No. 3055. Donderdag 11 Augustus 1898. 23ste Jaargang DE INHULDIGING. Bedrogen geluk, BUREAU: St. Jansstraat. Haarlem. Officieel Programma. ffragfflaó voor eSfCooró- en Stuió-effCollanó ABONNEMENTSPRIJS. Per 3 maanden voor Haarlemf 1,10 Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post1,40 Voor het baitenland 2,80 Afzonderlijke nummers 0,03 Dit blad verschijnt dagelijks, behalve Zon- en Feestdagen. Redacteu r-U itgever, W. KÜPPERS. VINX1ENDRAÏ AGITE MA NON AGITATE PRIJS DER ADVERTENTIEN. Van 1—6 regels50 Cents. Elke regel meer71li» Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Con tant. Hoojdagenten voor het BuitenlandCompagnie Générale Puhlicitè Etrangère G. L. DA URE Co. J O UNF.J ONES Succ., 31óts Faubourg Monlmartre De St.-Gt. bevat het Koninkljjk Besluit van 5 Auguatus betreffende de plechtige beëediging en inhuldiging van Hare Ma jesteit Koningin Wilhelmina, binnen de stad Amsterdam. Het luidt als volgt: ln naam van Hare Majesteit Wilhel mina, bjj de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz. Wjj Emma, Koningin-Weduwe Regen tes vaD het Koninkrjjk. Op de voordracht van den Minister van Binnenlandsche Zaken van 4 Augustus 1898, no. 7, Kabinet Gelet op artikel 51 der Grondwet; Hebben besloten en besluiten De beide Kamers van de Staten-Gene- raal tot eene openbare en vereenigde ver gadering bjjeen te roepenter zake der plechtige beëediging en inhuldiging van Hare Majesteit de Koningin, welke in de Nieuwe Kerk binnen de stad Amsterdam, op Dinsdag 6 September 1898, des voor middags te half elf ,uur zal plaats hebben. Afschrift van dit besluit, het welk in het Staatsblad zal worden geplaatst, zal wor den gezonden aan de beide Kamers der Staten-Generaal, aan den Raad van State, aan de Departementen van Algemeen Be stuur en aan de Algemeene Rekenkamer. Soestdijk, den 5den Augustus 1898. EMMA. De Minister van Binnenlandsche Zaken. H. Goeman Dokgesius. De Opper-Ceremoniemeester van Hare Majesteit de Koningin en de Luitenant- Generaal, Adjudant-Generaal en Chef van het Militaire Huis van Hare Majesteit hebben de eer mits deze bekend te maken, het Ceremonieel, waarmede Hare Majesteit de Koningin op den 6den September 1898 in de Nieuwe Kerk te Amste: dam plech tig zal worden ingehuldigd, en het Pro gramma voor den plechtigen Intocht van Hare Majesteit de Koningin in de Hoofd stad des Rjjka op 5 September te voren, en voor den plechtigen Intocht van Hare Majesteit in de Koninklijke Residentie op 9 September daaraanvolgende. EERSTE AFDEELING. Betreffende het vertrek uit 's- Gravenhage en den Plechtigen Intocht in de Hoofdstad des Rijks. Hare Majesteit de Koningin, vergezeld van Hare Majesteit de Koningin-Moeder zal op Maandag den 5den September 1898, te 1 uur en 9 minuten met een Extra- F EU ILL ET O Hf. 38. Vervolg.) Gerhard von Reichenau zeide dadeljjk tot hem Ik wacht reeds vrjj lang, maar mocht mijn post niet verlaten zonder u te hebben ge sproken, want alleen voor u ben ik in de stad gekomen." «Voor mjj? Gerty is toch wilde de jonge beeldhouwer vragen. //Ja, ijj zendt mij; want ofschoon gij gezwe gen hebt, hoorden wij toch van het groote suc ces, dat aan uw hoogontwikkelde kunst in de academie ten deel viel.// Jozefs gezicht verhelderde en terwijl zjjn gast lustig doorpraatte, beproefde hjj zijne gewone stemming te herkrijgen en zijnen gast de gewone beleefdheden te bewijzen. Deze echter was reeds door hulp van de dienstvaardige hospita geheel op sijn gemak hjj stak een nieuwe sigaar op en trok dan ïjjn jongen zwager zacht tot zich op d« sophs: //Werkeljjk Jozef//, verzekerde hjj, «Gerty en ik sjjn trotsch op u, wjj hebben ons dermate orer «.w behaald suoces verheugd, dat ik not akeUik - ..r hier moest om u geluk te wenschen. Vei:v- nu eens. Zjjt ge nog al tevreden over dit resultaat r Jozef moest zjjne gedachten verzamelen. Of schoon hjj zooveel mogelijk zich zelf trachtte te beheerschen, waren toch alle gedachten, die niet op//dat eenez/betrekking hadden, verstrooid. trein van den Staatsspoorweg van 's Gra venhage naar Amsterdam vertrekken, en te 2 uur en 15 minuten aan het Staati- spoor-station aldaar aankomen. Te Amsterdam zal Hare Majesteit op het perron van het Stationsgebouw bij den ingang van de Koninklijke Ontvang kamer worden ontvangen en gecomplimen teerd door a den Commissaris der Koningin in de pro vincie Noord-Holland, met de leden van Ge deputeerde Staten en den Griffier b. den Burgemeester van Amsterdam, met de Wethouders en den Secretaris. Verder zullen zich met gelijk doel in de Koninkljjke Ontvangkamer bevinden c. de Leden van deo Gemeenteraad van Am sterdam d. de President, de Vice-President, de Pro cureur-Generaal, de Advocaten-Generaal, de Grif fier en de Substituut-Griffiers van het Gerechts hof te Amsterdam e. de President, de Vice-President, de Offi cier en de Substituut-Officieren van Justitie, de Griffier en de Substituut-Griffiers der Ar- rondissements-Recbtbank te Amsterdam f. de Kantonrechters te Amsterdam g. de Directeur en Commandant der Marine in de Directie Amsterdam h. de Bevelhebber in de 1ste Militaire Af- deeling i. de Commandant van de 1ste Divisie In fanterie, de Plaatselijke Commandant van Am sterdam en de Commandant van de Schuttel jj van Amsterdam k. het Cen'.raal-Camité voor de feesten !e Amsterdam. Op het Stationsplein zullen zjjn opgesteld links van het Stationsgebouw a. eene compagnie der dienstdoende Schu'.- terjj van Amsterdam, als Eerewacht, met het Vaundel en de Muziek; b. eene Compagnie van het 7 de Regim. In- faLterie, als Eerewacht met het Vaandel en de Muziek. De stoet, waarmede Hare Majesteit de Koningin het Stationsgebouw zal verlaten, wordt als volgt samengesteld: I. Zestien bereden Marechaussees. II. Een escadron van het 3de Regiment Hu zaren met den Standaard en de Muziek. III. Een detachement vaa het Korps Rjj- dende Artillerie. IV. Twea bereden Officieren Een Ritmeester en een 1ste Luitenant van de Cavalerie. V. Eene Compagnie van het 2de Regiment Vesting-Artillerie. VI. Een detachement van de Koloniale Re serve Vil. Een detachement Mariniers. VIII. Twee bereden Officieien: Een Kapitein-Intendant en een lste Luite nant van de Vesting Artillerie. IX. De Koninklijke Militaire Kapel van het Regiment Grenadiers en Jagers. X. Een detachement Matrozen. XI. Een compagnie van de stedelijke Schut- terjj te Amsterdam. XII. Twee bereden Officieren Een Kapitein en een le-Luitenant van de Infanterie. XIII. Het lste gedeelte van de Eerewacht te paard. XIV. Twee bereden Officieren Een Kapitein van den Genetalen Staf en een lste Luitenant van de Ktjjgsschool. Zjjn geheel wezen geleek de bedriegelijke rust van een diepe zee. Men ziet niet aan de sohjja- baar kalme oppervlakte, dat wilde elementen inde diepte sluimeren. Eerst als de storm ze opjaagt openbaren ze zich. De hartstocht was ook heden, den storm gelijk,door Jozefs hart gevaren, schoon de hooge golven des gevoels zich thans weer hadden gelegd om door eene onheilspellen de rust te worden gevolgd. Jozef vond zijne gedachten terug Gerhard's vraag hielp hem ertoe. «Hoe ik over mjjnen arbeid tevreden ben//? herhaalde hij. //Och slecht en goed. In ver gelijking van mjjn ideaal blijft alles knoeierij, doch de Croesussen betalen hier goed. Ik heb een rijken kooper gevonden en kan tevreden zijn.// //En gevolg geven aan den vurigsten uwer wenschen. Wanneer zult ge naar Italië gaan om daar tot verbetering uwer «knoeierijen" uwe stu diën te voltooien Reiohenau lachte bij zjjne woorden, Jozef ech ter keek hem verwonderd, haast toornig aan, //Waaraan denkt ge?" antwoordde hjj. //Daartoe heb ik nog niet genoeg gewerkt.// //Ik meende van wel." //Hoe dat //Wel, gjj arbeiddet toch niet alleen, wij heb ben het, met u gedaan, Gerty en ik. De u ont brekende som hebben wjj gespaard en ik ben gekomen, ze te uwer beschikking te stellen. Het zou toch jammer zijn, zoo uw talent nog langer de ontwikkeling moest ontberen, waar voor het rijp is. Dus mjjn jongen, naar Italië." Gerhard Von Reichenau had zeer snel ge- XV. Een Stalfourier en twee Rij knechts te paard. XVI. De Ceremoniemeester van Hare Majes teit de Koningin, gezeten ia een rjjtuig met twee paarden. XVII. De diens'doende Kamerheeren, gezeten in twee rjjtuigen, elk met twee paarden. XVIII. De Hoofden der Departementen van de Koninklijke Hofhouding, gezeten in twee rjjtuigen, elk met twee paarden. XIX. Het tweede gedeelte van de Eerewacht te paard. XX. Twee bereden officieren Een Kapitein en een lste-Luitenant van het Oost-Indische Leger. XXI. De Hofdames van Hare Majesteit de Koningin en de twee Adjudanten der Marine v&n Hare Majesteit, gezeten in een rjjtuig met twee paardeD. XXII. De Hofdames van Hare Majesteit de Koningin-Moeder en de Kamerheer van Hare Majesteit de Koningin, Particulier Secretaris van Hare Majesteit de Koningin-Moeder, ge zeten in een rijtuig met twea paarden. XXIII. De Groot-Officieren van Hare Majes teit de Koningin, gezeten in eed rijtuig met vier paarden. XXIV. De Dames Ju Palais van Hare Majes teit de Koningin, gezeten in een rjjtuig met vier paarden. XXV. De Groot-Meesteressen van Hare Ma jesteiten, gezeten in een rijtuig met vier paarden. XXVI. De Opper-Ceremoniemeester van Hare Majesteit de Koningin, gezeten in een rijtuig met vier paarden. XXVII. Het 3e gedeelte van de Eerewacht te paard. XXVIII. Twee Stalmeesters i. b. d. van Hare Majesteit de Koningin, te paard; XXIX. De Ordonuans-Officieren van Hare Ma jesteit de Koningin, te paard,rjjriende op éen gelid XXX. HARE MAJESTEIT DE KO NINGIN, vergezeld van Hare Majesteit de Koningin-Moeder, gezeten in een rij tuig met acht paarden, gaande een koet sier naast elk paard. Rechts van het Koninklijk rjjtuig de Chef van het Militaire Huis van Hare Majesteit de Koningin, Adjudant-Generaal van Hare Majes teit, de Generaal-Majoor Bevelhebber in de lste Militaire Afdeeling, en de Commandant van de Eerewacht. Links van het Koninkljjk rjjtuig de Luite nant-Generaal Adjudant-Generaal van Hare Majesteit de Koningin, en de Onder-Comman dant van de Eerewacht. Achter het Koninklijk rijtuig: a. de Adjudanten in gewonen dienst van Hare Majesteit de Koningin, te paard, lijdende op één gelid. b. Zjjne Hoogheid JangdiPertoewan besar SjarifHasjimAbdoelDjalil SaifoeddiD, Sultan van Siak Srilndra- p o e r a en Onderhootigheden. PangeranArioMataram, Luitenant- Kolonel bjj den Generalen Staf, Broeder van Zjjne Hoogheid den Soesoe hoenan van Soerakarta. Pangeran Mangkoe Negoroen Pangeran Sosro, Zoons van Zjjne Hoog heid den Sulian van Koetei, allen te paard en rjjdende op ééu gelid c. de Adjudanten in luiteDgewonen dienst van Hare Majesteit de Koningin, rijdende drie aan drie en naar ouderdom van rang d. de niet ingedeelde bereden Hoofd-Offieie- ren van het Garnizoen van Amsterdam, rjjden de vier aan vier en naar ouderdom van rang. XXXI. Het 4de gedeelde van de Eerewacht te paard. sproken, als wilde hjj een ontjjdig antwoord van Jozef voorkomen. Daar deze echter in het geheel niet sprak, blikte hjj hem vorschend aan. Jozef wendde echter het hoofd af. Hij wist zelf niet hoe en vanwaar het kwam, doch op dit oogenblik herinnerde hij zich aan den avond, waarop Gerty hem een stuk van haar droog brood had gereiktzjjne zuster deelde nog hare middelen met den broeder. Hjj stikte bijna, toen hjj het benauwend antwoord sprak: //Neen, zwager Reichenau, dat neem ik van u niet aau. Ik dank u echter duizendmaal." Die moeite schenken we u op den koop toe. Hier, neem het geld.// Dit klonk als een bevel, doch Gerhard's blikken rusten biddend op het bewogen gelaat des jongen mans toen hjj verder zeide «Waartoe hebben we dan gespaard?// //Maar ik kan dit niet aannemen," hield Jozef vol. «En waarom niet klonk het droeve weder woord. «Zie, mijn. jongen ik ben zoo trotsch, iemand te kunnen helpen. Eens vermocht ik slechts het geld te verkwisten in dolle licht zinnigheid en treurige zorgeloosheid. Nu ben ik verstandiger en naar ik hoop beter gewor den. Leed bracht ik over de mjjnen. Thans kan ik sparen doch van hen, die ik ljjden deed, is niemand meer, dien ik dienen kan met mjjne spaarzaamheid. Mjjne ouders zjjn dood, mijue zusters rijk getrouwd en Rafael behoort tot hen, die rjjk zijn in hunne armoede. Zijl gij dan niet de eenigste en naaiste, dien ik hel pen kan XXXII. De aan het station aanwezig geweest zijnde Eerewacht van de stedeljjke Schutterij met het vaandel en de Muziek. XXXIII. De aan het Station aanwezig ge weest zijnde Eerewacht van het 7de R«giment Infanterie, met het Vaandel en de Muziek. XXXIV. Een commando Cavalerie tot slui ting van den stoet. De stoet zal den volgenden weg nemen: Sarphatiestraat, Hooge Sluis, Frederiks- plein Utrechtschestraat tot de Heeren gracht, Heerengracht noordzijde voorbjj het Thorbeckeplein tot de Vijzelstraat, de brug over en langs de Heerengracht zuid zijde tot de Leidschestraat tot de Keizers gracht, Keizersgracht oostzjjde tot de Raad huisstraat, Raadhuisstraat, N. Z. Voor burgwal, Paleisstraat, om het monument op den Dam naar het Koninkljjk Paleis. Bij aankomst van Hare Majesteiten op den Dam, zal voor den linkervleugel van het Koninklijk Paleis zjjn opgesteld eene Eerewacht van Matrozen en Mariniers, met het Stafmuziekkorps van de Konink ljjke Nederlandsche Zeemacht. De stedeljjke Schutterij en het Garni zoen van Amsterdam zullen op den weg door den stoet te volgen, zjjn opgesteld. Bij aankomst in de Hoofdstad zal Hare Majesteit met 101 kanonschoten worden begroet, het carillon bespeeld en de klok ken geluid worden, totdat Hare Majesteit het Koninklijk Paleis zal zijn ingetreden. De ter reede van Amsterdam liggende oorlogsschepen zullen hoogstderzelver komst mede verkondigen door het lossen van bovengenoemd aantal kanonschoten. Alle leden der Koninkljjke Hofhouding zjjn gekleed in gala, de Civiele Autori teiten in ambtsgewaad en in gala, de Mi litaire Macht in groot tenue. TWEEDE AFDEELING. Ceremonieel der Plechtige Inhuldiging van Hare Majesteit de Koningin. Door een Koninklijk Saluut van 101 kanonschoten, het bespelen van het caril Ion en het gelui der klokken zal de Plech tigheid worden aangekondigd. De Plechtige Beëediging en Inhuldiging van Hare Majesteit de Koningin zal plaats hebben in de Nieuwe Kerk. De Koninkljjke Kroon, de Koninkljjke Schepter, de Rjjks-appel en de Grondwet van het Rjjk, liggende op roodflnweelen kussens zullen tijdig vóór den aanvang der Plechtigheid op een Kredenstafel te genover den Troon worden nedergelegd. De Plechtigheid zal als volgt zjjn ge regeld I. Des morgens te 10 uur zullen in het Ko ninklijk Paleis moeten aanwezig zijn alle Dames en Heeren, aaDgewezen om Hare Majesteiten en Gerhard was waarlijk schoon, toen hij al dus sprak. Trots zijn fijn ietwat ljjdend ge laat geleek hij zjjnen vader. Hjj had zich warm gemaakt bjj zijn pleidooi en zijn goe dig oog rustte vriendeljjk op deu jongen man. «Waarom denkt ge niet eerst aan uwe kin deren?" riep deze eindeljjk uit. «Ei, ei, die kleine schalken" lachte Ger hard, «er rest mjj nog tijd genoeg om aan hen mijn spaartalenten te toonen. Ea dan, werk ik niet voor hen als ik een suikeroompje help groot worden en zijn naam vestigen? Voor mjjn part moogt ge hun met rjjken intrest het geleende later terugbetalen. Maar scherts ter zijde, de zaak is in orde, niet waar Gij stemt toe Onwillekeurig gleed Jozefs hand in de toe gestoken hand zjjns zwagers. Het onweerstaan baar verlangen naar het schoone Italië, de hoop, zjjne idealen te verwezenlijken, tenminste nabij te komen, hadden den toorn en de bit terheid zjjns harten overwonnen en geestdrift schitterde weer in zjjn diepe oogen, toen hjj Gerhard de hand tot afscheid had geboden en zeide //Over drie dagen vertrek ik.// Hjj hield woord. Drie dagen waren voldoende om aan al zijne verplichtingen te voldoen. Van Leo nam hjj in het bierhuis afscheid, aan den portier ran bet Edelheimsehe paJei» reikte bjj eenvoudig zjjn kaartje voor «Madame.^ Den handelsraad ignoreerde hij. Maar nog vóór de kleine traditioneele letters p.p.c. Else bereikt had, was het nieuws van Jozefs plotseling be sluit en de beschrjjving van zijn veranderd wezen tehuis verteld door Leo. Toen hij, niet de overige Vorsteljjke Personen naar de Nieuwe Kerk te vergezellen. II. De dienstdoende Schutterjj en het Gar nizoen van de Hoofdstad zullen te 10 uur op den Dam de hun aangewezen plaatsen moeten hebben ingenomen. III. Te 10 uur zal aan het Koninkljjk Pa leis moeten zjjn opgesteld voor den linker vleugel eene Eerewacht van eene compagnie der dienstdoende Schutterij van Amsterdam met de Muziek, voor den rechtervleugel eene Eere wacht van den Nederlandschen Studenten Schiet- bond. Voor den ingang van de Nieuwe Kerk zal te 10 uur moeten zijn opgesteld rechts eene compagnie Grenadiers met de Koninkljjke Mi litaire Kapel van het Regiment Grenadiers en Jagers, en links eene compagnie Jagers. Te 10 uur zal in de Nieuwe Kerk, van af de deur van het kerkgebouw tot den halven afstand naar den Troon, zjjn opgesteld eene enkele rjj manschappen van de dienstdoende Schutter jj van Amsterdam. IV. Van af het Koninklijk Paleis tot aan de Nieuwe Kerk zal worden opgesteld een bjj on gunstig weder overdekte gang, aan weerszjjden waarvan zullen zjjn geplaatst Adelborsten van de Koninklijke Nederlandsche Marine en Ka- detten van de Koninkljjke Milit. Academie. V. Des ochtends te 10 uur wordt aan de Leden van de Staten-Generaal met de Grif fiers en de Commiezen-Griffiers der beide Ka mers gelegenheid gegeven desverkiezende in het Koninklijk Paleis bijeen te komen, en zich te 10 uur 15, geëscorteerd door een commando van het 7de Regiment Infanterie, van het Pa leis te begeven naar de Nieuwe Kerk. Aan den ingang zullen zjj door twee Ceremonie meesters worden ontvangen en geleid naar hunne zitplaatsen tegenover den Troon. Aldaar zullen zjj zich in eene Openbare en Vereenigde Zitting constitueeren. VI. De Ministers, Hoofden van Minister!* eele Departementen, en de Leden van den Raad van State, zullen te 10 uur 15 in het Konink lijk Paleis bjjeenkomen en zich te 10 uur 30 van het Paleis te voet begeven naar de Nieuwe Kerk. Aan den ingang zullen zjj door twee Cere moniemeesters worden ontvangen en geleid naar hunne zitplaatsen. VII. Het Corps Diplomatique zal worden uitgenoodigd tot het bjjwonen der plechtigheid, met verzoek daartoe te 10 uur 30 in de Nieuwe Kerk aanwezig te zijn. Gemeld Corps zal door twee Ceremonie meesters worden ontvangen, en naar de voor de Diplomatie bestemde Tribune worden geleid. VIII. De Ministers van Staat, de Groot kruisen der Nederlandsche Orden, de Hooge Raad der Nederlanden, de Algemeene Reken kamer, de Commissarissen der Koningin in de Provinciën, het Hoog Militair Gerechtshof, de Hooge Raad van Adel, de leden van aadere Collegiën en de verdere Staatsambtenaren voor welke plaatsen zjjn aangewezen, alsmede alle andere personen die zullen worden toegelaten, zullen zich in de Nieuwe Kerk vereenigen op het uur vermeld op het aan hen uitgereikt bewijs van toegang. De Indische Vorsten welke de Plechtige In huldiging van Hare Majesteit de Koningin zullen bijwoneD, worden uitgenoodigd Zich te 10 uur 45 te bevinden aan de Niouwe Kerk, alwaar Zij door twee Ceremoniemeesters zullen worden ontvangen, en geleid naar den Troon: Zij zullen rechts en links aan den voet van den Troon Hare Majesteit afwachten. IX. De aan het Koninklijk Huis aan rerwan- te Vorsten en Vorstinnen, die de Plechtigheid zullen bjjwon6n, worden uitgenoodigd Zich te 10 uur 40 van het Koninkljjk Paleis te bege- zonder warmte dit zijne moeder mededeelde, stond ook Edith erbjj. Haar bleek gelaat werd nog een laatste schaduw ontnomen, maar ze sprak geen woord. De kleine, teedere Edith bezat een trotsch hart. Ze wilde hare gevoe lens niet verraden. En toch trof het onverwachte haat zwaar. Zjj had Jozef kunnen vergeten, zij had kun nen zien hoe hij haar opgaf nu hjj het zoo gemakkelijk deed, gevoelde ze eerst hoe zeer ze hem bemind had, hoe groot haar offer was. Het dagelijksch leven, de drukte in salens en openbare plaatsen duurden voort, en gelukkig voor haar. Voor zich zelve restte haar geen tijd. Maar toen na eenige dagen Leo aanstal ten maakte te vertrekken, kon en mocht ze den vrijen loop geven aan hare tranen. De vrooljjke student was ten zeerste verwonderd en verklaarde luimig //Eddylief. Ik heb me waarlijk vergist, toen ik vreesde, dat ge reeds een fashionable dame waart geworden ge zingt nog als een kind. Nu, troost je, Leo komt spoedig weder." Ja, hij kwam weder, maar een ander niet. Toch lashte ze door hare tranen om zijne scherts en hjj wist niet hoe bitter deze tranen waren, noch vermoedde, dat ze spoedig reeds veel bitterder nog dan thans zou weenen. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1898 | | pagina 1