NlliU W E HbagËlaó voor <3ïooró Het verdwijnen der Middelklasse. No. 2961 Dinsdag ]9 April 1898 23ste Jaargar<g, B UIT J JN B A N D 0* Per 3 maanden voor Haarlem ƒ1,10 Voor de overige in plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,40 2,80 0.03 Voor het buitenland Afzonderijjke nummers Dit blad verschjjnt dagelijks, behalve Zon- en Feestdagen. BUREAU: St. Janstraat Haarlem; Van 16 regels Elke regel meer 50 Cent 71/. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant Redacteur-Uitgever, W. K P P E R S. Overal wordt de noodkreet vernomen ede middenstand gaat verdwijnen.» Ja, de verdwijning van den middenstand wordt hoe langer hoe waarschijnlijker. Voorheen waren er in onderscheidene bedrijven tal van kleine bazen, die, met 2 of 3 knechts arbeidend, een burgerbe staan konden vinden. Ze hadden goed hun broodze betaalden hun schuldenze konden hun kinderen opvoeden, en waren burgers, die, zonder kapitaal te bezitten, er toch goed komen konden, ja, zelfs wat overhouden. Dit is thans anders. Om bijv. maar eens de kleermakers te nemen, zpn thans de kleine bazen, vooral in de groote steden, zeldzaamheden. De confectiemagazijnen, of de groote bazen leveren de kleerenmaar de kleine bazen zijn verdwenen. Met de confectiemagazijnen kunnen zij niet con- curreeren, dat is onmogelijk; en daarom hebben ze door den nood gedrongen, of wat anders ter hand genomen, ot ze hebben hun werk gebracht in dienst der confec tiemagazijnen, dat is veelal dus in dienst van het groot-kapitaal, en zijn zoetjes aan slachtoffers geworden van het «sweet-sys- teem». Dat is niet alleen met de kleermakers het geval, maar met tal van bedrijven, waarin de kleine bazen voorheen een goed bestaan vonden. Zelfs die bedt ij ven, welke men voor ondergaan bijna niet vatbaar achtte, wor den aangetast. Vraagt men bijv. naar werklieden die, om een ander voorbeeld te nemen, een piano of een dergelijk muziekinstrument geheel kunnen afwerken, men zal ze maar weinig vindende onderdeelen van deze instrumenten worden machinaal gemaakt; men heeft het maar voor het in elkaar zetten. FEUILLETON. DE TWEE WEEZEN. 92. {Vervolg.) „Mijne moeder en mijn verloofde zullen mij ten minste weder liefhebben, wanneer zjj alles weten," dacht zij. //Maar Henri en Pascal Beiden zijn dood. Ik zie hen nimmer terug //Zjj zjjn gestorven terwjjl zij hun afschuw van mjj betuigden 1// Gelukkig had zij nog tijd gehad, toen zjj reeds geblinddoekt waren, en de soldaten hunne geweren op die moedige mannen richtten, om hun toe te roepen «Ik heb u lief ik heb u liefMet deze woorden waTen zjj de eeuwigheid ingegaan. Intusschen zeide Courlande //Daar het on mogelijk is nog heden Montmayeur te zien, moeten wij geduld oefenen. Morgen zult gij hem ongetwijfeld spreken. Breng geene veran dering in uwe houding tegen hem. Ik ga nu naar Maria Doriat. Hebt moed en weest ge duldig.// Met deze woorden verliet hij de beide zusters en begaf zieh naar Maria. Er lag zulk eene vroolijke uitdrukking op zijn gelaat, toen hij bij haar binnentrad, dat zjj niet nalaten kon te zeggen //Brengt gij mjj eene goede tijding //Ja, zie mjj aan. Ik ben anders niet zeer gelukkig, men noemt mjj Courlande, bijgenaamd Hoe een dergelijk verschijnsel zich in de bouwvakken openbaart, kannen de tim merlieden getuigen, die zeer veel gezaagd en geschaafd en pasklaar gemaakt ontvan gen, en het maar op zijn plaats hebben te brengen. En bjj de smeden o. a. doet zich hetzelfde verschijnsel voor. Op deze wijze vervalt langzamerhand het gansche bedrijfis vakopleiding voor velen overbodig, en het slachtoffer wordt de kleine burgerman, die zijn vroegere betrekkingen in andere handen ziet over gaan. Met die verplaatsing verliest de kleine burger zijn zoo gewenschle zelfstandigheid. Hjj komt in dienst van het groot-kapi taal, is gebonden aan werkurenontvangt een vast inkomenis in enkele opzichten beter verzorgd, daar hem thans nogal eens ziekengeld, hier en daar zelfs pensioen verzekerd is maar hij mist die onaf hankelijkheid, welke, ja wel zorg met zich brengt, maar toch ook tot vooruitkomen prikkelt en aanzet tot het booger stijgen op de maatschappelgke ladder. De achteruitgang van het kleine bedrijf heeft den kleinen burgerman dan ook voor een goed deel naar den handel gedreven. Het aantal kleinhandelaars is belangrijk toegenomen, terwjjl omgekeerd het aantal producenten verminderd is. Men begint een winkeldoch daarbij is ook al het vet van den ketel. Met den kleinhandel is tegenwoordig evenmin veel te verdienen de concurrentie is te zwaar. En om die concurrentie nog onmogelijker te maken, komen de coöperatieve vereeni- gingen, die alweer het groot-kapitaal te hulp roepen, en den winkelstand eenvou dig in den grond boren. Welke afmetingen deze coöperatie aanneemt blijkt o. a. uit den bloei van Eigen Hulp, bljjkt uit de cijfers, die in Engeland als winst uit coöperatie worden weggedragenniet minder dan bijna 6,000,000 pd. sterling per jaar. Al die winst gaat voor den kleinen bur german verloren, en velen van hen gaan de Ongeluksvogel. Doch ditmaal kom ik als een geluksbode." //Spoedig, spoedig Lucienne //Ik had mjj niet bedrogen. Zij is niet schuldig,// //Mijn God //Zjj is rem als een engel. Eene martelares. De verpersoonlijkte toewijding. Eene verheven zelf opoffering als waartoe slechts vrouwen in staat zijn.// Maria treedt op Courlande toe, grjjpt zjjne beide banden, welke zij krampachtig drukt, ter wijl zij hem strak in de oogen kijkt. //Gij bedriegt mij niet?// roept zij uit. //U bedriegen Maar dat zou schandelijk zijn 1" //Dus Lucienne...?" /,Is uwer nog steeds waardig u „Zjj heeft dien ellendeling, dat monster niet lief //Hoe kunt gij mjj dit vragen, na hetgeen ik u gezegd heb „Is het moge'jjk Mijn God, is het waar, wat gjj daar zegt.?// //Wat u zoo buitengewoon lijkt, schjjnt mjj na tuurlijk toe. Wel is waar is bet hier een zaak van vernuft //Doch waartoe speelt zij zulk een rol //Zjj wil haar pleegvader redden.// Arm kind, zij moet dus wel haat jegens mij koesteren, die haar verstooten en verjaagd heeft. Wat moet zjj wanhopend en moedeloos zjju geweest //Zij had een zuiver geweten.// //Lucienne, dierbare Lucienne, gij, die ik bij na meer liefhad dan mjjne tonen, hoewel gjj mijn dan ook onder in den strijd de telkens langer wordende lijst van personen, die niet meer aan hun geldelijke verplichtin gen kunnen voldoen, en daarom failliet gaan, wjjst het maar al te duidelijk aan. Voor den arbeider nu wordt op allerlei wijze thans gezorgd, en de arbeiders zei ven blijven niet in gebreke luide verbete ring van hun positie te zoeken en te eischen. Zij zijn, al is het niet zonder moeite, te helpen met pensioenregelingen, een goed arbeidscontract, en wat dies meer zij. Maar daarmede is de kleine burgerman, daarmee is het bedrijf niet gered; en dat te redden is van zooveel waarde. Valt de brug, die nu nog den overgang vormt tusschen de mannen van het kapi taal en die van den arbeid weg, dan gaat er een levensterrein verloren, dat in alle eeuwen mannen gedragen heeft en vooit- gebracht, die inderdaad mannen van bc- teekenis zijn geweest. Dan komt er een klove tusschen kapitaal en arbeid, en is de dam weggeslagen, die thans nog de golven scheidt van het vaste land. Dan ontvangt het proletariaat altijd door versterking, en wast aan tot een geweldi gen stroom, die niet meer te keeren zal zijn, en straks alles zal bedekken. Daarom, men kiste den dijk vóór het te laat is. Men neme maatregelen, die het bedrijf zelf weer in eere brengen en den kleinen man in staat stellen het weer zelfstandig uit te oefenen. Reeds is men op dien weg, door goedkoope machines, door kleine mo toren als beweegkracht onder het bereik te brengen van den kleinen man, opdat hij de concurrentie beter kunne volhouden. Volksbanken worden opgericht, waar lip het vaak zoo noodige kapitaal tegen ma tige rente kan bekomen. Aan de vakoplei ding wordt veel gedaan, en dat is noodig, zal het klein bedrijf niet geheel ten onder gaan. Bonden worden vooral in het bui tenland opgericht, om hem in staat te stel- dochter niet waartgjj zult mij dus weder gegeven worden Ik kan niet gelooven, dat zjj terug zal komen." Zich daarna hare heftige woorden bij de lijken van Pascal en Henri te binnen brengende, vervolgde zjj „Ik deed er slecht aan te wanhopen. Er kan nog een weinig geluk voor mjj zjju weggelegd. God heeft mij niet geheel verlaten, daar hjj mjj mijne dochter wedergeeft.// Zjj snikte, en tranen, doch ditmaal tranen van geluk, biggelden haar langs de wangen. //Ik wil haar terstond zien, haar vragen, voor haar op de knieën vallen. Zij moet vergeten hetgeen ik haar heb toegevoegd, en de tranen, die ik haar heb doen storten //Zij schenkt u reeds vergiffenis. Zij wil alles vergeten.// //VA'aar is zjj Ik wil haar omhelzen, mjjne Luciennehet is mjj, alsof zjj gestorven was en ik haar terug vind.// //Geduld geduld „Dat kunt gij wel zeggen, maar kan ik wach ten //Ja, gij moet wachten. Ik ben in deze niet alleen een man van vernuft, doch ook van rede. Veeltijds gaat dit niet samen. „Bij mjj vult het eene het andere aan.» //Gjj hadt toch kunnen denken, dat ik haar aan mijn hart wilde drukken. Waar bevindt zij zieh Is zij nog altjjd bjj Montmayeur //Neen, zjj is op de Bernadettes.// //Bij Claudine? Dan ga ik èr heen!" //Neen bljjf.// „En waarom //Omdat ik u Lucienne's geheim slechts onde len te blijven werken en zoo wordt blijk baar al meer ingezien, van hoeveel belang deze kwestie is. Ook dit laatste is vooral noodig. Het besef moet meer en meer le vendig worden, dat op dit onderdeel der sociale kwestie de aandacht behoort geves tigd te worden. Allen moeten ervan over tuigd worden, dat de levensader van een volk ligt in den kring van den kleinen burger, die voor zooveel ons land aangaat, voor een groot deel het «vreest God, eert den Koning» liefheeft, den eenvoud van zeden bewaart, en wiens betrekkelijk on afhankelijk bestaan eene levensvoorwaarde is voor onze maatschappij. Hoe meer dat wordt ingezien, hoe meer men het behoud van dit terrein zal gaan op prijs stellen, en wegen en middelen vinden, om te voorkomen, dat het beste deel van ons volk afzakt naar het prole tariaat wat niet anders dan stoffelijke en geestelijke ellende ten gevolge hebben kan. Spanje. De Spaansche oorlogsschepen Infanta Maria Theresa en Cristobal Colón zijn te St. Vincent (Kaap Verdische eilanden) aange komen, en hebben zieh bij de aldaar lig gende torpedoflottielje gevoegd. De infante Isabella heeft voor 50.000 pesetas ingeschreven tot versterking van de oorlogsvloot. Amerika. Naar uit New-York aan de Frankfurter Zeilung wordt gemeld, heeft de Hoiland- Amerika lijn bijna al haar stoomschepen aan de Regeering der Vereenigde Staten aangeboden, terwijl de Times bericht, dat de Spaansche Regeering zich tot de Hol land -Amerika—lijn gewend heeft,maar dat deze antwoordde, dat zij geen schepen te koop had. Het Amerikaansche Ministerie van i Marine heeft gecontracteerd voor 1000 muil- ezels, om voor den transportdienst op Cuba gebruikt te worden. Te New-York wordt gezegd dat Mac Kin ley aan het eskader, dat zich ééne voorwaarde heb medegedeeld dat gjj voorzichtig zult zjju Lucienne was beducht geweest voor uwe moederljjke liefde. Zjj wilde niet, dat een woord, een liefdevolle blik Mont mayeur argwaan zou doen koesteren, haar zoo moeieljjk tot rjipheid gebracht plan in duigen zou doen storten. Welnu, deze toestand is niet veranderd. Wjj moeten nog steeds voorzichtig zijn." //Wanneer zal ik haar dan zien?// //Ik zal haar mogeljjk nog dezen nacht bjj u brengen.// //Wat zal de tijd mjj lang vallen Het was reeds zeer laat, toen Courlande dien nacht op de huisdeur klopte. Maria had niet aan slapen gedacht. Zjj brandde van ongeduld. Toen zjj de deur opende, zag zjj eerst slechts Courlande. //Zjj heeft niet met u willen komen riep zjj in vertwjjfeling. //Ziet gjj wel, dat zjj mjj geen vergiffenis schenkt Doch een zachte hand belette haar verder te spreken. „Moeder, dierbare moeder //LucienneLueienne Zij uitte een waanzinnigen kreet en viel het jonge meisje in de armen. Daarna voerde zjj haar de kvmer binnen, droeg haar bjjna, hoewel Lucienne grooter was van gestalte, alsof zij nog een klein meisje was. En intusschen weende en lachte zjj tegeljjk, voortdurend herhalende //Lucienne Lucienne alsof zjj niets anders zeggen koD. Wordt vervolgd.) ABONNEMENTSPRIJS PRIJS DER ADVERTENTIEN. AGITE MA NON AGITATE.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1898 | | pagina 1