No. 3000.
Maandag 6 Juni 1898
23ste Jaargang.
r
i
Li II I 1II LL II
HbagBlaó voor <3%ooró-
on Suió-óCollanó
Nationale waardigheid.
Hl Raadselachtig.
~B U IT K x\ L A N L)
BUREAU: St. Jansstraat. Haarlem.
Frankrijk.
Amerika.
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Haarlem1 1,10
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post>1,40
Voor het buitenland 2,80
Afzonderlijke nummers 0,03
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve Zon- en Feestdagen.
Redacteu r-U i t g e v e r, W. KÜPPERS.
UNXJENDKAI.
AGÏTE MA NON AGITATE
PRIJS DER ADVERTENTIEN.
Van 16 regels. 50 Cents.
Elke regel meer71/,»
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Con tant.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale Publicitè Etranght
G L. DA UBE Sf Co. JO tlNF.J ONES Succ., Pa-u 31 bis Faubourg Montmartre
Een der leden van de Tweede Kamer
heeft het deze week opgenomen voor onze
«nationale waardigheid». Waarschijnlijk
heeft hjj gemeend daardoor in den geest te
handelen van degenen, die hem tot Kamer
lid hebben gekozen, hoewel wij hem gerust
de verzekering durven geven, dat hij niet
gesproken heeft naar de overtuiging van een
overgroot deel van ons volt.
De «nationale waardigheid» zou volgens
dat lid, den heer Van Gilse,zjjn belee-
digd door den gezant te Parijs en door den
Minister van Buitenlandsche Zaken we
gens het ontslag, indertijd gegeven aan den
dagblad-correspondent te Parjjs Mr. Is
raels als advocaat van de Nederlandsche
legatie aldaar.
Wjj denken er niet aan over deze zaak
te gaan napleiten, vooral ook wijl zonne
klaar is bewezen, dat de verhouding van
den journalist tot het gezantschap aldaar
hoogst afkeurenswaardig moest worden ge-
heeten. Maar toch meenen wjj niet onbe
sproken te mogen laten de vreemde voor
stelling, die vele heeren radicalen zich
hebben gevormd van de «nationale waar
digheid.»
Volgens hen zou onze «nationale waar
digheid» eischen, dat Nederlanders, in het
buitenland gevestigd, zich niet zouden
hebben te bekommeren om de openbare
meening en om het oordeel der vreemde
Regeering over hun doen en laten. Ook
zou onze «nationale waardigheid» hebben
gevorderd, dat aan den Minister van een
bevrienden Staat eene onbeleefdheid werd
betoond door hem een e onderscheiding te
onthouden, die onze Koninginnen hem na
haar bezoek aan de Fransche hoofdstad
terecht hebben verleend.
Wat verbeelden de heeren radicalen zich
toch wel? Meenen zij, dat, nudeZola-
quaestie in Frankrjjk tegen hun zin afloopt,
zjj het recht hebben om daarover op offi-
cieele wijze hun misnoegen aan de Fransche
Regeering te kennen te geven Gelooven
zjj op deze wjjze onze «nationale waar
digheid» te kunnen bevorderen? Eu zien
zjj niet in, dat die waardigheid volstrekt
niets, uitstaande heeft met een proces, dat
in een vreemd land over een zaak, die
ons niet aangaat, is gevoerd Staten, die
meer nabjj betrokken waren bjj dit proces,
hebben zich zorgvuldig onthouden van
eenige inmenging en nu zouden de radica
len hier te lande hun gevoeligheid aan het
Fransche volk willen toonen over den door
hen ongeweuschten loop, dien de Zo la-
zaak heeft genomen. Is dit niet verschrik
kelijk dwaas?
FEUILLETON.
I 4. Vervolf.)
Bjj deze woorden vergat zjj alle onheilen en
melde, weg, om het wonderkind te halen het
was haar eerste, en de eerstelingen zjjn altijd
gr#,iS Wonderkinderen.
B«'P //Het is een vreemde geschiedenis,// zeide
Treddoek, zoodra wjj alleen waren, op fluit-
terendcu toon, terwijl een doodschs bleekheid
zich over zjjn gelaat verspreidde. //Ik mag u
daarmede niet bezwaren en uw pleizierreis
doordoor ve gallen, maar ik heb alles beproefd
°<n de ztak uit te vorschen en ik heb niet
het minste spoor kunnen ontdekken. Zie hier,"
hij leunde in zjjn Stoel achterover en liet mij
Ejjn laarzen zien, op wier sterke zolen hjj mjj
opmerkzaam maakte, //wjj hebben ons allen op
deze wjjze met spijkers laten beslaande
knechts, de maiden, de jongens, Helena alleen
- !at. De schoenmaker van het dorp is eer-
t ren den geheelen dag voor ons bezig ge-
Weeg i.
//Om het der tot de pachthoeve
oehoorende pt.— van anderen te kunnen
""derscheiden,// her»am ik, want ik zag, dat
e spjjkeis er in den vorm van ruiten waren
"geslagen. //J», maar ik kan nooit een vreemd
""'spoor ontdekken, en dat hindert mjj ver-
""nkkeljjp. Maar daar komt Helena terug.//
rv°lgde hjj, toen de stem der moeder, die
Van de radicalen hebben wjj altijd ge
ringe verwachtingen gehad ten opzichte
van onze «nationale waardigheid». Zjj zijn
er altijd het eerste bij om te beknibbelen
op de uitgaven voor leger en vloot, be
stemd om in de uren van gevaar onze
waardigheid tegenover den vijand op te
houden. De radicalen hebben steeds ge
tracht onze vertegenwoordiging in het bui
tenland, door middel van onze gezanten
en consuls, tot een minimum te beperken.
Zjj zjjn het geweest, die voortdurend het
herstel van bet Nederlandsch gezantschap
bjj den Heiligen Stoel hebben tegenge
werkt. Aan de radicalen hebben wjj het
te wjjten, dat het aanzien der Kroon hier
te lande, en in het buitenland dus ook,
gedaald is, hoewel wjj hierbjj gelukkig
mogen constateeren, dat de liefde van ons
volk voor de Oranjes door de radicalen
moeiljjk kan worden uitgedoofd.
Wjj zeggen dus uiet te veel, wanneer
wjj beweren, dat onze «nationale waar
digheid» door het radicalisme op slechte
wjjze wordt gediend, en dat het een vreem
den indruk gemaakt heeft, dat juist de
heer Van Gilse voor die waardigheid in
het krijt trad. 't Is maar de vraag, wat
men hieronder heeft te verstaan. Volgens
de zienswijze der radicalen moet onze
waardigheid worden gehandhaafd door het
plegen, zonder eenige aanleiding, van eene
daal van vjjandschap tegen eene bevriende
Regeering, terwjjl volgens onze meeuing
de nationale waardigheid juist vordert, dat
hoffeljjkheid den grondtoon vormt van onze
verhouding tot andere Staten
Het is toch vreemd, dat liberalen en
radicalen steeds zulk eene averrechtsche
voorstelling hebben van hetgeen noodig is
om de waardigheid van onze natie te ver-
hoogen. Als er sprake is van eerbied voor
het Koningschap, dan zijn zjj de eersten
om zich daarvan het monopolie te verze
keren. Eu toch springt het zoo helder aan
den dag, hoe zij de eigenlijke moordenaars
van het Koningschap zjjn, dat zelfs de
sociaal-democraat mr. Troelstra dien
eeretitel niet voor zich alleen meent te
mogen reserveeren.
Naar aanleiding van hetgeen dezer da
gen in dit opzicht door mr. Troelstra
aan het adres van liberalen en radicalen
in de Tweede Kamer is gezegd, bevatte
de anti-rev. Standaard een entre filetsdat
wjj ons het genoegen niet kunnen ontzeg
gen hier te laten volgen
«Mr. Troelstra schrijft het b!ad
wordt al meer in het parlementair de
bat een onschatbaar element, doordien hij
onzen liberalen thans van links doet hoo-
ren, wat Groen Van Pri nsterer hun
met het kind in het gewoonlijk kraaiende dialect
sprak, zich in de verte liet hooren. «Zeg er
niets van in haar bjjzijn. Wanneer ik met haar
spreek, doe ik het maar voorkomen, alsof ik
mij de zaak volstrekt niet aantrekt, doch ik
vrenschte, dat zij bij mjjne schoonmoeder waren.
Dan mocht er gebeuren wat er wilde, daar
voor zou ik de man zjjn.// De lange Tom
Treddoek was, dat wist ik maar al te wel,
geen lafaard maar de goede jongen was bang
voor een geheimzinnig ongeluk, dat zjjne vrouw
en het kind treffen kou. //lk ben bljj dat
ik hier gekomen ben, Tom,// antwoordde ik
schielijk, //daar ik u wellicht van dienst kan
zjjn. Vier oogen zien meer dan twee, en ik zou
er mjjn grootste pret in hebben om deze schur
ken in plaats van de mooiste patrijzen op te
jagen." //Ik dank u, beste vriend,// fluister
de Treddoek, maar laten wij er nu Diet meer
over spreken, daar is zij.//
Bjj de blauwe oogen van haar kind had
mevrouw Treddoek,al hare ongelukken vergeten.
De kleine jongen was ook inderdaad, zelfs
wanneer de vriendschap voor zjjne ouders mij
eenigazins partijdig mocht doen zijn, een aller
liefst knaapje voor zjjn leeftjjd, en ik vond het
zeer begrjjpeijjk, dat de vader hem buiten het
bereik van een mogelijk onheil wensohte te
brengen. Het kleine mannetje scheen dadeljjk
behagen in mjj te siheppen en, tot groot ver
maak der moeder, pakte hjj mjj dadeljjk bjj
mjjn baard, waarbjj hjj eenige onverstaanbare
geluiden deed hooren, welke door mama als
een bjjzondere welkomstgroet voor mjj werden
vertolkt.
steeds van den rechterkant had toegefluis
terd. Onze liberalen zijn thans, zoo men
zich door den schjjn verblinden laat, de
principieele koningspartjj. Troon en Kroon
worden veilig geacht, nu onze jeugdige
Koningin bjj haar optreden leunen en
steunen kan op de ministerieele schild
houders, die, inPiersonenBorgesius,
het koninkljjke wapenschild omklemmen.
Anti-revolutionnairen, Roomschen, Con
servatieven zjjn ««taatsgevaarljjk», alleen
onder der Liberalen hoede zjjn Oranje en
het Koningschap veilig. Doch hoor, daai
komt mr. Troelstra rauwelings in het
volle Parlement verklaren, dat het de
libeialen geweest zjjn, die hier te lande
het Koningschap vernietigd hebbeD, bet
verlaagden tot een ornament van den ge
vel of tot een vliegwiel van de Staats
machine. Ende heeren laten het
zich gezeggen. Zwjjgend buigen ze het
schuldige hoofd. Niet een, die een woord
van protest vindt. Metterdaad een par
lementair incident, om nooit te ver
geten.»
Volkomen juist is hier de indruk weer
gegeven, dien de houding van liberalen en
radicalen kenmerkt. Zjj kunnen bet niet
ontkennen, dat zjj altjjd den mond vol
hebben gehad van hun liefde voor bet
Koningschap, maar dat zjj niettemin voort
durend alles in het werk hebben gesteld
om de beteekenis van dat Koningschap
te verzwakken. De sociaal-democraat had
volkomen recht om hierop te wjjzen, daar
hjj van zjjn anti-pathie tegen het Koning
schap geen geheim maakt.
Spreken radicalen en liberalen nu van
«natiouale waardigheid,» dau mag hun
toch wel eens onder het oog gebracht
worden, dat zij door hun strjjd tegen het
Koningschap druk bezig zjjn geweest om
die waardigheid in ons eigen oog en in dat
van anderen te doen dalen. Niets is zoo
geschikt om onze «nationale waardigheid»
o/eweld aan te doen dan het bolwerk on-
O
zer nationale instellingen, het Koningschap,
aan te tasten.
En dat de liberalen en radicalen zelfs
de minste en geringste middelen niet out-
zien, bleek nog dezer dagen, toen het ultra
liberale Vaderlandomdat de inwoners der
residentie hun «hoofdelijken omslag» heb
ben zien verhoogd, als zjjn meening uit
sprak, dat men in Den Haag niet veel zin
zou hebben om diep in den buidel te tas
ten voor de versiering dier stad ter ge
legenheid van den aanstaanden intocht
der Koningin.
Als men tot zulke middelen van bestrij
ding komt, dan mag meu den mond wel
houden over de «nationale waardigheid»,
Mevrouw Treddoek kwam in goede luim en
ook Tom stemde daarmede iD, zoodat het
gesprek een geheel andere wending nam.
Op het land is men gewoon vroeg te eten,
en het gesprek werd om één uur afgebroken,
door de aankondiging dat de tafel gedekt was.
Mevrouw Treddoek. betuigde mjj lisar leed
wezen dat zij niet op mjjne komst gerekend
had en opperde honderd verontschuldigingen,
dat zij geene toebereidselen had gemaakt,
ofschoon er niets ontbrak op den welvoorzieneu
disch. Daar ik een geduchten eitlust van de
reis had medegebracht, deed ik alle eer aan de
gerechten en stolde daardoor mijne gastvrouw
gerust, zoodat de maaltijd tot alier genosgea
afliep. Bjj het eindigen van den maaltijd werd
er ter eere van mijn bezoek een flosch fjjne
portwijn gedronken maar nauwelijks was het
lak verbroken en de kurk er af getrokken, of
wij vernamen een luiden gil in de keuken,
waarop een verward geraas van verscheidene
vrouweljjke stemmen volgde. Verschrikt zagen
wij elkander aan.
Daar is weer wat gebeurd zeide Treddoek,
terwjjl hjj den kurkentrekker op tafel wierp
en van zijn stoel opsprong. Op hetzelfde oogen-
blik werd de deur geopend. //Tom Jackson
zegt, dat hjj den voorsten stapel omver geworpen
heeft gevonden,// zeide een melkmeisje met
ontsteld gelaat, terwjjl zjj werktuigeljjk met
haar voorschoot een stukje kaas van hare
armen afveegde. «Br is toch geen brand
in den tuin riep Treddoek, terwjjl hjj de
deur uitsnelde. «Ik weet het niet,// luidde
het twijfelachtige antwoord, //God sta ons
want zulk eene bestrijding is noch natio
naal, noch waardig.
Wjj zouden nog meer staaltjes kunnen
opnoemen van liberale aanslagen op het
Koniuschap, in strjjd met onze «nationale
waardigheid». Zoo deelde het Hhl. voor
eenigen tijd mede, dat H. M. de Koningin-
Regentes den wensch te kennen had ge
geven, dat nog onder Haar tusschenre-
geering tot de invoering van den persoon-
Ijjken dienstplicht thai s door de Tweede
Kamer goedgekeurdzou worden besloten.
En nu vertelt de Haagsche briefschrjjver
van de Tijddat de verklaring van het
till, geheel uit de lucht was gegrepen.
Zouden nu de liberalen meenen, dat het
betrekken van de Kroon in de partjj-po-
litiek, zonder dat hier eenige grond voor
aanwezig was, eene middel kan genoemd
worden om het Koningschap te verheffen
Integendeel gelooven wjj, dat èn het Ko-
uingschap èn onze* «nationale waardigheid»
door zulke leugenachtige berichten zeer
worden geschaad. Nu spreken wjj nog niet
eens van het afkeurenswaardige om aan
de Kroon eene meening toe te dichten over
eene wet, die door de Katholieken, bljjkens
de stemming in de Kamer, op één na,
als een ramp voor ons vaderland wordt
beschouwd.
Hierbjj zullen wij het laten, omdat wjj
naar onze meening afdoende hebben aan
getoond, dat geen enkel liberaal of radi
caal, in de Tweede Kamer of daarbuiten,
bet recht heeft om op te komen voor onze
«nationale waardigheid». Deze is in hun
handen niet veilig, omdat zij niet weten
wat onder «nationale waardigheid» moet
worden verstaan.
In de Fransche Kamer is het bjj de ver
kiezing van een voorzitter erg rumoerig
aan toe gegaan. Eindeljjk werd de heer
Deschanel tot voorzitter gekozen met
282 stemmen, tegen 278 op den heer
B r i s so n.
Toen de heer Deschanel den voor
zitterszetel wilde innemen, werd hjj toege
juicht maar ook uitgejouwd door zjjn te-
genpartjj. Scheldwoorden en 'oeleedigingen
werden 'gewisseld. Een oorverdoovend ru
moer heerschte in de zaal.
Terwjjl Deschanel poogde zjjne toe
spraak te beginnenverdubbelde het
schreeuwen van de uiterste linkerzjjde.
Eindeljjk kon Deschanel spreken, maar
bjj iedere zinsnede werd hjj door het ge
schreeuw der liukerzjjde gestoord. Zich
naar links wendend, stelde Deschanel
toen voor, de orde van den dag vast te
stellen voor de volgende vergadering
waarop Berthaux riepricht u tot de
rechterzjjdaDeschanel verklaarde zjjn
bij wat moeten wjj nu beginnen," klaagde
mevrouw Treddoek, die da meid voorbjj liep
en haren mau naar de achterzjjde van het huis
nasnelde. Van brand was er echter geen
sprake, ea het zien van den stapel schoren stelde
iedereen weder gerust. Tom Jacksou, een jon
gen met vlashaar, wees er echter zjjn meester
op en riep hem tos, da* de stapel er niet zoo
had uitgezien, toen hjj een uur geleden aan
tafel was gegaan. Zouder veel te spieken on
derzocht Treddoek zogvuldig den stapel, en
zjjne vrouw, die zich zeer verlicht voelde,
toen zij zag, dat en geeu grootcr onheil was
aangericht, keerde naar huis terug. Ik zelf
voud aan den omgevallen stapel juist niet veel
bjjzonders, en meende dat die door een rukwind
wel kon zjjn omgeslagen.//Bevochtig dien maar
weder,/» riep lreddock tot den knecht, die
dadeljjk een spuit met een buis van guttaper
cha had aangebracht, een schroef omdraaide en
het water op den berg met tarweschoven uitstroo-
men liet, //Dat is zeker niet best voor het
graan,// voerde mijn vriend me te gemoet,
maar men kan niet weten wat er voorvalleu
kan, en daarom laat ik ze telkens weer be
sproeien, opdat ze niet zoo gemakkeljjk vuur
kunnen vatten. De wind kan het niet
geweest zjjn, want zoo hard heeft het niet ge
waaid, er kan niet eens wat kaf op zjjn gesto
ven ook komt de wind uit een geheel ande
re streek, dan die, waarin de stapel is omge
stort. Bn aan de staken hapert het ook niet,
want de sterkate zjjn bljj ven staan en de andere
zjjn met den berg neergeslagen."
Na begon hjj zorgvuldig op den bodem roa.i
voorzitterschap niet te willen aanvangen
met het reglement van orde toe te pas
sen wegens interruptie. Het land, zeide
hjj, zal oordeelen over het gedrag van onze
tegenstanders. Deschanel stelde daarop
de volgende vergadering op Maandag,
waarna hjj zjjn zetel verliet onder de toe
juichingen van het centrum en de rech-
terzjjde en onder het hoe hoegeroep
der linkerzijde.
Spanje.
De Regeering te Madrid heeft officieel
bekend gemaakt, dat de Amerikanen in
het gevecht, door het vuur der forten van
Santiago en het Spaansche oorlogsschip
Cristobal Golonwaarop admiraal Cer-
vera zjjn vlag geheschen had, gedwon
gen werden tot den terugtocht.
Nu weten wjj, zegt de lndependance
Beige, dat admiraal Cervera in de baai
van Santiago was. Neen, zegt de Impar-
cial, ge hebt het mis! Dat alles wat de
Regeering zegt, bewjjst niets! Admiraal
Cervera was niet te Santiago en geen
zijner schepen was er, behalve de Cris
tobal Colon, die aan zjjn stoomketels re
paraties had laten doen; admiraal Cer
vera was vertrokken. En de Regeering
verklaart zelf
Sstt! een list, een krjjgslist! Admiraal
Cervera was niet te Santi *elfs
nooit bjj Cuba geweest, e« mr,"
vertel dit over hij zal er ook niet
komen.
Volgens de Gaulois is admiraal Cer
vera op weg naar de Pbilippjjnen. De
vloot die in de haven van Santiago ge
zien is en deel heeft genomen om het
eskader van commodore Schley uit de
baai te jagen, staat onder bevel van ad
miraal Villanayil.
De vermakeljjkste berichten sturen de
Amerikanen, die liegen kunnen alsof het
gedrukt staat zegt men wel eens, de we
reld in. Kapitein Evans, bevelhebber
van de lowa, die tjjdens het bombarde
ment zeer beschadigd werd, seint aan een
zjjuer vriendeD te Washington «De Span
jaarden hebben niemendal geraakt dan de
zee.» (dit not hit a thing hut the ocean.)
Nog mooier, over een heldendaad van
de le.tas. Dit schip was bezig kolen in
te nemen toen het gevecht begon. Dade
ljjk maakt de kapitein zich los van het
kolenschip, stoomt naar voren, maar komt
op het terrein van den strjjd op het
oogenblik dat deze een einde neemt. In
zjjn jjver om toch eemg aandeel te heb
ben in het roemvolle wapenfeit, laat de
kapitein één schot lossen en treft het
Spaansche oorlogsschip de Reina Mercedes
juist in net midden, met het gevolg dat
het schip zonk
Inmiddels laten wjj de dwaze Ameri-
kaansche berichteD rusten. Ernstig ziet
men te Washington de moeiljjkheden van
den strjjd tegen Spanje in en Schley
moet reeds door admiraal Sampson als
bevelhebber zjjn vervangen, omdat men
ontevreden was over de wijzewaarop
ds eerste de order«vernietig de Span-
te zien, die, naar ik thans bemerkte met wit
stof orordekt was.
//Is er veel schade aangericht vroeg ik
toen ik zag dat hij de zaak zoo ernstig scheen
op te vatten. //Dat niet, maar 't gaat weer
bjj het overige. Die voetsporen zonder de spjj-
kerruit zijn van u zet even den voet daarin
die sporen zjjn vau mjj en die zjja van
den knecht, Helena is op hare huispsntoffels
maar tot hier gekomen. Hoe is 't mogeljjk dat,
iemand in de nabjjheid van den stapel heeft
kunnen geraken en zich ook verwijderen, zonder
een voetafdruksel achter te laten Dat
was eeue vraag, die ik niet beantwoorden kon.
Met stomme verbazing zag ik deo witbestrooi-
den grond aan. «Ik heb hier gips laten
werpen,// zei Treddoek, //en gjj zult bemerken,
dat men daarop alle sporen terugvindthier
de krabbels der hoenders en daar den hoef
van Heiena's nieuw paard. Er is eene groote
hoeveelheid ui'gestrooid, bjj de deuren, op de
paden en landwegen, kortom overalmaar wij
zien geen voetmerken behalve de onze. Is 't
mogeljjk, dat dit op eene natuurljjke wjjze toe
gaat?// voegde hjj er met eene eigenaardige
uitdrukking van 't gezicht bjj. //Hoorde ik
slechts eenige geluiden, zoo zou ik gelooven,
dat het hier spookt waarljjk dat zou ik,
ofschoon gjj Helena niets van dien aard zeggen
moet.// Hij legde daarbjj zjjn breede hand op
mjjn arm. //Doch wie heeft ooit gehoord, dat
geesten schapen en honden hebbeu dooJge-
slagen
tVordt vtrvolgd.)
C -