N I E U W E
IllagSlaó voor <5Hooró- en
Amsterdamsche Brieven.
No. 2944
Dinsdag 29 Maart 1898.
22ste Jaargang.
I I U 1 T JN L A JS D
DB TWEE WEEZEN.
Engeland.
ABON NEME N TSPRIJS
Per 3 maanden roor Haarlem ƒ1,10
Voor de overige in plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,40
Voor het buitenland2,80
Afzonderlpke nummers0.03
Dit blad verschpnt
dagelijks, behalve Zon- en Feestdagen.
BIJ BE AU: St. Janstraat Haarlem.
AGITE MA NON AGITATE.
PRIJS DER ADVERTENTIES.
Van 16 regels50 Cent
Elke regel meer71/.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant
Redacteur-Uitgever, W. KüPPERS.
XXVII.
Wat nieuws te Amsterdam Nieuws?
Ja en neen. Iets nieuws was dat pro
fessor Bolland hier een lezing hield voor
den Bond van Nederlandsche Onderwijzers,
die heel druk bezocht was. Maar nieuw
was het niet, wat hij vertelde, veel was
zelfs al heel oud, zoo oud als de waarheid,
zoo oud als de dwaling. «Waarheiden
dwaling,» noemt het Handelsblad die le
zing, maar wil daarmede niet zeggen, dat,
wat professor Bolland vertelde, gedeel
telik waarheid, gedeeltelijk dwaling was,
maar wel, dat hij over waarheid en dwaling
sprak. Ik zoude mij anders met de eerste
"pvatting wel hebben kunnen vereenigen;
want van hetgeen ik hoorde, was er van
beiden wat in en naar mijne opvatting van
het laatste het meeste. Van hetgeen ik
hoorde, zeg ik, want ik hoorde niet alles.
Immers de zaal der Vrije gemeente, was
propvol en ik was niet onder hen, die het
eerste gekomen waren, en professor sprak
vlug, erg vlug en zette zijne stem niet erg
uit en 't was erg hoog, wat hij zei,
moeielpk te volgen, waardoor voor ve
len, veel, zoo niet alles verloren ging
't verwonderd mjj dan ook niet, dat ik van
zjjne toehoorders er hoorde zeggen «Zeg,
Piet, daarvan zal je wel niet veel naver
tellen,» en dat het applaus flauw was,
bg de pauze. Toch deed professor, vooral
in het begin, nog al eens zijn best, om
aardig te zijn. Schopenhauer en zpn:
«Ueber die Frauen» deed dienst en waar
hp diens omgang met de vrouwen besprak,
die nu niet zoo héél heel erg comme il faut
was, debiteerde hp de goedkoope veront
schuldiging, «men kan toch van een mensch
niet verwachten, dat hp al de deugen be
oefent, die hp aanprpst.» Dat kan wel,
professor, maar men dient toch zpn
best te doen om ze te beoefenen, want niets
is meer waar, dan het spreekwoord: «Lee-
ïingen wekken, maar voorbeelden trekken.»
FEUILLETON.
I'd.
Vervolg.)
wik zeide Henri.
//Zwjjg, Henri, ik beveel het u
Nu beval de officier Franz Schuller om de
moeder voor hem te brengen, daar zij de waar
heid wel zou spreken.
Maria Doriat was, op de knieën met gevou
wen handen, in den gang bljjveD liggen, in
eene deemoedige, biddende houding, terwijl zij
tevergeefs beproefde iets op te vangen van het
geen in de kamer gesproken werd.
Zij herkende de stem van hare zonea, welke
beurtelings spraken, en sidderde telkens, wan
neer de Pruisen hun op ruwen toon in de rede
vielen.
Wat gebeurde er Wat werd daar verhandeld
Wat zou er van hen worden Hare oogen gloei
den doch zij weende niet haar hart dreig
de te barsten en tusschenbeide legde zij werk
tuigelijk de hand op haren boezem sis om het
hevig kloppen tegen te gaan, terwjjl de woorden
schier onverstaanbaar over hare lippen vloei
den.
"O, God 1 bescherm hen verlos hen
wij zijn reeds zoo onrechtvaardig getroffen
ons ongeluk is reeds groot Gjj wilt mjj
toch niet mijne kinderen ontnemen
Franz Schuller kwam in den gang bij haar.
«Als ambtelijk, zp het dan ook onwaardig,
dragen van overgeleverde,algemeen beschou
welijke, menscbelpke wijsheid, die ik op
mpne beurt zoo mogelpk ook nog weer
dien te vermeerderen, heb ik de drukkend
zwaar gevoelde taak,» met die woorden
begon professor zpne rede, «het mpne te
doen, opdat naar mate der afzonderlijke
ontvankelpkheid, weer nieuwe en heldere
wpsgeerige bewustheden zich ontvonken
aan de schriftelpke nalatenschap van de
grootste denkers der mensch beid.» En dan
laat hp er, klagende over de moeielpkheid
der taakmet Schopenhauer op
volgen. «Doller dan de domheid van den
marskramer, die haarnaalden aan mannen
en pppekoppen aan dames te koop biedt,
is de inval van den filosoof, die de Waar
heid, gaat verkondigen aan de menschen
de waarheid aan de menschen Want
er is maar een leugenachtig wezen op de
wereld en dat is de mensch,» en aan
de vrouweD gunt hp dan die qualiteit in
drie maal sterkeren graad dan aan de man
nen. Maar toch zpn wp niet onver
mengde leugenaars. In eiken mensch is
ook een zin voor waarheid, dien bp elke
leugen eerst moet overweldigd worden. En
Schopenhauer in het gelpk stellende,
zegt spreker:
«Daar gplieden aan het zedelpk geweten
niet kunt voldoen, voldoe dan ten minste
aan hetbeschouwelpk geweten des verstands
en verzet u niet tegen de waarheid
Wp moeten dan naar de waarheid zoe
ken, er ernstig naar streven en dat is niet
zoo gemakkelpk voor ons, leugenachtige
menschen. De weg er heen voert langs
moeielpke paden, doornig en distelig, be
zaaid met oneöenheden, omzoomd door af
gronden, leidende door dorre zandwoes-
tpnen en slechts na vele moeiten komen
weinigen aan de groene oase, waar de
Waarheid schuilt. Edoch, elke worsteling
brengt er ons korter bp en moeten bp
den strpd de Christelijke secten ten gronde
gaan, men verzette er zich hier en daar
//De luitenant wil u spreken, vrouw,// zeide
hij
//O, dan zal ik hen terugzien,// riep zjj, en
stortte zich geheel ontdaan in het vertrek. Zij
wilde hare zonen met open armen tegemoet
jjlen, doch Franz Schuller hield haar terug.
//Laat mij 1 laat mij los, zeg ik u maar het
gelukte haar niet zich los te wringen.
Een der officieren kwam naderbij.
//Zeg de waarheid, vrouw,// begon hij, //een
van deze beide jongelingen is dezen nacht tegen
elf uur betrapt, toen hij met eenige anderen
spoorrails in de lucht liet springen. Wp weten
wel dat de andere ook een franc-tireur is,
doch laten wjj ons voorloopig met dezen bezig
houden, later is de andere aan de beurt."
Maria kon een kreet van angst niet onder
drukken.
//En welk lot wacht dengene, dien gij betrapt
hebt stamelde zjj.
Vergetende dat zij vrouw, dat zij moeder was,
antwoordde de officier:
//De dood oogenblikkelijk.//
Hevig ontsteld beschouwt Maria haar beide
kinderen. Beiden glimlachen. Geen bleekheid,
noch ontroering is er op hunne vastberaden
gelaatstrekken te bespeuren.
//Wie van beiden vraagt de officier.
Snel zegt Pascal//Moeder, gij kunt niet liegen,
gjj weet zeer goed dat ik het ben.//
//Moeder, Pascal spreekt onwaarheid, ik ben
het geweest, ik verzeker het u."
Zjj heeft het terstond begrepen. Henri is on
schuldig, daaraan valt niet te twijfelen. Hij is
tegen het vallen van den nacht bij haar geko-
nog tegen ofte nietdan zal dat toch ge
beuren. Intusschen kan de braafheid de zaak
der toekomst voorloopig nog geducht in de
weg staan.
Een woordje, heer professor! Wij zpu
bang met u op reis te gaan om de Waar
heid te ontdekken. Zie, wp verstouten ons
te beweren, dat er eene vaste, onomstoote-
lpke, heldere Waarheid bestaat, aan welke
wp genoeg hebben, die ons volkomen be
vredigt, die ons verkondigt is door de on
eindige Waarheid en Wijsheid zelve, die
de Christus, dien gp een groot filosoof, een
denker noemt en een, die de menschheid
liefhad, doch die van zichzelven mocht ge
tuigen, «Ik ben de Weg, de Waarheid en
het Leven,» ons is komen brengen en beeft
bezegeld door Zijne Verrpzenis, het onom-
stootelijke bewijs Zijner Godheid, eene
Waarheid, die trouw en vlekkeloos bewaard
wordt door den Stedehouder Gods op aarde,
door Christus zelve als Wachter geplaatst
bp dien schat. Aan die Waarheid, dien on
waardeerbaren schat der Katholieke Kerk,
zullen wp ons maar houden, want uwe
frazen en bespiegelingen hoorende, zoo
hoog en zoo diep en zoo onbegrijpelpk
vaak voor ons beneveld verstand, vreezen
wp maar al te zeer, aan uwe leiding ons
toevertrouwende, neer te storten in de peil-
looze afgronden of te versmachten in de
dorre zandwoestpnen en de Waarheid nim
mer te ontdekken.
En waar gp zegt, «dat de braafheid de
zaak der toekomst nog geducht in den weg
kan staan,» en die zaak der toekomst het
ontdekken der Waarheid is, zoo als gp die
begrijpt, dan willen wp ons best doen,
braaf te zpn, want wp vreezen, dat
die Waarheid den mensch niet nader brengt
tot zijn geluk.
Spanje.
Het Spaansche leger op Cuba zal bin
nenkort opnieuw met 15,000 of 20,000
man worden versterkt.
men en heeft al dien tijd bij haar in de kamer
doorgebracht. Hfj is het niet, dus is het Pascal.
Beurtelings ziet zij Pascal en Ilenri aan en
beiden zeggen smeekend
//Ik ben hetik ben het en op haar rust
een zware taak om eene keuze te doen. Doch
zjj wil den een niet opofferen om den andere
te redden.
Handenwringend werpt zij zich voor de offi
cieren op de knieën.
//Weest barmhartig, heeren roept zij uit,
„zjj zijn beiden kinderen van mij, gij weet het,
want zij hebben het u gezegd, wij zjjn toch ook
goed en medelijdend voor onze gevangeue vjj-
anden. Men schiet hen niet dood wanneer zij
ziek zijn, worden zjj zorgvuldig verpleegd. Waar
om zoudt gij niet aan Franschen vergelden, het-,
geen Franschen voor u doen
//Waarom toont gjj u niet even menschlievend
als wij Mijne zonen zijn soldaat en bestrijden
de Duitschers evenals Duitscblands zopen soldaat
zijn en de Franschen bevechten. Waarom wilt
gij een hunner doodschieten, die zijn plicht als
strijder vervuld heeft? De oorlog is een wreed
heid, zoolang men vecht, maar men moet goeder-
tierend en medelijdend zijn in de tusschenpoozen,
wanneer men van den strijd uitrust. Bedenkt u,
wat ik u bidden mag ik ben moeder en een
moeder moet u heilig zijn 1//
//Gjj zijt moeder, best mogeljjk, doch er zjjn
ook.Duitsche moeders
„Wij bezitten allen eene moeder, maar zulks
heeft hiermede niets te makeD. Welken uwer
zonen wjjst gjj aan
//Maar kan ik dan den eenen aanwijzen, om
In eene groote vergadering van so
ciaal-democraten te Madrid, ter herdenking
van de Fransche Commune, is deSpaansch-
Amerikaansehe quaestie ter sprake ge
bracht en de houding van de Amerikaan-
sche «bourgeoisie afgekeurd. Men besloot,
de Amerikaansche socialisten aan te spo
ren, geen gemeene zaak te maken met die
bourgeoisie wat de Spaansche socialisten
betreft, zij zouden geen oorlog wenschen,
maar als Spanje aangevallen werd, moest
het zich krachtig verdedigen.
Een L/oyt£«-telegram uit Waterford meldt,
dat de pas gebouwde Spaansche torpedo-
verwoester Andar daar is aangekomen met
verbrijzelden boeg en geheel verwrongen
voorsteven, tengevolge van den storm tp-
dens de reis van de "Clyde.
Te Chatham is van de rpkswerf het
pantserschip Goliath van stapel geloopea.
Het behoort tot het verbeterde Renown-
type er worden er zes van gemaakt. Elk
schip kost geheel gereed tusschen de tien
en elf millioen gulden. De Goliath is het
zwaarste schip, dat ooit van een Eugelsche
marinewerf is efgeloopen het weegt, hoe
wel de pantsering nog ontbreekt, 6000 ton.
Alleen het te water laten van het schip,
de houten stelling, enz., heeft f 24,000
gekost.
De limes bevat een telegram uit Hong
kong, gedagteekena 20 Maart, waarin wordt
medegedeeld, dat de Eugelsche oorlogsbo
dem Bardeur vertrokken is naar Nagasaki.
Verder zijn orders gegeven dat het marine-
station te Hongkong onmiddellpk maatre
gelen moet nemen om zich op voet van
oorlog te stellen. Het personeel, dat voor
loopig is uitgebreid, werkt dag en nacht
aan de mobilisatie, die op Dinsdag is vast
gesteld. Franschs kruisers zpn naar het
noorden opgestoomd met vermpding van
Hongkong.
Iu West-Australië is, bij een bezoek
aan Kalgoorlie, waar hij den eersten steen
kwam leggen voor een tentoonstellings
gebouw, de Minister President Sir John
Forrest door ontevreden mijnwerkers,
ten getale van ongeveer 5000, derwpze
lastig gevallen, dat hp letterlijk uit de stad
is moeteu vluchten en tot in den trein met
steenen werd beworpen, zoodat geen glas
ruit heel bleef. De verontwaardiging in de
kolonie is algemeen.
den anderen te doen doodschieten Werkeljjk
gj) zjjt krankzinnig! En waarom vraagt gjj zulks
van mij Is het Je taak van eeae vrouw, van
eene moedor, om u inlichtingen te verstrek
ken
//Spreek of anders."
„Welnu, wat dan
Wanneer gjj zwijgt, hebt gij beiden veroor
deeld."
//O, ellendelingen, ellendelingen Dat durft
gij niet! Neen, zooiets durft gij niet! God zou
u met zjjn bliksem treffen, voordat gjj de schand
daad bedreven hadt
„Kom, geef antwoord, vrouw, het is ODze
schuld niet, dat er oorlog is, gij, Franschen,
hebt het gewild."
//Ha! is dat uwe verontschuldiging Is het
mijne schuld dat men vecht, elkander doodt
Op dit oogenblik is er geen oorlog eene
vrouw staat hier tegenover mannen. Ik tracht
geene soldaten te vermurwen. Beveelt uw Ko
ning u deze wreedheden 1 Wilden wilden, die
gij zijt I"
De arme vrouw scheen haar verstand te zul
len verliezen.
Een der beide officieren had nog geen woord
gezegdbjj bad eene sigaar aangestoken en
rookte bedaard voort.
Nu zeide hjj echter, terwjjl. hij met zjjn pink
de asch van zjjn sigaar afsloeg, met een bjjna
vrooljjke stem. op Henri en Pascal wjjzende:
//Zij verdienen beiden doodgeschoten te worden.//
Wordt vervolgd.)