Vo. 2960. Maandag 18 April 1898. 23ste Jaargi ïïagBlaó voor iSfiooró* on &uió-<JCollanó Verschijnselen op schoolgebied. b- B UI T K N L A NJ BUREAU: St. Jansstraat. Haarlem. DE TWEE WEEZEN. Griekenland. Amerika. Rusland. I III lilII ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Haarlem1 1,10 Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post1,40 Voor het baitenland 2,80 Afzonderlijke nummers 0,03 Dit blad verschjjnt dagelijks, behalve Zon- en Feestdagen. Redacteu r-U i t g e v e r, W. KÜPPERS. IN TIEND AGITE MA NON AGITATE PRIJS DER ADVERTENTIEN. Van 16 regels. 50 01 Elke regel meer7'/f»l Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Con tant. IIooJ dag enten voor het BuitenlandCompagnie Générale Publicité Etrangèrtg G. L. DAUBER Co. JOHNF JONES Succ., l'a-u SI bit Faubourg MontmartrJ Wg gaan achteruit op het gebied van et Onderwijs! Deze stelling zullen velen nietonvoor- aardelijk zonder bewijs aannemen, en ich is zij treurig waar en wenscben wij it voor onze lezers nader toe te lichten, todat het verschijnsel wijst op maatschap- elijke toestanden, die dringend verbetering «hoeven. In de eerste plaats dan herinneren wij hn de klachten, die telken male worden shoord betreffende de zoogenaamde cover- ding» der hersenen van de jeugdige iholieren. Die overlading jmag voor som- ligen in werkelijkheid bestaan, omdat hun Brstandelijke vermogens beperkt zijn, 'oor het meerendeel der leerlingen van 4gere en middelbare scholen bestaat zij Voluut niet. Bij de vermeerdering der leerstof is «komen eene verbetering der onderwijs- 1 gere Burgerscholen thans de tijd der re <ethoden, waardoor de leerlingen in staat petities is aangebroken en dat weldra de lijn om in korter tijd dan vroeger meer examens voor de deur staan. Indien bo- gereed gemaakt worden om den moeilijken strijd des levens te aanvaarden. Wi] geven dieu raad ook naar aanlei ding van hetgeen dezer dagen in de bladen werd vermeld omtrent de wjjze, waarop leerlingen van Hoogere Burgerscholen, die voetbal hadden gespeeld, na afloop daarvan hebben huisgehouden. Van jongens van 16 en 17 jaar werd bericht, dat zij een «bit- terfuil» hadden gehouden, dat velen dron ken langs den weg zwierden, dat zij de vrouwen en meisjes op straat aanrandden en dat later op den dag bezoeken werden gebracht aan inrichtingen, waar school jongens nog minder op hun plaats zjjn dan in bierhuizen. De radicale Mi Idelb. Ct., die dit vertelt, besluit met het ceen walgelijke boel» te noemen en spreekt de meening uit, dat de grootste voorstanders van sport moei- lijk zullen ontkennen, dat zulk eene wjjze van feestvieren meer schade doet dan de beste lichaamsoefening kan herstellen. Men bedenke hierbij, dat op de Hoo- 1 beter te leeren. Men schatte dat voordeel Het 'gering, want deskundigen beweren, lat door de betere methoden misschien 'el tweemaal zooveel leerstof aan de kinde- (eu kan verschaft worden dan voorheen. Om die reden kan er bjj normale kin- Wen op het oogenblik geen sprake zijn, venbedoelde jongelui, die door hun schan delijk gedrag hun lichaam verwoesten en hun geest verstompen, bij de aanstaande examens niet voldoen, hebben dan hun ouders recht om te spreken van «over lading der leerstof» Wjj gelooven het niet en zouden alle "ren op ueu 6"-"-" -r lat zü op de lagere en middelbare scholen ouders wel op het hart willen drukken «et te veel kennis worden begiftigd en om hun kinderen beslist te onttrekken aan [aardoor hetgeen zij eigenlijk moeten weten die invloeden, welke ontzenuwend werken Hechts gebrekkig hebben verwerkt. Toen en noodlottig voor hun kinderen zyn. Ook lenige tientallen van jaren geleden bij de de onderwijzers kunnen hier wel wat aan Werdering der leerstof de methoden bijdragen, maar de ouders zijn in de eerste L gebrekkig waren, kon er misschien P^s verplicht het heil hunner kinderen 'an overlading sprake wezen. Thans is dit te behartigen. «et meer het geval. Hollandsche jongens en meis)es hebben De reden, dat men toch nog van «over ling» spreekt, wjjten wij dan ook uit buitend aan de gemakzucht van onzen tijd. lis men de geschiedenis van bijna alle [roote mannen nagaat, dan bljjkt daaruit bnder uitzondering dat zij in hun jeugd [ewerkt hebben met groote volharding, dat ij zich niet door moeilijkheden lieten te- Ughouden en dat zij niet rustten, voor 'ij hun doel hadden bereikt. Nu weten wij heel goed, dat niet alle linderen bestemd zijn om «groote maur.en» fe worden, maar zp die klagen over de pverlading bij het onderwijs, zouden wel ben eens te onderzoeken of het gebrek liet vaak bij hun kinderen ligt, of er wel frnst genoeg gemaakt wordt met de studiën «n of de kinderen voldoende doordrongen ;jjn van het besef, dat zij op de school F EU 1LLE T O N. tl. (Vervolg.) „Mevrouw de Montmayeur was overleden.// //Goed. Gjj hebt dus niet met hem gebroken?// //Neen." uVermoedt hij iets van hetgeen er in u om baat //Neen, daarvan ben ik overtuigd.// //Zal hjj u bier missebien komen bezoeken ,/Hjj is reeds eenmaal hier geweest.// j „Zou hij terugkomen //Ja dikwjjls." I //Hjj vermoedt toch niet dat gjj hem voor jtloureille's moordenaar houdt //Herhaaldelijk heb ik twijfel bij hem zien lijzen, doch ik geloof wel erin geslaagd te zijn lien te verdrijven //Zoudt gü mjj willen zeggen onder welke j/matandig'i.eden Lucienne vertelde nu, dat zjj Montmayeur eluisterd had, toen hjj hardop droomde, en teling wakker wordende, hevig Ut. Sedert dien tijd was bjj aing hare garden na. Zjj ifranc-tireurs zjj in ook hun tijd van spelen en die zjj hun gegund, maar men vergete niet, dat kin deren, die nooit hebben geleerd, wat wer ken is, het op hun verderen leeftijd ook niet weten. Indien hieraan meer gedacht werd, zou misschien minder gesproken worden van «overlading.» Ook als bewijs, dat wij achteruitgaan op onderwijsgebied, geldt het voorstel der Regeering om den leerplicht tot het 13e jaar te willen invoeren. Vele radicalen spreken zelfs van den 14-jarigen leeftijd. Men is bang, dat de kinderen op de la gere school in 6 jaren niet voldoende leer stof kunnen verwerken en wil daarom den leertijd tot 7 of 8 jaar uitbreiden. Volgt hieruit niet zonneklaar, dat de kinderen van onzen tijd geacht worden minder geestvermogens te bezitten dan vroeger? hier, du kon Montmayeur niet meer meer aan mijne liefde twijfelen." Bjj het aaDhooren van dit droevig verhaal voer Courlande eene huivering door deleden. Hij zag Lucienne vol bewondering aan. Zij vertelde zonder ophef, evenals of zij de meest alledaagsche zaak ter wereld verhaalde. En toen zij geëindigd had, dacht hjj //Maar zij is eene buitengewone vrouw dit meisje. Welk een moed en vooral welk een vernuft- Bijna zooals ik ben.// Hardop zeide hjj, aangedaan //Tot nog toe zjjt gij te moedig geweest, juffrouw, om u op deze wijze door wanhoop te laten medesleepen.// //Wat moet ik aanvangen?// //Laten wjj samen zoeken. Wjj hebben met een meer dan gewonen misdadiger te doen, ziet gij Zelfs de omstandigheden, waaronder de misdaad gepleegd is, zjjn buitengewoon. Hier zijn verwikkelingen, zooals er weinige bij de prefecture van politie voorkomen, en juist dit heeft mij in verzoeking gebracht. Ik ben een vindingrijk man, die een afkeer heb van het allfdar.gsche. Volgens mij moeten bjj eene buitengewone misdaad ook buitengewone mid delen worden te baat genomen. Veronderstel eenB dat hier een agent van politie voor u stond, die eenvoudig den gewonen weg insloeg. Wat zou hjj dan doen „Zooals iedereen. Hjj zou Montmayeur dag en nacht nagaan en bespieden, alsof zulks eenig gevolg zou kunnen hebben, alsof Montmayeur niet reeds sedert laDg op zjjne hoede was voor logelijke surveillance! Wat zou die agent Men spreekt van onze «nerveuse eeuw,» en wil dat de kinderen meer tijd besteden aan spelen in de buitenlucht, aan sport, aan lichaamsoefening, in de hoop daardoor de nervositeit te bestrijden. IJdele hoop, wanneer die lichaamsbewegingen niet be teugeld worden en geleid, waDt in dat geval zullen zij de nervositeit slechts doen toenemen Floofdzaak blijft, dat ook reeds de kin deren nu en dan gewezen worden op de moeilijkheden, den ernst en de beteekenis van hun later leven. Al worden zij daar mede niet dadelijk in aanraking gebracht, het is goed, dat zij uaast de vroolijke zijde den gewichtigen kant des levens leeren begrjjpen. Zij zullen daardoor totwer'.en worden aangespoord en later voor veel teleurstellingen blijven gespaard. Zelfs de socialisten begrijpen dit en spo ren hun geestverwanten onder de onder wijzers der openbare school aan om hun «leerlingen aan 't denken te brengen.» Als een staaltje van de wijzewaarop zoo'n socialistische onderwijzer zijn taak moet vervullen, halen wjj hier de volgende woorden van Chr. Cornelissen in het blad de Volksonderwijzer aan «Wanneer de onderwijzer z'n leerlingen de toestanden schetst der uitgemergelde bevolking van Frankrijkeerst onder 't kostbare bestuur van Lode wijk XIV en XV en daarna van den zwakken Lo de- wijk XVI, met heenwjjzing naar de his torieschrijvers, vermeldend, hoe de boeren in de jaren onmiddellijk aan de revolutie voorafgaande, gras aten, gekookt gras in den letterlijken zin des woords dan is het immers eene kleine moeite om eens eene eeuw verder te wippen naar onzen tijd en er op te wijeen, dat ook in onze dagen de toestand weer treurig is, en om er dan bij op te halen, met heenwijzing naar de courantenberichtendat, zoo er al misschien geen gekookt gras gegeten wordt in Nederland, 't eten van gekookte aardappelschillen door meDSchelijke wezens in onze provincie Friesland voorkomt.» Deze woorden bewijzen ook het groote gevaar, waaraan men zijn kinderen bloot stelt door ze naar de openbare school te zenden. Alle openbare onderwijzers zijn geen socialisten, verre van dat, maar er zijn er onder, en die mannen doen door hun onderwijs veel meer schade dan goed Zij spreken niet van overladingzooals de ouders die slechts aan vermaak den ken en die gelooven, dat hun kinderen ook wel met pret maken door de wereld zullen rollen. Die socialistische onderwij zers toonen door hun houding aan dat zij de kinderen, zij het ook in naar onze van politie nog meer doen? Hij zou trachten beslag op h>:t gestolen geld te leggen. En ver onderstel, dat hij Montmayeur in het bezit van dit geld vond, zou deze dan niet terstond een verhaal bij de hand hebben om de herkomst van de 50000 franks, welke van Boureille ontvreemd zijn, te verklaren? Welk verhaal? Dat weet ik niet, maar stellig heefi; hjj er een. //En waartoe zou deze ontdekking dienen Tot niets, dan om Montmayeur nog meer op zijne hoede te doen ziju, Wjj moeten hem een strik spannen, om hem in de war te brengen, om hem tot bekentenis te dwingen, om hem in het verderf te storten.// „Maar welken strik „Ah, dat weet ik niet. Poch dat zal ik wel vinden, daar ben ik zeker van. Deze man is te geslepen. Hij zal zich niet in een gewonen val strik laten verlokken, lntueschen raad ik u aan, niet met Montmayeur te breken. Dat zou zoo onvoorzichtig mogtlijk zijn.// Na eenige oogenblikken te hebben nagedacht, vervolgde hij „Heb ik u niet zooeven in uw verhaal van een broeder van Montmayeur hooren spreken „George zeide Claud ine snel. „'Een arme zieke jongen, even zachtzinnig als zjjn broeder hardvochtig en verwaten is." Courlande keek Claudine aan, die bloosde. „Waarom zjjt gjj zoo ontroerd vroeg hij. „George heeft mjjne zuster lief," zeide Lu cienne. „Ah Ah maar, dit kan ons van dienst zjjn. Waartoe eigenljjk Dat weet ik nog niet." Hjj nam de handen van het lieve meisjein overtuiging verderfelijke richting, aan het werk willen zetten, dat zij hen aan het denken willen brengen en lat zij de jeugd moeten voorbereiden voor den maatschap- pelijken strijd. Laten goedgezinde, laten Katholieke ouders hieraan eens een lesj'e nemen. Wie kinderen heeft moet ten volle zijn verant woordelijkheid beseffen. Hij mag zijn kroost niet maken tot laffeverwijfdeluie en vadsige individuen, waarvan er al te veel rondloopen, maar hij heeft tot plicht om ze met lust tot werken te bezielen om ze door den arbeid ook werkkracht te geven en om ze daardoor den latereu ar beid in de maatschappij te verlichten. Wij hebben hier vooral het oog gehad op de lagere en middelbare scholen bij het openbaar onderwijsmaar wenschen er nog even de aandacht op te vestigen, dat zelfs bjj het hooger onderwijs dezelfde geestelijke onmacht bij het jeugdige ge slacht valt waar te nemen. Vandaar dan de de strijd, die dezer dagen in de pers wordt gevoerd over het al- of niet facultatief stellen van het onderwijs in het Grieksch aan de openbare gymnasiaEr schijnt voor de jongelieden van die inrichtingen ook al niet genoeg tijd tot spelen over te schieten en dat wenscht men te verhalen op eene studie, welke zoo bij uitnemend heid vormende waarde bezit en waarvan de groote beteekenis in tal van geschrif ten is uiteengezet. Voor de eer en het geluk van ons Vader land hopen wjj dat de bestrijders van het Grieksch den kamp zullen verliezen, want het eenig middel om de geesteljjke ver zwakking, welke op onderwjjsgebied alom merkbaar is, te keeren, meenen wjj gele gen te zjjn in eene krachtiger werkzaam heid van de jongelieden zeiven. Daartoe moeten ouders en onderwjjzers aansporen, in plaats van genoegen te nemen met de laksheid en onverschilligheid, die uit te ge ringe inspanning en volharding voortvloeit. De besproken toestanden behoeven ver betering, want het opkomend geslacht is de hoop der toekomst en wanneer wjj onze kinderen gelukkig willen zien, moeten wjj hen aan den arbeid gewennen. Geen «bit- terfuifen» en voetbal wedstrijden, geen dans partijtjes en kindervoorstellingen dragen bjj tot het heil der jeugd, maar goede en reine zeden, een vast en innig geloof, en wils- en geestkracht, zjjn de schoonste gaven, welke liefhebbende ouders aan hun kinderen kunnen schenken. Welmeenende, liefhebbende ouders telt ons Vaderland bjj talloozen en zoo zal het heil en de toekomst der jeugd zeker ge waarborgd bljjven. de zjjne en vroeg zacht//Duid mijne onbeschei denheid niet ten kwade, juffrouw Claudine. Hy heeft u lief. Eu gjj Bemint gij hem. En weet hij zulkB Zjj boog het hoofd en bloosde nog sterker. //Ik heb hem lief, maar hjj is er zich niet van hewust,// antwoordde zjj. //Goed, ik vraag het niet uit nieuwsgierig heid, dat weet gjj wel. „Ik stel levendig belang in u, hoewel ik u slechts weinige uren ken, en ik ben bjjna ge neigd van u te houden, alsof gjj mjjne doch ters waart.// //Mijnheer, nu wij van George spreken, moe ten wij ook van een vermoeden gewag maken, dat in ons is opgekomen //Een vermoeden //Wjj zouden bijna zeggen eene zekerheid.// „Spreekt, stelt mjj geheel op de hoogte. Zulks is noodzakeljjk.// //George is mot het misdrjjf zijns broeders bekend." Courlande sprong overeind. //Hoe riep hij uit, //hij kent de misdaad van dien ellende ling en hjj dwingt hem niet zichzelf over te leveren of althans Doriat te redden //Zjjn broeder beheerscht hem en boezetnt hem vrees in. Als gjj eens wist hoe zwak hjj is 1 En Jan de Montmayeur is zoo ruw //Welnu,// zeide Courlande, //ik wil aanne men dat hjj het niet durft. Doch hetgeen bjj tot nu toe uit vrees voor zjjn broeder heeft nagelaten, zal hij moeten doen uit liefde voor Claudine. //Daar is de strik al, waarvan ik zooeven Het groote bezwaar waarom de Turken weigerden Thessalië te ontruimen, ia op gelost, nu de financieele regeling haar be slag heeft gekregen. De Turksche troepen verlaten het gebied der Grieken, die, ge steund door de Mogendheden, den Sultan de verschuldigde oorlogsschatting zoo ver noodig hebben betaald. Hebben de Europeesche wetgevende li chamen groote schandalen zien gebeuren, onder de Congresleden der Vereenigde Staten van Noord-Amerika zit den demo- cratischen stroom ook al in merg en been. Vermakelijk ging het er aan toe, toen de Boodschap van Mc Kinley in be handeling werd genomen. Eene hevige op gewondenheid maakte zich van de Con gresleden meester. Overal in de zaal werd getwist. De deftige heeren Afgevaardig den liepen als waanzinnigen tusschen de banken, en de toeschouwers verklaarden, dat zij sedert jaren dergeljjk schouwspel niet hadden bjjgewoond. De heer Bart- 1 e t wierp den afgevaardigde B r u n n een zwaar boekdeel naar het hoofd. Scheldwoorden als: leugenaar, schurk, canailleenz., weerklonken door de zaal, en twee Afgevaardigden, na elkaar belee- digd te hebben, begonnen te vechten, zoo dat men hen slechts met groote moeite kon scheiden. In heftige bewoordingen werd Spanje door de oorlogszuchtigen beleedigd en zij wil den dat de Vereenigde Staten thans ge wapenderhand moesten optreden, om van Cuba te maken eene Republikeinsche Republiek. De van het eiland Cuba vertrokken Ame- rikaansche Consul-generaal Lee schjjnt ook al een opgewonden heertje te zjjn. Hij riep te Richmond, waar hij door de menigte werd toegejuichtHet uur van spreken is voorbjj; 'tis thans een oogen blik om te handelen. Met angst mag men zich afvragen: waartoe toch in alle Rjjken van Europa die koorts achtige gejaagdheid naar leger- en vloot- uitbreiding. Het meest neemt er aan deel het rijk van den Czaar. Op groote schaal wordt in het Russische rijk oorlogsmateriaal aangeschaft, om, zoo eenmaal eene botsing mocht komen tusschen de Europeesche Mogendheden, gereed te zjjn. Twistappels zjjn in voldoenden getale voorhanden, niet alleen in Europa zelf maar bovenal in het Verre Oosten, waar elke Mogend heid met nauwlettend oog alle voordeelen gadeslaat, welke eene andere Mogendheid in China weet te behalen. Het Russische rijk heeft thans weer besloten, te St. Petersburg drie nieuwe pantserschepen te laten bouwen volgens het type Pereswet, groot 12675 ton en bewapend met kanonnen van tien duim. sprak 1 Hjj staat mjj nog niet geheel duideljjk voor den geest, doch hjj neemt reeds vorm aan, geduld maar. Ja, wjj moeten het zoover zien te brengen, dat George de Montmayeur zjjn broeder aanklaagt.// „Nooit zal hjj daartoe besluiten. //Hoe vréét ejj dat //Hjj zou liever sterven. Hjj weet, dat zjjn einde nabjj is.// „De liefde voor Claudine zal hem in het leven houden. Ik zal hem wel noodzaken mjjn wil te doen.// //Hoe dan? „Laat dat maar aan mjj over 1 Dat is de strik. Ik zie alles reeds duideljjk in. Nog een weinig nadenken Beloof mjj, dat gjj beiden blindelings mjjn raad zult opvolgen.// „Dat beloven wjj u.„ „Zelfs wanneer mjjne raadgevingen uw leven in gevaar mochten brengen „Mjjn leven behoort mjj niet meer toe,# zeide Claudine. „Wat zou er van mjj gewor den zjjn, wanneer Boureille mjj niet tot zich had genomen en liefgehad als eene dochter?// „Ook mjjn leven behoort mjj niet meer," zeide Lucienne; „wat was er van mjj geworden, wanneer Doriat zich niet over mjj ontfermd had Claudine is bereid haar leven op te of feren om haren pleegvader te wreken, ik wil het mjjne geven om mijn weldoener te redden." „Daar twijfel ik ook niet aan.# „Wat raadt gjj ons nu te doen „Geduld. Laat mjj tjjd om na ie denken. Niets dringt ons. „Voorloopig ga ik nog hedenavond een on-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1898 | | pagina 1