No. 2966. Maandag 25 April 1898 23sfe Jaa 7i ïïagBlaó voor tfflooró- on &uid-<JCollan, agïte ma non agitate Het antwoord der Regeering. BUIT Jï «LAS D. Per 3 maanden voor Haarlemf 1,10 Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post1,40 Voor het baitenland 2,80 Afzonderlijke nummers t0,03 Dit blad verschijnt dagelijks, behalve Zon- en Feestdagen. Redacteu r-U itgever, W. KÜPPERS. BUREAU: St. Jansstraat. Haarlem. Van 16 regels. Elke regel meer Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Con t aj Hoojdagenten voor het BuitenlandCompagnie Générale Publicité Etrangl G. L. DA UBE 4" Co. JOHNF.JONES Succ., Fans 31bis Faubourg Montmartre ei De Regeering heeft geantwoord op het Voorloopig Verslag der Kamer nopens het ontwerp tot afschaffing van de plaatsver vanging en nummerverwisseling bij de mi litie. Wij gelooven niet, dat dit Regeeriugs- stuk in eenig opzicht geschikt is om de tegenstanders van het ontwerp in voor standers te doen veranderen. Feitelijk zijn de groote bezwaren, in de af deelingen der Kamer tegen het ontwerp ingebracht, on besproken gebleven en bepaaltde Regeering zich tot eene herhaling der motieven, in de Memorie van Toelichting tot het ont werp aangevoerd. Ons oordeel over de voorgestelde in voering van den persoonlijken dienstplicht blijft dan ook ongeschokt. En al beweert de Regeering nu, dat geen enkele staat kundige richting onoverkomelijk bezwaar heeft tegen het voorstel, en datdeRoomsch- Katholieken hebben verklaard zich even tueel hg de aanneming van het wetsontwerp te zullen aederleggen, wij stellen daarte genover den van verschillende zijden uit* gedrukten wensch, dat de meerderheid van de Tweede Kamer zich niet met het ont werp zal vereenigen. Wg kunnen ons niet begrijpen, hoe de Regeering zich tracht wijs te maken, dat het inwerking treden der wet op 1 Sep tember aanst. geen dissonant zal doen hooren in de nationale feestviering. Het is onwaar, dat deze hervorming door de groote meerderheid van het volk wordt verlangd en daarom is het ook onwaar, dat de persoonlijke dienstplicht het karak ter van eene nationale wet zal dragen. Juist de uitdagende houding der Regeering om een aanzienlijk deel van ons volk te grieven op het oogenblik, dat allen eensgezind willen zijn om de plechtige inhuldiging van onze Koningin te vieren, maakt dat door haar toedoen een dissonant zal klin ken in de nationale feestvreugde. Dit kan niet geweten worden aan de tegenstanders der wet, maar aan hen, dïe eene anti-na tionale wet willen invoeren ten tijde van zulk een belangrijk nationaal feest. De voorstanders van den persoonlijken dienstplicht schgnen zoo verblind te zgn door hun dwaze vooringenomenheid met de toepassing van een liberaal dogma, dat zij geen oog meer hebben voor hetgeen anderen er tegen inbrengen. Zij zingen hun loflied ter eere van de dienstplicht-wet voort en sluiten de ooren voor de ern stige waarschuwingen, die tot hen komen. Zg spafinen alle krachten in om de vet er door te halen en aldus aan de liberale F EU 1LLET O N. DE TWEE WEEZEN. Vervolg Iu den loop van dien achtermiddag verscheen iemand op de fabriek dien Montmayeur niet kende. Hjj was gekleed als een timmerman. Een jas van bruin fluweel met groote ruiten en een vrjjde broek van dezelfde stof, geheel versleten door laDg gebruik. Een pet van vos senbont bedekt zijn hoofd tot over de ooren, om het zoodoende tegen de felle koude te beschutten. Een groote bruinwollen doek was om zjjn hals geslagen en liet alleen 2 [het topje van zjjn neus zien. De man, die zich zoo goed tegen de koude had ingebakerd, was niemand anders dan Cour- lande en onze man toonde zich te onverschil lig voor het slechte weer, wanneer bij zich in zjjne hut bevond, dan dat er geene reden zou zjjn te veronderstellen, dat iets anders dan de koude oorzaak was om zich op die wijze te kleeden. m TL pjasQ^ vossenvel en die halsdoek kon den eer moefSP dienen om hem tegen een al te groote nieuwsgierig d te beschermen. Hjj stak de bilt ".-ü.i x/ar fabriek over zonder iemand te mh- oeten, behalve eenige Duitschers, die hunne wapenen poetste, sen der acht op hem te slaan. Doch blijkbaar kwam hi, ook niet voor hen, beginselen een triomf te verzekeren, maar denken geen oogenblik aan de rechtma tige grieven, die van vele zijden tegen het voorstel der Regeering zijn ingebracht. Maar omdat de dienstplicht-maunen doof en blind zgn, mogen zij niet beweren, dat het geheele land aan hun zijde staat. Dat zou echte struisvogel-politiek moeten heeten en zeker niet in 's lands belang wezen. Toch draagt de Memorie van Ant woord der Regeering geheel het karakter dier struisvogel-politiek. Geen enkel ar gument der tegenstanders is afdoende we- derlegd, ja, sommige bezwaren zijn een voudig niet vermeld, misschien omdat de Regeering ze te gering acht, maar mis schien ook, omdat zij doet, alsof ze niet bestaan. Zulk een optreden kan natuurlijk nimmer tot overeenstemming leiden en vandaar, dat wij hierboven beweerden, dat door het Regeeringsantwoord zeker niemand van tegenstander in voorstander zal veranderen. De weg om eene nationale wet tot stand te brengen moet gezocht worden in de onderlinge bespreking, het wegen der be zwaren tegen het ontwerp en het zoeken naar middelen om aan die bezwaren tege moet te komen. Deze weg heeft de Re geering niet bewandeld. Zg bespreekt slechts eenige argumenten der tegenstan ders en laat de meeste liggen zonder eenige overweging. De Memorie van Antwoord is feitelijk niet anders dan een weerklank van de Memorie van Toelichting. Al haar motieven heeft de Regeering reeds bij haar eerste bespreking van het ontwerp uiteen gezet en haar Antwoord is zoo pover, dat het schijnt, alsof de verdediging van den persoonlijken dienstplicht haar niet van harte is gegaan. Dit laatste zal echter wel niet het ge val wezen, waarom wij de poverheid der argumenten toeschrijven aan de groote moeilijkheid om iets steekhoudends tegen de plaatsvervanging en numoierverwisse- ling in te brengen. Natuurlijk heeft de Regeering in haar Antwoord ook weder het intellectueel ge halte der miliciens ter sprake gebracht en beweert zij, dat dit zooveel zal verbeteren, wanneer de persoonlijke dienstplicht zal zijn ingevoerd. Het is alsof zij iederen mi licien tot generaal wil bevorderen, zoo wordt telkens nadruk gelegd op de wensche- lijkheid, dat ieder soldaat kennis en zelf standigheid zal bezitten. Zeker, ook wij keuren het noodig, dat de miliciens ge schikt zijn om in tijd van oorlog hun taak te verrichten, maar wij vragen of voor die taak de eenvoudige jongens van ons volk met kunnen voorbereid worden en of men want hij ging recht op het woonhuis aan, klop te op de huisdeur en trad, toen hjj geen ant woord bekwam, binnen. Hij ging twee, drie ineenloopende kamers door. //Het lijkt wel verlaten,// mompelde hij. Hij stond op het punt, terug te keeren, om aan de soldaten inlichtingen te vragen, t,en hij voetstappen hoorde. Men opende een deur en een man van groote getalte verscheen, ter wijl hjj hem verrast aankeek. //Wat verlangt gjj, mijnheer, en wien wanscht gjj te spreken //Mijnheer,// zeide de agent der politie, //ik vraag u wel om verschooning, dat ik zoo bin nen ben gekomen, maar ik had al reeds ver scheidene malen geklopt. Niemand verscheen. Heb ik de eer den heer De Montmayeur te spreken //Ja// //Neem me niet kwaljjk. Ik ken u niet, want ik kom niet uit deze streek.'' //Wie zjjt gjj dan //De Pruisen hebben mij twee maanden ge leden gedwongen vee naar Versailles te voeren. Mijn paard is van uitputting gestorven, het is niet betaald, mijn wagen is in Duitscbland. Mjj houdt men in het oog, want ik heb gezegd, dat ik in geen geval naar de Marne zou terug- keeren zonder geld. Ik wacht totdat men mjj betaalt.// //Wat heb ik daarmede te maken //Niet veel, dat is waar Maar gjj vraagt wie ik ben, dus ben ik wel genoodzaakt u mede te deelen, niet waar //Komaan, ter zake. Wanneer gij onderstand absoluut de meer ontwikkelden noodig heeft. Indien de moderne wijze van oorlogvoeren zooveel wetenschap eischt, dat de num- merverwisselaars niet meer zgn te gebrui ken, waarom laat de Regeering dan de lotelingen in dienst treden, die uit den zelfden stand zijn en dezelfde mate van ont wikkeling bezitten? En waarom wordt dan nu eene proef genomen'met een verkorten oefeningstijd voor de miliciens? Zullen de hoogere eischeu van den oor'og niet juist een langduriger oefeningstijdperk eischen Het antwoord op deze vragen zou aan de voorstanders van den persoonlijken dienst plicht hoogst moeilijk vallen. Het intellec tueel gehalte van den troep kan bij de te genwoordige regeling der militie voldoende worden opgevoerd, vooral omdat de meer ontwikkelden, ook bij den persoonlijken dienstplicht, toch altijd in de minderheid zullen blg'ven. En het wil er bij ons niet in, dat de krijgsmansdeugden, als moed, beleid en trouw, bij voorkeur zouden ge zocht moeten worden bij de meer ontwik kelden. Integendeel is het onze meening dat die deugden bij de eenvoudige jongens van ons volk zich in moeielgke tijden het schoonst zullen openbaren. Ook wordt in het Regeeringsantwoord nadruk gelegd op het sociaal en moreel voordeel; dat de persoonlijke dienstplicht zal medebrengen. De Regeering acht het demoraliseerend om den militairen dienst plicht af te koopen en noemt de num merverwisseling en de plaatsvervanging eene beleediging van het rechtsgevoel, daar een privilege wordt bestendigd, dat toe wijding en vaderlandsliefde ondergeschikt maakt aan geldeljjke voorrechten. Zij wijst op de proletariërs en op de ambachtslieden, die niet aan afkoop van den militairen dienst kunnen denken, en voorts op de kleine burgers, voor wie de afkoop met zware geldelijke offers gepaard gaat. Wij zien niet in, hoe in tijd van vrede de afkoop van den militairen dienst im moreel kan heeten, vooral niet, waar maat schappelijke plichten het persoonlijk ver vullen van den dienstplicht soms hoogst moeilijk maken. Eu in tijd van oorlog, daar zgn wij zeker vaD, zullen bij den op roep «Te wapens onze ontwikkelde jonge lieden zich in de voorste rijen scharen om vrijwillig den vaderlandschen grond tegen den buitenlandschen vijand te verdedigen. Dan zullen zij toonen, dat buitengewone omstandigheden hen ook tot buitengewoon betoon van vaderlandsliefde moeten lei den en verwachten wij van alle rangen en standen van ons volk, dat zij alle per soonlijke belangen achterstellen bij dat van het algemeen. Bovendien schept een komt vragen, zjjt gij niet aan het rechte kan toor. Ik ben arm." //Dat is bekend, er is geen cent meer op de fabrisk," zeide Gourlande lachend. //Maar ik vraag ook geen aalmoes Montmayeur was wit geworden van kwaad heid. //Ter zake, zeg ik u //Zooals gij verkiest. Gij hebt hier een zekere juffrouw Lucienne in huis, niet waar, de pleeg dochter van vrouw Doriat, de echtgenoote van den ter dood veroordeelde." Montmayeur spitste de ooren. //Ja, dat jonge meisje woont hier. En verdei P" //Verder. Wel, ik zou haar gaarne eens spre ken.// „Eu wat hebt gjj haar te zeggen P Uit wiens naam komt gjj //Ik kom uit naam van haar zuster en heb haar niets bijzonders mede te deelen. Ik moet haar maar slechts een brief overhandigen.// „Een brief?" //Ja, van juffrouw Claudine.// //Geef maar hier. Ik zal hem wel bezorgen." //Met uw verlof men heeft mij verzocht dien persoonlijk te overhandigen.// MoDtmayeur haalde de schouders eens op. //Vertrouwt gij mij niet?// vroeg hij. „O, wat dat betreft, zeker wel." „Ik moat het antwoord aan de juffrouw van de Bernadettes brengen. Zjj wacht daarop. Er schijnt haast bjj te zgn.// //Welnu dan 1" //Neem plaats en wacht even. Ik zal den brief aan juffrouw Lucienne g m .overhandigen oorlogstoestand zulke bijzondere verhou dingen, dat de redenen, waarom thans velen overgaan om hun dienstplicht af te koopen, geheel vervallen. Toewijding en vaderlandsliefde zijn altijd echt-Holland- sche deugden geweest en die zullen dan ook in tijden van gevaar zeker schitteren i aan den dag treden, maar men moet op die deugden geen beroep gaan doen tot het eischen van onnoodige offers. Voor de reorganisatie onzer levende strijdkrachten, door alle legerautoriteiten noodzakelijk geacht, is de persoonlijke dienstplicht geen noodzakelijke voorwaar de. Dus ook dat argument voor de af schaffing van plaatsvervanging en num merverwisseling is vervallen. De Regee ring meent dat over haar ontwerp zeer goed eene beslissing kan genomen worden, geheel afgescheiden van latere plannen van legerorganisatie en legervorming. Wel betoogt zij uitvoerig, dat de persoonlijken dienstplicht al dadeljjk eene verbetering der levende strijdkrachten zal medebren gen, maar die zoogenaamde verbetering houdt geen verband met latere voorstel len tot legerorganisatie. Alles te zamen genomen, achten wij de verdediging van het gehate wetsontwerp door de Regeering zeer zwak en beweren wij, dat zij er niet in geslaagd is om de noodzakelijkheid van den persoonlijken dienstplicht op goede gronden aan te too nen. De eenige reden waarom het ontwerp wordt voorgesteld, is dan ook om eene nieuwe poging te doen tot het «liberali- seeron» van onze wetgeving. Het alge meen belang, noch dat van individuen, wordt door het ontwerp gediend. De wen- schelijkheid tot afschaffing van plaatsver vanging en nummerverwisseling is nog nimmer gebleken en van de voorgestelde regeling zijn tal van teleurstellingen te wachten. Moeten wg nu tot de tot. stand koming er van medewerken, alleen en uitsluitend om propaganda te maken voor de libe rale beginselen? Wij zouden dit ons zei ven tot eene schande aanrekenen en zullen daarom met onze zwakke krachten blijven strgden tegen een wetsvoorstel, dat niet gowenscht, niet noodig en daarom ook niet nationaal moet genoemd worden. Zweden en Noorwegen. Door den Noorschen Minister van Arbeid worden op verlangen van het Stor ting pogingen in het werk gesteld om te verkrijgen dat de Noorsche journalisten vrij reizen zullen verkrijgen over de lijnen der Staatsspoorwegen, voor persaangele- en deze zal u zelf het antwoord mededeelen,// //Als dat zoo i», dan heb ik niets meer te zeggen,// antwoordde Gourlande, terwijl hij hem de enveloppe overreikte. Daarop ging hjj zitten, haalde zijne pijp te voorschijn en vroeg //Het hindert toch niemand, wanneer ik een pijp opsteek //Neen, rook maar gerust.// Montmayeur verliet het vertrek om zich naar de eerste verdieping te begeven, naar de kamer van Lucienne. In den gang stond hij stil en bekeek den brief, dien hij in de hand hield. Zonderlinge gedachten kwamen in bem op. Waarom schreef Claudine haar in plaats van haar te komen bezoeken, zooals zjj toch zoo dikwjjls deed? Wat was de oorzaak van dien twist? Welke invloeit was machtig ge noeg geweest om de beide zusters zoodanig van elkander te verwijderen Waarom was het hem, alsof deze enveloppe, die hij tusschen de vingers hield, ernstige zaken bevatte, mogelijk wel een geheim, waar leven of dood van afhing? Het was wel degelijk Claudine's schrift. Hjj kende het, zoodat geen twijfel mogeljjk was. Wat was er dan en waarom die oniust? Terwjjl hjj zoo de enveloppe om en om draaide, bemerkte hjj plotseling, dat zjj slecht was dichtgemaakt en aan eene zjjde gemakkelijk geopend kon worden. Hjj glimlachte boosaar dig. //Ik ben niet voor een misdaad teruggedeinsd en zou ik dan bezwaar maken deze enveloppe te openen Kom toch Hjj trad zijn studeerkamer binnen en sloot de deur achter zich. genheden, in dier voege dat aan de directie van elk der 130 couranten een bewgs van vrij vervoer gegeven wordt, onder denoodige waarborgen, dat dit uitsluitend voor pers aangelegenheden zal worden gebruikt. België. Een staaltje wat één stem waard is, wanneer het er op aankomt in den strijd, hebben de Vlamingen ons getoond, nadat zij jaren lang met bewonderenswaardige taaiheid en offervaardigheid gestreden heb ben voor hun rechten nog in de laatste uren. Vrijdag moest de beslissing vallen en de Vlamingen, die voor geen geldelijke offers terugdeinzen ter bereiking van hun doel, namen hun maatregelen. De uitslag der stemming in den Senaat bleef twij felachtig; iedere stem was van gewicht. De bekende Limburgsche senator abbé Kees en bevond zich te Rome; hjj kon slechts tijdig voor de stemming te Brussel zjjn, indien een extra-trein te zijner be schikking werd gesteld. Dat kostte 18,900 franks. Een inteekenlgst werd in de Vlaam- sche kringen neergelegdhet bedrag 'was spoedig volteekend en Keesen trad juist voor de beslissende stemmingen het paleis i der Volksvertegenwoordiging te Brussel binnen. Toen men van Waalsehe zijde in den Senaat over dezen plotselingen terug keer van abbé Keesen groote verbazing te kennen gaf, riep een der Vlaamsche senatoren «Ja, maar de Leeuw van Vlaan deren was voor de locomotief gespannen.» •-— Amerika j Vrij belachelijk werpt het Departement van Buitenlandsche Zaken te Washington de verantwoordelijkheid van den oorlog 1 op Spanje. Naar het oordeel van dat De- pa. tement verkeeren de Vereenigde Staten en Spanje nu reeds met elkander op voet van oorlog. Van de gevolgen van den oorlog heeft men te New-York reeds eene kleine voor proef gekregen. De handel in manufac turen en weeldeartikelen stond Woensdag reeds bijna stil. De Amerikanen hebben oorlog gewild en het hinkende paard komt nu achter aan, nl. te zorgen dat er dubbeltjes komen. Tot dekking der kosten van den oorlog zal waarschijnlijk oene nieuwe inkomsten belasting worden voorgesteld, daar het reeds geopperde denkbeeld van het heffen van belastingen op koffie, thee, petroleum en andere artikelen van dagelgksch gebruik weinig instemming heeft gevonden. Frankrijk. Het zal Emile 7.ola niet gelukken om den banneling van het Duivelseiland als getuige in zgn proces dat te Ver sailles zal gevoerd worden, te dagvaarden. De Aurore ziet in deze misluk' ing het bewijs dat men Zola te Vers» .les met bewijzen van Dreyfus' schuld /.aitrach ten te verpletteren, maar, zegt he^ blad, dan moet Dreyfus ook er hg zijn om de slagen te ontvangen of af te wenden. Daarom acht de verdediging het noodig dat Dreyfus gedagvaard wordt. En op Hjj was zoo in gedachten verdiept, dat hjj Gourlande niet gewaar werd, die, in plaats van rustig beneden te blijven rooken, halverwege de trap was opgeklommen en, met het hoofd achter de treden verborgen, met van vreugde schitterende oogen Montmayeur bespiedde. Hij had gezien hoe Montmayeur het adres las en herlas als wilde hij raden, wat die en veloppe inhield. Daarop had hg gezien hoe deze trachtte den omslag open te breken en hoe hjj zich plotseling in zjjne kamer had te ruggetrokken. //Goed zoo, goed zoo mompelde de agent. //Hij wil een weinig onbescheiden zjjn. Ik had zulks wel verwacht." Daarop ging hjj behoedzaam zonder leven te maken naar beneden, nam zjjn oude plaats weder in en begon nu werkelijk te rooken. //Wat is da verbeeldingskracht toch een schoon iets!// zeide hij tot zichzelf, en hjj be gon uit te rekenen hoe veel patrjjzan, hazen en konijnen hij wel per jaar zou kunnen sch ten in een wildrjjke streek. //Genoeg om van tc leven, bepaald genoeg om van te leven zeide hij hardop, terwjjl hjj steeds voortpeinsde. Montmayeur had zich boven voor zjjn schrijf tafel geplaatst. De enveloppe was slechts kin derepel, de brief kwam te voorschjjn. Onder het lezen kon hjj een uitroep van woede en schrik niet onderdrukken. De brief bevatte slechts het volgende //Lucienne, zoolang ik meende, dat gjj hjj den moordenaar mjjns vaders bleef om hem in het verderf te storten on om hom te stro/fen ABONNEMENTSPRIJS ay^lALMTIENDRljr PRIJS DER ADVERTENTIEN. 97.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1898 | | pagina 1