N I E l
voor
@n S/uió'éColla
Rotterdamsclie Brieven.
No. 2952
Donderdag 7 April 1898,
23ste Jaargang.
BUIT iN LAND,
Per 3 maanden voor Haarlem
Voor de overige in plaatsen in Nederland fr. p. p.
Voor het buitenland
Afzonderlijke nummers
Dit blad verschijnt
dagelijksbehalve Zon- en Feestdagen.
BUEEAU: St. Janstraat Haarlem;
«1,40
«2,80
c 0.03
50 Cent
77.
Van 1—6 regels
Elke regel meer
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant
Redacteur-Uitgever, W. KüPPERS.
XXXVIII.
Onlangs verhaalde ik een en ander van
de grootsehe bouwplannen, die men bier
maakt, als daar zijn bet oprichten van een
fontein als herinnering aan de troonsbestij
ging van Kcningin Wilhelmina en het
bouwen van eene monumentale Regentes-
sebrug. Nu hebben we weer kans een
nieuw postkantoor te krijgen. Het oude na
melijk, een smakeloos, eentonig gebouw,
eene ware ergernis voor wie maar een beetje
oog heeft voor architectonisch schoon, be
gint aan verzakking te lijden. Deze toestand
is in de laatste tijden dermate toegenomen,
dat men noodig geoordeeld heeft er den
rijks-architect bij te halen. De uitslag van
veel opmeten en looden was, dat we geen
hoop meer behoeven te koesterenhet
oude postkantoor moet verdwjjnen en een
nieuw zal moeten verrijzen Geen wonder,
dat heel Rotterdam zich verheugt in dat
blijde vooruitzicht: ten eerste was 't oude
postkantoor bouwvallig, dan was het te
klein voor de voortdurend toenemende be
hoeften eener bloeiende handelsstad, ver
bolgens ontsiert het ons ruime Beursplein,
het hart van ons groote-stads-verkeer en
wat niet het geringste weegt het
nieuwe postkantoor behoeft ons niets te
kosten! Wanneer we nu maar zoo'n mooi
monumentaal gebouw krijgen als menige
buitenlandsche stad tot sieraad verstrekt,
zullen we best tevreden zijn, te meer, daar
we er innig van overtuigd zijn, dat het goed
riemen snjjden is van eens andermans leer.
Overigens is er hier al heel weinig nieuws,
dat de lezers der Nieuwe ffaarlemsche Cou
rant kan interesseeren ot 't moest zijn de
jaarlijksche nachtelijke watergeuzenproces-
sie naar het Vrijheidsmonument op de
Nieuwmarkt. Schitterender dan ooit moet
deze 1 April-grap ditmaal zijn geslaagdeen
groot aantal Oranjevereenigingen had zich
hij den Geuzenstoet aangesloten en zoo ging
't in optocht door de stad.
F E U l h L E r O V.
DE TWEE WEEZEN,
82. (Vervolg.)
Hij droomde van groote dingen. Eerst was
Courlande visscher geworden, daarop zag hij
zichzelf in zjjne verbeelding omzettend groote
'isschen vangen, terwjjl hjj daarin zoo bedreven
Werd, dat hij zijn gansche huishouden alleen van
z jn vischvangst kon onderhouden.
Zoodoende leidde hjj een dubbel leven, een
in Parjjs, schijnbaar geheel van den regelmatigen
strengen dienst vervuld, doch in werkelijkheid
honderd mijlen van zjjn bureau verwijderd.
Ieder Parjjzenasr bouwt ongeveer dezelfde
hichtkasteelen als Courlande, doch bij //Wan
bof" werd het een hartstocht.
Wanneer hjj van zijn bureau thuis kwam,
naakte nooit iets anders het onderwerp van
hunne gesprekken uit.
l)oor er aanhoudend aan te denken kreeg
zj)n plan eene bepaalde gedaante, en iederen
dag knoopte hij daar nieuwe bijzonderheden aan
vaet. Niet zelden gebeurde het, dat hij, wanneer
hjj zich aan tafel begaf voor het middagmaal.
°p de volgende wijze het gesprek met Sarah aan
hing, zonderjeenige^overgang of zonder dat iets
zulks deed vermoeden.
//En dan, Sarah, met een goeden windhond,
om de hazen te jagen, zou het wel gaan!''
//O, zeker,// antwoordde de goede vronw, als-
Twee «heusche» Watergeuzen met wap
perende vanen gingen voorop, geflankeerd
door twee dood-gewone negentiend'eeuw-
sche lantaarndragers; en bij het monument
hebben de beide Geuzen hunne banieren
gezwaaid en de Geuzenpresident heeft den
steenen watergeus een lauwerkrans omge
hangen onder het luide hoezee-gejubel der tal -
rijk toegestroomde geuzenvereerders.Natuur
lijk is er weer gesproken en gezongen en
nogeens gezongen en nogeens gesproken,
geestdrif'iger dan ooit te voren met het oog
op de aanstaande feesten. Zoo weet men
't zaakje hier warm te houdenDen vol
genden morgen ben ik eens gaan kijken
hoe de Nederlandsche Maagd er in haar
feesttooi van groen en oranjeslingers, waar
mee de Nieuwmarktbewoners haar plegen
te versieren, wel uitzag; doch 't was min
netjes dezen keer 't mastgroen en 't orau-
jepapier schijnen scbaarsclj te zijn, of men
bewaart het voor de komende feestenen
de oranjeappeltjes, die anders de pieken
der krijgslieden bekronen, ontbraken ook.
Maar een groote lauwerkrans hing om den
hals van den kleinen geus; hp hing hem
tot op het middel, verkondigend de vurige
geuzen vereering der Rotterdammers!
Nu ik zoo voor oogen heb het beeld van
de fiere Vrijheidsmaagd, denk ik onwille
keurig aan eene andere, even fiere Neder
landsche neen, maagd was ze niet, het
wa3 eene mevrouw, eeDe vrije, Amsterdam-
scbe mevrouw; maar fier was ze wel, fier
en zelfstandig en strijdlustig, daarin be
hoefde ze zelfs voor de wel wat ordinaire
verpersoonlijking van ons vrijheids-ymbool,
de beroemde, of, wilt ge liever: boruebte,
Kenau Simonsd. niet onder te doen.
Ik bedoel mevrouw Schook-Haver, die
voor de leden der «Vereeniging van Vrou
wenkiesrecht» hier onlangs als spreekster
over «Vrouwenarbeid» optrad. Teen deze
strijdvaardige dame zoo aan het oreeren
was, kwamen me onwillekeurig de aanvangs
woorden van Tollens' «Kenau Hasselaar»
voor den geest
of zij ten volle overtuigd was. Zelfs de zoons
werden in het dubbele leven des vaders niet
vergeten, en dikwijls werd er beraadslaagd o/er
de ernstige vraag of Courlande zich alleen te
vreden zou stellen met de opbrengst van zijne
landerijen, dan wel of bij er nog wat laud zou
koopen en productief maken. Zijne zoons gaven
de voorkeur aan den landbouw, Courlande daar
entegen verstond niets van veldarbeid. Hij wilde
zich liever op zjjn gemak in de zon blijven
koesteren, terwijl hij zich juist geuoeg bezigheid
zou kunnen verschaffen om zich niet te ver
velen.
Ook bespraken zjj de meer practische zijde
van het vraagstuk de rente, want om zjjn droom
te verwezenlijken, was er geld noodig.
Dat was het kapitale punt. Zijn gansche le
ven had Courlande op het buitenkansje geloerd,
dat hem in staat zou stellen te vertrekken. Om
zich heen had hjj agenten fortuin zien maken,
die toch met oppassender of kundiger waren
dan hij. Hem was zulk een geluk nog niet be
schoren en hjj kreeg niets. Goed voor den dienst,
jjverig, zeer bruikbaar in zaken van onderge
schikt belang, miste hjj den fijnen neus van den
politieman. De leesboeken badden hem bedorven.
In plaats van zijn vak te nemen voor hetgeen
het was: iets, waarin men door routine veel
vermag in plaats van, evenals iedereen, de po
litiezaken zoo min mogeljjk te verwarren, bracht
zjjne verbeelding hem ver boven het alledaag-
sche. Hjj schiep zich onoverkomelijke moeilijk
heden in de eenvoudigste zaken waarmede mei"
hem belastte. Naar zjjne meening had de meest
gewone misdaad, de minste diefstal een onuit-
Weer klopt mij 't HollandBch hart in 't lijf
En zwelt ger.ieri omhoog!
Daarvan nu was bij de toehoorsters wel
wat te bespeuren, te oordeelen naar het
geestdriftig applaus, dat deze Kenau met
het woord tot dank voor haar «stout be
drijf» inoogstte!
«Waar we met den man gelijke rechten
eischen, daar wijzen we alle bescherming
van de handklonk het tartend eu uit
dagend; openlijk bekende zij, maar niette
kunnen begrijpen, waar de mannen de bru
taliteit vandaan haalden om de vrouwen
te beperken in hare beroepskeuze en voor
te schrijven, dat haar plaats is in de huis
houding! Wat, de vrouw zou te zwak eu
te zenuwachtig zijn om mannenbetrekkin-
gen te vervullen? Men vergist zichwe zijn
zoo zwak en zoo zenuwachtig niet, klonk
het van de lippen der lieftallige spreekster
we beschouwen zulke argumenten als doek
jes voor 't bloeden Wat spreekt gij man
nen van zwakke vrouwen Slaven en zwoe
gen moeten we in 't huishoudenEn ze
nuwachtig? massa's kinderen gunt mea ons!
Praatjes dus, niets dan praatjes! En dan
ried zij hare zustereu aan, zooveel moge
ljjk japonnen te verslijten en niet, zooals
dat bij onze grootmoeders gewoonte was
25 iaar met een kostbaar stuk te doeu
natuurlijk niet om door mooie en frissche
toiletjes den mannen, dien nietswaardigen
te behagen, in de verste verte niet; maar
om de naaisters werk te bezorgenDen
kelijk ook wel doch dit verzweeg de
spreekster, hoewel ze 't zeker wel bedoelde
en alle aanwezige dames 't zóo hebben op
gevat om den zich noemenden «hee-
ren der schepping» 't hun zoo dierbare
geld uit den zak te kloppen? Eene echte
vrouwen wraakneming! En dat voor eene
zoo geëmanicipeerde dame!
Of de heer gemaal deze: teedere aan
voerster der strijdlustige vrc nwenschaar in
de zaal tegenwoordig was? Wrt moeten in
dat geval bange voorgevoelens 's mans ziel
beangstigd hebben! Of zou hij bij onder-
puttelijke bron - van intriges, waarin bij zich
zoodanig verwarde, dat bjj er zich met geen
mogelijkheid uit kon redden.
Geenszins was hjj daardoor dar: genezen, want
voortduren 1 bleef hjj hopen op eene goede uit
komst, welke hem in staat zou stellen zijn ont
slag te nemen en den droom van het leven in
het viije veld te verwezenlijken.
In afwachting van deze heuglijke gebeurtenis
leefde de arme //Ongeluksvogel// maar op zijn
verbeelding voort. Hij woonde op een vijfde
verdieping van een huis in de rue Montorgueil.
Op de eerste en tweede verdieping van dit huis,
welke bewoond werden door jagers, hingen de
keukenmeiden iederen Maandag en Dinsdag,
aan de achterzijde, welke op een binnenplaats
uitkwam, hazen, konijnen, patrjjzen, fazantenen
wat da jacht meer opgeleverd had, buiten het
venster.
Een van de dingen, waarmede de arme on
geluksvogel zich bjj voorkeur bezig hield, bi-
stond nu daarin dat hij voortdurend eraan dacht,
wat zjjue buren geschoten hadden en of zij een
goede jaebt hadden gehad.
Dinsdag was dan ook zijn eerste werk, van
af de opening der jacht, tot dat zij gesloten
werd, een blik werpen op het venster, ea hjj
kwam dan bjj Sarah terug, zeggende
//Wel, wel! zij hebben een goede jacht gehad
twee fazanten, een haas en een hertebout,
wat eeu geluksvogels. Ik zou al met minder
tevreden zijn, aan een enkelen haas had
ik genoeg en wat zouden wjj van het voorstuk
lekkere hazepeper maken, terwjjl wjj het ach
terste gedeelte konden braden
vinding weten, dat het spreekwoord «blaf
fende honden bijten niet» veelal waarheid
bevat
Spanje.
Zeer terecht vreest men eene omwente
ling in Spanje. De Daitoche Gezantte Ma
drid is overtuigd van de vrees der Konink
lijke familie te Madrid voor eene omwente
ling en heeft de Regeering te Berlijn er
kennis van gegeven.
Zondag is door een vierduizendtal
menschen eenebetoogicg gehouden voor het
hotel van den Minister-President, die met de
gespannen verstandhouding met de Ver-
eenigde Staten niets had uit te staan. De
Minister van Binneulandsehe Zaken de
heer Sagasta is licht verkouden en moet
zich ia acht nemen ontving eene depu
tatie uit de betoogers, die hem de volgende
wenschen kenbaar maakte herziening van
het proces tegen de anarchisten van Mont-
juich, invoering van den persoonlijken
dienstplicht en afschaffing van de invoer
rechten op het graan,
De Minister prees de betoogers om hun
ordelijk optreden, en gaf de verzekering
dat de Regeering rekening zal houden met
de wenschen der openbare meening. Een
rechtstreeksch antwoord kon de Minister
wegens den ernst der eischen echter niet
dadelijk geven.
De betoogers gingen na het vernemen
van dit antwoord kalm uiteen.
Frankrijk.
Indien de Krijgsraad niet tevreden is
met de uitspraak van het Hof van Cassatie,
mag men er wel aan deuken ten spoedigste
een nieuwe aanklacht tegen Emile Zola
in te dienen.
De lasterlijke aantijging van Zola ge
schiedde op 13 Januari en is na drie
maanden, dat is op 12 April, verjaard.
Wanneer vóórdien datum geen nieuwe aan
klacht plaats heeft, loopt Emile Zola
en met hem zijn uitgever Per reus: vrij
van alle straf.
In de Kamer interpelleerden de hee»
ren Samary en Chiché over de arres
tatie van Max Regis te Algiers. De mi
nister van justitie antwoordde, dat Regis,
een Italiaan, die onlangs genaturaliseerd
Wanneer het eomtjjds gebeurde, dat de ven
sters gedurende verscheidene weken enkel ver
sierd waren met konijnen, dan kwam er een
minachtende trek op Courland's gelaat.
„Konjjuen en dat in het midden van den
jachttjjd. Zelfs geen patrjjs O, als ik eens in
hunne plaats was. Maar zulke lieden verbeel
den zich dat zjj jagers zjjn, omdat zij 1500
franks voor esn aandeel ia een jacht betalen in
de omstreken van Parijs!"
Schouderophfdend begaf hij zich dan naar
zjjn kantoor, doch hjj verzuimde nooit eon om
weg tot aan de rue Montmartre, waar hjj zich
eeaige oogenblikken verlustigde in de beschou
wing der uitstalling van een wildkoopman.
Hjj troostte zich over het geluk, dat hij niet
deelachtig worden kon, door eenige bladen te
lezen, waarin advertenties voorkwamen over land
huizen en jachtvelden, die te huur waren.
Dat was zijn geliefkoosde lsctuur, zjjn genoe-
geljjkst tjjdverdrjjf. Hjj verdeelde het aantal
hectaren wederom in onderdeelen, berekende
de verschillende kansen om het grootst aantal
stukken wild te schieten. Zelfs had hjj meer
malen aan de opgegeven adressen geschreven
om eenige nadere inlichtingen, en wanneer hem
deze verstrekt waren, teerde hjj daarop weder
weken achtereen.
Wel zeide dan Sarah zacht:
//Waartoe dient het P« Gij verknoeit maar
postzegels, omdat wjj het toch niet kunnen, doch
Courlande viel haar dan ongeduldig in derede:
i' //Laat mij maar begaan, het is beter op deze
wijze zijn geld te besteden dat het in de koffie-
j huizen zoek te maken.// Wordt vervolgd.)
LEiisriinoiiiuT.
ABONNEMENTSPRIJS
PRIJS DBR ADVERTENTIEN.
AGITE MA NOB AGITATE.