NIEUWE ïïagBlaó voor éfëooró- en SEuió-tJCollanó. Santiago de Cuba. Manila. No. 3018 Dinsdag 28 Jnni 1898. 23ste Jaargang. Zonder Bloemen, BUIT KM LAN D. Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. c 1,40 Voor het buitenland2,80 Afzonderlijke nummers«0.03 Dit blad verschijnt dagelijksbehalve Zon- en Feestdagen. B TT R E A TJSt. Janstraat Haarlem; Van 16 regels50 Cent Elke regel meer71/» Gfroote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie h Contant Redacteur-Uitgever, W. KüPPERS. Deze stad is op dit oogenbiik het cen trum te noemen van bet oorlogstooneel op bet eiland Cuba. De stad is gesticht in 1522 en was vele jaren de hoofdstad der pro vincie van dien naam en de residentie van den Gouverneur van de beide oostelijke pro vinciën. De bevolking der stad is hoogstens 50,000 en bestaat uit een mengelmoes van Negroes, Cubanen, Spanjaarden, Chineezen, Fran- schen, Duitschers, YukataneD, en Italianen. De inboorlingen zjjn lui en onmatig in al hun manier van doen. De straten zjjn slecht verlicht, de lucht is altjjd heet en dik, de huizen gebouwd van steen, gedroogde bak steen en hout. Ten Westen van de stad treft men hooge bergen en groote dalen, waarin een ontdek ker nog nooit den voet heeit gezet. De dalen bestaan uit groote moerassen en kleine meren die wemelen van kroko dillen en slangen groot en venjjnig. In een der meren verloren in het jaar 1895 vjjftig Cubanen het leven. Zjj wilden aan een gevangennemen door generaal V i- car's troepen ontkomen door het meer over te zwemmen, maar werden door kro kodillen aangevallen en verslonden. Met Santiago de Cuba hebben de Ame rikanen nog altjj J eene rekening af te slui ten, want het was daar dat in November 1873, Kapitein Fry en vjjftig van zijne bemanning en passagiers van de vrjjbuiters- stoomboot Virginius voor een krjjgsraad wer den gesteld en doodgeschoten. De stad Santiago de Cuba ligt onge veer zeven «f acht mjjlen landwaarts van den ingang van de baai. Zjj is op de heu velkanten onregelmatig gebouwd. Nauwe ■traten die nergens schjjnen te beginnen en plotseling ophouden, een allergebrekkigst gezondheidsstelsel, kroegen en speelhuizen zonder tal en veilig voor niemand, zjjn er in overvloed. Het fort Morro Castle bestrjjkt de zee. FEUILLETON. 7. ELISE VAN ESCH. Vervolg //Is 't nu goed, Janus Zal God mij nu verge ven, dat ik tegen Hem heb gemord //Lieve Engel in den hemel, gjj ziet, ik mis gun u niet langer uw geluk, doch bid, dat God zich over mijn eenzaamheid ontterme \u „Moederke, lief moederkeklinkt het haar opeens in de ooren, zoo zacht, als ware Janus eigen lief stemmetje uit de verte tot haar ge komen en tevens voelt ze twee mollige armp jes haar omhelzen en een rond kopje zich te gen haar aan vleien. Is alles dan zinsbegoocheling geweest en heur lieveling tot haar weergekeerd Ach als de kleine vogel voor goed zjjn vlucht heeft ge nomen, keert bjj niet weer naar het ouderljjke nest en als het rein kinder-zieltje opwaarts is gestegen ten hemel, daalt het niet meer af naar onze konde aarde. 't Is Piet, die moeder van uit de verte ge volgd zich eerst beschroomd ter zijde had gehouden en volstrekt niet begreep, wat dit alles beduidde. Bjj durfde niet nader treden moeder had hem zoo vaak teruggestooten als hjj haar wilde liefkozen, maar haar stem had nu zoo zacht en vriendeljjk geklonken en dat gaf hem moed. //Moederke, lief moederke// her- Andere forten zijn opgericht op de voor uitstekende rotsachtige landtongen die de baai aan weerskanten met hun geschut kun nen beheerschen. De ingang van de baai is zeer eng en wisten de Spanjaarden haar te verdedigen, dan zou nooit een vreemd oorlogsschip het wagen den doorgang te foiceeren. Een dikke, groene, vunzige mist stijgt in den regel uit de baai op en belemmert 8omwjjlen het gezichten schaadt de gezond heid. Van de zeezjjde is de stad onzichtbaar eu ongenaakbaar. De ingang van de baai is door een geringe zeemacht te bewaken maar nimmer te forceeren omdat de forten op de aauliggende hoogten in staat zjjn om zulk een moorddadig vuur uit te storten dat er geen schip, hoe sterk ook, tegen zoude kun nen staan. Van dat alles weten de Spanjaarden niet te profiteeren, terwjjl de Yankees na hun landing, gesteund door de Cubanen die het Spaansche Juk willen afschudden, zegevie rend oprukken tegen Santiago. Deze stad, de hoofdstad der Philippjjnsche eilanden, is omringd door een groot aantal voorsteden. In deze wjjken, die twintig maal belang rijker zjjn dan de ommuurde stad, komt de vrooljjkheid, het leven en de beweging van het volk los. In de onmiddelljjke omgeving van Ma nila is de plantengroei betrekkeljjk schraal, men moet eenige mjjlen ver gaan om de tropische weelde te vinden. Men kan zeggen, dat de eilanden van de Philippjjnen een waar aardsch paradjjs vor men, waarin de schoonste orchideeën, ta bak, suiker, indigo, abaca (soort van hen nep), cacao, thee, rijst en overheerljjke vruchten bijna in het wild groeien, waar men de kosteljjkste mineralen vindt,koper-, jjzer-, en kaolimmjjnen, waar goud in over vloed is, als stof, iu korrels, in pailletten haalt hjj en drukt zich vast en vaster tegen haar aao. Zóó kon Janus ook spreken en weê; ontwaakt de sluimerende moederlieide. Zjj neemt deu jongen voor zich en steeds ge knield, haar oogen in de zjjnen, ziet ze, leest ze door haar tranen heen eiken trek van dat gelaat, elke glinstering van dat oog. Er is wei nig overeenkomst tusschen beide kinderen toch, zooals Piet daar staat, geheel bedremmeld en ontdaan, heeft zjjn gezichtje veel van de gewone schalksche uitdrukking verlorende neergetrokken mondhoekjes geven iets wiêr van den zacht weêmoedigen trek van Janus' lippende oogjes, die mosite hebben om de opkomende tranen te weerhouden, geljj ken meer op de voor immer gesloten kjjkers dan anders het geval zon wezen. Hoe onvolkomen de gelijkenis ook zjjde moeder kan er zich niet in verzadigen, doch bij die aandachtige beschouwing valt het haar nu ook eerst op, en met bitter zelfverwijt hoe vuil eu verwaarloosd baar kind, hoe ha veloos zjjn kleeding is. Had Janus er ooit zóó uitgezien Zij strjjkt de ongekamde haren ter zjjde, zoc goed mogeljjk reinigt zij het zwarte geziohtje en drukt dan een kus op de roode lipjes, zoo warm, zoo liefdevol als het kind er in langen tjjd geen ontving. Getroost zal de moeder nu huiswaarts keerer, doch eerst vouwt zjj de handen saam op het hoofd van haar jongsken en 't is een heilige belofte, die opwaarts stjjgt en 't is een bede om kracht. Dan, opstaande, plukt zjj eerbiedig een enkele der nederigs bloempjeseen enke en iu klompen, in de rivieren, iu de berg- stroomen, en in rjjke aderen van den bo dem bijna aan de oppervlakte van den grond. Maar bet klimaat is verraderlijk. De Europeaan heeft er te kampen met bloed armoede, dysenterie, cbolera en sinds eenige jaren met rotkoorts, terwijl de pokziekte en de tering er groote verwoestingen aan richten. De Tagal met dezeu naam worden de aan het Spaansche gezag onderworpen stammen aangeduid is klein, baardeloos, welgevormd, zjjn gitzwarte haren glanzen of liever druipen van cocosolie; zijn blik is glinsterend en zachtzinnig, de neus iet wat dik, soms plat en zijn gelaat is niet onbevallig. De Tagal, die vrooljjk en slen terig is in zjjn beweging, houdt veel van too- neelvoorstellingen, hanengevechten en vliegers. Ëjjna overal op de Philippjjnen is het dageljjks leest: bals, concerten, gastmalen, processies en serenades volgen elkaar het geheele jaar door op. Onder de wilde stammen zjjn er die de schoonheid bezitten van de schoonste In dische rassen, terwjjl de negrito's veel op apen geljjken. De Philippjjnsch Indische vrouw en de kleurlinge (bjjna altijd dochter van eene Tagalsche en een Spanjaard) zjjn vermaard om haar bevalligheid en bekoorlijkheid. Zjj hebben sculpturale vormen, prachtig, loshangend haar, groote zwarte oogen en verwonderljjk kleine handen en voeten. De Philippjjnsche vrouw is vrooljjk, sentimen teel en razend behaagziekmet bevallig heid draagt ze een bontgestreepte sleep japon, saya geheeten, die met een stuk zwarte faille om de heupen gesnoerd en op zjj sierlijk gestrikt wordt. Over de wel gevormde buste wordt eene lichte chemi sette met kostbaar borduurwerk gedragen, welke vaak eene waarde van 100 piasters en meer heeft, eene lichte in een punt op de schouders gelegde fichu valt los over het lichaam neer. lc als herinnering aan dit uur van ontwaken, één enkele maar om den tooi van haar beve ling niet noodeloos te verminderen. Zie, haar onverschillige zelfzucht is geweken. Pietje is vermoeid en de avondlucht ontnam reeds de warmte aan zjjn handjes, de kleur aan zjjn wangen. Met moederlijke bezorgdheid ont doet zjj zich van den omslagdoek en wikkelt er het kind van 't hoofd tot de voeten in dan tilt zjj 't op den arm, vleit bet tegen zich aan en is niet gerust voor zjj langzamerhand de warmte in 't verkleumde lichaampje voelt weerkeeren. Zjj denkt er niet aan, dat haar eigen kleederen zoo vochtig zjjn en haar schouder* ter nauwernood gedekt. Al haar gedachten zjjn nu immeia bjj Koosje, die zeker al lang voor de gesloten deur staat te wachten sf wellicht hongerig en schreiend op den trap is in slaap gevallen. De avond daalt snel op dien eersten lonte dag, doch als de moeder zich met haar dier baren last over den vlakken straatweg huiswaarts spoedt, dan werpt de zon als een glimlach Gods nog haar laatste goudroode stralen even boven den horizon en ze verven met de kleur der schaamte, met de kleur der liefde het voorhoofd der vau God getrooste moeder. Met den vernieuwden levensmoed keerden orde en werklust in de arme woning terug en ook veelvuldige bestellingen aan de vljjtige naaister, voorboden van betrekkelijke welvaart, deden zich niet lang wachten. Bljjmoedige plichtsbetrachting en christeljjke onderwerping hadden de plaats van het verloren geluk inge- De voet wordt gestoken in een fluwee- len met paarlen bewerkt open muiltje dat door den gekromden kleinen teen aan deu rand wordt vastgehouden. Slechts één smetje kleeft er op dit por tret: de Philippijnsche schoone rookt ge weldig sigaren, kauwt buyo (een mengsel van betelblaren, arekenoot en kalk.) Frankrijk. Het nieuwe Fransche miuisterie zal waarschijnlijk worden samengesteld door da heerenPeytral, premier en minister van binuenlandsche zaken; Freycinet, buitenlandsche zakenDecombre, finan ciën Cavaignac, oorlogadmiraal Fournier, marine; Surrier, justitie; D e 1 c a s s e, koloniënD u p u y, onderw jjs Leygre8, publieke werken; Maruejols, haudel; Bladuel, landbouw. DuitechlancL De patroons-bakkers en banketbakkers te Berljjn, hebben alle beschikbare goed gezinde werklieden naar Hamburg gezon den, om hun collega's aldaar hulp te ver- leenen tjjdens de werkstaking. Een 100- tal zjjn reeds uit Berlijn naar Hamburg vertrokken. De werkstakers aldaar zullen, uu ook de patroons elkaar onderling hulp ver- leeuen, zeer bedrogen uitkomen, en de goed gezinde werklieden zullen er bjj profi teeren. In de Münchener Neue Nachr. be klaagt een inzender er zich over, dat de Duitschers veel beleefder zjjn tegenover vreemdelingen dan tegenover landgenooten. Zoo staat ergens in een kurzaal in een be roemde badplaats van West-Duitschlandte lezen«Das Raucben is streng verboten.» «Smoking not allowed». «Prière ne pasfu- mer». Het rooken is den Duitschers dus streng verboden, terwjjl het den Engelsch- man niet wordt toegestaan an men den Franschman verzoekt niet te rooken. Daar uit volgt dus, dat de Franschman met glacé-handschoenen wordt aangepakt, de Engelschman correct wordt behandeld, ter wjjl de Duitscher wordt afgesnauwd en dus feiteljjk als een burger derde soort wordt beschouwd. nomen. Slechts als haar weg de arme moeder voert langs het huis van den rjjIce, wien zjj eenmaal zoo ondoordacht baar vloek heeft tegen geworpen, dan buigt zjj het hoofd als weleer diep, diep op de borst. Is het om niet te zien of soms de gordjjoen zjjn neergelaten i ls in het huis van een treurende Op zekeren dag thuiskomend lachen de kinde ren haar van verre reeds tegen en vertellen als om strjjd, wat een mooie knecht er geweest is, die naar moeder heeft gevraagd moeder moest ko men bjj eene heele deftige dame, die haar werk zou geven en wier adres hjj had achtergelaten. De eerste blik op het voorgehouden kaartje heeft haar reeds overtuigd, dat baar voorgevoel juist was; is daar, daar dat men haar roept. Als 't eens was. voor een rouwkleed, Als 't eens was voor een doodshemd van een kind .Zjj voelt, dat zjj gaan moet, nu, aanstonds; zjj kan de onzekerheid geen oogwenk langer uitstaan. Doch als dat waar is, dan zal ze voor de moeder op de knieën vallen snikkend om vergeving vragen en weenen met baar. «O, Janus 1 moet ik al de ellende der wroe ging nog doorstaan 't Is een zware gang voor de arme vrouw Brinker. Zjj meent wel dat haar op het voor hoofd te lezen staat hoe schuldig zjj is tegen over wie haar thans goedwillen. (Wordt vervolgd.) imiMCKECOmiT. ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Haarlem ƒ1,10 AGITE MA NON AGITATE. PRIJS DER ADVERTENTIE». DOOR

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1898 | | pagina 1