N
W E
)ag6laó voor <3tooró- en Suid-óCollanó.
Rotterdamsche Brieven.
No. 3026
Vrijdag 8 Juli 3 898.
23ste Jaargang.
Bedrogen geluk
B U 1T I' MLANI)
rt f
lil
Per 3 maanden voor Haarlem ƒ1,10
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,40
Voor het buitenland2,80
Afzonderlijke nummers0.03
Dit blad verscbjjnt
dagelijksbehalve Zon- en Feestdagen.
BUREAU: St. Janstraat Haarlem.
Van 16 regels.50 Cent
Elke regel meer71/»
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dieustaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant
Redacteu r-U itgever, W. KüPPERS.
XLIV.
Voor eenige dagen een der drukste en
voornaamste straten onzer stad, deHoofd-
steeg, passeeren le, werd mij den weg ver
sperd door eene groote menigte volks, die
voor een der huizen dicht opeengepakt
stond. Aller aandacht was gevestigd op
een aan de deurstjjl bevestigd papier, waar
van het opschrift de verontwaardiging der
menigte scheen gaande te maken. Na veel
moeite gelukte het mjj door te dringen tot
▼oor het fameuse geschrift, waarin de be
woner van het huis met groote, duidelijke
leesbare letters het publiek mededeelde, dat
op een bepaalden dag zjjn inboedel gerech
telijk zon worden verkocht wegens het niet
betalen der kerkelijke belasting, welke hjj
als lidmaat der Nederduitsche-flervormde
gemeente aan de kerkelijke kas verschuldigd
was. Dat dit bericht aanleiding gat tot heel
wat discussiën en kwinkslagen onder de
menigte, die, steeds aangroeiend, voor 't huis
van den wanbetaler had postgevat, zal wel
niemand verwonderen. Vooral de groepjes
losse werklui, die, gewoonlijk hangende
over de nabijgelegen brug, in afwachting,
dat hun hulp zal worden ingeroepen door
de knechts der omliggende pakhuizen, von
den hier eene geschikte gelegenheid om zich
te amuseeren en zoo den tjjd wat te korten.
«Zeg, jonges, hoorde ik er een spotten,
«wille we de boel 'r vast gaan athale
«Waarachtig niet, Tienus,» klonk
het terug, «late de heere van de kerk dat
maar zeilevers doen, late ze der meheere-
handjes maar 'r isvuilmake!»
Natuurlijk uitbundig gelach, waarna eene
verontwaardigde burgerjuffrouw opmerkte:
«Da's me óok geen fijne hoor, die zoo
in 't pebliek z'n eige kerk beskandaliseert:
wat motte daar nou de Roomsche en de
Jode van denke? Dat et 'n schandaal is
mensch, 'n effetief schandaal, zoo'n kerk
die 'n mensch z'n boeltje laat verkoope
omdat ie niet betale ken dat zelle ze
FEUILLETON.
8Vervolg.)
Deze gedachte kwam hem cp dit oogenblik
uitstekend te paszjjn onderhoud met de baro
nes was ongedwongen, en overschreed nochtans
niet de grenzen der bescheidenheid, zoodat me
vrouw Von Reichenau jegens den jongen Edel-
heim niet zoo ongunstig gestemd werd als jegens
zjjn vader. In deze stemming werd zjj nog ver
sterkt, toen Wolfgang Edelheim, ondanks het
verzet zjjns vaders, het oponthoud te Reichenau
zoo wist te regelen, dat dit niet langer duurde
dan de strikte wetten der beleefdheid dit vor
deren.
Wat zij daarmede evenwel dacht te winnen,
werd niet bereikt. De huisheer geleidde zijne
Kasten door het geheele huis rond. Zoodra men
de aanwezigheid van mevrouw v. Reichenau ont
leken was, werd het onderhoud levendiger, en
de bankier draalde langer niet, zijn wensch te
kennen te geven, ook den tuin eens te bezich-
tigen. Aan deze begeerte werd natuurlijk bereid
willig voldaan. Weldra echter werd de algemee-
opmerkzaamheid getrokken tot het gelach
®n gejuich der kinderen, die bezig waren cricket
t,! spelen. EeDe ontmoeting was thans onmoge
lijk te vermjjden, en langer had Reichenau hier
°°k niets op tegen. Hjj begreep echter niet, dat
tneü hem listig in de val had gelokt, en dat
de oude Edelheim al zjjne krachten aanwendde
zegge, de Roomsche en de Jode, en ze
zelle gelijk hebbe ookMaar as ie nou
eenmaal griffemeerd ben, dan hoef je zoo
ies toch niet an de groote klok te hangen,
dat staat niks netjes, wat uwes juffrouw?»
De aangesprokene «juffrouw» vond, dat
wie niet van plan was den kerkelijken om
slag te betalen, ook maar uit de gemeente
moest treden. «Of ie gelijk het, mensch,»
was 't antwoord, «maar dan kè je ook
nooit in 't ledematehuis komme, as ie oud
ben en dan je bloeie van kindere, waar
motte die dan bljjve, as ze niet weeshui-
serige zijn, en je komt je hoofd 'ns neer
te legge
Het schjjnt wel, dat voor dergeljjke ar
gumenten de halsstarrige belastingschuldige
ook is bezwekentot eene verkooping is
't niet gekomen, bet verschuldigde met en
benevens de kosten 'n niet onaardig
sommetje is betaald, tot grooten spijt
van bet Rotterdamsch straatpubliek, dat
de geheele breedte der straat vulde om
getuige te zijn van bet schouwspel; het
rptuigverkeer was dan ook den heelen
morgen gestremd en de bereden politie, on
der commando van autoriteiten had moeite
genoeg de rust te herstellen.
Maar laat me nu over verkwikkelijker
dingen spreken het Katholieke Rotterdam
verheugt zich in de oprichting eener nieu
we godsdienstige vereeniging: «deVrienden-
kring ter eere van het Allerheiligste Sacra
ment.» Deze vereeniging is niet eene die
handelende,weldoende, christeljjke liefdadig
heid beoefenende naar buiten optreedt, maar
eene, die zich toelegt op de volmaking van
het godsdienstig leven harer leden een kring
van mannen en jongelingen, die een zui-
ver-geestelijk doel beoogen de verheerlij
king, de aanbidding van en bet geven van
eerherstel aan Christus in het Allerheiligste
Sacrament des Altaars. Heerlijke uiting van
krachtig bloeieud Katholiek leven in eene
omgeving van onafgebroken jagen naar geld
en grootheid en bereiking van wereldsche
doeleinden heerlijk teeken van onwankel-
om bij zjjn bezoek op Reichenau reeds onmid
dellijk on verbreek bare vriendschapsbanden te leg
gen. Reichenau dacht te veel aan zjjne ver
plichting jegens den geldwolf om zjjoe looze
plannen te doorschouwen.
Er werd kennis gemaakt met de kinderen,
en eenige oogenblikken later met Else en Rap
hael. Reichenau stelde Wolfgang Edelheim aan
zijne dochter voor. Nadat de jongeling eerbie
dig gebogen had, blikte hjj onbevangen in het
frissche, zonnige gelaat der jonge dame, en
lachend zeide hjj
//Ik heb de eer, eene vroegere keunismaking
te hernieuwen, maar mejuffer zal dat wel reeds
vergeten zijn
Verwonderd zag Else hem aan, ofschoon dat
gelaat, die sprekende gelaatstrekken haar bekend
voor kwamen. Haar heugde echter noch het
#wanneer,/> noch het »waar.// Dit bracht haar
een weinig in verlegenheid, maar ras kwam hij
haar ter hulpe:
//Misschien herinnert u zich dat kleine onge
val niet meer, dat u voor eenige jaren op een
naburigen heuvel overkwam. Mag ik uw geheu
gen weer eens opfrisschen Het is wel brutaal
van me, maar de herinnering daaraan ia me al
toos bijgebleven. Het was ook potsierlijk, een
rjjtuig het onderste boven, en eenige op de va-
eantiereis zjjnde studenten als redders in den
nood opdagend.//
Nu herinnerde zich Else het voorvaleen
licht rood overtoog hare wangen, toen zjj uitriep
„Zeker, zeker heugt mjj dat avontuurtje
Zoo, en waart u het, die ons destijds dien rid
derdienst bewezen hebt, ja, nu herinner ik mij
baar gelooven, van vrijmoedig en fier be
lgden van hoogen, heiligen, waren mannen
moed Treffend contrast met wat ik aan den
aanvang van mijn schrijven verhaaldedaar
eene stuitend-openlijke beschuldiging van
Protestanten tegen hun eigen kerk, een hef
tig protesteeren tegen handelingen dier
kerk, een doorslaand bewjjs van kwjjning
en verval in het protestantsch godsdienstig
leven, hier eene heerljjke, spontane uiting
van vurige liefde tot en onverdeelde toe-
wjjding van het verheven Middelpunt der
Katholieke Godsrereeringhet aanbidde
lijk Urengeheim.
Is bet wonder, dat óok onder de
minder ontwikkelden door deze dingen
veler oogen opengaan voor de eeuwige,
heilige, Katholieke Waarheid, die zegen
rijk en zegevierend heerscht en heerschen
zal nu en in der eeuwen eeuwigheid
DuitBOhland.
Keizer Wilhelm is aan boord van de
Hohenzollern naar Noorwegen op reis ge
gaan.
Men zal zich misschien nog wel het
treurig lot van den luitenant ter zee Von
Hahnke berinneren, die verleden jaar
met de Hohenzollern den Keizer op zijn
tocht vergezelde. De luitenant, een zoon
van den chef van het militaire kabinet,
bad in den fjord van Odde zjjn vrijen tjjd
gebruikt, om aan wal te gaan en een
grooten fietstocht te ondernemen, waarop
hjj van eene steile helling te pletter viel.
De Keizer heeft nu op de plaats van het
ongeluk een rjjk versierde bronzen plaat
laten maken, die op zijn aanstaanden tocht
naar het Noorden in zjjn tegenwoordigheid
onthuld zal worden. Koning Oscar zendt
een Noorsche eerewacht om de plechtig
heid bjj te wonen.
Het Berl. Tageblatt en de Fransche
Matinhebben het druk over een op handen
zijnde verandering in het bestuur van het
Hertogdom van Brunsrvjjk.
Algemeen is bekend dat keizer Wil
helm den Hertog van Cumberland op
de onrechtvaardigste manier van den troon
van 't Hertogdom verwjjderd houdt, vast
alles 1 Onze reddende engel was dus
//Mjjne weinigheid vulde de andere haas
tig aan, en een fijn glimlachje omspeelde zjjn
mond.
„En u waart het ook, die toen zoo vroolijk
schertstet met de bezorgdheid eu den angst onzer
oude gouvernante, en haar zoo bepreektet, dat
zij hare eigen strafpredikatie vergat, die ze voor
ons in petto hield.//
Do beide jongelui hadden stof te over gevon
den voor hunne conversatie, en lachend keuvel
den zjj verder over het kleine ongeval, dat voor
eenige jaren den Reichenau'schen kinderen over
komen was, die koetsier wilden spelen, en wier
dartelheid op het paard zoo aanstekelijk had
gewerkt, dat weldra het rjjtuig omtuimelde.
Toen was de jonge Edelheim, die met eenige
zijner vrienden een uitstapje had ondernomen,
opgedaagd en hjj werd inderdaad een galante
//redder in den nood."
Nu vermaakten zich de jongelieden over dit
koddige geval. Ook hierbjj echter wist Wolf
gang den noodigen takt te bewaren, en hij was
het, die de aandaeht zijns vaders op het uur
van vertrek vestigde.
Eenige minuten naderhand scheidde men,
hoogst vergenoegd over de gemaakte kennis. Ja,
terwijl de heeren hun rjjtuig weer bestegen,
kon Else zich niet weerhouden te zeggen
»Nu ga ik met dubbele blijdschap onze partjj
criket voortzetten, daar ik weet, dat ik over
eenige dagen in de wildvreemde stad een beken
de zal ontmoeten.»
Die //oude bekende» scheen geen oogwenk
uit hare gedacht m te wijken, en het cricketspel
besloten de oude Welf en-dynastie haar
recht op dien troon te bljjven onthouden,
zoolang zjj geen afstand van de kroon ran
Hannover doet.
Prins Albert van Pruisen, die, sedert
hjj het bestuur van 't Hertogdom Brunswjjk
waarneemt, niets dan onaangenaamheden
beeft gehad, denkt er aan zjjn functiin neer
te leggen. Zjjn plaatsvervanger zou de
schoonbroeder des Keizers, prinsAdolph
von Schaumburg-Lippe zjjn, die ver
leden jaar verplicht werd van het Vor
stendom Lippe af te zien om zjjn plaats
aan een wettigen souverein graaf Von
Biesterfeld af te staan. Men zegt, dat
de zuster des Keizers incognito en zorg
vuldig gesluierd de kasteelen van Brons-
wijk en Blankenburg heeft bezocht.
Frankrijk.
Opnieuw heeft mevrouw Dreyfus zich
tot den Franschen Minister van Justitie ge
wend om het vonnis van haar echtgenoot
te willen herzien. Het rekest van de on
vermoeide vrouw om haar echtgenoot uit
zijn boeien te bevrjjden is ditmaal gunstig
ontvangen door den minister S a r r i e n, die
persoonlijk beloofd heeft een onderzoek te
zullen instellen, loopende over het geheele
dossier. De Minister hoopt binnen eenige
dagen gereed te zjjn.
De Parjjsche correspondent van de Frank/.
Ztg. acht het niet onwaarschjjnljjk dat de
Regeering aan de Kamer zal Toorstellen
eene parlementaire commissie van onderzoek
voor de zaak-Dreyfus te benoemen.
De Katholieken in de Fransche Re
publiek kunnen van den vrjjmetselaar B r i s-
son, die aan het hoofd van het Ministerie
is opgetreden, nog pleizier hebben.
Dat heer zal zich nu eens gaan bezig
houden met de beraadslaging over eene
reeks anti-clericale wetsontwerpen, als daar
zjjn tot beperking der goederen in de doode
hand, tot opheffing van een aantal kloos
terorden, tot het afzetten van vele prefec
ten, die verdacht worden van clericale ge
zindheid enz.
Als de Roomschen nu maar heel ver
draagzaam zjjn in de Republiek in plaats
van zich met kracht tegen Broeder Bris-
son te verzetten, dan zullen ze nog erger
grappen beleven.
Koloniën.
Een Regeeringstelegram omtrent de sx-
kon haar geest niet langer meer boeien.
//Och Else,// riep de kleine Annette uit, //zie
eens dat schoone rjjtuig en die lieve paardjes
Zie, papa streelt en liefkoost ze!"
Deze uitroep deed bet jonge meisje opschrik
ken. Zjj wendde haar hoofd naar de aangeduide
richting. Een groepje boomen bood haar eene
schuilplaats en met onverholen bewondering
mompelde zjj j
„Ja, de beide trakheners zjjn prachtige dieren;
geen wonder; dat zjj papa behagen 1 Ik wilde
wel, dat wij ook zoo'n stelletje hadden, in plaats
van onze goede oude bruintjes. Zjj deugen niet
voor rjjpaarden.»
Op dit oogenblik rolde het rjjtuig weg. Als
een pjl uit den boog vlogen de beiden takbe-
ners voort, en weldra waren zj| verdwenen in
eene dichte stoiwolk.
»0, het moet eene ware vreugde wezen, in
zulk een rjjtuig te zitten,# zeide het jonge meis
je zachtkens. Een glimlachje zweefde over haar
gelaat. Nog geene nevengedachte was in haar
ontwaakt, nog geen vermoeden in haar opgere
zen, hoe spoedig zjj zou mogen kiezen of
zjj zoo door 't leven wilde rjjden.
Anderen echter dachten daar wel aan, ofschoon
zjj er niet over spraken. Zwjjgend leunden va
der en zoon een poos in de kussens van het
rjjtuig, tot eiodeljjk de oude Edelheim zjjne
gedachten moede werd en praatte over zaken; over
wissels, geldleeningen, percenten en spsculatiëu,
maar niet over datgene, waarbjj, dat wist hjj,
de geest zjjns zoons verwjjlde.
(Wordt vervolgd.
RURLEMSCHICOIIRIÏT.
ABONNEMENTSPRIJS
AGITE MA NON AGITATE
PBIJS DEB ADVERTENTIEN.