N i
E
fi)ag6laó voor c
w
Wat is een plebaan?
'I
IJ
ft
No. 2973
Dinsdag 3 Mei 1898
23ste Jaargang.
BUIT ivN LAND,
DE TWEE WEEZEN.
s
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Haarlem ƒ1,10
Voor de overige in plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,40
'Voor het buitenland2,80
Afzonderlijke nummers0.03
Dit blad verschijnt
dagelijks, behalve Zon- en Feestdagen.
BUREAU: St. Janstraat Haarlem.
AGITE MA NON AGITATE.
PRIJS DER ADVERTENTIEN.
Van 16 regels50 Ceat
Elke regel meer7J/,
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant
R e d a c t e u r- U i t g e v e r, W. K P P E R S.
ZEER-EERW. HEER Th. J. BOSMAN.
Deze vraag is, zegt de weleerw. zeergel.
heer H. J. M. Taskin van het seminarie
Hageveld, in het weekblad Sint Bavo, dunkt
mij, bij menigen lezer opgekomen, toenbij het
bericht vernam, dat Z. D. H. de Bisschop
den zeereerw. heer Th. J. Bosman tot
plebaan der nieuwe Kathedraal benoemd had.
Wat mag toch wel de reden zijndat de
priester, aan het hoofd der Kathedraal ge
steld, niet «pastoor» of «rector» genoemd
wordt, maar een titel draagt, welke door
geen anderen geestelijke gevoerd wordt?
Is plebaan iets anders dan pastoor?
Ik hoop, waarde Lezer, zegt prof. Tas-
k i d, dat een kort antwoord op uwe begrijpe
lijke vragen u niet onaangenaam zal wezen.
Hoewel het voor de parochianen van de
Kathedraal geen verschil geeft, of zij een
pastoor dan wel een plebaan tot zielzorger
hebben, bestaat er toch wel degelijk onder
scheid tusschen beide waardigheden. Een
FEUILLETON.
104.
Vérvolg.)
Ik lieb slechts twee, drie uur tijd dat
is voldoende in dien tijd kan ik terugzijn.//
Daarop ging hjj een praatje maken met een
schildwacht, vroeg hem om wat tabak en ging
daarop al rookende verder.
Wees voorzichtig,// zeide de schildwacht
//Ga niet buiten mijn gezichtskring; de Pruisen
zijn niet veraf en wanneer gij zoo meteen terug
mocht komen zonder mij te waarschuwen, zou
ik wel eens op u kunnen schieten.
Gauthier haalde de schouders eens op en ant
woordde lachend
//Ik zou eens willen weten waar die Duitschers
zich bevinden om mg zooveel mogelijk
omtrent hunne voorposten op de hoogte te
stellen
//Wees maar voorzichtig, Boureille, want gij
waagt te veel.//
//Och kom, dat zal zoo erg niet zjjn// en hjj
verdween in de duisternis.
//Hij is krankzinnig,// mompelde de schild
wacht, en hij spitste het oor, daar hij van uit
de verte eenige geweerschoten, eenige kreten
verwachtte, gevolgd door Gauthiers haastige
voetstappen.
Doch hjj hoorde niets van dat alles. Overal
bleef het stil.
pastoor, aan het hoofd eener parochie ge
plaatst, oefent daar zijne bediening uit in
eigen naam krachtens de macht, hem door
de wettige zending des bisschops geschon
ken. Anders is dit met een plebaan hij
handelt niet in eigen naam, maar in naam
van den bisschop. De bisschop namelijk is
eigenlijk de pastoor der kathedraalder
hoofdkerk van het bisdom daar oefent de
opperherder van het diocees zijne horge
bisschoppelijke bediening uitdaar legt hij
aan de wijdelingen de handen opdaar
zegent hij de H. H. Oliën op Witten Don
derdag daar roept hij zijne geestelijkheid
ter Synode bijeen. Wanneer een kathedraal
tevens parochiekerk is, rust op den bisschop
ook de bijzondere zorg voor het zielenheil
der geloovigen, die tot den kring der pa
rochie behooren de bisschop moet dan voor
hen prediken, hen onderwijzen iu de Chris
telijke Leer, hun de H.H. Sacramenten toe
dienen enz.
Nu zal iedereen begrijpen, dat een bis
schop die in een parochie den gewonen
arbeid van een pastoor moet verrichten
geen genoegzamen tijd overhoudtom de
algemeene belangen van het bisdom vol
doende te behartigen. Deze moeilijkheid
wordt gewoonlijk aldus opgelostde bis
schop zelf houdt zich bezig met het be
stuur van zijn diocees, maar hij stelt een
priester aan het hoofd der kathedraal en
belast dezen met de pastoreele zorgen voor
het geloovige volk. Daar het woord «volk»
in het Latijn plebs beteekent, en het woord
plebaan duidelijk hiervan is afgeleid, zegt
de titel van dezen geestelijke, dat hij aange
steld is om, als plaatsvervanger des bisschops,
aan het zielenheil des volks te arbeiden.
Omdat een plebaan de plaatsvervanger
is van den bisschop, wordt bij ook niet,
zooals een pastoor, geïnstalleerd. Niet de
plebaan, maar de bisschop zelf neemt, na de
bisschoppelijke wijding ontvangen te hebben,
op plechtige wijze bezit van zijn kathedraal.
Enkele levensbij zonderheden over den
nieuw benoemden Plebaan, wiens beeltenis
Zooals wij reeds zeiden, verwachtten de Prui
sen reeds sedert góruimen tjjd een uitval in de
richting van Versailles, doch de maatregelen
waren van de zijde der Franschen zoo goed ge
nomen, dat zjj niet voorzagen, dat de aanval
reeds zoo aanstaande was.
De schildwacht vergiste zich dus, toen hij
Gauthier mededeelde, dat de Pruisische voor
posten zoo dichtbij waren.
Gauthier liep een kwartier voort, zonder
iemand te ontmoeten, doch toeu hoorde hij het
eigenaardige geluid van marcheerende troepen,
welke hem naderden. Het kon niet anders zijn
dan eena Duitsche patrouille, die de wacht
ging betrekken. Gauthier bevond zich op het
vlakke veld; geen boom, geen heuvel om zich
achter te verschuilen.
Hjj dacht er wel aan in de duisternis te
vluchten, doch de soldaten waren reeds zoover
genaderd, dat hij hunne stemmen onderscheiden
kon.
In zijne nabijheid bevond zich een kuilhet
water dat er zich in bevond was bevroren en
over het ijs bogen zich doornachtige takken
neder. Hij ging plat op het jjs liggen en wachtte.
Zijne zwarte uniform kwam niet in de duister
nis uit, zoodat hij nagenoeg geheel aan het oog
was onttrokken.
De Pruisen gingen voorbij, zonder te ver
moeden, dat hij zich daar bevond, en verwijder
den zich. Na eenige minuten richtte Gauthier
zich geheel verstjjfd op. Het was hem alsof zijn
gansche lichaam bevroren was. Hij begon hard
te loopeD, niet op de wegen waar men hem
licht zou gehoord hebben, doch over het veld.
wij hierbij onzen lezers aanbieden, mogen
hier haar plaats vinden.
De ZeerEerw. Heer Theodorus Jo
annes Bosman werd geboren te Rot
terdam, den 12en October 1852. Na met
den meesten lof volbrachte studiën, ontving
hij de H. Priesterwijding op den 7en Oc
tober 1877 en was daarna korten tijd werk
zaam als Assistent te Heiloo. Na een balf
jaar 23 Febr. 1878 werd hij be
noemd tot kapelaan der Parochie van den
H. Willibrordus te 's-Gravenhage, en
arbeidde daar tieu jaren met groote vrucht,
totdat hij, 14 Mei 1888, verplaatst werd
naar Rotterdam, waar hij nog zes jaar als
kapelaan zijne krachten wijdde aan het heil
der Parochie van St. Laurentius, en
tegelijk, als eerste Adviseur van den Ned.
R. K. Volksbond, tot de vestiging en bloei
van «den Bond» krachtig heeft meêgewerït.
Den 23en Januari 1894 werd Zijn Eerw,
tot Pastoor benoemd van Hem en Venhuizen
in Noord-Holland. Ook daar bleef, gelijk
te Rotterdam in den Volksbond, zijn oog
gericht op de leniging van «de nooden
des volks;» en, met het zielenheil zijner
Parochianen, behartigde hij op bijzondere
wijze hunne stoffelijke belangeno. a. door
het stichten van een zoogenaamde Raij-
feizen-Bank, een Spaar- en Voorschotkas
voor de boeren.
Bij zjjne hooge benoeming tot Plebaan
der nieuwe Kathedraal brengen wij Zijn
Eerw. onzen eerbiedigen groet en geluk-
wensch. Moge deze vertegenwoordiger des
Bisschops veel totstand brengen onder
het geloovige volk van Haarlem's nieuwe
parochiemoge tjjdens zijn bestuur het
schoone bouwwerk van de nieuwe Kathe
draal zijn torens en koepel stout ten hemel
heffen. Tracht, zegt prof. Taskin ten
slotte, daartoe het uwe bij te brengen, Lezer,
door het blad Sint Bavo zooveel mogelijk
te helpen verspreiden
De Redactie van «Sint Bavomerkt hier
bij op, dat zij ook eene bijdrage heeft ont-
Dttar hg van kindsbeen af in deze streek bad
omgedoold, bespeurde hij weldra, dat hjj niet
ver meer van Garches verwijderd was.
//Kom aan,// zeide hjj, ,,alles gaat naar wensch
en het zwaarste heb ik achter den rug.//
Werkeljjk kwam hjj eenige oogenblikkeu later
in het gezicht van de fabriek. De gebouwen
staken somber tegen de zwarte lucht af. Hij liep
er omheen, terwijl hjj aan elke zijde stilhield,
doch ver genoeg in de bosschen en op een af
stand van den tuinmuur blijvende.
Hij wist, dat de fabriek door Pruisen bezet
was en nu kwam het er juist op aan voorzich
tig te zijn.
//Dat is nog niet alles,// zeide hij tot zich
zelf, terwijl hjj zich zoo goed hij kon achter
eenige boomen verschool. //Doe moet ik het
aanleggen om daarbinnen te geraken? En hoe
kan ik daarna de kamer van Lucienne vinden
Het geheele huis zal wel van Pruisen wemsleD,
en bij den geringsten misstap, dien ik doe, haal
ik ze mij op den hals.//
Nu begreep hij eerst hoe dwaas en onmoge
lijk zijn plan was.
Eerst had hjj niet aan dat alles gedacht,
doch nu balden zich zijn vuisten van woede hij
de gedachte dat hij genoodzaakt zou zijn terug
te keeren zonder Lucienne te hebben terugge
zien, terwijl hjj zich zoo dicht in hare nabijheid
bevond, zonder haar slechts eenmaal te hebben
gezegd hoe lief hij haar had, zonder haar ver
giffenis te hebben gevraagd.
En steeds gluurde hjj uit zijn schuilhoek naar
die zwarte, naargeestige fabrieksgebouwen.
Plotseling meende hij te zien, dat de deur
vangen uit de parochie Hem en Venhui
zen, waarin de werkzaamheid van den zeer
eerw. heer Bosman in genoemde parochie
vol geestdrift wordt beschreven, en waarin
een diep gevoelde hulde van liefde en dank
wordt gebracht aan den lieengaauden Her
der, wiens verheffing de Parochianen van
Heui en Venhuiz3n met rechtmatige fier
heid en blijdschap vervultmaar wiens
verlies zij zoo van harte betreuren, om den
adel en de beminnelijkheid van zijn karak
ter, waardoor hjj aller harten voor immer
aan zich verbonden heeft, om den zegen-
rijken arbeid waardoor hij vier jaren
slechts vier jaren,» zoo verzuchten zij
der Parochie tot heil was.
Uitvoerig schetst de Schrijver, hoe de
zorgzame Herder «nooit genoeg» meende
gedaan te hebben voor zijne Parochianen
hoe onder zijn leiding de Parochiekerk ver
bouwd en vergroot werd hoe de Proces
sie op H. Sacramentsdag in de open lucht
luistervol werd hersteld; hoe in een nieuw op
gerichte leesvereeniging op vernuftige wijze
bet middel werd gevonden om goede lec
tuur «Sint Bavoniet te vergeten
onder alle standen, ook de armste, te ver
spreiden hoe hij ijverde voor de «boeren
leenbank» de eerste van dien aard hier
in Holland hoe hij eindelijk den grond
slag legde voor een fonds tot oprichting
van eene zusterschool voor kleine kinderen,
met daaraan verbonden gesticht voor zie
ken en ouden van dagen.
Nu wij tot ons leedwezen, zegt de Re
dactie ten slotte, het bedoelde stuk niet in
zijn geheel kunnen opnemen om niet in
herhaling te vervallen -- boude de geachte
schrijver,wien wij voor de inzending dank
betuigen, ons ten goede, dat wij ons tot d't
korte uittreksel bepalen.
SpaDje.
In de Kamer van Afgevaardigden te
Madrid gaf de minister-president de heer
Sag ast a een interpellant over de marine
van het woonhuis geopend werd. Hij buigt het
hoofd voorover zonder bevreesd te zijn, dat men
hem zal verrassen, hij ligt languit op den grond
en slechts zjjn gelaat komt tusschen de takken
te voorschijn.
Werkelijk gaat de deur open twee ge
stalten teekenen zich af, de eene bljjft op den
drempel staan voor zooveel Gauthier gewaar
kan worden is het eene vrouw. De andere, een
man, verlaat het huis en begeeft zich in de
richting van Garches.
Hij gaat Gauthier voorbjj zonder hem te zien,
en de soldaat herkent hem, het is Jaa de Mont
mayeur. Hij verdwijnt uit het gezicht.
De vrouw is hem van verre gevolgd. Ook
zij komt naderbij. Zij heeft het gelaat naar het
dorp gekeerd en schijnt te wachten. Hare adem
haling is gejaagd. Bij elke schrede wacht zjj
om te luisteren of Montmayeur nog niet terug
komt, nu eens naar de fabriek, dan weder in tie
richting van Garches kgkende.
Weldra heeft zjj het boschje bereikt, waar
Gauthier zich verborgen houdt. Hjj herkent haar
even zoo goed als Montmayeur.
Het is Lucienne 1 en hij slaakt een kreet,
waarin al zijn liefde, al zjjn ongeduld om haar
terug te zien weerklank vinden
//Lucienne, dierbare Lucienne 1//
Zij siddert en wil wegvluchten, doch hjj werpt
zich op de knieën, grijpt hare handen en belet
haar zoodoende heen te gaan, jterwjjl hjj hare
handen met vurige kussen bedekt.
(Wordt vervolgd.)
m