N 1 E HDagGlaó voor eSïooró' en ££uió-<JCollanó. Sociale politiek der Heiligen. No. 2986 Woensdag 18 Mei 1898, 23ste Jaargacg. B U IT I'. Jü L A N D. «a ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Haarlem 1,10 Voor de overige in plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,40 Voor liet buitenland<2,80 Afzonderlijke nummers 0.03 Dit blad verschjjnt dagelijksbehalve Zon- en Feestdagen. BUREAU: St. Janstraat Haarlem. PRIJS DER ADVERTENTIEN. Van 16 regels50 Cent Elke regel meer 77. AGITE MA HON AGITATE. Grooto letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant Redacteur-Uitgever, W. KüPPERS. Volgens de beschouwing van zeer vele lieden en het zijn niet enkel onontwik kelde lieden, die aldus meenen hebben die personen, welke door de Katholieke Kerk als Heiligen worden vereerd, zich zoozeer bezig gehouden met de bovenaard- sche dingen, dat zjj zich tegenover de aard- sche verhoudingen en tegenover hunne me- demenschen onverschillig toonden. Doch deze opvatting is ten eenenmale onjuist. De Heiligen hebben zich integendeel groote verdiensten jegens de maatschappij verworven. Hun verstand, door het hemelsch licht bestraald, deed hen spoedig de mis standen en de ellende erkennen. De chris telijke naastenliefde spoorde hen aan, om met alle krachten te arbeiden aan het uit den weg ruimen van de misstanden der maatschappij. De levensgeschiedenis van alle Gelukza ligen en Heiligen levert onder dit opzicht een bovenmate rjjk bewijsmateriaal. Uit de groote schare van Heiligen, die door nie mand kan worden geteld, nemen wjj dit maal één enkelen persoon, n. I. den H. Jo annes de Deo(f 1550), ten einde een levend bewjjs te leveren voor de waarheid, dat de Heiligen van Gods Kerk met alle krachten gearbeid hebben voor het welzjjn van hunne medemenschen, voor het welzijn van de geheale maatschappij. Ah uno dis ce omnes. De verdiensten van Joannes de Deo omtrent eene geordende verpleging van krankzinnigen, zijn zóó bekend en door vriend en vjjand zóó openljjk gehuldigd, dat het niet noodig is daarover een enkel woord te verspillen. Maar Joannes de Deo heeft zich nog vele andere verdiensten voor de behoeftige en lijdende menschheid ver worven; en daarvan willen we hier enkele aanstippen. Reeds voor meer dan 300 jaren geleden, heeft de H. Joannes de Deo een nach telijk toevluchtsoord gesticht voordakloo- FEUILLETON. 119. DE TWEE WEEZEN. (Vervolg.) Evenals den vorigen avond schonk zij het glas citroensap, dat door Montmayeur met ar senicum was vermengd geworden, in een fleschje over. Toen George zijn plaats bij Glaudine kwam innemen, begaf zjj zich naar Courlande. Deze verwachtte haar en Lucienne vertelde hem het geen er was voorgevallen en welk gevaar Clau dine geloopen had. „Verduiveldmompelde hjj, terwjjl hjj zich het klamme zweet van het voorhoofd veegde, //gjj hebt mij doen schrikken, juffrouw al heb ik ook nog zooveel vertrouwen in mijne vindingrijkheid deze heeft mjj zooveel parten gespeeld, ziet ge, dat ik reden heb voor taan voorzichtig te zjjn.// Nadat Lucienne vertrokken was, begaf bij zich naar den Parjjschen scheikundige, wiens onderzoek hetzelfde resultaat opleverde als deo vorigen dag. //Alweer arsenicum, mijnheer Lonrlande,// zeide de oude man, //doch ditmaal is de dosis verdubbeld.// //Montmayeur schijnt tot de ontdekking te zijn gekomen, dat de hoeveelheid van gisteren hare uitwerking gemist heeft," mompelde Courlande. Tot den scheikundige zeide hjj„Maak er mjj •en verslag van op, mjjnheer Sarlat." zen. In de dichtbevolkte stad Granada moes ten, wegens gebrek aan een eigen woning, vele arme lieden onder den blooten hemel of onder de zuilengangen der aanzienlijke huizen overnachten. De ongelukkigen waren aldus niet alleen aan het onstuimige weder, maar ook aan veelvuldige zedelijke gevaren blootgesteld. Ten einde dezen ongelukkigen eene geschikte rustplaats voor den nacht t« waarborgen, bouwde Jo ann es d« Deo een huis met 200 slaapplaatsen, waarin mannen en vrouwen, van elkaar afgezon derd, een warme en veilige nachtrust konden vinden. Wie zal durven beweren, dat dit niet eene groote sociale daad was? Ook een soort van volksbureau schjjnt de Heilige reeds voor zjjn tijd als nood zakelijk geacht te hebben. Want zijne levensbeschrijvers vermelden, dat Joan nes de Deo de personen, die bjj processen en dergeljjke handelingen te ljj len hadden van de onrechtvaardigheid of nalatigheid der rechters, met raad en daad te hulp kwam. Hoewel zelf arm, richtte Joannes de Deo toch al zjjn streven hierop om de armen en hulploozen op alle mogelijke wjjze te ondersteunen. Eene geheel bjjzcndere zorg wjjdde hij aan de weezen, aan de weduwen, aan de schaamtevolle familiën en arme jongedochters, die niet voldoende voor hun levensbestaan konden zorgen. Hjj liet het echter niet louter bp aalmoezen bljjvenneen, hjj spoorde die lieden ook aan om door eigen werkzaamheid het da- gelijksch brood te verdienen. Hjj verschafte aan hen werk, ja hij bracht hun zelfs hennep, wol en zjjde ter bewerking. Het is alzoo eene valsche bewering, wan neer men durft te zeggen, dat de Katho lieke Middeleeuwen den arbeid veracht, de traagheid bevorderd en zonder oordeel aal moezen uitgedeeld hebben. Met bewonde renswaardige liefde trok zich Joannes de Deo arme meisjes aan, wier deugd aan gevaren was blootgesteld. Hjj poogde hen voor de misdaad te beschutten en zorgde zelfs voor het uitzet van die jongedochters, //Nog een? Wat wilt gjj daarmede doen #Weldra zult gjj het w»ten, want ik zal u spoedig noodig hebben.// //Tot uw dienst, mjjnheer Courlande.// Een kwartier later was de agent in het bezit van de gevraagde verklaring. Toen Montmayeur in den loop van den dag bjj Claudine kwam, ging hjj haastig op de zieke toe. Die was volkomen kalm. //Hoe gaat het met u, vandaag?// //Beter.// „Hebt gjj geslapen //Totdat de zon aan den hemel stond.// »Ën hebt gjj uwo belofte gehouden //Welke //Hebt gjj geen gewoon water gedronken //Ik heb in het geneel niet gedronken, want ik heb geen dorst meer gehad.// Montmayeur wierp een blik op het glas. Het was geheel geruid zooals hjj het gelaten had. Zou zjjn prooi hem ontsnappen Neen, al zou het toeval tegen hem zijn en haar de behulp zame hand bieden, dan zou hjj ook over dat toeval zegevieren. Hjj had haar dood besloten. Zjj moest sterren. De avond verliep evenals de beide vorigen. Zonder te vermoeden dat men hem een strik spande, ging Montmayeur op dezelfde w^ze even behoedzaam te werk als de vorige dagen. Daar hij echter door langer wachten de kans zou vergrooten, dat Claudine volkomen van haar hoofdwonde zou herstellen, besloot hjj onvoor zichtig genoeg, op eenmaal een einde aan de zaak te zullen maken. die in den echtelijken staat wilden treden. De waarde van eene goede opvoeding wist hij volkomen, in geheel hare volheid te waardeerenen daarom bracht hij zijne pleegkinderen gaarne in christelijke huis gezinnen en waakte persoonlijk met groote zorgvuldigheid voorde lichamelijke en gees telijke ontwikkeling der kinderen. Op deze wjjze trachtte hjj de ondeugd en misdaad te voorkomen. Bjj uitstek bewonderenswaardig is de lief de, de opoffering, waarmede Jo a n nes de Deo zich bekommerde om de redding van de armsten onder alle armen, van die on gelukkige schepselen, die door nood, onwe tendheid en verleiding tot een misdadig leven vervoerd waren. Bjj vatte post in de nabijheid der beruchte huizen en sprak den in- en uitgaanden lieden op de liefderijkste, maar ook ernstigste wjjze toe, dat zij toch vaarwel zouden zeggen aan hun zondig leven. In de latere jaren zijns levens stelde Joannes de Deo het zich ten plicht om op elksn Vrijdag, den sterfdag des godde- ljjken Verlossers, die spelonken van zonde binnen te dringen, waaruit de pestwalm der ondeugd ter vergiftiging van geheele men- schengeslachten u tegenwaait. Hjj, de Man Gods, sprak den verdoolden schapen zóó liefdevol, zóó ernstig, zóó krachtig toe, hjj stelde hun de afschuweljjkheid der zonde, de verschrikkeljjkheid der hel en de heer lijkheid des hemels zóó levendig voor 09gen, dat velen zich bekeerden. De H. Joannes achtte het niet bene den zjjne waardigheid, om de personen, die bereid waren een nieuwen levenswandel te beginnen, zelf tot hunne familie en naar hun huis terug te brengen, en voor hun onderhoud zorg te dragen. Als een machtig middel tegen het hervallen in de zonde, beschouwde Joannes de uithuwelijking; en hierom bejjverde hjj zich om bjj bekenden en vrienden de middelen te verzamelen voor het aanschaffen van uitzetten en huwelijks giften. Met behulp van zjjn rjjken vriend Joannes Fernandez kon hjj eens op Zoolang hjj Claudine ziek en bedlegerig in zjjn macht en onder zjjn bereik had, behoefde hjj niets van hsar te vreezen, doch eenmaal buiten de fabriek had hjj alles van haar te duchten. Claudine werd dien nacht wederom wakker, daar zjj dorst had, doeh ditmaal beging zjj niet de onvoorzichtigheid drinken te vragen. Het glas bleef tot aan den volgenden morgen onaan geroerd. Toen Montmayeur vertrokken was, ledigde Lucienoe het weder in het voor Courlande en Sarlat bestemde fleschje. Het was eene akelige bezigheid, die zjj slechts bekend volbracht, want het leven van hare zuster hing aan een draad. De minste onvoorzichtigheid kon haar in het verderf storten. Courlande begaf zich voor de derde maal naar Sarlat, en deze begon dadelijk den inhoud der flacon te onderzoeken. Bijna terstond daarop kwam kjj terug. Op zjjn gelaat stond schrik te lezen. „Welnu?// vroeg Courlande. //De inhoud van dit fleschja is voldoende om twee menschen te dooden.// //Vlug, uw verslag.// 8arlat gehoorzaamde. Toen hij het Courlande overhandigde, zeide hjj„Zult gjj mjj nu eindeljjk zeggen, wat dit alles moet betee- kenen <vNog niet, mjjnheer Sarlat. Heb maar geduld Heb maar geduld Eenige dagen te voren was Courlande naar Versailles geweest en had daar navraag gedaan naar den heer De Moraines. één enkelen dag 16 personen voorzien van het benoodigde en aan rechtschapen man nen uithuwelijken. De bespotting, de las ter van den eende ondankbaarheid van den ander bonden hem niet weerhouden om als een goed herder het verloren schaap op te zoeken, om ten minste eenige van die afgedoolde schapen te redden. Evenals de H. Joannas de Deo, zoo waren ontelbare andere personen, geeste lijken zoowel als leeken, in de vervlogen eeuwen werkzaam op het doornig en ge vaarvol gebied der vrouwenquaestie. Wan neer derhalve hier of daar de meening zou heerschen, als zouden de <vereenigingen tot bevordering van de zedelijkheid» de eerste en eenige pogingen zijn ter bestrjjding van de ontucht, dan zit hier op zjjn minst genomen, eene groote dwaling voor. De H. Joannes de Deo heeft echter nog onder een geheel ander opzicht gear beid aan het welzijn van zjjne medemen schen. Als Apostel des vredes streefde hjj onverpoosd naar het uit den weg ruimen van haat en vjjandschap; en het gelukte hem inderdaad om de meest verbitterde vjjanden met elkander weer te verzoenen. Bjj den brand van het groote ziekenhuis, door koning Ferdinand en koningin Isabella te Granada gesticht, waagde Joannes de Deo zjjn eigen leven en redde met bewonderenswaardigen helden moed vele zieken, die aan den rampzaligen dood schenen prijsgegeven. Deze enkele feiten uit het leven van één enkelen Heilige, op het einde der Middel eeuwen levend, bieden ons het voldingend bewjjs, dat de groote mannen van de Kerk Gods steeds erop uit waren om aan het welzijn van hunne medemenschen naar best vermogen te arbeiden. Spanje. Volgens de Herald ligt de baai van Cadix vol met onderzeesche mjjnen. De kruiser Alfonso XIII bljjft de wacht houden. De familie van den Rechter was juist uit Brussel terug. Courlande vernam, dat de heer De Moraines zelf zich kloekmoedig had gedragen, in den strjjd en dat hjj gewond was geworden. Daar de wonde echter niet ernstig was, had de Rech ter van instructie verlof bekomen zich bjj zjjne moeder te verplegen. Men verwachtte hem iederen dag. Toen Courlande afscheid had genomen van Sarlat, begaf hjj zich onverwjjld naar Versailles. De heer De Moraines was daar twee dagen te voren aangekomen. De vermoeienis van de reiB was oorzaak ge weest, dat hjj den ganschen tijd te bed had doorgebracht, doch nu gevoelde hij zich beter, zoodst hjj was opgestaan. To«n Courland» door den bediende werd binnengeleid, herkende hjj hem niet terstond. Zooals onze lezers zich zullen herinneren, had hjj hem ook slechts eenmaal gezien en wel des nachts bij het onzeker schjjusel van een kamp vuur. „U kunt mjj niet meer thuis brengen, niet waar, mijnheer de Rechter zeide het mannetje. //Ik begrjjp zulks mjjnheer heeft mjj ook slechts een» en wel des avonds gezien, toen hjj jjverig bezig was een prachtig stuk vleesch te braden. Ik herinner mjj zelfs, dat ik dienaan gaande nog eenige nuttige wenken gegeven heb.// Mjjnheer De Moraines begon te lachen. //En gij hebt mjj zelfs meer dan goeden raad gegeven, want nu herinner ik mjj ook uw uit muntenden brandewjjn.// Wordt vervolgd.) AilIH.SMZCy

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1898 | | pagina 1