N
U W E
Ïï)ag6laó voor iSfiooró'on Suió^Collanó.
Het „éëne Italië
No. 2993
Vrijdag 27 ^Tei 1898.
23ste Jaargang.
"BUIT JvJV L A i\' 1)
t'7%
Per 3 maanden voor Haarlem ƒ1,10
Voor de overige in plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,40
Voor het buitenland2,80
Afzonderlijke nummers. <0.03
Dit blad verschijnt
dagelijksbehalve Zon- en Feestdagen.
BUREAU: St. Janstraat Haarlem.
Elke regel meer
77.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant
Redacteur-Uitgever, W. KüPPERS.
Bjjkans een jaar is er pas verloopen, sinds
men eene zekere toenadering tusschen de
Italiaansche Vegeering en het comité der
Italiaansche Katholieken-dagen kon opmer
ken. Het baarde destijds veel opzien, dat
vertegenwoordigers van dit comité met den
minister-president d i R u d i n i onderhandel
den over den sterkeren nadruk van het gods
dienstig element in de volksscholen en dat
de Minister aan de uitgesproken wenschen
op vriendelijke wijze tegemoet kwam. Als
toevoeging tot deze onderhandeling, kwam
naderhand de verhandeling in de Kamer te
berde over het godsdienstig onderricht en
over het gebed in de scholen, bij welke
gelegenheid door de «gematigden» met
groote warmte voor de wenschen der Ka
tholieken werd opgetreden. Aan de papen-
hatende Vrijmetselarij was dit allesbehalve
aangenaam; en wanneer men in Frankrijk
het kabinet M e 1 i n e reeds verdacht van
clericalisme, dan mochten de vijanden der
Kerk in Italië het kabinet di Rudini,
op grond van deze kenteekenen, nog wel
méér verdenken van afval aan de «onver
vreemdbare beginselen» des Italiaanschen
eenheids-Staats.
Ook in eene andere richting, n.l. bij de
behandeling van de open-staande Bisschops
zetels, scheen d i Rudini er waarde aan
te hechten, dat men zijne houding onder
scheiden kon van de aan de Kerk en aan
de Katholieken vijandige positie, die door
Crispi was ingenomen. Zooals vanzelf
spreekt, koesterden de Katholieken van
Italië hieromtrent niet al te hooge verwach
tingen want het bleef toch immer «dezelfde
draad». Maar men gevoelde toch in zeker
opzicht eenig toegeven. Doch het duurde
niet lang, of di Rudini wilde zich in den
zin der Vrijmetselaars, der Garibaldisten,
kortom in den zin van alle vijanden van
Kerk en Paus in Italië rehabiliteeren, di
Rudini wilde boetvaardigheid doen voor
de droefheid en smarten, welke hij door het
verloochenen van de zoogenaamde «onver
vreemdbare, beginselen» aan de papenvre
ters beteid had. Toen is di Rudini zich
gaan scharen onder de banier der Kultur-
kampjersen poogt als zoodanig de «cleri-
calen» met allerlei kleingeestige middelen,
door den haat uitgedacht, te bestrjjden.
Vanwaar deze kentering? De Katholieke
beweging is te sterk geworden, naar de
FEUILLETON.
DB TWEE WEEZEN.
Vervolg
Tegenover hem bevonden zich, bleek en aan
gedaan, maar toeh zoo ernstig, dat den ellen
deling eene rilling door de leden voer, de heer
De Moraines, rechter van instructie, en iemand
met grjjze haren en gerimpeld gelaat, die een
doek onder den arm droeg.
Dit was de griffer.
Lucienne stond naast Claudine, die half in
een leunstoel lag weggedoken. Zjj had haar
arm om den hals harer, nu geredde zuster
heengeslagen, en scheen haar, toen Montmayeur
binnentrad, zoodoende nog te willen beschermen.
George had zich van zijn broeder afgewend
en eene plaats gevonden te midden der overigen,
zoodat de ellendeling daar alleen stond in het
midden der zaal, evenals een beschuldigde voor
zjjne rechtere.
En onder deze rechters bevonden zich nog
Sarlat, de scheikundige, en Gauthier Roureille,
met zjjn arm in een verband.
Toen het eerste oogenblik van ontroering
voorbij was, trachte Montmayeur zijne koelbloe
digheid te herwinnen.
Hjj wierp George een blik vol haat en min
achting toe, doch deze zag hem niet aan.
//Wat een menschen!// zeiie hij ongedwongen.
«Claudine geheel hersteld. Dat doet mij genoe
gen. Mijnheer Gauthier Boureille, welk een
meening dier heeren; en zjj vreezen, dat
die beweging steeds nog sterker zal wor
den. Vandaar ook een alarmkreet uit Rome,
die in een Duitsch dagblad: Allgemeine
Zeitung, zijn nagalm deed booren. De
liberale partij, d. w. z. de regeering, (aldus
verklaart genoemd blad) is door de vorde
ringen, welke de clericale beweging on
langs in Italië gemaakt beeft, voornamelijk
door bet laatste congres der Katholieken
in Milaan, uit haren diepen slaap opge
schrikt geworden. Hoe meer de politieke
organisatie der Katholieken, die door een
pauseljjke machtspreuk tot volslagen ont
houding bij de verkiezingen zijn gedwon
gen, tot dusverre te wenschen overliet, des
te verrassender verschjjnt de verbetering
hunner positie en de toename hunner par
ty. En men moet blind of onverantwoor
delijk lichtzinnig zijn, wanneer men zou
willen loochenen, dat na korteren of lan
goren tyd het clericalisme ook in het po
litieke leven van Italië als een belangrijke
factor zich zal doen gelden. Aldus de
Allgemeine Zeitung.
Het blad legt er verder allen nadruk op,
dat de Katholieke beweging in Italië door
leeken in het leven geroepen en geleid ge
worden is. De kerkelijke overheden, de
hoogere en lagere geestelijken, werkten wel
voljjverig mede, maar de kracht der party
is in hun wereldlijk element gelegen, zegt
genoemd blad.
Hetzelfde liberale blad geeft toe, dat het
clericalisme en het godsdienstig gevoel in
Italië sedert eenige jaren aan het toene
men is.
«Men heeft zich voornamelyk hier te lan
de (in Duitschland) veel beziggehouden met
dit verschjjnsel en men is daarbij tot de
meening gekomen, dat het aanzwellen der
clericale beweging hoofdzakelijk moet wor
den toegeschreven aan de ontnuchtering
en teleurstelling des volks, aan hetwelk
de liberale begrippen niet de verhoopte
zegeningen gebracht hebben. Geen enkel
groot vraagstuk van politieken, socialen
en staathuishoudkundigen aardis door
de geavanceerde begrippen bevorderd ge
worden. Hierbij komt nog de vrees, het
instinctmatig gevoel, dat men tegenover de
omwentelingsparty, die juist in de laatste
jaren zóó machtig te voorschijn treedt,
een vast bolwerk noodig heeft. De leiders
der clericale beweging in Italië hebben
deze voor hen gunstige omstandigheden
verrassing. Ik wist, dat gij in het laatste gevecht
gewond zjjt geworden. Gjj eveneens gekwetst,
De Moraines. het is wel vriendelijk van
u dat gjj nog aan mjj denkt en mjj komt be
zoeken.//
Daarna, zich tot Sarlat en den griffier wen
dende, die hjj geen van beiden kende, zeide bij
groetend
«Mjjne heeren."
Vervolgens wilde hjj den heer De Moraines
de hand reiken met de woorden//Wat ben
ik verheugd, waarde vriend, u terug te zien.//
De Moraines bleef echter koel en raakte de hem
aangeboden band niet aan.
//Welnu, Moraines, waaraan denkt gij?// vroeg
Montmayeur.
//Montmayeur,// zeide de Rechter, «ik ben
uw vriend niet, //ik ben slechts hier gekomen
als overheidspersoon en om recht te doen.//
//En welk belang kan mij dit inboezemen, als
het u belieft
«Dat zal ik u zeggen. Griffier, neem plaats
aan deze tafel.//
«Montmayeur, in naam der wet, ik neem u
gevangen.//
//Gjj? Gjj neemt mjj gevangen? Waartoe die
dwaasheid? Eu waarom, als ik vragen mag?
Waarvan beschuldigt men mjj
«Van moord, van diefstal en van poging tot
moord.//
„Ha 1 ha!" riep Jan uit terwjjl hij poogde
te lachen. «Welk eene bezigheid Wjj vieren
toch nog geen carnaval, is het wel
De heer De Moraines viel hem, zonder onge
duld, in de rede.
evenzeer geschikt geacht voor hun doel
einde, als zij vast besloten zijn om van
die gunstige omstandigheden gebruik te
maken. Het hoofdbeginsel der clericalen was
daarbijniet overhaastig te werk gaan
langzaam, maar zeker toog men aan den
arbeid en bijna eiken dag werd het net
vermeerderd met een nieuwe maas. Met
volharding, met taaiheid werd steen voor
steen aangedragen, in de juiste waardeering
van het beginsel: dat hij, die een groot
doel tracht te bereiken, voor geen tijd
ruimte moet terugdeinzen en het juiste
oogenblik geduldig moet afwachten.»
Nadat het genoemde blad vervolgens een
beeld ontworpen heeft van de veelzijdige
vereenigings-organisatie, door de Katho
lieken van Italië tot stand gebracht, komt
het tot de conclusie: wanneer de organi
satie der clericalen zóó voortgaat, gelijk
zij is begonnen, dan kan de dag onmoge-
lyk meer vèr af zjjn, waarop het *non
esspeditvan het Vaticaan de leuze -.Noch
kiezers noch gekozenenzal worden inge
trokken en waarop men het clericale le-
gerheir in vast aaneengesloten drommen
naar de stembus zal laten optrekken.
Van de verschillende liberale bladen blijkt
het Milaansche blad Goriere della Sera wel
het ergste verontrust door deze voorvallen.
Genoemd blad beweert, dat de clericale be
weging niet alleen het liberalisme bedreigt
maar ook rechtstreeks de vrijheid, de mo-
reele eenheid van hst Italiaansche vader
land.
«De clericalen verstaan het vaderland
anders dan wij. Onze begrippen, onze ge
voelens worden door hen niet gedeeld. De
clericalen haten onze vaderlandsliefde, er
geren zich aan onze blijdschap, verheugen
zich over onze droefheid. Elke misslag van
ons komt aan hen ten goede. Nemen wi)
eens het niet onwaarschijnlijk geval aan,
dat de clericale party op een niet vèr meer
verwijderd tijdstip ons den strijdhandschoen
toewerpt en hare begrippen tegenover de
onze komt stellen. Wie kan zich alsdan
nog illusiën maken, dat het niet tot een
gedachten strijd om de hoogste goederen
komen zal
Hier hebbes wjj den gedachtengang, die
blijkbaar op di Rudini en zyne col
lega's invloed heeft uitgeoefend. De her
inneringsdag van Rome's overweldiging,
in 1897 gevierd, gaf de tydelyke gelegen
heid om de verscherping van de kwellin-
«Montmayeur, gjj wordt beschuldigd van den
moord op Boureille en diefstal van vijftigduizend
franks te z(jnen nadeele.
«Het is dus ernstig gemeend
//Geef antwoord.
«Wat wilt gij dat ik op eene dergeljjke vraag
zal antwoorden
«De waarheid.//
„De waarheid is dat ik niet weet, waarover
gij het hebt en dat ik uwe beschuldiging hoogst
belachelijk vind. Waarom zou ik Boureille ver
moord hebben Ik kende hem zelfs niet. Om
hem te bestelen? Ik ben wel niet r|jk, doch
de fabriek brengt genoeg op om in mijn on
derhoud te voorzien. Vóór den oorlog hebben
wij niet gestaakt en binnen weinige dagen zal
het werk hervat worden.//
«Is dat alles, wat gij te zeggen hebt?//
«Wie beschuldigt m|j eigenlijk?"
«Verscheidene personen,//
«Ik zou hen wel willen kennen.//
«Vooreerst het slachtoffer zelf. Wanneer het
niet gestorven ware.
«Jawel, maar Boureille bevindt zich niet hier!//
merkte Jan spottend aan.
«Alvorens te sterven heeft h|j geschreven....//
«Wel, welwat gjj daar vertelt, is zeer be
langwekkend
«Zijne bevende hand heeft met z|jn eigen
bloed op den muur der kamer, waarin demis
daad heeft plaats gegrepen, een beschuldigenden
volzin neergeschreven, waarin uw naam voluit
voorkomt
«Laat m|j dien volzin eens zien.«
//Gij hebt hem uitgewischt, opdat er geen
gen der Katholieken ambtshalve te begin
nen. Allereerst begon men met de kinder
achtige poging om de vergaderingen der
Katholieken te bemoeilijken.
De Regeering kondigde namelijk aan de
spoorwegmaatschappijen aan, dat de Ita
liaansche Katholieken van nu afaan on
partijdig moesten worden behandeld, dat
aan hen de overigens aan allen toegestane
gezelschaps-biljetten, tegen verminderden
prijs, moesten geweigerd worden.
Waarop men het wilde aanleggen, ver
kondigde op den 20sten September 1897
de President der Kamer, Z a n ar de 11 i, met
woorden, die aan den «besten» tijd van
Crispi herinnerden en waaraan di Ru
dini zijn volle goedkeuring hechtte: «Ik
buig mij met bewondering en liefde voor
de priesterschap, wanneer zy haar liefde
rijke en weldadige geestelijke taak vervult.
Maar deze taak wordt misbruikt, wanneer
men haar tot een werktuig maakt van
wereldsche belangen, tot werktuig van be
geerlijkheid en eerzucht. Het burgerlijk
gezag, dat de wetgever en beheerscher is
der maatschappij, moet van den eenen kant
de rechtmatige vrijheid van het heiligdom
beschermen maar mag van den anderen
kant niet toelaten, dat het geesteljjk gezag
tot politieke doeleinden wordt misbruikt.
Het burgerlijk gezag kan niet veroorloven,
dat Kerk en Altaar tot symbolen van op
stand en burgertwisten worden gemaakt.»
Het is geheel dezelfde huichelarij, als
t<?n tijde van den illustrissimo trigamo
Crispi. Men is wederom geheel en al tot
het systeem Crisjii vervallen.
(Slot volgt.)
Frankrijk.
Tegen den Directeur, den Gérant en den
redacteur J u d e t van het Petit Journal is
door Emile Zola eene vervolging inge
steld, wegens een artikel waarin Zola's
vader grof beleedigd werd.
- TeRijsselheeftdeheerLambrechts
Maandag-namiddag met zijn fiets mej. Ma
rie Dég 1 ave, op 't oogenblik, dat zij uit
de kerk kwam, omvergereden. De ongeluk
kige juffrouw viel op de steenen en
overleed kort daarna aan de gevolgen van
een schedelbreuk. De onvoorzichtige wiel
rijder is aangehouden.
enkel bewijs van uw misdrijf zou overblijven
«Dat is prachtig gevonden. Doch hoe kent
gjj dien volzin, wanneer ik hem heb uitgewischt?//
Claudine stond bevend op.
//Ik héb hem gelezen// zeide zij.
«Wie zal zulks be wij/en Wie zal zeggen,
dat dit alles geen sprookje is
Nu was de beurt aan Lucienne om op te
staan.
//Ik aan wie mijne zuster neg dien zelf
den nacht hare ontdekking is komen mededee-
len.»
«Dat zjjn geen bewjjzen. Wanneer die volzin
is uitgewischt, moet men dit toch kunnen zien.
Er moeten toch sporen zjjn overgebleven.//
«Ozeide Sarlat, //voor een scheikundige,
die eenige kennis van zjjn vak heeft, is het
niet moeieljjk, bloedsporen van een muur te
doen verdwjjnen.//
«Gjj ontkent dus vroeg De Moraines.
«Zeker," zeide Jan uit te hoogte. „Er bevindt
zich trouwens iemand hier, die voor mjjne recht
schapenheid kan instaan, en die u met nog
meer gezag dan ik doen kan, zeggen zal, dat
het bespottelijk is mij van den moord op Bou
reille te beschuldigen.//
«Wie dan
„Gauthier Boureille zelf, de zeon van den
verslagene.«
Bij deze woorden haalde Montmayeur een
papier uit zjjn zak, dat hjj den Rechter over
handigde.
«Dit is een brief van Gauthier Boureille,
dien hjj mjj reeds lang geleden geschreven heeft,
lees en oordeel.// Wordt vervolgd.)
iniHinisditdii
ABONNEMENTSPRIJS
PRIJS DER ADVERTENTIEN.
Van 16 regels50 Cent
AGTTE MA NON AGITATE.
126