N 1 E U W~I QagStaó voor cTSooró' en SCuió-ctColland. Een woord over de Pers. No. 2975 Donderdag 5 Mei 1898. 23ste Jaargang. BUITENLAND. ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Haarlem ƒ1,10 Voor de overige in plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,40 Voor het buitenland 2,80 Afzonderlijke nummers0.03 Dit blad verschijnt dagelijksbehalve Zon- en Feestdagen. BUREAU: St. Janstraat Haarlem; PRIJS DER ADVERTENTIEN. Van 16 regelsS 50 Cent Elke regel meer 77. AGITE MA NON AGITATE. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant Redacteu r-U itgever, W. KüPPERS. gen zal om de geestelijkheid gehaat te maken den invloed der geestelijkheid te gronde te brengen Groote en zware verplichtingen alzoo rusten er op de Christenen, op de Katho lieken. En welke zijn die groote en zware verplichtingen'? Niet voor de eerste maal geven wij die verplichtingen aanwij hebben ze reeds herhaalde malen, met klem en met nadruk, aangegeven. Maar helaas Voor velen onder de Katholieken is tot dasverre die aanwjjzing vergeefsch en ijdel geblekenhet was als de stem eens roe penden in de woestijn. En daarom willen wij hier andermaal wijzen op de groote en zware verplichtingen, die op de Katholie ken rasten. Allereerst moeten zjj de Katholieke pers steunen, zich abonneeren op goede dag bladen en tijdschriften, al hun invloed ge bruiken en aanwenden om de goede dag bladen en tijdschriften allerwegen te ver breiden, waar deze noodzakelijk zijn om de slechte bladen in bun verfoeilijk werk te weerstreven, de feiten in hunne ware ge daante voor te stellen, de dwalingen te be strijden, de leugen en den laster te ont maskeren, Maar vooral moeten de Katholieken zich wachten, om de goddelooze pers steun te verleenen. Daarom moeten zij zich niet abonneeren op de voortbrengselen der slech te pers, nimmer de bladen der goddelooze pers lezen. Want, zooals wij boven gezegd hebben, geheel die pers wjjdt zich aan de goddeloosheideenparig doen de bladen der slechte pers verwoede aanvallen tegen den Katholieken godsdienst. Hoe zou het dus aan een Katholiek veroorloofd kunnen zijn om aan die pers steun te verleenen Slot volgt.) Amerika. De President der Vereenigde Staten heeft eene kennisgeving uitgevaardigd, behelzen de dat de Spanjaarden in Noord-Amerika hun naam en betrekking moeten opgeven en andere inlichtingen verstrekken die kun nen dienen om vast te stellen wie zjj zjju; op straffe van het land te moeten verlaten. De opperbevelhebber van het Ameri- kaansche leger generaal Miles vertrouwt de houding van Duitschland enOostenrjjk niet wegens het niet-afleggen van de on- zijdigheidsverklaring. Men maakt zich te Washington langzamerhand wat zenuw achtig. Het Departement van Marine zou reeds bevolen hebben de Duitsche schepen wat nauwkeuriger in 't oog te houden en te onderzoeken. Verder wordt gezegd, dat de Vereenigde Staten de Filippijnen in bezit zullen ne men en bezet zullen houden als pand voor de oorlogschatting. Italië. Het broodoproer strekt zich over Italië uit. Vrijdag haddentengevolge van den hongersnoodonlusten plaats te Averra, provincie Caserto. Zaterdag manifesteerde het volk te Rimini. Te Napels liepen groe pen vrouwen en kinderen de stad rond. Op de Mercato Maggioreplaats had eene bot sing met de politie plaats en verscheidene personen werden gekwetst. Te Rimini werden verscheidene bak kerijen en andere winkels door het uitge hongerde volk geplunderd; nabij Santar- changelo onderging eene hoeve hetzelfde lot. Er werden acht aanhoudingen gedaan. Het volk wierp met steenen naar de po litie. Eene botsing volgde en de troepen kwamen tusschenbeide. Een man werd ge dood en twee carabiniers werden gekwetst. De ellende onder het Italiaansche volk gaat elke beschrjjving te boven. Ge heel uitgeschud door eene gewetenlooze règeering die de eene belasting na de andere op de schouders van het volk heeft gelegd, heerscht thans broodgebrek. Op verschillende plaatsen is het volk in op stand. In Chicti alleen zjjn 50 personen, na een gevecht met karabiniers en politie gearresteerd. Ook te Ascoli Piceus hadden hevige botsingen met de politie en de militairen plaats, waarbij 19 arrestaties. Te Minervino Murge werd veel ge plunderd en alle gebouwen van den pu- blieken dienst in brand gestoken. Een oproerige werd hier gedood, een ander I. Herhaalde malen reeds hebben wjj ge wezen op het geduchte kwaad, dat eiken dag gesticht wordt door de slechte, goddelooze en zedelooze pers. Maar hoe veelvuldig wij ook over dit onderwerp gehandeld hebben, dit mag toch geen reden zjjn om in 't ver volg daarover te zwijgen. In geenen deele; want het kwaad woekert steeds voort, het gevaar der slechte pers blijft dreigen en wèl in steeds toenemende mateder halve achten wjj ons ten strengste ver plicht telkens en telkens weer daartegen onze stem te verheffen. De slechte pers is het meest te duchten wapen waarvan de hel zich bedient om ons geloof aan te vallen en te bestrijden. Onze vjjanden hanteeren dat wapen op de meest behendige wijze en zij openbaren daardoor zoo duideljjk en klaar mogeljjk hun godsdienstloos karakter. De haat tegen den Katholieken gods dienst, ziedaar het punt van overeenkomst, waardoor alle bladen van liberale richting en kleur met elkander overeenstemmen. In andere punten kunnen zij van elkaar af wijken en verschillenmaar in de haat tegen «Rome» zjja zjj het volkomen eens. Werpt een oogslag op de kleurlooze bla den en spoedig zult gij bemerken, dat de gematigdheid slechts in schijn bestaatbjj de eerste gelegenheid de beste treedt het vergift duideljjk voor den dag. Voor de goddelooze pers bestaat er niets iheiligs. Het is haar niet genoeg de H. Kerk, 'haar eerbiedwaardig Opperhoofd, hare be dienaren hare gebodenhare leerstukken an 't bjjzonder aan te vallen neen, zij tast zelfs den grondslag van ons geloof aann.l. de Openbaring, den persoon van Jesus Christus, wiens Godheid zij aanrandt en durft loochenen. En hierbij gaat zjj niet te werk met eene ernstige argumentatie dat kan zp nietwant op het stuk van godsdienst is zij volslagen dom en onwe- FEUILLETON. DB TWEE WEEZEN. 'iOB. (Vervolg.) Wee» op uwe hoede, Gauthier, wee» op uwe hoede. Deuk om hetgeen gjj mij beloofd hebt. Gjj moet dit geheim io het diepste van uw hart begraven, evenals Claudine en ik gedaan hebbeD, beloof het mij nogmaals beloof het mjj nog maals.// i,Hanu vraagt gjj mjj te veel, dat zou ik nooit kunnen „Wilt gij dan uwen vader niet wreken Hebt gjj dan het bebloede lichaam vergeten, uitge strekt in die donkere kamer, en waarnaast wjj beiden gebeden hebben .Neen, dat heb ik niet. Arme vader Hoe wilt gij, dat ik een dergelijk schouwspel vergeet? Doch waarom te talmen, nu de moordenaar be kend is? Waarom hem niet openljjk beschul digd? Waarom hem niet gestraft?// «Omdat hetgeen gjj vraagt onmogelijk is." „Onmogeljjk //Er zjjn geen bewjjzen «Deel mij alles mede." Luoienne deed hem het relaas van al de gebeurtenissen, welke onzen lezers bekend zijn. Geheel ontdaan luisterde Gauthier toe, zonder haar in de rede te vallen. LucieDne sprak snel, in gebroken volzinnen. Toen zij geëindigd had, liep Gauthier getroffen uit: tend. Zjj neemt hare toevlucht tot valsche uitleggingen en verkeerde voorstellingen, zij neemt hare toevlucht voornamelijk tot bitteren spot en venjjnig sarcasmewant zij weet dat deze de middelen zjju, die im mer een machtigen invloed uitoefenen op zwakke geesten. Zjj is ervan overtuigd, dat men den gods dienst nooit grooter nadeel kan berokke nen, dan wanneer men de geestelijkheid in minachting brengt, den invloed der geeste lijkheid ondermjjnten daarom legt de slechte pers zich met alle krachten op dit verfoeilijk werk toe. Te dien einde dicht zjj aan de geestelijkheid allerlei hatelijke bedoelingen en oogmerken toe; zij beschul digt de geestelijkheid van heerschzucht, van hebzuchtzij stelt het gedrag der geeste lijkheid in een valsch daglicht, en bij gebrek aan wezenlijk 'bestaande bewijzen ten nadeele der geestelijkheidneemt de goddelooze pers hare toevlucht tot den meest afschuwelijken laster, in de vaste overtui ging dat er van leugen en laster altijd iets zal blijven hangen, geljjk de goddelooze Voltaire, onomwonden en openljjk ver klaard en getuigd heelt. Verder neemt de goddelooze pers hare toevlucht tot overdrijving en tot genera- liseereD. De fouten van een enkel lidmaat stelt zij op rekening van het geheele lichaam. De fouten openbaart zjj allerwegende fouten bazuint zjj luide uitmaar wat tot eere en roem en glorie kan strekken, dat verbergt en verzwijgt zjj met de grootst mogeljjke zorgvuldigheid. Ziedaar dan de taktiek van de slechte pers. En hierin toont zjj zich allerbehen- digst en sluw. Immers, van d9 geestelijk heid ontvangt de geloovige het geloof. Door de geestelijkheid wordt de geloovige opge kweekt in het christelijk leven. De geeste lijkheid onderhoudt en voedt dat geloof en dat christeljjk leven in den geloovige. Der halve, welk eene verwoesting zal er dan niet worden aangericht op het gebied van geloof en van zedelijkheid, indien men er in sla- //O, Lucienne dierbaar meisje. Hos zal ik ooit uwe toewijding, uwe verbeven zelfopoffering genoeg na#r waarde weten te schatten Doch geduld maar. In het ocg der wereld hebt gjj uwe eer verloren .Men denkt, dat gjj schul dig zjjt. Weldra zal de wereld uwe zelfverloo chening kennen, en wanneer men u fier en ge lukkig aan mjjn atm ziet, zal men iuu de kin derlijke liefde huldigen in haar edelsten en edelmoedigsten vorm.// Na een oogenblik gezwegen te hebben, vervolg de hjj //Maar het lijkt mjj heiligschennis toe u bjj dien man te laten. Waarom keert gij niet tot Maria Doriat terug 1" «Ik zal daar niet terugkomen, voordat Mont mayeur gestraft is.// //Ach 1 zal die dag wel ooit aanbreken //Mogelijk wel eer dan gjj vermoedt.// //Des te beter. En dat God mjj in het leven late, in dien tusschentijd...// //Maar gij kunt niet langer bjj mjj blijven, Gauthier, Montmsyeur zou ons samen vinden, wanneer hjj terugkwam. Dan waren wij verloren en dan uw plicht, vriend, is het niet zoo en met een gebaar in de duisternis wjjzende, waarin de Mont Valérien bet samentrekken van het Fran- sche leger beschermde, voegde zij erbjj//Wan neer men morgen strijdt, is uwe plaats daar ginds.// «Ik begeef mjj derwaarts.// antwoordde de jonge man eenvoudig, en hjj verwijderde zich behoedzaam, bijna bjj elke schrede stilstaande, terwjjl Lucienne den weg naar de fabriek in sloeg. Nauwelijks hadden zjj beiden het boschje ver laten of een man trad daaruit te voorschjjD, wan kelend, als onder den invloed van eene vreese- ljjke ontroering. Het was Montmayeur. Hjj ging Lucienne ach terna en haalde haar nog in, voordat zjj de fa briek bereikt had. //Ach 1// zeide zjj, //brengt gjj den Duitschcn dokter niet mede „Neen,// antwoordde hjj met schorre stem. //Waarom niet I «Ik heb hem niet kunnen vinden. Het schjjnt, dat hjj op last van het hoofdkwartier naar de hospitalen van Versailles is vertrokken. Hij zal eerst morgea in den loop van den dag terugzjjn.// //Doch mjjne zuster kan voor morgen gestor ven zijn 1" Dit zeggend snelde Lucienne het huis in. Bij hare laatste woorden glimlachte Montmayeur boosaardig en mompelde //Ik hoop zulks van harte.// Lucienne had nog niet in het diepste van deze misdadige ziel gelezen. Toen Montmayeur Claudine zwakker en buiten kennis vond, hoop te big op een noodlottigen afloop, welke hem een nieuwen moord bespaarde, waartoe hij wel besloten was, doch waartegen hjj desniettegen staande opzag. Hjj had zich zelfs aiet de moeite gegeven tot Garches te gaan. Hjj was onderweg stil bljjven slaan, zonder i naar den Duitschen geneesheer te zoeken. Te rugkomende had hjj hooren spreken, had de stem van Lucienne meenen te herkennen en was voorzichtig naderbjj geslopen. //Zjj bedroog mjj. Zij bemint mij niet. Zjj heeft mjj nimmer liefgehad. Zjj zoekt zich slechts te wreken. Zij haat mjj 1" Deze naamlooze smart had hem gebroken. Al was hij een moordenaar en een dief, al be raamde hjj ook eene nieuwe misdaad, al had hjj geloof noch geweten, hjj beminde Lucienne, hij beminde haar tot yaanzinnig wordens toe, en hjj gevoelde, dat zelfs die liefde, welke hem nu niet meer baten koD, misdadig zou worden. Hjj wilde, dat dit meisje de zijne zou zjjn en hjj was er de man niet naar om lang te aar zelen. Hij had Lucienne alleen de fabriek laten binnengaan, en was buiten gebleven. Eensklaps verwijderde hjj zich snel in de richting, welke Gauthier genomen had. De jon ge man kon nog niet ver af zijn. Na een ige oogenblikken heeft hjj hem ingehaald. Meenende, dat hjj vervolgd werd, had Gaut hier zich willen verbergen, doch Montmayeur had hem daar den tijd niet toegelaten. Het was stikdonker. «Wie zjjt gij En wat verlangt gjj van mjj?// vroeg Gauthier. //Ik wenachte u te spreken.// //Wie zjjt gij, vraag ik voor de tweede maal.// //Beschouw mij eens dichter bij, dan zult gjj mjj wel herkennen.// „Jan de Montmayeur Ha doch hjj sprak de woorden //dief en moordenaar//niet uit, want hjj herinnerde zich de belofte, die hjj Lucien ne gedaan had. Wordt vervolgd.) IEMSCU

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1898 | | pagina 1