NIEUWE Brusselsche Brieven. No. 2991 Woensdag 25 Mei 1898. 23ste Jaargang. BUIT JiN L AN D, DE TWEE WEEZEN. Engeland. loH JsH j «ft fi - 1.1 auti '0,l -TMJ n/ljjliteiOV -nuiiiifi U8 UüïJ'IflülStffiU iifc' -fcnm'I -»b ns t 8 jj ij i X jaebiêaiq iot ,a*uoe nebnox bneii ébastoovliU sdnefcuiv IIA 11L E H S IIE 01 it if f. Hfragêlaö voor cü/ooró' en Stuiè-éCollanè. ABONNEMENTSPBIJS Per 3 maanden voor Haarlem Voor de overige in plaatsen in Nederland fr. p. p. Voor het buitenland Afzonderlijke nummers Dit blad verschijnt dagelijksbehalve Zon- en Feestdagen. B U B E A IJSt. Janstraat Haarlem. /1,10 «1,40 «2,80 «0.03 AGITE MA NON AGITATE. PBIJS DEB ADVEBTENTIEN. Van 16 regels50 Cent Elke regel meer71/* Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant Redacteur-Uitgever, W. KüPPERS. (Van omen Belgischen Correspondent.) XL. Ofschoon de doodstraf in België niet wettelijk is afgeschaft, wordt zij toch niet meer ten uitvoer gebracht, daar de Koning, wordt een doodvonnis uitgesproken, van zjjn koninklijk prerogatief gebruik maakt om de straf te veranderen. Niettemin hebben wij toch dezer dagen eene kapitale executie bjjgewoondin effigie, zooals het heette. Daar zulk eene terechtzitting niet alle dagen voorkomt, wilde ik er eens getuige van zjjn en zoo begaf ik mij dan naar de Groote Markt, de traditioneele plaats waar in vroegere jaren en vele eeuwen lang de misdadigers aan den lijve werden gestraft. Ziehier wat tot deze executie aanlei ding gaf. Eenige maanden geleden werd een kas- sierslooper in eene herberg gelokt en daar vermoord. Het feit kwam eerst na een paar dagen aan het licht, daar men meende dat de beambte met de door hem geincasseerde gelden «zich verwijderd» had. Het feit, zeggen wjj, werd eerst een paar dagen na de pleging ontdekt en de hoofd schuldige, zekere Masson, had gelegen heid gevonden de vlucht te nemen en trots alle nasporingen gelukte men er niet in een spoor van hem te ontdekken. Een me deplichtige evenwel werd ontdekt en in de laatste zitting van het eedgerecht van Brabant kwam de zaak in behandeling. Masson werd tot de doodstraf en zijn medeplichtige tot levenslangen dwangar beid veroordeeld. Daar de voortvluchtige Masson na tuurlek geen verzoek om gratie of ver andering van straf kon indienen, moest het vonnis wel al was het dan ook in ef figie, of beeltenis ten uitvoer worden gebracht. Dit nu had Maandag j. 1. plaats. Ik zal maar dadelijk zeggen dat de vertooning de moeite van eene kleine ver plaatsing of wandeling naar de Groote Markt niet loonde; niettemin was er eene groote menigte volks heengesneld. Een weinig voor elf uur verschenen vier of vijf gendarmen te paard op het plein en op klokslag van elf uur vormden zjj een kring om een paaltje dat in den grond was geslagen en waarin zich een ruw houten bord bevond, zoo iets als het bord waarop FEUILLETON. 124 (Vervolg.) Toen kwam George te voorschijn, of liever de schim van George. Met wankelende schre den begaf hij zich naar het buffet, nam het glas in de hand en zette zich op een stoel neer Zjjn geheele voorkomen teekende afkeer en jjuit de verwarde taal, die hjj in zich zeiven sprak, verstonden de zusters iets als#0 wat eeo af schuwelijk leven .Waarom vindt gij het leven zoo afschuwe lijk? Is het uwe schuld, dat er slechte, misda- ge lieden op de wereld zjjn Er zjjn toch ook edele menschen die lijden, en die men beklaagt //Beklaagt gij mij, Claudine „Ik doe meer dan dat, ik heb u lief.» //Ondanks al het gebeurde?» .Kan ik u dan verantwoordelijk stellen voor de misdaad uws broeders, voor het misdrijf, dat gij zooeven ontdekt hebt, en voor dat, hetwelk jegens Boureille is gepleegd P» George was als vernietigd. Zjj wisten dus alles. Claudine boog zich uit het bed en greep de bevende hand van den jongen zieken man. //Gij hebt het gehoord, George, ik heb u ondanks alles lief //Is dit dan niet voldoende om u het leven althans dragelijk te maken?» »Gjj zjjt een engel en verdient gelukkig te de rondtrekkende straatmuzikanten de voor stelling van een of anderen «gruweljjken moord» schilderen als illustratie voor hun melo-dramische uitlegging. Voor het paaltje stond een knap gekleed burgerman met de handen op den rug en een opgevouwen papier erin. Toen de laatste klokslag van elf uur weerklonken had, ontrolde het heerschap zjjn papier en bevestigde het met eenige punaises op het bord en daarmede was de vertooning afgeloopen. Ik vernam dat dat heerschap de nieuw aangestelde beul was. Ziedaar eene humanitaire executie op 't laatst der 19de eeuw. De heeren moor denaars zullen er zich zeker niet door laten afschrikken om kassiersloopers en andere lieden ter wille van hun geld te vermoorden en wanneer de vertooning op de omstanders eenigen indruk maakt, dan is het die van eene belachelijke komedie. Op 't infame, dat er in gelegen is om door beulshanden aan de schandpaal te worden geslagen, let men niet en de meesten zullen misschien in dien knapgekleeden burger heer ook niet den beul, den vroeger zoo zeer gevreesden en verafschuwden beul vermoed hebben. In vroegere tjjden had zoo'n executie in effigie een meer op 't gemoed en de ver beelding werkend karakter. Dan werd er een heuschelijk schavot opgerichteen pop, die den misdadiger moest voorstellen, werd er opgeplaatst, het gerecht verscheen, het vonnis werd voorgelezen en de scherprech ter zwaaide zyn ontbloot zwaard over de pop, de afbeelding van den misdadiger. Dat moet althans indruk hebben gemaakt, maar zoo'n executie als die van Maandag is niet veel meer dan eene parodie. Niettemin wekte deze parodie een aan tal herinneringen bij mij op, en voor mijn geest traden de velen die op diezelfde plaats, voor datzelfde stadhuis hun hoofd onder het zwaard des beuls verloren. Een paar dagen tevoren had ik toevallig een bezoek gebracht aan de Kapelkerk en aan het graf van den aldaar ter ruste geleg den F r a n 9 o i s Anneesens, die den 19 September 1719 op diezelfde Groote Markt onthoofd werd, omdat hij kloek moedig voor de rechten zijner medebur gers en de vrij heden der stad optrad. Na zjjne terechtstelling werd zjjn ljjk, zooals het in een oud klaaglied luidt, al daar begraven: zijn. Wat mij aangaat ik ben ten doode opge schreven.» »Gjj zult beter worden.» Hjj schudde het hoofd zonder te antwoorden. Bjj zich zelf zeide hij //Ik zal niet beter worden.» Lucienne had het glas, dat voor Claudine bestemd was, bewaard. George wees er met de hand naar en vroeg //Wat bevat het?» //Arsenicum.» //Zjjt gjj daar zeker van.» „Ja.» //Wie heeft u dat gezegd.» „Een scheikundige, die aan de prefecture verbonden is. Dit is al de vierde maal, dat Jan vergift toedient aan Claudine.» George dacht eenige oogenblikken ns. Eens klaps zeide hij, met een zonderlingen klank in zj)n stem, terwijl hjj zich tot Claudine wendde //Gij hebt niets meer van mijn broeder te duchten.» Montmayeur stond dien morgen later op dan gewoonlijk. Hij had niet geslapen. Sedert ge- ruimen tijd bracht hij sombere, vermoeiende nachten door. Ook nu had hij den slaap niet kunnen vatten. Het beeld van Claudine, van vreeseljjke pijnen wegkrimpende, stond hem voortdurend voor den geest. //Misschien is zjj reeds doodzeide hij op staande, doch hij bedacht, dat men hem dan wel gewekt zou hebben. //Wanneer zjj niet gestorven is, heeft zjj ook niet gedronkenEn bliksemsnel schoot hem de gedachte aan een valstrik door het hoofd. Hjj werd gedragen van groot en kljjn zeer wel Ter p'rochie van Onze Lieve Vrouw ter Capel. In 1834 lieten de graven Mérode- Westerloo en Amédée de Beauf- fort tegen den kolom waar Anneesens begraven ligt, een zwart marmeren ge denkplaat plaatsen, met gouden letters het feit vermeldende en beginnende met deze woorden Sab hoc tumulo in pace qui escit Franciscus Anneessens Bruxellensis. Onder dezen grafsteen rust in vrede Frans Anneesens van Brussel. Boven de gedenkplaat bevindt zich een wit marmeren buste van dezen martelaar voor de volksvrjjheden, omringd door een krans van eiken- en palmbladeren. Van Anneesens vlogen mijne ge dachten terug naar het jaar 1568 toen op den 5den Juni de graven van Egmont eu Hoorn e hier onthalsd werden. Naar men zegt zag A1 v a van uit het middenven ster van het tegenoverliggend Broodhuis het bloedig schouwspel aan. Geen jaar later, n.l. den Hen Februari 1569 verloor hier de beruchte Spelleken zjjn leven door den strop. Spelleken was de bjj naam van Jean Grovels, ook genaamd de R o o d e Roede, hoofd-scherp-rechter onder Al va. Deze, streng als hjj was, veroor deelde den beul om door beulshanden te sterven, daar hij, Spelleken, door de namen te veranderen, onschuldigen had ter dood gebracht om schuldigen tegen beta ling los te laten, en veel andere slechte praktjjken van dezelfde soort had uitge voerd. Twee zjjner knechten werden ge- geeseld. Spelleken werd in de Domini- canenkerk begraven; deze kerk, benevens het daarbjj behoorende klooster, zjjn reeds lang verdwenenzjj lagen in de Rue de l'Ecuyer of Ridderstraat en de L'redikheeren- straat, die daarin uitloopt herinnert er nog aan. Edoch, verlaten wjj de bloedige too- neelen, waarvan de Groote Markt zoo veel vuldig getuige was. De Meimaand is dit jaar zeer ongunstig. Op veel dagen van regen zjjn er dagen met sterken noordenwind gevolgd, wat niet alleen den tuinbouw zeer benadeelt, maar ook van zeer nadeeligen invloed is geweest op den Concours hippi/ue en de Longehomps fleuri. Is de eerste vooral een feest voor Doch hjj haalde de schouders op. Welke valstrik. Hjj kleedde zich langzaam, veel langzamer dau andere dagen. Waarom Hij wist het niet, hjj gaf zich daar ook geen rekenschap van, doch hij was bang om zjjn kamer te verlateD. Het was hem of een zware last zjjne ademhaling beklemde. „Kjjk, kjjk 1» mompelde hij, //ik zou lafhartig worden Dat moest er nog bjj komen I» Hjj opende het venster en keek naar buiten. Er was niets buitengewoons in den omtrek van de fabriek te zien. Het werk was nog niet hervat. De gebouwen stonden verlaten, zelfs de Duitschers waren verdwenen. In de verte kon men door den nevel heen Parijs zien. Er is bepaald geen verandering te bespeu ren Waarom ben ik dan zoo angstig te moede Nu was hjj geheel gekleed. Het uur voor het ontbjjt had geslagen. Hij wilde naar de kamer van Lucienne gaan om naar den toestand van Claudine te verne men. Toen hjj de deur van zjjn vertrek opende, kon hjj een kreet van verwondering niet on derdrukken. George stond voor hem. //Wat voert gij daar uit achter mijne deur'» //Ik wachtte op u." //Sedert lang //Sedert vanmorgen acht uur.» //En nu is het bijna twaalf. Waarom hebt gij niet aangeklopt Wat beteekent dat alles „Gij sliept, ongetwijfeld zeer vast. Ik wilde u liever niet storen.» de beau-monde en de meer gefortuneerden, de tweede is eene uitspanning vcor allen, die met groote belangstelling den jaarljjk- schen wedstrjjd tusschen versierde rij- en voertuigen van allerlei aard gadeslaan die, de prachtige A venue Louix volgende, in het Bois de la Camhre voorbjj de jury de- fileeren. Honderden equipages, bestelwa gens, huurrjjtuigen en vooral fietsen, de eene zeer fraai, de andere minder met bloe men en groen versierd, soms ware bloem tuilen en groene prieeltjes vormenden, trek ken onder muziek en hoorngeschal langs de heerljjke avenues en veroorzaken in dat gedeelte van de stad eene ongewone bewe- 1 ging en drukte. Ten vorige jare dreef een plotseling opkomend onweder, van hevige plasregens vergezeld, de mededingers uit een en deed de duizenden wandelaars een goed heenkomen zoeken in koffiehuizen en ververschingslokalen, dit jaar benam een koude wind en een bewolkte lucht, slechts nu en dan door een bleek zonnestraaltje verlevendigd, veel van het genoegen. Geen wonder dat neringdoenden steen en been klagen, terwjjl de stjjging der broodprijzen onder de geringere klassen bezorgdheid wekt Kon men eenige weken geleden nog een kilo goed tarwebrood voor 12 en 13 centen koopen, thans is de prjjs reeds tot 18 centen gestegen en men voor ziet nog hoogere prjjzen en vreest zelfs dat die tot 25 centen zullen stjjgen. De speculatiegeest heeft zich terstond den Spaansch-Amerikaanschen oorlog ten nutte gemaakt om het graan op te slaan, en terwjjl men sommige groote graanhuizen noemt, die door die verhooging op een enkelen dag tot honderdduizend franks wonnen, drukt die voorspoed en rjjkdom van eenige weinigen op de groote massa. Het lijk van den heer Gladstone is gebalsemd eu gekist opgesteld in de bi bliotheek van het kasteel te Hawarden tot het naar Londen zal vervoerd worden. We gens de omvangrjjke voorbereidingen kan de plechtige bjjzetting in Westminster Ab bey eerst over een paar weken plaats heb ben. 6 Juni wordt als de dag genoemd, doch niets is nog vastgesteld. De familie Gladstone heeft telegrammen van deel- „Wat bebt gjj mjj te vertellen?» „Laat ons eens binnen gaan.» „Nu, goed, maar haast u wat. Ik heb honger.» „Gjj hebt nog steeds uwe nachtrust en eet lust behouden? Gjj zijt wel gelukkig!" „Ik hoop toch niet dat gjj mjj zjjt komen op zoeken om mjj met uwe klaagliederen te ver velen „Jan, eene ernstige stonde in uw leven is aangebroken.» „Zoozoo riep de ellendeling spottend uit. „Luister en neem hetgeen ik u te vertellen heb zoo ernstig mogeljjk op. Weldra zal Doriat met zjjn leven eene misdaad boeten, die hjj niet begaan heeft. Zoo iets afschuwelijks mag niet plaats hebben.» „Ik vreesde wel, dat gjj daarover nogmaals zoudt beginnen!» „Hoor mij aan, zeg ik u. Ik kom niet langer om u te overtuigen, noeh om u te smeeken of te verteederen, ik kom hier bevelen geven.» Schouderophalend mompelde Montmayeur „De arme jongen is krankziunig geworden.» „Bevelen, verstaat gjj „Dat moet eene verandering in u te weeg bren gen, want tot nog toe hebt gij mjj uw gansche leven gehoorzaamd. Ik ben nieuwsgierig u in uwe nieuwe rol te zien. Spreek op maar wees kort, want ik heb u reeds gezegd, dat ik sterf van den honger 1" „Ik heb te lang de herinnering aan Doriat in mjj omgedragen. Deze wroeging kan ik niet langer verdragen.» (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1898 | | pagina 1