N i E
E
voor tStoorö' en
De vrijmetselarij in 't leger.
No. 3931
Zaterdag 13 Maart 1398
22ste Jaargang,
B U 1 T E JN L A B D.
if
Het ware van belang met 't oog op die
ttassa van officieren-vrijmetselaars, die het
Ned. leger, vooral het Ned.-Indisch leger
t®lt, dat onze Regeering eens gewezen werd
°P het ernstig gevaar dat ons land be
dreigt, toevertrouwd als het is aan man-
Qen, die door hun aansluiting bij de Loge,
Verplichtingen hebben aangegaan, die niet
Vereenigbaar zijn met hunne plichten als
militairen.
DE TWEE WEEZEN.
Rusland.
Engeland.
Frankrijk.
Dmtschland.
O
e -
en
ste
ABONNBMEN T3FRIJS
Per 3 maanden voor Haarlem 1,10
Voor de overige in plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,40
Voor het buitenland2,80
Afzonderlijke nummers0.03
Dit blad verschijnt
dagelijksbehalve Zon- en Feestdagen.
BÏÏEEAU: St. Janstraat Haarlem.
AGITE MA WOW AGITATE.
PRIJS DER ADVERTENTIES.
Van 16 regels50 Gent
Elke regel meer7'/«
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant
Redacteu r-U itgever, W. KüPPERS.
Wanneer wij de vrijmetselarij weer eens
bespreken, dan hebben wij ditmaal op het
oog het contingent, dat ons leger levert
aan dit geheim genootschap.
De vrijmetselarij maakt bij voorkeur pro
paganda bij 't leger. Haar hoogste streven
is het wereldgezag te veroveren, de we
reldpolitiek te bestieren, vorsten af te zet
ten en aan te stellen, over vrede en oor
log te beschikken, in één woord de gansche
Mereld onder haar scepter' te brengen.
Haar ideaal is dit: alle nationaliteitsge
voel, patriotisme, enz. uit te roeien, alle
volkeren tot één broederbond samen te
smelten, en dien universeelen volkerenbond
te plaatsen onder de hooge leiding der
Loge.
Ter verwezenlijking van dat ideaal be
koelt de Loge den steun der openbare
macht, de hulp vooral van het leger. Want
keelt zjj het leger op hare hand, dan is
z9 eventueel meester van den staat van
zaken.
Het ware wensffielijk, dat een onzer ka
tholieke Kamerleden eens de vrijheid nam
°f liever den moed schepte onze Regeering
eeU8 te interpelleeren over de aanwezig
heid der vrijmetselarij in 't leger.
Niet, dat wij van zulke interpellatie be
paald veel vrucht verwachten, maar enkel
en alleen om onze vurige militaristen, die
het zoo hoog op hebben met onze nationale
verdediging, die alles, zelfs 's lands welvaart
en 's lands schatkist ten offer zouden willen
zien gebracht voor ons bescheiden parade-
F A UILLEI CA.
60
{Vervolg.
Op een goeden dag werd hjj geeuwende wak
ker, en daar de zon aanstalten scheen te maken
door de wolken te breken, stak hjj het hoofd
naar buiten en keek eens rond.
Lucienne en Claudine stonden in zjjne on
middellijke nabijheid samen te praten.
„Die ellendeling!» zeide Lucienne,
nu reeds wordt bij door wroeging gekweld
in afwachting van zijne laatste kastijding
Schuller had zich bewogen; Lucienne bemerkte,
dat men haar bespiedde en ging met hare zus
ter verder.
Dien dag viel er rondom Parijs niets bijzon
ders voor. Men hoorde geen kanongebulder noch
het geknal van geweren op die wijze hield men,
als bjj onderling goedvinden, een rustdag.
Pr8nz Schuller had dus geen vermeldenswaar
dige feiten op te teekenen, maar toch schreef
hjj in zjjn dagboekje:
//Toen ik uit mijn dutje ontwaakte, vernam
ik de stem van die bevallige, tengere Franjaise,
Welke tot hare zuster zeide
„Die ellendeling nu reeds wordt hjj
door wroeging gekweld in afwachting
van zjjne laatste kastijding Misechien heb ik
slecht verstaan, doch die zin heeft mij den gan-
schen dag door het hoofd gespeel.1. Daar die
legertje, eens min of meer den mond te
snoeren.
Het is een bewezen teit, gestaafd door
het getuigenis van vele hoofdofficieren en
andere zaakkundige mannen, dat de vrij
metselarij ook op het Nederl. leger een
zwaren druk uitoefent. Het is meer dan
eens aangetoond, dat de Katholieke Cou-
rauten en nu spreken wij van eigen on
dervinding door officieren die vrijmet
selaar zijn, uit de cantines worden ge
weerd. 't Is nog een feit, dat voor een
aankomend officier het lidmaatschap der
Loge zooveel als eene aanbeveling is om
zijn weg te maken.
Een officier in bet Nederl. leger, laat
hem ook kundig en bekwaam zijn, loopt, nu
de vrijmetselarij zich krachtdadig in het
leger doet gelden, groot gevaar, indien bij
niet tot de Loge behoort, bij gelegenheid
zijner promotie tot kapitein, tevens zijn
maarschalkstaf te ontvangen. De zware gou
den galons tracht men te behouden voor
de ridders van truffel eu schootsvel.
Ziedaar enkele staaltjes ten bewijze, wel
ken drukkenden invloed de Loge op het
Nederl. leger uitoefent. Is het dan wel te
verwonderen dat zooveel Christelijke fa
milies uit den betereD stand er formeel op
tegen zijn, dat hun zonen de militaire loop
baan kiezen. Is het dan wel zoo kwalijk
te nemen, dat een arme drommel, die voor
zijn nummer meet opkomen liever de plaat
poetst en naar den vreemde trekt, dan te
dansen naar de pjjpen van een officier
vrijmetselaar, die er nog al eens van houdt
aan zijn anti-christelijke gevoelens door
ongepaste, zoutelooze kwinkslagen lucht te
geven.
Ons leger staat ten dienste van Koning
en Vaderland. Waken en strijden, zoo 't
noodig is voor 's lands onafhankelijkheid,
dat i3 zijn eerste en eenige taak.
Tevens dienen in de gelederen der Loge
is niet alleen cnvereenigbaar met /iju taak,
maar is daarenboven een inbreuk op zijn
plicht. Er moet dus gehandeld worden
woorden echter volstrekt geen beteekenis hebben,
heb ik ze zeker verkeerd begrepen.//
Wij zeiden reeds dat de sergeant zijn dagboek
steeds op den zolder van het huis liet liggen,
waar men zijn bed had opgeslagen. Tusschen-
beide maakte George, die belang stelde in deze
van dag tot dag opgeschreven verhalen, van
Schullers afwezigheid gebruik om zijn nieuws
gierigheid te bevredigen.
Toen hij Lucienne's gezegde las, ontstelde hjj
hevig.
Zoo snel als zijn toestand hem zulks veroor
loofde ging hij naar beneden om Montmayeur
op te zoeken.
//Kijk eens hier,// zeide hij, hem de bladzijde
voorhoudende. //Gij zjjt de Duitsche taal vol
doende machtig om dit te begrijpen.//
„Lees dit en zeg mij, wat gjj ervan denkt."
Montmayeur werd onder het lezen doods
bleek.
//Ik denk,// zdde hij, //dat deze woorden niet
op mij van toepassing zijn, want niemand kan
mjj verdenken.//
Toch was er twijfel in zijn gemoed gerezen
hjj beefde, ondanks hetgeeu hjj zjjnen broeder
verklaard had.
In gedachten ging hjj de gebeurtenissen der
laatste maanden nog eens na. Hjj was op het
punt het hoofd te verliezen bjj al de tegenstrjj-
diga gedachten, welke hem bestormden.
Eindelijk sloot hij zich in zijn kamer op om
eens op zijn gemak te kunnen nadenken.
Wie was die ellendeling, door wroeging ge- I
kweld, over wien Lucienne gesproken had?
„Zij kan zulks niet gezegd hebben," herhaal-
want ook het socialisme loert begeerig op
het leger, dat is zeker.
Welnu, ligt het niet voor de hand, dat
hoe meer een leger door den kanker der
vrijmetselarij is aangetast, hoe minder weer
stand het biedt aan de socialistische leer
stellingen.
Elk officier-vrijmetselaar is door 't feit
zelf anti christelijk. En elk soldaatdie
naar het voorbeeld van zijn overste, anti
christelijk is geworden, zal zich niet meer
tevreden stellen met anti-cbristelijk te zijD,
maar ronduit socialist worden.
Socialisme en vrijmetselarij zijn de logische
gevolgtrekkingen van godsdienstloocliening.
Het is treurig in onze dagen nu het
socialisme overal de orde en rust in ge
vaar brengt, de hoogste belangen van 't
Vaderland en der Ned. natie ter verdedi
ging te zien toevertrouwd aan mannen, die
krachtens de ma^onieke beginselen, welke
zij zijn toegedaanniet alleen op gods
dienstig maar ook op sociaal gebied éer.e
lijn trekken.
Groote bedrijvigheid heerscht in Rus
land op militair gebied. Uit Odessa ver
trekt het oorlogsschip Chersonvan de
vrijwillige vloot, den 13n Maart e. k. met
2000 man, kanonnen enz., naar het verre
Oost-Azië. Dé Russische troepen worden
zoo haastig naar Wladiwostok vervoerd
dat de vrijwillige vloot geen schepen meer
beschikbaar heeft, zoodat de Regeering nu
gebruik zal maken van Fransche stoom
schepen.
De Mahomedaansche bevolking te Bom
bay in Britsch-Indië, waar de pest-ziekte
vreeselijk woedt, is tegen elk werend mid
del dat de geneeskundige autoriteiten aan
brengen.
Zoo zijn te Bombay ongeregeldheden voor
gevallen van zeer ernstigen aard toen de
heeren g neeskuudigen zich toegang wil
den verschaffen in een Mahomedaaüsch huis,
waar eene vrouw ziek lag. Het volk liep
de hij tot zichzelf, //die ongeluksvogel van een
Duitscher zal verkeerd verstaan hebben
anders dat zou vreeselijk zijn
Hjj haalde de schouders op. //Zoo iets zou te
afschnweljjk zijn
Nu echter kwamen de oude herinneringen
bjj hem boven.
//Als Lucienne eens een wreed spel met hem
speelde, hem eens niet beminde en zich slechts
zijn kasljjding ten doel stelde?//
Zijn voorhoofd gloeidezijn oogen stonden
diep in het hoofd.
//Komaan, laten wij eens nadenken
voor Boureilles dood hield zij niet van mij
Zij wilde mijne brieven niet beantwoorden. En
den avond van het onderzoek heb ik gehoord,
elk barer woorden klinkt mij nog duideljjk
in de ooren, dat zij aan Gauthier bare liefde
bekende. Waarom is zjj zoo plotseling veran
derd Waardoor gevoelt zjj zich tot mij aan
getrokken
//Denkt zij dat ik rijk ben? Onmogeljjk. En
zjj wist van de erfenis, die Boureille gekregen
had waardoor Gauthier een zeer goede
partjj voor haar werd. Wat is er ten slotte in
het donkere vertrek voorgevallen, waar Boureille
mijne beschuldiging had neergeschreven
//Gewis heeft Claudine de tafel overdid ge
zet, den bloedigen volzin gelezen en zulks aan
hare zuster medegedeeld. Moraines is den dag,
volgende op dien, waarop Doriat onthoofd had
moeten worden, teruggekomen. W7at had hij
nog op de Bernardettes te maken
//Ongetwjjfeld hadden beide zusters hem ver
wittigd en ik was verloren geweest als het op-
toe en wierp met steenen naar de over
heidspersonen. Deze trokken zich terug,
maar kwamen met politie-escorte weer. Een
Parsiscb magistraat richtte bet woord tot
de menigte, doch toen men op hem insloeg,
beval bij de politie een charge te doen.
Yier Mahomedanen werden gedood. De on
lusten namen nu met buitengewone snel
heid toe. De Hindoes sloten zich bij de
Mahomedanen aan, en vielen op de bui-
j tenwijk Byella aan, welker bewoners hunne
huizen trachtten te versterken en met los
kruit schoten. De troepen kwamen met twee
kanonnen in galop aangereden, waarop de
opwinding onbeschrijfelijk werd. De onlus
ten schijnen vooral tegen de Christenen
gericht. Twee Europeesehe soldaten moeten
gedood zijn.
Het gepeupel trachtte bet hospitaal in
brand te steken, maar werd teruggedreven.
Hoeveel van de muiters gedood zijn is niet
nauwkeurig bekend.
Aan de Times wordt uit Peking ge
seind De Russische zaakgelastigde zegt,
dat bij geen stappen meer gedaan heeft,
aangezien de Chineesche Regeering hem
i medegedeeld heeft, dat zij de gewezen Chi
neesche gezant te Berlijn dadelijk naar
Petersburg had gezonden om den Czaar
te bewegen de laatste eiscben van zijn
Regeering in te trekken. De Chineesch»
Regeering erkent die eiscben ontvangen te
hebben, maar ontkent dat zij den vorm van
een ultimatum hadden.
I
Te Parijs is het proces der schriftkun
digen tegen Zola begonnen. Over veertien
dagen, zoo besloot de Rechtbank, zal het
proces in behandeling worden gesteld,
i Het publiek was zeer kalm en niets bij
zonders deed zich voor. De advocaten L a-
bori en Clemenceau betwisten de com
petentie der Rechtbank.
In het Gerechtshof waren vele advocaten
aanwezig die opgewonden gesprekken voer
den over bet proces.
De Rechtbank te Munchen heeft den
architect K1 i n g e r en den opzichter Henke
elk tot 3 jaar gevangenisstraf veroordeeld,
naar aanleiding van de instorting van het
keldergewelf eener bierbrouwerij aldaar
waarbij, zooals men zich herinnert, eenige
werklui het leven hadden verloren.
schrift nog had bestaan. En dat uitstel
dat onverklaarbaar uitstelWaarom heeft men
dat aan den veroordeelde toegestaan Op welken
grond Door wiens invloed
//Wie zal het mjj zeggen P Wat zou er zonder
den ooilog gebeurd zijn en wat kan er daarna
nog voorvallen
Zoo peinsde hjj voort. Hjj heeft een gevoel,
alsof hij in een afgrond zal storten en met klam
me handen klemt hjj zich aan zjjn schrijftafel
vast. Hjj sluit de oogen ons niet door eene dui
zeling bevangen te worden.
Met onverbiddelijke logica wordt hjj in zjjn
vermoeden gesterkt. //Wat heb ik Lucienne spoe
dig verworven! Zonder tegenstand, bijna zonder
moeiteIk heb haar mijn liefde verklaard, en
zjj is de mjjne geworden En toch is zjj zoo
ongenaakbaar.
„Wil ik haar hartstochteljjk omhelzen, dan weert
zij mjj met een gebaar vol afkeer af. Reeds twee
maal heb ik een vaag vermoeden opgevat, dat
daar iets geheimzinnigs achter stak Ik heb daar
later om gelachen, doch nu, op dit oogenblik,
ben ik bjjna geneigd het te gelooven. O, als
zulks waar is, wee dan Lucienne, wee Claudine 1
Ik zou onverbiddeljjk zijn het is een strijd op
leven en dood, ik zou haar beiden onder mjjn
voet verpletteren
Zacht, in zich zelf, vervolgde hjj
//Met dat al wordt in Charcbes zeer druk
over haar gepraat geen enkele van haar gewe-
zene vriendinnen, die meer tegen haar spreekt
niemand, die haar groeten mannen lachen
waar zjj haar tegenkomen.
{Wordt vervolgd