N i E U ÏÏ)ag6laó voor <3%ooró- on Iets over het Sociale Vraagstuk. No. 2928 Woensdag 9 Maart 1898, 22ste Jaargang, B 1 T JS L A lN D~ p. p 1 77. DB TWEE WEEZEN. Amerika. MM ABOKNBMENTSPBIJS Per 3 maanden voor Haarlem t Voor de overige in plaatsen in Nederland fr Voor het buitenland Afzonderlijke nummers Dit blad verschijnt dagelijksbehalve Zon- en Feestdagen. BUEEAU: St. Janstraat Haarlem; /1,10 «1,40 «2,80 c 0.08 UEND PRIJS DER ADVERTENTIEN. Van 16 regels50 Cent Elke regel meer AGITE MA NOW AGITATE. Groote letters w orden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant Redacteu r-TJ itgever, W. KüPPERS. {Slot.) Behalve de arbeidende en behalve de be zittende klassen, kan en moet ook de Staat meewerken aan de oplossing van het Sociale Vraagstuk. Vóór alles moet de Staat aan de arbeiders de bescherming waarbor gen van eene rechtvaardige en welwillende wetgeving. Derhalve moet de Staat de ar- beidersvereenigingen langs den weg der wet geving beschermen. Verder moet de Staat op den arbeidstijd het oog houden, en wèl door den Zondagsarbeid te verbieden. De Staat moet den vrouwen- en kinde- renarbeid in de fabrieken wettelijk ver bieden of ten minste zooveel mogelijk be perken. Bovendien kan en moet de Staat voor opheffing van de maatschappelijke misstan den zorgen door vermindering van de open bare lasten, door rechtvaardige verdeeling der belastingenwant het is billjjk, dat wie jn en van den Staat meer bezit en meer geniet, ook meer aan den Staat be taalt. Evenzoo kan en moet de Staat helpen door wetten, die de onnatuurlijke heerschappij van ^et geld, van het kapitaal beperken, alzoo door wetten tegen den woe ker en door afschaffing of ten minste be perking van zwendelarij in handel en spe culatie. De indirecte belastingen, welke de arbeidende klasse het meeste en zwaarste treffen, moet de Staat zooveel mogelijk be perken, en ook moet hij gestrenge maatre gelen nemen tegen slechte huizen, veile deernen, lichtzinnige bedelaars, spelers en zoo meer. Want dezen benadeelen den eer- zamen arbeidersstand meer, dan vele andere misstanden. Door deze en dergeljjke andere middelen ie de Staat bjj machte, een sterken invloed uit te oefenen op de verbetering van den socialen toestand der arbeiders. Maar eerst dan zal de Staat dit alles met vrucht kun- FEUILLETON. 57 {Vervolg.) »lk maak u op een gevaar opmerkzaam ik wjj8 u een afgrond ziet gij dau niet, dat Jan een geheel ander leven leidt dan wj dat wij zelfa geen enkele gedachte gemeen hebben »lk ben slechts eene vrouw en volg alleen de inspraak van mjn hart. Wj vrouwen zijn zwak, Wanneer ons gemoed tot ons spreekt; mannen kunnen zich zelf beter beheerschen. "Waarom zegt gij uwen broeder niet hetgeen ik zoo pas vernomen heb en beproeft gij niet hem van mjj te verwijderen?" "Ik heb zulks willen doen, Lucienne, ik heb zulks willen doen. Ik heb hem gezegdGij doet er verkeerd aan, dit jonge meisje aan har - pleegouders te ontrukken het is niet goed, dat 8j haar hier brengt. Ik verbied u haar te be minnen, want zoodoende stort gj haar in het ongeluk "En wat antwoordde hj "Hal als gjj zijn beleedigenden glimlach ge zien hadt, de minachting, waarmede hij mij be jegende, terwijl ik machteloos tegenover hem stondEn toen ik toch wilde tegenstreven, wierp hij mij op een stoel neder, greep mij bij de polsen en zeide bedaard en koud, terwjl hij mjj strak aanzag, dat ik nimmer zjne plannen uen nastreven, wanneer hij wederom chris telijk geworden is. Want aan de deur van den liberalen, atheïstischen Staat kloppeu de arbeiders tevergeefsde heerschende klasse heeft voor hen geen gehoor. Eindelijk is de Kerk die diepingrij pende sociale macht een wezenlijke factor in de oplossing van het Sociale Vraagstuk, zoodat zonder haar deze oplossing volstrekt onmogelijk is. Vóór alles is het de zaak der Kerk, om de beginselen en den geest des Christen- doms wederom in te voeren in de menscbe- lijke maatschappij en daardoor de hoofd voorwaarde te stellen ter grondige verbe tering van de sociale misstanden. Op elk gebied des levens, in wetenschap, kunst, onderwijs en opvoedin g, zielzorg.enz. moe ten de organen der Kerk werkzaam zijn, ten einde het beoogde doel te bereiken. Deze taak is zeker niet gering te schatten. Maar onverschrokken en met volharding moet die taak volbracht worden, anders is alles tevergeefs, wat van andere zijdenter oplossing van het Sociale Vraagstuk ge daan wordC Hoezeer ook de geest der we reld, de geest van zelfzucht en van genot zucht tegen de inwerking der Kerk zich verzet, des te grooter moeten de krachts inspanning en de pogingen der Kerkzpü, want het geldt hier de armen, die de Ver losser het meest en het dringendste aan hare zorgen heeft toevertrouwd en aanbe volen. Maar niet enkel op deze wijze heeft de Kerk tot oplossing van het Sociale Vraag stuk bij te dragen, maar ook door de wer ken der christelijke Charitas. De Kerk heeft het aan zulke werken nimmer laten ontbreken. Wie zal ze tellen alle de ziekenhuizen en gasthuizen en stich tingen, welke in den loop der christelijke eeuwen door de Kerk of in haren geest voor de armen en noodlijdenden zijn opge richtHoe groot is het getal der klooster orden, die in de Kerk en in haren geest in den weg zou staan. Wee mjj, als ik mij tegen hem verzet I „Ach, gij kent mijn broeder nog niet!// Doch Lucienne dacht by zichzelf /rJa, dat is juist iets voor den man, dieBou- reille vermoord heeft George vervolgde, met tranen in de oogen „Lucienne, er kan u geen grooter ongeluk overkomen dan met mjjn broeder te huwen. Ontvlied ons huis; er rusteen vloek op. Luister naar de woorden van een ongelukkige, die zoo nabj den dood, niet zal liegen. Vervloekt is ons huis vervloekt De Montmayeurs. Eenmaal zal de slag op ons* nederkomen Hij mag u niet treflen, u zoo onschuldig, zoo rein Vlucht, al moest gij ook evenals toen gij nog klein waart gij hebt mjj zulks zelf verteld langs de huizen gaan bcdeleD, al moest g j weder onder den blooten hemel slapen, overal verjaagd, omdat gij eene landloopster zijtal moest gij ook van honger en koude omkomen, van allen verlaten. Alles is beter dan ons huis te be treden "Vlucht van ons, Lucienne, uit erbarming met u zelf!" Hj huiverde zoo erg, dat zjne tanden klap perden tevergeefs trachtte hij zijne handen aan het vuur te warmen. Zij liet hem uitspreken. //Deze man kan geen medeplichtige van Mont- mayeur zijn,// dacht zij, //doch bij is met de misdaad bekend." Vertrouwelijk fluisterde zij "Zou uw broeder mjner onwaardig zijn?// "Heb ik dat gezegd vroeg hij eensklaps, het zich in den loop der eeuwen hebben geves tigd met het doel, om de kinderen der ar men op te voeden en te onderrichten In onzen tijd heeft de christelijke Chari tas een des te ruimer veld, naarmate de maatschappelijke ellende grooter is, en daar om brengt dan ook de geest der Kerk in onzen tijd Steeds nieuwe bloesems van de christelijke Charitas voort. Laat men haar werken zij zal tot leniging van den nood, tot de oplossing van het Sociale Vraagstuk meer bijdragen, dan alle redevoeringen op katheders en volksvergaderingen. Wat baat het den arbeider, zich vijan dig aan de godsdienstige genootschappen, die enkel tot zijn welzijn gesticht zijn, met vinnigen hoogmoed tegenover te stellen en hunne hulp van de hand te wijzenDe egoïsten, die hem daartoe aanzetten, zullen zich om hem niet bekommeren, wanneer hij in nood en ellende komtzij zullen hem laten verkwijnen, zoo niet de christelijke Charitas naar hem hare hand uitstrekte. Deze ervaring hebben de arbeiders toch reeds dikwjjls genoeg kunnen opdoen. Op deze wijze alzoo stellen wij ons de oplossing van het Sociale Vraagstuk voor. Terugkeer tot het Christendom, en dan sa menwerking van alle factoreD der maat schappij in chrislelijken geest ter bezwering van den maatscbappelijken nood. Daar door alleen, gelooven wij, kan de verbrok- keliug der menschelijke maatschappij, zoo als zij door de zelfzuchtige en onchriste lijke liberale Staathuishoudkunde veroor zaakt iswederom overwonnen en de maatschappij wederom tot haren natuurlij ken toestand teruggebracht worden Daar door alleen, gelooven wij, kunnen de so ciale misstanden en de sociale nooden verbeterd worden en gelenigd. Hopen wij voor de toekomst het beste. Wel is het echter te vreezen, dat eerst een of andere catastrophe de oogen der groote menigte zal moeten openen, vooraleer men openhartig en onomwonden met ons zal wil len bekennen Ja, inderdaad, wij moeten hoofd opheffende alsof hj uit eene bombare mij- mering ontwaakte. "Heeft hij' ooit in zjn leven eene laakbare daad begaan, welke nu nog voor ecu ieder verborgen is, dooh eenmaal ruchtbaar worden kan P" //Heb ik dat gezegd?// vroeg hj nogmaals, hevig ontsteld, terwijl hij als waanzinnig de handen boven zijn hoofd samen sloeg. Eensklaps barstte hij in lachen uit. „Luister niet naar mij, Lucienne, ik spreek slechts wartaal. Ik zie alles donker in en zou u ten slotte even ver brengen als ik zelf ben." "Waarom zegt gij dan dat het geslacht der Montmayeurs vervloekt is //Gekkepraat van een zieke. Waarom zou het vervloekt zijn? Wj zijn arm, dat is waar, maar armoede is geen misdaad vervloekt het geslacht der Montmayeurs herhaalde hij ver strooid Wie beweert dat het geslacht vervloekt is Half bewusteloos viel hj met gesloten oogen in zijn leunstoel terug. Bijna terstoud daarop trad Jan binnen, doch de zieke hoorde hem niet. Jan scheen ongerust te zijn, want de stem zijns broeders was tot in zijn studeervertrek doorgedrongen. Hij sloeg een vragenden blik op LucieDne, terwijl zijn hart hevig klopte. Doeh spoedig stelde hij zich gerust. Lucienne glimlachte en stad hem de hand toe. "Uw broeder scheen een weinig ontroerd," zeide zij, „doch nu is hj ingeslapen. De slaap zal hem wel goed doen." terugkeeren tot het Christendom de begin selen en den geest van het Christendom moeten wij wederom aannemen en in ons leven laten doordringenanders is er aan geen verbetering van den hacheljjken maatschappelijken toestand denkbaar Nogmaals, wij hopen voor de toekomst het beste maar toch wij vreezen eerst nog erger toestanden, ja zelfs verwoestingen en puinen, vooraleer onze vaste overtuiging, dat n.l. de terugkeer tot het Christendom het Sociale Vraagstuk alleen kan en moet oplossen, algemeen zal gewaardeerd worden. Bij de Regeering der Vereenigde Staten heersckt eene buitengewone drukte om zich gereed te maken tot den oorlog. De vloot wordt met koortsachtige gejaagdheid ver sterkt. Van uit Washington zijn reeds onder handelingen geopend over den aankoop van zes oorlogsschepen, die op Britsche wer ven staan, van twee Duitsche schepen en twee Braziliaanrche kruisers. Chili is ge polst over den verkoop van twee gepant serde kruisers, de Capitan Prat, en de Es meralda, doch de aanvraag heeft tot geen resultaat geleid. Wat de kustverdediging betreft, zal de monitor Puritan Norfolk moeten bescher men. De monitor Ierror zal gestationeerd worden te New-York ot te Boston de mo nitor Amphititre bevindt zich te Port Royal, in Zuid Carolina, ter bescherming van Char leston enSavannah ook de Miantonomoh wordt gereed gehouden, doch men weet niet waarvoor dit schip bestemd is. De beide torpedobooten, de Footeen de Winslow zul len de torpedovloot in de Golf moeten ver sterken. Het Ordnance Bureau heeft reeds ver schillende contracten afgesloten voor de levering van projectielen en kruit. Het de partement van oorlog heeft schikkingen getroffen met verschillende spoorwegeu,langs welke de troepen uit het binnenland naar de Atlantische kust kunnen worden ver voerd, zoodat het departement nu met juist heid weet, langs welken weg met den mees ten spoed troepen naar de Atlantische ha vens kunnen worden overgebracht. "Wat zeide hj vroeg hij, zichtbaar verlicht. //Eigenlijk niets. Hy sprak over den oorlog betreurde onze nederlagen //Ik meende, dat ik hem eene vervloeking hoorde uiten." „Ja, hy vervloekte zijne krankheid, zijne zwaktes welke hem belet mede ten str jde te trek ken. De arme jongen Zacht legde r,j George's slap nederhangende handen op zjn knieën en vleide met de grootste voorzichtigheid zjn hoofd tegen den rug van den leunstoel. Daarna wierp zy nog wat hout over den haard. „Het zou beter voor hem zjn als hj te bed lag," zeide zij. //Ga gij maar naar uwe kamer, Lucienne, ik zal wel op hem passen." Zj wilde zich verwijderen, toen hj haar met eene eenigszins verwjtende stem terughield. //Lucienne 1" In de tegenwoordigheid der oude mevrouw De Montmayeur bood zj hem iederen avond haar voorhoofd tot een kus aan. "Vergeet gj mj zeide hij. Zj moest zich onderwerpen d:t is een van de vele gruweljke folteriDgeD, Welke zj moest ondergaan. Met schrik ziet zij den avond vallen en gaat dikw jls niet voor het diner naar bene den onder voorwendsel, dat zj hoofdpjn heeft om aan dien gehaten kus te ontsnappen. Doodsbleek en met gesloten oogen steekt zj hem het voorhoofd toe; hij drukt erzjnlippeu op, doch plotseling wendt z j zich met een gebaar van afkeer, van hem af. {Wordt vervolgd,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1898 | | pagina 1