No. 30of
Maandag 8 Augustus 1898.
23sle Jaargang
voor <3Hoorè~ en aZiiió'éCollanó
De kosten van den leerplicht.
Bedrogen geluk.
B IT E JS L A N D
Per 3 maanden voor Haarlem
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post
Voor het baitenland
Afzonderlijke nummers
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve Zon- en Feestdagen.
Redacteu r-U i t g e v e r, W. KÜPPER8.
BUREAU: St. Jansstraat. Haarlem.
f 1,10
1,40
2,80
0,03
Van 1—6 regels50 Cents.
Elke regel meer71^»
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Con tant.
IlooJdageMen voor het Buitenland: Compagnie Générale Publicitè Etranght
G L. DA UBE 8f Co. JOHNF. JONES Succ., Pa'ie 315£.v Faubourg Montmartre
Dat het wetsontwerp op den leerplicht,
alias schooldwang, aan het grootste deel
van ons volk niet zal voldoen, hebben wij
reeds een vorig maal betoogd. Ook de meer
derheid van de Tweede Kamer kan zich,
blijkens het Voorloopig Verslag, waaraan
wij dezer dagen enkele bijzonderheden ont
leenden, met dit ontwerp niet vereenigen.
De verdediging door de vrienden der Re-
geeriug was bovendien zoo zwak, dat het
den schijn heeft alsof de wijze, waarop
de Regeering het liberale beginsel van den
leerplicht wil toepassen, ook aan baar par-
tijgenooten mishaagt.
In het bijzonder schijnt de groote lucht
hartigheid, waarmede de Minister van Bin-
nenlandsche Zaken heeft heengestapt over
de kosten, die zijn ontwerp, indien het
wordt aangenomen, met zich zal mede
brengen, wel eenige vrees gewekt te heb
ben ook bij hen, die in een ander geval
zich zeker met zijn leerplicht-voorstel zou
den hebben vereenigd.
Die kosten zullen ongetwijfeld in de mil-
lioenen loopen, en waar nu die millioenen
van daan moeten komen, heeft de Minis
ter zelfs niet in het kort aangewezen.
Het is daarom niet te verwonderen, dat
de Gemeentebesturen zich reeds ongerust
beginnen te maken. Voor enkele weken
werd deze zaak in den Amsterdamschen
Gemeenteraad aanhangig gemaakt en heeft
men na breedvoerig debat aan Burg. en
Weth. opgedragen den Minister of de Twee
de Kamer eens onder het oog te brengen,
met welke enorme sommen de Gemeente-
begrooting zal moeten vermeerderd wor
den, indien de wet wordt aangenomen.
Ook eenige Gemeentebesturen in den
omtrek van Alkmaar hebben het voorne
men om zich te dier zake tot de Tweede
Kamer te wenden. Zjj willen daarin mede-
■deelen, dat de Tweede Kamer wel van
het groote gewicht van dit ontwerp (sic
v.al doordrongen zjjn, maar tevens er op
vrjjzen, dat zij met zorg vervuld zijn over
de meerdere kosten, die van eene eventueele
aanneming van het ontwerp een noodwen
dig gevolg zullen zjjn. Die Gemeentebe
sturen verzoeken daarom aan de Tweede
Kamer hg de overwegiüg van het wets
ontwerp niet uit het oog te willen ver
liezen, dat het onderwgs aan de Gemeen
ten nu reeds zulke zware geldelijke ver
plichtingen oplegt, dat «ene verhooging
daarvan in redelijkheid niet van haar mag
worden gevorderd en dat dus bij aanne
ming van het wetsontwerp artikel 45 der
wet op het lager onderwgs zóo wordt ge-
wgzigd, dat de bgdrage van het Rijk in
F EU 1L LET O A'.
3A. Vervolg.)
Voorloopig blijft het een //misschien.// Nog
stormt het te hevig in Jozefs hart, dan dat ik
hem mjjn kleinood, mjjn kind, zou toevertrou
wen. H jj moet nog beter, veel beter worden,
eer ik hem waardig acht tot uw beschermer.
"Wij kennen den wil uws vaders, het is der
halve onze plicht, Jozef te verschoocen. Nog
i» het tijd. En ook gjj, mijne Edith, zult ver
geten ge zjjt nog zoo jong, en ik ben ijver
zuchtig, mjjn kind,/' besloot ze op zachteren
toon, terwijl ze Edith aan haar hart diukte,//ik
Wil uw hart nog geheel voor mij bewaren.//
Het jonge meisje schouwde haar aan en deze
enkele blik sprak duidelijker dan lang beloven
6n vele woorden. Hartelijk afscheid nemend,
gingen beiden ter ruste. Maar de slaap, anders
een treffend geneesmiddel voor het lijden der
jeugd, vlood Edith's oogen. Het gesprek had
haar in hevige opgewondenheid gebracht en ze
Vermocht ni-t langer dé»o te weerstaan. Zoodra
2e alleen was, ^8k ze in tranen uit. Met bit
terheid sei '.wóe ze in hst prachtvolle slaap
vertrek, door den rijkdom der ouders met alle
gemakken versierd, welke een jong hart kunnen
bekoren.
Vroeger had ook Edith bei ^geu geschept
in dezen rijkdom, thans gleed haar oog verach
telijk over de menigte weelderige toiletartike-
ds kosten van het onderwijs worde ver
hoogd naar evenredigheid van de meer
dere kosten, welke die aanneming zal ver
oorzaken.
Hieruit ziet men, dat het dus niet en-
j kei de vijanden van den leerplicht zijn,
die bezwaren, en wel zeer gegronde be
zwaren, hebben tegen het wetsontwerp der
Regeering.
Hoewel wij aan het bezwaar van be
doelde Gemeentebesturen niet veel hech
ten, omdat het voor de belastingschuldi
gen tamelijk wel hetzelfde zal wezen, of
zjj hun penningen moeten offeren bij den
gemeentelijken ontvanger dan wel bij den
rijksontvanger, halen wij bedoelde adressen
toch aau als een bewijs, dat men aan li
berale zijde ook eene groote vermeerdering
der belasting tegemoet ziet als een gevolg
van de aanneming dezer wet.
Nu, het zou toch ook moeilijk te loo
chenen wezen, dat uitbreiding van onder
wijzend personeel en vergrooting van school
lokalen, een direct gevolg der wet, geen
belangrijke stijging der onderwijsuitgaven
met zich zou meebrengen.
En dat wij hierin niet overdrijven, bun
nen wg bewijzen uit het Voorloopig Ver
slag der Kamer, waarin berekend is, dat
de toeneming van het aantal schoolgaande
kinderen voor het geheele land met 100,000
eene uitgave van ongeveer 5 millioen in
eens en eene jaarlgksche uitgave van on
geveer 3 millioen zou vereischen. Volgens
een artikel van den heer S c h 0 0 k in he^
Sociaal Weekbl. zal wegens verhooging van
tractementen van de onderwijzers der open
bare scholen 1 millioen en wegens ver
hooging van de wedden der onderwijzers
van de bijzondere scholen '/t millioen noo-
dig zjjn. In de Gids berekent de heer Den
Hertog, dat terstond 400 nieuwe scholen
gebouwd zullen moeten worden. Volgens
het «rapport over leerdwang», aangeboden
door eene Commissie aan de Vereeniging
voor Chr. Nat. Schoolonderwjjs, zal de
aanneming van het wetsontwerp de uit
gaven van het Rijk en de Gemeenten met
472 a 0y3 millioen doen stijgen, ongere
kend hetgeen noodig zal zijn ter zake van
de inrichting van nieuwe kweekscholen
voor onderwijzers en van de verhooging der
Rijksbijdragen aan de bjjzondere scholen.
Uit dit alles blijkt, dat de leerplicht
wet in ieder geval in het eerste jaar van
haar invoering zeer zeker eene verhooging
der onderwgs-uitgaren van 8 millioen gul
den zal veroorzaken. Deze som is zeer
groot, wanneer men nagaat, hoe ieder jaar
naar versterking der Rijksmiddelen moet
worden omgezien, ten einde de uitgaven
door de inkomsten te kunnen dekken. Deze
len heen. Die gansche weelde scheen te spot
ten en sarrend, den draak te steken met haar
smart. //Ja, mama meent het goed,// argumen
teerde ze, //maar ze mag zeggen wat ze wil,
in haar hart sympathiseert zjj toch met
mjjne wenschen. Ook zij veracht het uitwen
dige. O, die ongelukkige rjjkdom, hjj is de
eenige scheidsmuur, die tusschen mij en mjjn
geluk staat. Waarom mag ik niet op mijn
wijze gelukkig zjjn Auders zegt toch papa
ook steeds: A chacun son goüt.// het le
ven is om genoten te worden, om met volle
teugen zijn genoegens te slurpen. Waarom mag
ik niet dus kiezen dat het leven mij gelukkig
maakt
«Doet ook papa niet alles wat hem goed
dunkt Noemt hjj zulks niet levenswijsheid,
versterving echter dwaasheid Het geluk moet
gegrepen worden, waar het zich aanbiedt f Het
gelukEen ieder heeft zjjn eigeD denkbeelden
daarvan. Ik kan mij geen schooner droomen dan
Jozef alleen toe te behooren, met hem vereen-
nigd Gods «choone wereld te aanschouwen. Wat
bekommeren mij al deze partjjen, al die gepar
fumeerde menschen, die holle zwetsers Hoe
gaarne ruilde ik dat woelige drjjven en wroe
ten met een eenvoudig doch gezellig huishou
den Ik bezit nu eenmaal papa's lust tot schit
teren niet, ik haat die valsche woordenpraal,
welke men conversatie gelieft te noemen.
Hoe anders als Jozef met me spreekt. Hem
versta ik. In zjjne ziel kan ik lezen. Hij is goed,
edel. rjjkbegaafdofschoon ze hem het leven heb
ben verbitterd. Zjjn fierheid doet hem alle smar
ten overwinnen. O, ik bewonder dezen trots,
som wordt betrekkelijk nog grooter, wan
neer men er op let, hoe de belastingschul
digen in ons land toch reeds zeer zwaar
worden gedrukt en met moeite de hooge
heffingen opbrengen, die men hun gelieft
op te leggen. Maar deze som achten wij
onnoemelijk ho®g, wanneer wij bedenken,
dat zij noodzakelijk is door de invoering
van eene wet, die wij een ramp achten voor
ons volk.
Hooge belastingen zijn op zich zelf eene
kwelling voor hen, die ze moeten opbren
gen, maar Me omstandigheden kunnen van
dien aard zijn, dat men er zich aan be
hoort te onderwerpen. Indien daarmede de
welvaart en de voorspoed van het volk
kunnen bevorderd worden, dan kunnen die
belastingen zelfs als een zegen beschouwd
worden. Maar welk oordeel moet geveld
worden over eene Regeering, die eene zeer
zeker anti-nationale wet voorstelt, welke
door een aanzienlijk deel des volks als
een lamp wordt beschouwd, en die in ge
breke blijft om aan te geven langs wel
ken weg de aanzienlijke verhooging der
uitgaven, als gevolg van die wet, moet
gevonden worden
Dit is esne lichtvaardigheid, welke bijna
tot het misdadige gaat. 't Verwondert ons
dan ook niet, dat men zich in de afdee-
lingen der Tweede Kamer heeft verbaasd
over de luchthartigheid, waarop de fiaan-
cieele gevolgen der wet in de Memorie
van Toelichting zijn behandeld, en voorts
dat men niet begreep, hoe de Regeoring
mei een vooistel tot invoering van Leer
plicht heeft durven aankomen, zonder dat
zij blijk geeft van aandachtige overweging
van de vragen, op welk bedrag de zeer
belangrgke uitgaven, welke van de aanne
ming van dat voorstel het gevolg zullen
zijn, geschat kunnen worden, en op welke
wijze de middelen tot bestrijding van die
uitgaven gevonden moeten worden.
Men verlangde dan ook in de afdesüu-
gen inlichtingen van de Regeeringhoe
zij denkt te zullen voorzien in de belang
rijke verhooging der Rijksbelastingen
waar de Minister van Financiën verdere
verhooging der directe belastingen ondoen
lijk acht, en er zooveel andere hervormin
gen zijn, die groote financieële opofferin
gen van het Rijk zullen vorderen.
Wij zijn eveneens benieuwd te verne
men, welk antwoord de Minister van Bin-
nenlandsche Zaken hierop zal geven, hoe
wel wij reeds kunnen voorspallen, dat het
onbevredigend moet wezen, zoolang hij
volhardt bij zijn ingediend ontwerp. Want
al gelukt het hem, in overleg met zijn
ambtgenoot voor Financiën, eene verhoo
ging aan te geven van bestaande belas
tingen of eene nieuwe heffing te creëeren
dan nog noemen wij het geld wegwerpen,
indien het gebruikt wordt voor de toepas
sing van een zoo verafschuwd beginsel
als de leerplicht is.
Meermalen hebben wij aangetoond niet
veel reden te hebben om het liberaal be
stuur van ons vaderland te prijzen, om
dat het ons behalve dwangwetten, ook
zware belastingen op de schouders legde.
Uit deze leerplicht-wet blijkt opnieuw,
hoe het streven der liberalen uitsluitend
is gericht op de toepassing van abstracte
begrippen en daardoor niets anders be
werkt dan verhooging der Staatsuitgaven
door toepassing van onuoodige wettelijke
maatregelen.
Mochten de kiezers toch eenmaal wijs
worden en zich afkeeren van mannen, die
de vrijheidsbanier omhoog geheven hou
den, maar slechts dwang en willekeur
beoogen. Dan zou voorzeker geen Regee
ring hebben aangekomen met eene dienst
plichtwet, gelijk thans met 1 September
zal worden ingevoerd, en evenmin met
eene leerplichtwet, als de Kamer weldra
zal hebben te behandelen. Dan zou de
Regeering practische zaken hebben ter
band genomen, die de vrijheid en de wel
vaart van het volk konden verhoogen, en
in plaats van zooals thans altijd te klagen,
zouden wij reden hebben ons te verheugen
over den vooruitgang en den bloei der natie.
Christiaan Esterhazy. Door de
Siècle geïnterviewd verklaarde hij zelf de
schrijver te zijn geweest van de geschrif
ten, welke zouden zijn uitgegaan van de
«gesluierde dame.» Hij had zich daartoe
geleend op aandringen van commandant
Esterhazy, die aan generaal De PeI-
1 i e u x den oorsprong van het geheime
stuk wilde duidelijk maken.
Graaf Christiaan voegde hier aan
toe dat hij van deze feiten mededeeling
heeft gedaan aan den rechter van instruc
tie Bertulus.
dat gevoel van zelfbewustheid, want ik bemin
hem Zou hij ook mij beminnen Haar geest
verloor zich in (jdele overpeinzingen, zijn mond
had het, haar nooit, zijne oogen hadden het
haar honderdmaal gezegd.
Hoe z|jn oog dezen avond gedurende de ope
ra naar haar geschouwd, op haar gerust had, dat
had ze geweten, gevoeld, niet gezien echter.
Zij had hem den blik niet teruggeschonken,
zich herinnerende haars vaders spotternijen,
toen ze bij het jongste bevel om Jozef het huis
te verbieden gesmeekt had voor hem, dien ze
minde. Verbieden kon hij echter niet, aan hem
te denken en Edith verbood het zich zelvenj
evenmin. Zij peinsde zoolang over Jozefs liefdo_
dat eindelijk het heete verlangen in haar ont
waakte van zjjae lippen te vernemen, dat hij
haar liefhad. Wat had ze daarvoor gegeven
Voor dat geluk wilde ze gaarne scheiden van
haren rijkdom, der gansche wereld barer kennis
sen den rug toekeeren. Zjj voelde dat dit woord
haar sterk zou maken om haars vaders wil te
trotseeTen, om het ouderlijke huis te verlaten,
ook om hare moeder prijs te geven
Edith schrok. Wat was hare moeder niet
voor haar geweest van hare kindsheid af Dui
delijk stond voor haren geest al de opoffering
welke de schoone moeder zich voor het zwakke,
ziekelijke kind had getroost, al het geduld,
waarmede ze den ontwakunde.il, wankelenden
gedachten van het jonge meisje een vaste rich
ting had gegeven, en eindelijk al de liefde, die
zij in innige toegenegenheid steeds voor hare
moeder had gekoesterd. En thans zou het kind
al die liefde, dat geduld, dio opoffering loonen
Spanjo.
Het kabinet S a g a s t a wordt in Nine
teenth Century zeer ernstig verweten van
schuldig te zijn aan de nederlagen die
Spanje geleden heeft.
De premier Sagasta wordt als een
dom, zelfzuchtig en aanmatigend man ge
scholden, die alles wat hij doen moest heelt
nagelaten en die alles gedaan heeft wat
hij niet moest doen. Elke diplomatieke
wet, ieder begiusel van krijgskuust, alle va
derlandslievend gevoel zijn door het tegen
woordig Spaansch ministerie verwaarloosd.
Spanje heeft zijn geheele West-Indische
bezittingen verloren, ziedaar het werk van
den revolutionnair die te Madrid beveelt
om verder het land te dompelen in on
herstelbare ellende. Dat heelt de Loge
aldus beschikt.
Spanje staat voor eene revolutie. Dui
zenden arbeiders zullen door het verlies
der Koloniën werkloos worden. Honderd
duizend deels zieke, deels verminkte sol
daten komen er bij. Dertigduizend officie
ren zgn hun positie kwijt. De nijverheid
ea landbouw kwijnen. De klop van den
opstand klept reeds in de verte.
Frankrijk.
Het D rey f u s syndicaat heeft een
nieuwen bondgenoot gekregen in graaf
met verachting, verloochening van de vrouwe
lijke natuur? Neen, duizendmaal neen en toch
was de bekoring machtig, toen E iith eenmaal
op de verruiling harer droomen had gehoopt.
De beelden, door haar jonge phantaBie getoo-
verd, lieten zich niet weer zoo gemakkelijk
verbannen, en het jonge, teedere meisje beefde
voor de zwaarte van een hartstocht, voor wel
ken ze zich zelt niet vatbaar meende. Edith
begon dat stormend gevoel te vreezen, dat
haar hart met vlammen omringde en gebiedend
verlangde alleen daarin te heerschen.
Waarom had ze dan toch dezen man zoo
innig lief, schoon ze niet zeker wist of hij haar
beminde
Juist in deze onwetendheid lag haar laatste
steun tegen haar machtig gevoel, tegen een
gevoel, dat eerst zoet schijnt om later drukkend
te pijnigen.
Edith dacht zoo ver nog nietzjj vroeg
zich slechts met de schuchterheid van een kind
dat zich te ver gewaagd heeft en dan iu een
uitlokkendcn doch vreemden boomgaard blikt:
//Is dat, wat me voortdrijft, het gevoel, waar
van men zegt dat de mensch geen zoeter kan
smaken P//
Zjj brak onder het gewicht des twjjfels haar
arm gepjjnigd hart. Zjj dacht aan hetgeen hare
moeder van Jozef had gezegd en herinnerde
zich met schrik de bitterheid, waarmede Jozef
over sommige dingen, die haar heilig waren,
had gesproken. Dan ze voelde, dat om hem zjj
alles zou kunnen verlaten, alles vergeten, en
dat er geen dam meer zou bestaan tegen het
bruisende gevoel, voor welk alles, wat ze tot
Amerika.
Niet minder dan honderd-vier-en-veer-
tig nieuwbakken advocatenwaaronder
twee jongejuffrouwen werden de vorige
week te Lansing, Mich., gepromoveerd en
op de lijdende menschheid losgelaten.
Aan de Herald wordt uit Washing
ton geseind
«Mc. Kinley heeft besloten om de Pa-
gopagohaven op Samoa, die in 1878 aan
de Vereenigde Staten is afgestaan, te ge
bruiken om er een kolenstation voor de
marine op te richten.
«Dit besluit werpt de politiek van Cle
veland omveren geeft aan Duitschlaud
te kennen dat Amerika niet van zins is
om zijn rechten in de Zuidzee prgs te
geven.
«De Regsering voltooide reeds de voor
bereiding van het zenden van groote ko-
lenvoorraden naar Samoa.
«Van hoogstgeplaatste zijde wordt ver
klaard dat de Regeering het van pas acht
om op deze wjjze voorbereid te zijn met
het oog op de mogelijkheid van verwik
kelingen.»
Uuitschland.
Toen gisteren in den gemeenteraad ie
Metz de waarnemende voorzitter, de wet
houder S to ever, ten teeken van rouw
wegens V o n Bismarck's dood de ver
gadering wilde opheffen, werd door eenige
leden geprotesteerd, zeggende dat de inge
zetenen van Metz geen reden hadden otn
zulk eene betooging te houden. Een zeven
tal leden verlieten de zaal.
Terwijl de familie Y on Bismarck
eene houding aanneemt alsof men baar het
Ijjk ontstelen wil, hebben, ondanks alle
strenge maatregelen, twee photografen uit
Hamburg, met behulp van een omgekoch-
ten houtvester, toegang tot den overledene
weten te verkrijgen en des nachts pho-
tografieën van VonBismarck gemaakt.
De in het geheim gemaakte portretten
hebben groote boosheid verwektvooral
omdat de familie beweert, dat zij eene te
ongunstige voorstelling geven van den
doode, die er veel indrukwekkender moet
hebben uitgezien.
Aan de Hamburger Nackrichtenia dienten
gevolge bevoegdheid gegeven te verklaren
«dat niemand in de gelegenheid is geweest
in de sterfkamer eene schets te maken van
den overleden vorst», maar tegelijkertijd
maakt een zekere Manuel 1 bekend dat
feitelijk twee photografen uit Hamburg,
wier namen hij noemt, een houtvester die
bij den doode de wacht hield, omgekocht
nu toe had geëerd, dreigde te verzinken zoodra
zjj van Jozefs lippen de zoet trillende woor
den vernomen had, hoe ook hjj haar beminde.
Haar eigen hart kon ze nog bedwingen. Zjjn
smeekbee zou ze niet hebben kunnen wedor-
staan. Hjj zou, hjj mocht dus niet spreken.
Niet haar vader, niet hare moeder konden
zulks verhinderen, wel echter zjj. En ze wilde
het. Hij mocht niet vermoeden, hoe het in
waarheid stond met haar hart. Zjj wilde zich
dwingen tot die rustige kalmte, welke Jozef
zou verdrjjveu uit haars vaders huis, voor de
verachtelijke trots haars vaders zulks kon doen.
Zij wilde den geliefden man voor hare oogen niet
vernederd, beleedigd zien; eerder wilde zjj zjjn
aangezicht ontberen en zjjne stem niet meer
hooren. Het was een koen besluit, door het
teedere meisje genomen, maar nog eenmaul
rolden de breede golven der bekoring tegen
hare zwakke ziel en dreigden haar mee te
voeren. Waarom ontberen, overwinnen P Waar
om zich buigen onder den wil eens vaders, die
zelf geleerd had Ontbering en versterving is
onzin. Ondertussehen kende ook Edith eene
betere verklaring, zjj kende het gebod, den
wil der ouders te eerbiedigen, ook dan wan
neer hjj onze wenschen weerstreeft, thans ech
ter vond ze dit gebod drukkend zwaar en ont
waakte in haar de gcvaarljjke herinnering, hoe
dikwjjls zjj van hare jeugd af haar vader had
hooren spotten mot de geboden der kerk, welke
een vrijen geest in boeien slaat.
(Wordt vervolgd.
ABONNEMENTSPRIJS.
MA1NI1ENDR
AGITE MA NOU AGITATE
PRIJS DER ADVERTENTIEN.