NIEUWE ïïagêlaó voor iSfCooró- on Advertentiën De Electriciteit. No. 3033 Zaterdag 16 Juli 1808 23ste Jaargang, Bedrogen geluk, BUITKNLAN D Per 3 maanden voor Haarlem Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. Voor het buitenland Afzonderljjke nummers Dit blad verschijnt dagelijksbehalve Zon- en Feestdagen. BIJBEAUSt. Janstraat Haarlem. /1,10 1,40 «2,80 «0.03 Van 16 regels50 Cent Elke regel meer71/» Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant Redacteur-Uitgever, W. KOPPERS. waarvan de plaatsing driemaal is op gegeven, worden slechts tweemaal in rekening gebracht. De electriciteit is eene wondervolle en geheimzinnige kracht die niemand kent, de grootste geleerden staan stil voor deze macht. Zjj noemen haar eene geheimzinnige, on zichtbare werkende kracht verschrikkelijk in hare gevolgen, oneindig in de diensten, die zij eens bewijzen zal. De electriciteit heeft pas het eerste woord van hare toe komst gezegd. Zjj is eene onberekenbare kracht en eene macht, waarvan wij de gren zen niet kunnen bepalen: het oneindige schjjnt haar toe te behooren, ze is als de bliksem in dienst van de meDschen gesteld; want de bliksem is slechts eene ontzagljjke electrische ontlading, welke hemel en aarde doet schudden en bjj elke rommeling alle losbrandingen van het krjjgsgeschut over treft, welk laatste bjj haar vergeleken slechts een gewoon vuurwerk is. God schjjnt aan de electriciteit iets van zijn alomtegenwoor digheid en onmeteljjkheid te hebben mede gedeeld. Zjj ontsnapt aan de wetten van afstand en tjjd; gaat sneller dan tachtig duizend mjjlen in de seconde; zjj is overal geen wezen dat er niet van doordrongen is er is electriciteit in de haad van den mensch, in zjjn aangezicht, in zijne stem, in zjjne tong, in geheel zjjn lichaam en op dit stuk papier. De electriciteit is als de onzichtbare ziel der stoffeljjke wereld. De electriciteit is in de wereld van het begin der eeuwen, op den eersten dag der schepping, van af het oogenblik, toen de Heer zjjn machtig<Fiat luxhet worde licht,» uitsprak. En het werd licht. De electriciteit is een uitvloeisel van de zon, die ontzagljjke fakkel, welke 1.400.000 maal grooter is dan de aarde, en op een afstand van 30 millioen mjjlen boven onze FEUILLETON. 15. Vervolg.) Het jonge meisje leunde nog eenige oogen- blikken tegen den deurpost en zag haar broeder na, die weldra bjj eene kromming der straat verdween. 's Meisjes kleeding was pauvre-gentille, of- sohoon hare geheele verschijning iets edels, iets voornaams bezat, dat niet paste bij de armoedige omgeving. Ook de vrouw daarbinnen verried, dat zij eene betere opvoeding ontvangen had, dan men vermoeden zou. Op dit oogenblik had het zeventienjarige meisje baar zacht, ernstig gelaat ten hemel gewend en beschouwde de flikkerende hemel lichten. //O, wanneer zal een dezer schoone sterren in mjjn jong, arm leven opgaan, eene ster van geluk, ja, wanneer?" Intusschen ijlde de kleine Jozef straat in, straat uit. Niemand lette op den jongen, armoe dig gekleeden knaap, die met luider stemme z|jn Kerstschaapjes te koop aanbood. Langen tjjd zocht hjj tevergeefs koopers. Eindelijk bleef hjj staan voor een schitterend verlichten winkel, waarbinnen deftig gekleede dames en rjjk uitgedoste heeren hunne Kerstinkoopen de den. Vooral een adelljjke dame kocht veel kost baar speelgoed, dat een bediende in livrei onmid dellijk naar een voor de deur staand rjjtuig bracht. hoofden aan het firmament schittert. Bjj dergeljjke verpletterende getallen wordt de geest van den mensch met ontzag vervuld. En aan hen die geen geheimen willen aan nemen, aan den godloochenar, vragen wjj: verklaar ons de geheimen der electriciteit? Tegenover deze en zoovele wonderen zjjn toch onze negentieneeuwsche alweters zon der God en wjj allen nog minder dan een aardworm, en toch verheffen wjj onzen geest tot God die ons naar zjjn beeld en ge- ljjkenis schiep, wjj knielen neder en aan bidden Hem«Gjj alleen zjjt groot.» Eeuwen geleden stelde God den heiligen man der oudheid Job vragen over natuur kunde sterrekundeja ook over de elec triciteit, welke onze bekwaamste onderzoe kers nog niet hebben opgelost. Aan alle geleerden der verledene, tegenwoordige en toekomstige tijden mogen wjj toeroepen «Zeg ons eens, of gjj weet waar het licht zjjn verblijf heeft?» Het licht is inderdaad altjjd in beweging, het is voortdurend in gang. Zeg ons gjj geleerden zonder God wie geeft aan de geweldige slagregens hun loop of wie baant den weg aan den ratelenden donder? Langs welken weg wordt het licht en de hitte verspreid Omtrent het innerlijk wezen dezer onbegrjjpeljjke wonderen van Gods almacht kennen wjj slechts een wei nig van hnnne uitwerkselen. Dat is alles. Het overige blijft Gods ge heim. De mensch onderzoekt, de geheele wereld staat voor zjjne nasporingen open. Maar hjj mag niet vergeteD, dat alle we tenschap van God komt en dat, indien hjj de eenige bron daarvan miskent, hjj dwa ling verkondigt en zedeljjk misdoet. De mensch heeft zich van de verschrik kelijke electriciteit meester gemaakt, bjj heelt draden gespannen, hjj heeft zegespan nen in de diepte der zee, door de aarde en door de lucht. Hij heeft tot den bliksem gezegd: Zie hier den weg, dien gjj te volgen hebt, gjj zult er geen millimeter van afwjjken, gjj Jozef was zoo verdiept in den aanblik van al het moois, dat hjj zjjn eigen koopwaar schier vergat en nauweljjks de stem hoorde van een vriendelijk, oudachtig hear, die hem verzocht zjjn KerBtschaapjes te toonea, H|j voldeed aan dezen wensch. De oude heer prees de afwerking der schaapjes zeer en tot bewjjs zjjner meening legde hjj een blinkenden gulden in 's knapen hand. Daarna wenkte hjj een werkman, wien hij het speelgoed schonk vcor diens kinderen. Zoo waren er twee gelukkigen in één slag. De kleine Jozef tenminste was overgelukkig. Koude en honger vergat lig, doch ééne gedachte hield hem bezig: voor Gerty, zijne goede, lief derijke zuster een klem Kerstgeschenk koopenl Eenige centen mocht hjj toch wel nemen van zjjn overvloed 1 Dervoege werden zijne gedachten bezig gehouden, da', hjj niet lette op de golven de menschenmassa rond hem, noch op het hoef getrappel van twee aanstormende kleppers, die een sierljjk rjjtuig voorttrokken. Luide, angsti ge kreten wekten hem op uit zijne mijmering, en, toen hjj twee paarden achter zich bemerkte, wilde hij verschrikt op zijde springen, gleed echter uit en lag in 't volgend oogenblik onder de hoeven der rossen. Met een krachtigen ruk bracht de koetsier de paarden tot staan, luid hulpgeroep weerklonk rondom. De knaap hoorde het niet meer, hjj was bewusteloos. Men raapte hem op, en vele voorbijgangers groepeer den zich rondom het rjjtuig. Onmiddelljjk werd de coupé geopend en eene rjjk gekleede dame riep met sidderende stem „Om Godswil, George, wat is er toch gebeurd?// Deze vraag gold een naast den koetsier op den bok zult gaan waar ik wil, stil houden op mjjn bevel, gjj zult mjjne gedachten overbren gen naar de meest afgelegen eilanden. Ik zal u gebruiken tot de geringste dien ten gjj zult onze straten verlichten en onze huizen en werkplaatsen, gjj zult ons die nen te water en te land. En de mensch is nog in het begin zjjner verwachtingen van de macht der electriciteit, van dit mees terstuk der schepping. En wat doet de mensch. Zien wij in de studieboeken over electriciteit, zien wjj in de geleerde dissertatiën, met geen en kel woord wordt melding gemaakt van den Schepper der electriciteit. Zelfs uit de pen der goeden en geloovigen komt het woord God niet te voorschijn. Dat is eene onvergefelijke fout eene schandeljjke en dikwjjls berekende nala tigheid om God niet in zjjne werken te kennen, te loven en te prjjzen. Engeland. Een sterk Britsch eskader zal een bezoek brengen aan eenige Oostzeehavens en daarna Kiel aandoen. Berljjnsche bladen melden, dat het es kader den 12en September te Kiel wordt verwacht. Het zal begroet worden door een Duitsch smaldeel van vier pantser divisies en twee torpedoflottilles. Dit smal- deel zal voor het Britsche eskader de eind- manoeuvres der Duitsche vloot houden. Frankrijk. Men is algemeen van oordeel dat de Minister van Oorlog Cavaignac te ver gegaan is in zijn verklaringen over de Dreyfus-zaak en dat hjj zal verward ge raken in de gespannen draden van het D r e y f u s-sy ndicaat. Niet onaardig zegt de Figaro, dat deze begraven quaestie in haar graf zoo'n spek takel maakt, dat men wel weer een dage- ljjksche rubriek,voor haar moet gaan openen. De Autorité vreest dat Cavaignac in die verschrikkelijke zaak zjju weg niet zal vinden. Sommige bladen zwjjgen, opzette lijk nog over de quaestie, of verklaren dat zittendeu lakei, die juist Daar beneden sprong. Hjj leende een behulpzame hand oin den gewon den knaap overeind te helpen. Zoodra de dame den laatste ontwaarde, vulden zich hare oogen met tranen. Aanstonds beval zjj, het kind voor zichtig in 't rijtuig te brengen en haastig wierp zjj een hoop speelgoed van de zjjden kussens, om plaats te maken voor den gewonde. //Inderdaad,// riep eene met lompen omhan gen vrouw, die in de nabijheid stond, t is Dorners Jozef.// De vreemde dame hoorde deze woorden en vroeg snel //Waar wonen de ouders van het arme kind?// „In de Noordelijke voorstad, Kornstraat Nr. 115," luidde het gillend antwoord. //Noem den koetsier deze straat, George,// beval de dame haren lakei, //en waarschuw on middellijk dokter B., opdat hij zich dadelijk uaar het opgegeven adres begeve. Eu nu, vooruit!// De koetsier legde de zweep over de paarden het volk stoof uiteen en voort ging het. Intusschen lag de vreemde dame in het rjjtuig voor den bewusteloozen knaap neergeknield en trachtte hem door alle mogelijke middelen we derom tot bewustzijn te brengen. Z|j scheurde haar fijnen zakdoek in tweeën en verbond zjjne hoofdwonde, wreef hem daarna met reukwater en overlaadde hem met de teederste zorgen. Eindelijk, daar opende hjj de oogen geen geluid kwam over zjjne loodvervige lippen, doch tranen sprongen ia zijn cogea. Het werd de dame vreemd te moede. Had zij niet eenigermate schuld aan bet ljjdeu van den kleine Die gedachte pijnigde haar zjj hun oordeel opschorten. De Radical, de Siècle, de Aurore, de Petite Répnblique zeggen dat men niet kan voorzien, boe ver Cavaignac den weg van willekeur en geweld zal bewandelen, die hjj nu op gegaan is. In hoeverre deze bladen den Franschen Minister van Oorlog van geweldpleging durven beschuldigen, laten wjj voor hun rekening. De vrienden van Z o 1 a, de heeren T a r- rieux, Labori, Lebloisen anderen heb ben langen tjjd geconfereerd over de wen ding der gebeurtenissen en over de gedrachts- Ijjn die gevolgd moet worden in de debat ten over het a. s. proces te Versailles. Duitsohland. Onder voorzitterschap van den luitenant- generaal K p e r heeft zich te Berljjn eene vereemging gevormd om dochters van Duitsche officieren,die na het overl jjden haars vaders zonder middelen achterbljj ven,te steu nen door haar inlichtingen te geven en aan betrekkingen te helpen. De Staat geeft slechts den kinderen van officieren tot het 18e jaar ondersteuning. In Saksen is de sociaal-democratie een macht gewordenbjj de jongste ver kiezing voor den Duitschec Rjjksdag heeft deze party bjjna de helft van het stemmen- tal op zich vereenigd, n. 1. 49.4 procent. België. Het Internationaal Congres te Brussel ter eere van het H. Sacrament, dat Woens dag geopend is onder het eerevoorzitter schap van Z. Em. kardinaal Goossens, aartsbisschop van Mechelen, onder presi dium van Z. D. H. Mgr. Doutreloux, bisschop van Luik, wordt door p. m. vier duizend personen bjjgewoond. Het zou geheele kolommen van ons blad vullen indien wjj de werkzaamheden van het Congres wilden volgen, wjj bepalen daarom slechts, door er op te wjjzen, dat Mgr. Doutreloux in zjjn openingsrede wees hoe men in onzen tjjd wil trachten de samenleving buiten de Kerk in te rich ten. Aan ons, zei de Bisschop, behoort open baar bljjk te geven van geloof en liefde, ala erkenning van het goddeljjk koningschap van den Meester der volken, om tot les te die nen voor de menigte in eene zielbedervende eeuw van opvoeding en onderwjjs. //Moeder fluisterde het kind nauw hoorbaar. „Aanstonds zult ge bjj uw moeder wezen, goede knaap, antwoordde zjj hem geruststellend. //Hebt ge pjjn Geen antwoord, doch een bevestigend knikken. Eindeljjk was men in de Kornstraat aange komen het rjjtuig hield stil voor een alleen staande, ellendige woning. In de huisdeur ver scheen eene vrouw, die door het stilhouden van een rjjtuig voor haar huis naar buiten was gelokt. Reeds had de koetsier het portier geopend. De dame wipte naar buiten en vroeg aan de onrustig rond starende vrouw, of zjj demoeder van den kleinen Jozef Dorner was. „Ja, dat ben ik,// stotterde de arme vrouw en een vreeseljjk vermoeden rees plotseling voor haar geest. //Bij alle Gods lieve Heiligen,//gilde zjj, //wat is er gebeurd Op hetzelfde oogenblik hoorde zjj een zacht gekreun in het rjjtuig opgaan Met een hartverscheurenden kreet wierp zjj zich op het lichaam van haar lieveling Eenige oogenblikken later lag de kleine Jozef binnen de ouderlijke woning op eene sprei uit gestrekt. De rjjke vreemdelinge had zich niet ontzien om den jeugdigen ljjder mede naar bin nen te dragen. Tevens verzekerde zjj, nog dien selfden avond voor een passender legerstede te zullen zorg dragen, geljjk trouwens voor alles, wat de geneesheer zou voorschrijven. Want deze was gewaarschuwd en zou weldra hier wezen. (Wordt vervolgd HURllHSIHniMKiill. ABONNEMENTSPRIJS PRIJS DER ADVERTENTIE!*. AGITE MA NON AGITATE.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1898 | | pagina 1