N 1 E U VV E
voor cföooró' en SCuió-dColland.
Rotterdamsche Brieven.
No. 2936
Vrijdag 18 Maart 1898.
22ste aargaog.
BUITENLAND.
<2,80
<0.03
50 Cent
.77,
Rjken
ikheid
feuilleton.
DE TWEE WEEZEN,
*eggen
Oostenrijk-Hongarije.
Duitschland.
België.
llllltllSflIK'OllMlT.
ABON NEME N TS PRIJS
Per 3 maanden voor Haarlem
Voor de overige in plaatsen in Nederland fr. p. p.
Voor het buitenland
Afzonderlpke nummers
Dit blad verschijnt
dagelijksbehalve Zon- en Feestdagen.
BUREAU: St. Janstraat Haarlem.
1,40
AGITE STA NOU AGITATE.
PRIJ3 DER ADVERTENTIEN.
Van 1—6 regels
Elke regel meer
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant
Redacteur-Uitgever, W. KüPPERS.
XXXVII.
Het moet toch wel eigenaardig zijn te
w°nen jn Katholieke streken, waar ook in
et openbaar leven heel duidelijk merk-
|>aar is, in welken tijd van het kerkelijk
)aar vve ons bevinden; deze gedachte dringt
7ch onwillekeurig bg ons op, wanneer we,
ln deze stillen tjjd, het druk-mondaine
®^en beschouwen dat hier zoo ongestoord
zflQ gang gaat. Avond aan avond stroo-
lQeii de menschen naar komedie of opera,
a^s klonk niet iederen avond in onze ker-
het rouwmoedig <miserere mei, Deo.»
^Vat wjj echter voor hebben op wie te
^'dden eener overwegend Katholieke be
volking wonen is het ontbreken va» alle
Carnavalsdrukte, het brooddronken getier
8.ener ^'gelaten menigte en den jammer-
uasleep van een en ander. Aan vas-
^navondhouden doet men hier niet, ook
*jlet veel binnenshuis; maar wie er wel aan
oen dat zjjn buitenlui in de omstreken,
fonisch en on Roomsch viert er vasten-
hetU^' Pre^ePaaH z'c^
stnaken van zuiver-gastronomische ge-
®ens- De vastenavond- en halfvasten-
a 8 maken hier weinig opgang; nu en dan
van 6 6ea an^ere vereeD'f?'n& eeDS
.."J! ^'en aard te arrangeeren, doch, de
e ebbers meer nog dan de liefheb
sters
laten zich wachten, vooral wan
neer 't
1 eene maskerade geldt. Een eerzaam
t ?^er<^amsch handelaar in krenten of in
a a i of dergelijk winstgevend produkt
aakt dan ook in maskerade-costuu m meestal
allerjammerlgkst figuurde zwarte rok
eedt hem beter; daarin voelt bij zich
eerst recht op zijn gemak en het schertsen
e.n ^"geeren, dat de grootste aantrekke-
van de carna'valspret onzer zuide-
vuujainiouiou vuaci nuiuo
h e buren uitmaakt, gaat hem slecht af.
°°r op zijn gemak uitgaan in vrjje avond
en is men hier anders wel te vinden;
is men weer begonnen met het zetten
Van een nieuw gebouw voor zoogenaamde
65
Vervolg.)
Verkerhaalde zjj. In hare
warring kon zij nielB anders uitbrengen, en
u mayeur die haar geen oogenblik uit het
o verloor, zeide onverbiddelijk:
D °T> U-Ve keuze" ^ebt VÜ' minuten lijd.//
his ?eD hoorden dit gesprek aan, zonder
en L beiden te komen, doch daar Montmayeur
^e hU81eDne snel gesproken hadden, konden zij
van de woorden niet verstaan
sllej6 ^eweerschoten weerklonken niet meer
was opnieuw stil en kalm geworden.
af Ucienne wendde haar blik van Montmayeur
en' ee° .hevige storm woedde in haar binnenste,
zij ^ee^ge oogenblikken kwam haar al hetgeen
gee a de laatste maanden verricht had, voor den
EL?» zou zjj te vergeefs geleden
H
tnoeit&r P°8ÏugeD iQ Parijs, het met groote
get® verkregen uitstel, de schande, welke zjj
als iSeerd had, de oneer, welke zij zich even-
gehaafj a'semeene verachting had op den hals
ja dj dat ajjes wa8 geheel nutteloos geweest.
goetj dan haar droom! Slechts de hoop op een
dikw't u*tsLg had haar moed gegeven. Hoe
zjj 8 had zij aan den dag gedacht, waarop
kon de Doriats, aan de rechters het bewjjs
everen van Michels onschuld Dan zou zjj
specialiteiten-voorstellingen eu wel op nog
geen vijftig pas afstands van eene reeds
bestaande dergelijke inrichting. Dit is,
dunkt me, teekenend voor den smaak van
ons uitgaand publiek.
Het weinigje Z ol a-sympathie begint hier
ook geheel te verflauwen, vooral nu eene
opvoering van <Ik beschuldig» (J'accuse)
of het Proces Emile Zola - Dreyfus
door den Burgemeester verboden is. Thans
ligt nog in een zooveelste rangscafé een
adres van hulde ter teekening, waarmee
ook al niet veel succes wordt behaald. Er
is hier nooit veel belangstelling voor 't on
verkwikkelijke zaakje geweesteene Jood-
sche firma tracht hare etalage op te luis
teren door de expositie van een lange rg
fotografieën van den held, die al heel wei
nig kjjkers en nog minder koopers trekt;
een heethoofdig componeerend muziekmees
tertje lucht zijue jeugdige bewondering in
een geestdriftvolle Zola-Dreyfu s-marsch,
waarvan het manuscript naar Zo la is op
gezonden doch daartoe bepaalt zich hier
gelukkig het Z ol a-enthousiasme geen en
kel Rotterdammer heeft het uog in zjjn
hoofd gekregen volslagen Z o 1 a-dol te wor
den en dientengevolge den hals te breken,
zooals de Nieuwe Haarlemsche Courant on
langs wist mee te deelen eu dat is maar
heel gelukkig.
We hebben hier voorloopig g3noeg aan
ons Oranje-enthousiasme, iets, dat heel wat
onschadelijker is en, naar we hopen, niet
tot zoo noodlottige incidenten aanleiding
zal geven, of 't moest zgn dat een ot an
dere deelnemer aan den historischen op
tocht zich al repeteerende aan gevaarlijke
evoluties te paard overgaf*.
Die optocht belooft heel wat, nu onze
notabelen de zaak in handen hebben geno
men en de commissie zich de medewerking
en voorlichting van onzen kundigen archi
varis heeft verzekerd.
Er is anders over dien optocht nog al
wat geschreven en gewreven en getwist
en geharreward, eer al de vereenigingen
//Mjjn eenigste streven is geweest mjjn armeu
pleegvader van het schavot te redden. Daarvoor
heb ik uw toorn, uwe verachting getrotseerd
zonder zwakte heb ik de tranen uwer moeder
doen vloeien, oogenschijnljjk zonder morren heb
ik de vervloekingen en de gruwelijkste tantjj-
gingen verdragen vau mijne verloofde, dien ik
aanbad. Nu schenk ik u vergiffenis. Vroeger
hebt gij mij, toen ik slechts een kind van de
straat was, in huis genomen thans ben ik het,
die het geluk wederom uw huis binnenleid."
Dan zou zij het droevig leven verhalen, dat
zij in de laatste maanden gehad had, met zjjne
ontmoedigingen, wanhoop, afkeer en tegenstrij
digheden Dan zou men zich in hare armen
storten en met liefkozingen overladen 1 Dan zou
men haar vergiffenis vragen 1
Dus had zij zich alles voorgesteld en wat
zou er nu gebeuren, in plaats dat zij zoo schit
terend in eere zou worden hersteld
Montmsyeurs dcod zou dien van Doriat na
zich sleepenen, in haar oog, was zij dan voor
altijd onteerd.
Redde zij daarentegen Montmayeur. dan was
Gauthier verloren Welk een vreeseljjke twee
strijd 1
Redde zjj den moordenaar, dan stortte zjj
den zoon van het slachtoffer in het verderf.
Wat te doen
Als waanzinnig keek zij de omstanders beur
telings aan en sidderde, wanneer haar blik dien
van Montmayeur kruiste.
Zijne oogen zeiden duideljjk
„KiesGauthier of ik een van ons bei
den moet sterven.//
en bonden, waaraan we hier zoo rijk zijn
rijker dan we zelf wel wisten, naar bij deze
gelegenheid is gebleken er toe konden
besluiten, de leiding der zaken aan andere
handen dan die hunner respectieve bestuurs
leden over te laten Maar onze Burgemees
ter, die zijn luidjes kent, heeft ze stilletjes
laten vergaderen en plannen maken, net
zoo lang, tot de officieele commissie goed
en wel tot stand gekomen was en toen
aan al het gedelibereer een eind gemaakt
wie optocht houden wilde, kon méégaan
met den door de commissie voorbereiden
wie dit niet wilde, kon thuis blijven. Geen
twee of meer optochten gelijk over straat
die zouden elkaar toch maar in den weg
loopon, zei de Burgemeester en daaraan
had Zjjnedelachtbare volkomen gelijk. Han
dig en zachtjesaan is men begonnen met
eerst de wel wat tegenspartelende voor
zitters te «bewerken», die op hun b.-urt
weer de nog harder tegenspartelende com
missieleden hebben omgepraat, tot dat ze
zich ten laatste al pruttelend hebben ge
schikt en nu gaat men heel graag mee
met den optocht, dien de «groote heeren»
zoo mooi en zoo schitterend mogelijk zul
len maken.
Er heerscht dus met betrekking tot deze
aangelegenheid de allerliefelijkste eens'em-
migheid; nu echter geldt eene wel wat ver
makelijke schermutseling de vraag, of we
met rood-wit-blauw of met orange-blanche-
bleu moeten vlaggen Enkele zeer
geestdriftige Oranjeklanten ijveren sterk
voor de laatste combinatie. Er worden heel
wat geschiedkundige vertoogen in onze bla
den over gehouden, waarin natuurlijk «het
Spaansche rot» het duchtig moet ontgel
den Rotterdam heeft niet voor niets een
Tollens onder zjjne burgers geteld! Er
schuilen hier, in 's dichters geboortestad,
nog genoeg oprechte bewonderaars van deu
eertijds zoo gevierden poëet bewonde
raars, die gewoon zijn bij voorkomende ge
legenheden hunne vaderlandsliefde te ont
vlammen aan de van Spaujolenhaat tril-
De officier haalde zijn horloge voor den dag.
//Ik heb u vjjf minuten beraad gegeve»,//
zeide hij, „drie zijn er reeds verloopen.//
Op zjjne beurt wendde Montmayeur zich tot
Lucienne, zeggende
//Gij hebt nog twee minuten.//
Zjj wrong zich de handen. Plotseling schittert
haar blik. Zij bevindt zich al eeu voor het ven
ster: Je Duitschers staan achter in de kamer
om Montmsyeur heen.
Van uit het venster ziet zij duideljjk bjj het
schijnsel der maan, hoe Gauthier uit den pu,t
te voorschijn komt, ouder de schaduw der hoo
rnen voortsluipt in de richting van den muur.
Eenige oogenblikken blijft hij aan haar oog
verborgen, doch weldra vertoont hij zich we
der terwijl bij zich van de leiboomen bedient om
den muur te beklimmen.
Boven gekomen legt hij zich plat op den
buik neder, wanrschjjnljjk om zich te vergewis
sen of de omstreken ook door vijanden bewaakt
worden.
Lucienne houdt den adem in zjj zou haar
leven voor dat van den jongen man willen op
offeren. Plotseling doorstroomt haar een gevoel
van ongekend geluk. Hjj is gered I hij zal in
het leven blijven
Zjj is een onmacht nabij, zoo geweldig is hare
ontroering Zjj begeeft zich van het raam naar
de Dnitschers, smeekt om genade voor Mont
mayeur, doch niet omdat zjj medeljjden met
hem heeft, maar om Gauthier den tjjd te geven
zich te redden.
Zjj t/acht den officier tot de overtuiging te
brengen, dat Montmayeur niet schuldig is dat
lende verzen des dichters. Ook Olden-
barneveld en de De Witten worden
er in zulk Oranjelievend geschrijf veelal
bijgehaald, zeker ooi de heugenis aan som
mige weinig roemrijke feiten uit ons roem
rijk verleden nog eens op te frisschenOf
onze Erasmus op de Groote Markt zich
over al dat geharrewar vroolijk maakt
Sommige stadgenooten beweren getuige te
zijn geweest van de fameuze gebeurtenis,
waarop we nu al zoovele jaren wachten,
namelijk het omslaan van een blad uit het
boek, dat Erasmus in de hand houdt,
tot welke opzienbarende handeling de groote
man zich uit pure pret zou hebben laten
verleiden Als ik-zelf het gezien heb, zal
ik natuurlijk niet nalaten de lezers dezer
Courant van dit heugelijke feit dadelijk in
kennis te stellen.
Keizer Frans Jozef van Oostenrijk
beijvert zich, de Europeescbe Mogendheden
té bewegen, zich tot de Regeering der
Vereenigde Staten te richten met het ver
toog, dat hare inmenging in de Cubaan-
sche aangelegenheden een gevaar voor
Europa is.
De Norddeutsche Alqemeine Zeitunq spreekt
het bericht van de Spaansche Correspon-
deniia tegen, dat keizer Wilhelm gezegd
zou hebbenZoolang ik Keizer ben, zal
Amerika van Cuba afblijven.
Te Antwerpen is aangekomen bet Duit-
sche oorlogsschip Stein. Het is een ouder-
wetsche bodem met driemastertuig en be
mand met 453 koppen, waaronder 55 adel
borsten. Aan de kaai werd het schip be
groet door den havenkapitein, den bestuurder
van het loodswezen, en verscheiden leden
der Duitsehe kolonip, terwijl 21 kanon
schoten door het schip ter begroeting van
Antwerpen Werden gelost, welke door de
batterij van een der forten werden beant
woord. Dehoofd-officieren werden bij den
Koning te Laken verwacht.
lijj toch niet verantwoordeljjk zijn kan voor den
aanval der francs-tireurs.
Zij zoekt haar middelen om zijn onschuld te
staven. Zij smeekt met gevouwen handen.
//Ik heb n nog twee minuten langer tijd ge
geven//, zeide de officier. //Als deze man niet
met de francs-tireurs in betrekking staat, moet
hij ons dengene uitleveren, welke zich in zjjn
huis schuilhoudt.//
Een kort bevel in het Duitsch gegeven
volgde.
Vijf man onder Eranz Schuller maakten zich
opnieuw van Montmayeur meester. De overigen
laadden hui ne geweren.
Jan is doodsbleek geworden, maar toch zegt
hij bjjna bedaard
//Zij had mij niet lief. Maar wat kwaamt gjj
dan in mjju huis doen?'/
Boven van den muur had Gauthier onder de
boomen, welke zacht door de maan beschenen
werden, de bajonetten van Pruisische geweren
zien flikkeren. De fabriek werd van alle kan
ten bewaakt, en het was onmogeljjk te ont
snappen.
Hjj ging langs denzelfden weg terug, dien
hjj gekomen was, en liet zich weder in den put
omlaag.
Ditmaal had Lucienne hem niet gezien.
Men had Montmayeur een zakdosk voor de
oogen gebonden.
//Voorwaarts," beval de officier.
De soldateH grepen den gevangene aan en
begaven zich met hem naar de deur.
Wordt vervolgd.)