J N r i t j E 1 J W E Z eeoorlog. No. 2985 Dinsdag 17 Mei 1898, £3ste Jaargang, Per 3 maanden voor Haarlem 1,10 Voor de overige in plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,40 Voor het buitenland2,80 Afzonderljjke nummers«0.03 Dit blad verschjjnt dagelijks, behalve Zon- en Feestdagen. B U B E A TJSt. Janstraat Haarlem: Van 16 regels50 Cent Elke regel meer7l/t Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie h Contant Redacteu r-TJ i t g e v e r, W. K P P E R S. Voorheen en thans. Het eerste bloedige gevecht ter zee tus- ichen Amerikanen en Spanjaarden is ge leverd. Nu elk uur van den dag berichten omtrent nieuwe zeegevechten kunnen ver wacht worden, dunkt ons een vergelijk van den atrjjd ter zee, voorheen en thans, niet zonder belang. De voorstelling en het goed begrip van het vreeseljjke drama, hetwelk wellicht op het oogenblik dat wij ■chrjjven daarginds, in de Caraïbische Zee of op den grooten Oceaan, wordt afge speeld, zullen daardoor worden te ge moet gekomen. Wjj willen bjj onze vergelijking niet teruggaan tot een tjjd, toen Grieken en Perzen, Romeinen en Carthagers elkander op zee bestreden met hun triremen, zelfs niet tot de 16de of eerste helft der 17de eeuw, den tjjd der galeien, vaartuigen, welke door slaven of misdadigers geroeid werden. Zoodra het geschut een voorname rol begon te spelen ook b|j de oorlogen op zee, en de grootere Mogendheden zich genoodzaakt zagen, naast staande legers ook een blij vende oorlogsmarine in het leven te roepen, werden aan de oorlogskunst van admiraals en scheepskapiteins geheel andere eischen gesteld. Soms meer dan honderd bodems, onder welke een aantal linieschepen, drij vende zeekasteelenmet 60, 80, 100 of meer kanonnen bewapend, werden dikwjj's onder het oppercommando van één vloot voogd vereenigddie van zjjn admiraal schip de hoogst gecompliceerde manoeuvres dezer geheele macht te besturen had, ter wijl het verder aankwam op de zeemans kunst van iederen kapitein en stuurman, om van het zeilvermogen van hun vaar tuig, van wind en strooming zoo goed mogelijk partij te trekken en de hun ge geven orders zoo stipt mogeljjk uit te voeren. Waren twee vijandige vloten in zee, dan werd door vlug zeilende adviesjachten de vjjand opgespoord, en was deze eenmaal gevonden, dan naderden elkander langzaam en statig de beide slagliniën met voor wacht en achterhoede, als twee legers, gereed tot een kamp tot het uiterste. Aan boord der schepen had ieder man zijn plaats ingenomende kapitein op de FEUILLETON. DB TWEE WEEZEN. (Vervolg.) Claudine sliep niet. Van uit de schaduw in haar bed, bespiedde zjj den jongen man, van wien zjj wist, dat hjj bet op haar leven gemunt had, en dadelijk daarop wierp zjj een blik op de deur, waarachter Lucienne zich bevond. Wanneer zjj niet geweten had, dat hare zus ter zich zoo dicht in hare nabijheid bevond, zou zij zeker allen moed verloren hebben en flauw gevallen zijn van angst. Zoolang zjj kon, worstelde zjj tegen den slaap. Het was haar alsof zjj anders nooit meer wak ker zou worden. Eindeljjk sliep z|j in. Evenals den vorigen avond had Montmayeur een boek medegebracht. Uren verliepen. Hjj bewoog zich slechts om tusschenbeide het vuur aan te wakkeren, dat dreigde uit te dooven, en dit deed hjj uiterst behoedzaam, uit vrees van de zieke wakker te maken. Wanneer men hem zoo bezig had gezien, zou men gezegd hebben, dat een broeder zat aan het ziekbed zjjner zuster, een echtgenoot aan de sponde eener geliefde gade. Nooit zou men vermoed hebben, dat daar een moordenaar waakte bjj een slachtoffer, ten einde zjjn mis daad des te beter te kunnen volvoeren. Zoodra hjj zeker meende te, zjjn, dat Clau- commando-brug, de manschappen bjj de stukken, de geoefende schutters onder de bemanning in de marsen, die door zware zeilen tegen geweervuur beveiligd waren, de konstabel, belast met het uitgeven van kruit, in de kruitkamer, de scheepsdokter met zjjn instrumenten en pleisters in het kombuis. Al spoedig had elk schip zjjn tegenpartij gevonden: een zwenking, en nu braakten de elkander toegekeerde zijden dood en verderf uit den muil van dertig tot zestig kanonnen, in twee of drie rijen boven elkander hun dreigende trompen vertoonend buiten het vaartuig. Fluks het roer gekeerdwas het stuurboord, het welk den vijand de volle laag toezond, thans is het de beurt van bakboord, terwjjl aan stuurboord weder de stukken geladen worden. Wel ziet men de groote witte splinters van alle zijden van den romp afvliegen, wel gaan dikwjjls een gedeelte van het want, tuigage en verschansing bp l de heftige kanonnade overboord, wel be komt het schip op onderscheiden plaat sen een lek, doch van een in den grond boren, zooals wjj, menschen van omen tijd, bij de losbranding van zóó talrjjke kanoa- nen op zóó korten afstand zouden verwacht hebben, is geen sprake. Al dichter en dichter naderen elkander de logge, drjjvende zee monsters, totdat eindeljjk hun rompen, die aan de waterlinie veel breeder zijn dan aan het dek, elkander beroeren. N u is het oogenblik van enteren gekomenDe ruimte tusschen het dek van beide schepen wordt op de eene of andere wjjze overbrugd, en over de losse planken, van het eene schip op het andere geworpen, over een smalle, waggelende brug, die weldra nat en glib berig is van zeewater en bloed, gaat men elkander met pieken, enterbjjlen en messen te lijf. Wie valt, is verlorenhij verdrinkt of wordt doodgedrukt en langzaam ver malen tusschen de schommelende rompen van de strijdende scheepsgevaarten. In Moedigen strijd, man tegen man, wordt op die wijze het zwakste schip genomen tenzij het gelukt van zjjn aanvaller los te komen, door een ander schip ontzet wordt of wel de eene of andere buiten gewone omstandigheid het van zjjn aan valler bevrjjdt. En die buitengewone om standigheden kunnen vele zjjner kan brand ontstaan aan boord door een kanon schot of door aanvaring van een brander een afgevuurde kanonskogel, die doordringt dine gerust sliep, naderde hjj het bed en boog zich over haar heen. In den loop van den dag had Lucienne hem medegedeeld, dat Claudine hevige in wendige pjjnen had geleden en zooeven had hjj zich werkelijk verbeeld, dat Claudine de eerste verschijnselen toonde van vergiftiging door arsenicum. Deze verschijnselen had hij bestu deerd en hjj nam zich voor den voortgang daarvan op het gelaat van het arme meisje na te gaan. Nu hjj echter het slapende meisje beschouwde, vond hjj dat haar gelaat kalm stond. Niet het minste teeken van ljjden was in hare trekken te bespeuren. Hoogstens was zij een weinig bleek, hetgeen eer voortvloeide uit zwakte we gens bedlegerig zjjn. .Dat is toch vreemd!// mompelde hij, doch tegelijkertijd dacht hjj, dat de hoeveelheid arsenicum waarscbjjnljjk niet groot genoeg zou zjjn geweest, en hjj besloot deze te verdub belen. Daarop ging hjj zien of Lucienne sliep, over tuigde zich, dat de slaap van Claudine niet geveinsd was, en wierp toen snel de arsenicum in het glas citroenwater, dat op de tafel stond. Twee uren verliepen. Claudine ontwaakte en vroeg werktuigelijk, zonder eraan te denken, dat Montmayeur in hare nabjjheid was en in welk een vreeseljjk gevaar zij zich bevond vlk heb dorst, Lucienne geef mjj wat drinken." Bjjna terstond daarop kwam haar alles dui- deljjk voor den geest. Zij beefde over haar gansehe lichaam, daar zij zich verloren waande. in de kruitkamer, kan oorzaak zjjn van een ontploffing, die het schip doet uiteen barsten en met zjjn geheele bemanning in de lucht slingert, natuurljjk niet zooder zjjn vjjand en nabjjzjjnde schepen te ver nielen of althans in hooge mate te be schadigen Zoo ongeveer, doch veel uitvoeriger, beschreef vóór enkele jaren Dr. Swart Abrahamsz. in een Gids- artikel, waarvan ons een diepe indruk is bjjgebleven, een zeestrjjd in de dagen onzer groote zeehelden Tromp en De Rujjter. Reeda toen, twee en een halve eeuw ge leden, mocht met recht worden getuigd dat de verschrikkingen van den oorlog ter zee vreeseljjker waren dan di® van den oorlog te land, dat bij een zeeslag de dood in nog meer en in nog gedrochte- ljjker gestalten de strjjders van alle zjjden aangrjjnsde dan bjj een oorlog te land. Doch ook hier mag worden gesproken van vooruitgang. Zelfs de stoutste verbeelding schrikt terug voor het beeld van een zee slag op eenigszins groote schaal in den tegenwoordigen tjjd. Hoe onschuldig en schadeloos doen zich de kanonnen en andere vernietigingswa penen voor, waarmede in de l6de eeuw de Hollandsche en Engelsche vlootvoogden elkander bevochten, wanneer men ze ver gelekt met de ontzaglijke geschutgevaar ten, geplaatst in draaiende torens van muuidik jjzer, kanonnen, die projectielen van honderden kilo, zeiven gevuld met vernietigingsmateriaal van vroeger onge kende kracht dynamiet, fulguriet, schiet katoen, wegslingeren op afstanden, die voor het oog bjjna onbereikbaar zjjn. De oorlogsschepen van onzen tijd, de zooge naamde vechtschepen, kunnen in werkelijk heid dr jjvende vestingen van jjzer en staal genoemd worden, vestingen, die elk mil- lioenen scbats hebben gekost, een bezetting van honderden verdedigers binnen haar jjzeren en stalen muren hebben en verder voor het grootste gedeelte met brandbare en ontplofbare stoffen, steenkolen, kruit, dynamiet enz. gevuld zjjn. Boven afgron den, die bergen kunnen verzwelgen, zegt in een fraaie beschrjjving van een zee gevecht de Univers van enkele dagen ge leden, gaan deze gevaarten een regen van massa's jjzer en vuur op elkander afzenden. Nog heeft men ternauwernood een vjjand bespeurd aan den horizon, of reeds doen zich vreeseljjke ontploffingen booren. De Montmayeur was haastig naar haar toegegaan, hjj nam het glas, roerde den inhoud met het lepeltje om en bood het haar aan. Al dien tjjd beefde zjjne hand niet. Bleek als de lakens, waarin zij gewikkeld was, voelde Claudine zich hare krachten ont zinken. Wanneer rij aarzelde, zou Montmayeur achterdocht kunnen koesteren. Dan zou zij hem redden en zichzelf in het verderi storten, en wie weet waartoe de ellen deling in staat was En wanneer zjj dronk, wachttihaar de dood of althans gruwelijke smarten. Nog steeds hield Montmayeur haar den drank voor. Toen zij aldus voor deze verschrikkelijke keuze gesteld was, bracht het klimmende ge vaar haar op een denkbeeld. Zjj nam het glas aan en vroeg, terwijl z|j aan hare stem zooveel mogelijk vastheid poogde te geven //Wat is dit?// .Citroen met water, zooals gij iederen nacht drinkt.// //Dat staat mij tegen.// //Ik had liever enkel water.// //De dokter heeft zulks verboden.// ^Slechts één slokjewanneer ik van nacht wederom dorst krjjgzal ik citroensap drinken." //Belooft gij mij dat? „Ik beloof het u Montmayeur wilde van zjjn kant evenmin aanhouden. Hjj zette het glas op de tafel en vulde een ander met water. Wel dacht hij er- eerste massa's staal, den naderenden vjjand toegeslingerd, missen hun doel of stuiten af op het ondoordringbare pantser. Op eenmaal een kreet: masten, tuig en schoor- steenen worden als weggevaagd, een regen van vuur, in den vorm van mitraillevalt op het dek. Al wat zich daar te voren bewoog, is in weinig oogenblikken gedood of op de vreeselijkste wjjze verminkt en vaneengescheurd. Nog bljjft het pantser weerstand bieden Eindeljjk met een ontploffingdie een opening van meters omvang in een der zjjden boortdringt een granaat van centenaars-gewicht door den scheepswand. Het nog kort geleden zoo trotsch zich bewegend scheepsgevaarte helt op zjjde een niet te keeren stroom van zeewater golft naar binnen, dooft de vuren, doet de stoomketels uiteenbarsten, en het schip met zjjn bemanning van honderden, zjjn kunstige en kostbare ma chinerieën en bewapening, zinkt voorgoed weg in de diepte. Andere scheepsgevaarten dry ven redde loos, als spel der golven rond, wijl een schot van den vijand hun roertoestel heeft vernield, en verdwjjnen op hun beurt in den afgrond, getroffen door den stalen ram van een vjjand, die met vollen stoom op hen aanstormt en door de dikste pant sers, als waren zjj van papier, heen boort. Doch het vreeselijkste en afschuwelijkste, het tevens voor onzen tjjd meest karakteris tieke wapen in den reestrjjd is de torpedo. Ziedaar een prachtig gevechtschip van den eersten rang, hetwelk tot nog toe alle aanvallen zegevierend heeft doorstaan daar nadert met bliksemsnelheid, bjjna onzichtbaar, een door een vjjandeljjk schip onder water afgevuurde torpedo. Men be speurt één oogenblik den verraderljjken vijand, doch reeds te laat, om hem af te wenden Geen dapperheid, geen be leid, geen zeemanschap kunnen hier hel pen; stoot de torpedo tegen de kiel van het vaartuig, dan een ontploffing, een massa van rook, vuur en zeewater, welke te midden van een zwarte wolk omhoog wordt geslingerd, geljjk de uitbarsting van een vulkaan. Als de wolk optrekt, is het schip verdwenen. Wil men incidenten, bjjzondere gevallen vernemen, die zich bij een hedendaagschen zeeslag kunnen voordoen? Wjj ont- leenen er een paar aan den Univers. Ia 1878, tjjdens den Russisch-Turkschen aan daarin eveneeos arsenicum te werpen doch het jonge meisja volgde met de oogen elk zjj ner bewegingen. Zjj dronk eenige teugen, reikte hem het glas aan liet het hoofd wederom op haar kussen zinken en sloot de oogen. Hjj meende dat z|j wederom zou inslapen en begaf zich naar zjjn plaats terug. Hierin vergiste hjj zich echter. De vreeseljjke aandoening van deze laat ste oogenblikken was Claudine te machtig geweest, zjj had het bewustzijn verloren. Eerst geruimen tijd later ontwaakte zjj we derom uit hare verdooving en toen zjj de oogen opende, was het niet Montmayeur, dien zjj ge waar werd, doch Lucienne. Jan had zich naar zjjae kamer begeren, Lu cienne had zjjne plaats ingenomen evenals den vorigen avond. Deze was even bleek als de zieke. Toen Claudine zich verzekerd had, dat zjj zich alleen bevonden, riep zjj uit //O, Lucienne, als gjj eens wist //StilIk heb alles gezien en gehoord, alles begrepen.// //Ik meende te sterven van angst.// „Arme lievelingwanneer hjj u gedwongen had te drinken, zou ik tevoorschijn zijn geko men om het u te beletten u //Dan zoudt gij met m|j verloren zjjn geweest.// //Neenvooreerst heeft hjj mjj liefen dan ducht ik hem overigens niet. Ik zou hem gedood hebben. Zie eens.// Dit zeggende haalde zjj hare revolver voor den dag. Wordt vervolgd.) IIimEMtHECOmilT. kfragGlaó voor tSfiooró' en S/uió^Collanó. ABONNEMENTSPRIJS AGITE MA WON AGITATE. PBIJS DER ADVERTENTIEN. 118.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1898 | | pagina 1