleinde een ge
nootschap ook nastreeft, altijd zal het on
vermijdelijk tot eene zaak van speculatie of
winstbejag vervallen, indien dat genoot
schap alleen door gemeenschappelijke be
langen uitwendig wordt bijeengehouden. Het
genootschap moet veeleer door den geest
van liefde doordrongen en samen verbon
den worden, opdat het eene lidmaat in het
andere lidmaat niet een gevoelloozen deel
genoot in dezelfde zaak, maar veeleer een
vriend herkenne, die in een geest en in een
streven met hem is verbonden. En dezen
geest van liefde kan het Christendom al
leen geven.
Zjjn echter de genootschappen door den
geest der christelijke lietde doordrongen,
dan zijn zij inderdaad als een hoofdmid
del ter verbetering van den maatschappe-
lijken toestand der arbeiders te beschouwen
Zij zijn wel niet bij machte om alle mis
standen te verbeteren; maar zij kunnen deze
wcnBchte, en dat hjj op bet punt zjjnde te
spreken, terstond weder den mond sloot.
Toen hij zich op een avond met haar allean
bevond, zeide by verlegen
//Lucienne, ik wilde u wat vragen.//
//Spreek, mynheer George, ik ben bereid u te
antwoorden,* zeide zjj, eenigszins verwonderd,
want de stem van den zieke beefde meer dan
gewoonlijk.
//Gjj zult niet boos worden over hetgeen ik u
vragen zal
//Seen, want ik ben ervan overtuigd, dat gij
niets zult zeggen, wat ik niet hooren mag.//
George boog het hoofd en dacht geruimen
tijd na.
De ruime eetzaal, waar de familie zich altjjd
vereenigde, was slechts door een enkele kaars
verlicht. De opflikkerende vlammen in den haard
wierpen een rood schijnsel op de wanden.
Onwillekeurig eenigszins ontroerd, wachtte
Lucienne op hetgeen hij zeggen zou.
„Ik heb het recht niet,// zeide George, //in
de geheimen van uw hart door te dringen, maar
toch zoude ik gaarne weten, waarom gij het huis
van Doriat verlaten hebt, van hen, die u lief
hadden, die u tot zich genomen hadden en u
als hun eigen kind beschouwden.//
//Maria Doriat en haar zoons hebben mjj weg
gejaagd.//
//Waarom
«Omdat ik samenkomsten met Jan hield.//
//Zjj haten mijn broeder dus?"
«Dat weet ik niet, maar ik was verloofd met
Gauthier Boureille, en zjj houden veel van Gau
thier.*
tenminste vermindereu. In de banden van
het materialistisch liberalisme ontbreekt aan
hen de geest, die levend maaktmaar in
de handen van het Christendom dringt de
bezielende ademtocht, van den geest der
liefde in die genootschappen, en zoo worden
zjj een weldaad voor de verlaten arbeiders.
Als lidmaat van zulke genootschappen voelt
de arbeider zich weer vereenigd met ande
ren. Het gevoel vau verlatenheid verdwjjnt.
en de arbeider is gelukkig en tevreden in
't bewustzjjn, dat hij niet alleen staat, maar
dat hjj lid is van een groote gemeenschap,
yelke hem met gelijke liefde bejegent als
alle zjjne lotgenooten.
Aldus zal hjj gewillig en getroost zich
aan zjjn zwareu arbeid onderwerpen. De
verbittering zal in zjjn binnenste geen plaats
ruimte vinden en al moet hjj in armoede
leven, toch zal de liefdevolle omgang met
gelijkgezinden hem deze armoede met ge
duld doen dragen, in de hoop op de hoogere
beloften, die aan ons allen gegeven zjjn.
Niet enkel de arbeiders, maar ook de
bezittende klassen moeten het hunne bjj
dragen, om het Sociale Vraagstuk tot op
lossing te brengen.
Dit kan vóór alles hierdoor geschieden,
dat zjj eveneens aan het vereenigingsleven
der arbeiders een werkdadig aandeel nemen.
Juist daardoor, dat de bezittende klasseu
tot de arbeiders afdalen en aan hun ver
eenigingsleven deelnemen, zal de klove, die
tegenwoordig de rjjken van de armen, de
werkgevers van de werknemers scheidt,
worden overbrugd en zuilen beiden weder
om in vriendschappelijke betrekking met
elkander komen.
Bovendien kan de deelneming, es wèl
de werkzame deelneming van de bezittende
klassen aan de genootschappen der arbei
ders deze vereenigingen waarljjk vrucht
baar maken want de arbeiders vc or zich
alleen zjjn meestal niet in staat om de
geldeljjke middelen, welke gevorderd wor
den ten einde het doel van een genoot
schap of vereeniging volkomen te bereiken,
in behoorlijke hoeveelheid bjjeen te brengen.
Alzoo, deelneming aan het vereeuigings-
leven der arbeiders is eeue eerste vereischte,
wanneer ook de bezittende klasseu het
hunne willen bjjdragen tot de oplossing van
het Sociale Vraagstuk.
Hierbij mag het echter niet worden ge
laten. De bezittende klassen moeten ook
//Sedert de misdaad moest Gauthier toch hun
vjjand zijn
«Gauthier houdt het ervoor, dat Doriat on
schuldig is.//
Wie zou dan de misdadiger zijn
«Die is onbekend
«Gjj hebt dus mijn broeder lief, Lucienne
«Twijfelt gij daaraan vroeg zij, zoodoende
het antwoord ontwjjkende.
«Mag ik u een goeden raad geven? Ik ben
nog wel niet zeer oud, maar de jaren van
ziekte en smart tellen dubbel en geven onder
vinding.//
«Ik luister naar u, mijnbeer George.//
«Wanneer gjj mjjneu bro der nog niet bemint,
wanneer gjj nog terug kunt keeren van de hel
ling, waarop gjj staat, doe daar dan uw voordeel
mede, Lucienne, want ik geloof niet, dat mjjn
broeder u gelukkig zal maken."
«Denkt gij dat hjj mij niet lief heeft?//
«O, wat dat aangaat, hij bemint u hartstoch
telijk.
«Luister, Lucienne, en verwonder u niet, dat,
ik zoo tot u spreek elk mijner woorden spruit
voort uit mjjne groote genegenheid voor u en
oprechte liefde, welke ik voor uwe zuster koes
ter eene liefde, welke gij beiden reeds
vermoed hebt, doch die ik haar nimmer zal ver
klaren. Neen, Jan kan u niet gelukkig maken,
Lucienne.
«Hij is hard, zelfzuchtig, na verloop van
eenige dagen zou hij u opofferen aan zjjne hel-
sche begeerte, zijn vurigen wensch om fortuin
te maken
«Kan ik dien wensch niet deelen En kan ik
onder elkander genootschappen of vereeni
gingen stichten, die ten doel hebben de ar
mere en werkende klassen bij te staan en
te ondersteunen. Hiertoe behooren vooral
de voorschot- ot crediet-vereenigingen, wel
ke zich ten doel stellen aan de kleine han
delslieden of handwerkslieden voor eene bil
lijke rente geld voor te schieten, opdat de
zen, ingeval zij geld noodig hebben voor
hun bedrijf, niet tot woekeraars hnnne toe
vlucht behoeven te nemen.
Verder zijn aan te bevelen de vereeni
gingen, welke bestemd zijn om aan de
kleine neringdoenden dr noodige waren
goedkoop te leveren. Ook dienen ge
noemd te worden de vereenigingen van on
derstand, welke ten doel hebben de arbei
dende en onvermogende bevolking in de
veelvuldig voorkomende gevallen van nood
bij te staan en hare huishoudelijke zelf
standigheid in stand te houden. Ook ware
het te wenschen, dat er vereenigingen wer
den opgericht, die zich ten doel stelden
om aan de arbeiders, die een productief
genootschap wilden vormen, de noodzake
lijke gelden voor te schieten.
Het valt niet te betwisten, dat dergeljjke
•vereenigingen zeer veel kunnen bijdragen
tot leniging van den nood, tot opheffing
van den arbeidersstaud en tot verzoening
van het arme werkvolk met de hedendaag-
sche maatschappelijke toestanden. Maar
wij kunnen het niet dikwijls genoeg her
halen ook van deze genootschappen
en vereeniginuen zal alleen dan een waar
lijk heilzaam welslagen te verwachten zijn,
wanneer de bezittende klassen door het mo
tief van christelijke liefde tot deze werk
zaamheid worden bewogen en aangespoord.
Alleen, wanneer de rijke uit christelijke
liefde aan de vereeniging der arbeiders deel
neemt alleen, wanneer de vereenigingen
der bezittende klassen iu 't belang der ar
beiders gesticht worden uit christelijke liefde
jegens hen slechts dan alleen valt daar
van heil te verwachten voor de verbetering
van onze ontredderde maatschappelijke toe
standen.
Berust de deelneming der bezittende klas
sen aan dergelijke vereenigingen louter op
den inleg van geld, hebben zij geen ander,
hooger motief voor die deelneming, dan
zulleu deze vereenigingen ten laatste voor
hen wederom het middel worden, om hun
eigen voordeel te bevorderen, voornamelijk
uit den inleg van geld zooveel mogelijk
er dan niet het mijne toe bjjdragen om dien te
verwezenlijken
«Ne«n, zulks is onmogeljjk, geheel onmoge-
ljjk zeide hjj, terwijl hjj hevig ontroerde. «Gij,
de schoone, beschaafde, reine Lucienne, in wie
ik iederen dag nieuwe schoone hoedanigheden
ontdek, gjj kunt de vrouw niet worden van Jan
De Montmayeur
Hij had den naam: Jan De Montmayeur, met
een soort van afschuw genoemd, alsof niet zjjn
broeder er de drager van was.
«Gij bebt,// vervolgde de zieke heftig, «sedert
gjj deel uitmaakt van ons gezin, genoeg gelegen
heid gehad om het karakter van Jan te bestu-
deeren. Welk een onderscheid is er tusschen u
en hem Wispelturig als hjj is, bemint hjj noch
zijne moeder, noch mjj. zal hjj aan zjjn harts
tocht ten offer brengen. Hjj bemint niemand
anders dan zichzelf. Hjj droomt slechts van veel
geld en buitensporige uitgaven. Gjj koestert
slechts bescheiden wenschen. Met hem zou uw
leven eene aaneenschakeling van smart zijn...
«Lucienne, ik bid er u om, bemin hem niet
bemin hem niet
«Het is te laat 1//
«Te laat 1 Kom toeh Als ik u zeg, dat gjj
hem niet moogt liefhebben Gjj moogt een zeker
ongeluk niet tegemoet gaan I//
«Maar waarvoor zjjt gjj dan bevreesd zeide
zij, geheel meester over zichzelf en de geheim
zinnige maar gruweljjke angsten bevroedende,
welke op het gelaat van den zieke te lezen stonden.
(Wordt vervolgdJ