No. 3055.
Donderdag 11 Augustus 1898.
23ste Jaargang
DE INHULDIGING.
Bedrogen geluk,
BUREAU: St. Jansstraat. Haarlem.
Officieel Programma.
ffragfflaó voor eSfCooró- en Stuió-effCollanó
ABONNEMENTSPRIJS.
Per 3 maanden voor Haarlemf 1,10
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post1,40
Voor het baitenland 2,80
Afzonderlijke nummers 0,03
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve Zon- en Feestdagen.
Redacteu r-U itgever, W. KÜPPERS.
VINX1ENDRAÏ
AGITE MA NON AGITATE
PRIJS DER ADVERTENTIEN.
Van 1—6 regels50 Cents.
Elke regel meer71li»
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Con tant.
Hoojdagenten voor het BuitenlandCompagnie Générale Puhlicitè Etrangère
G. L. DA URE Co. J O UNF.J ONES Succ., 31óts Faubourg Monlmartre
De St.-Gt. bevat het Koninkljjk Besluit
van 5 Auguatus betreffende de plechtige
beëediging en inhuldiging van Hare Ma
jesteit Koningin Wilhelmina, binnen
de stad Amsterdam. Het luidt als volgt:
ln naam van Hare Majesteit Wilhel
mina, bjj de gratie Gods, Koningin der
Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz., enz., enz.
Wjj Emma, Koningin-Weduwe Regen
tes vaD het Koninkrjjk.
Op de voordracht van den Minister van
Binnenlandsche Zaken van 4 Augustus
1898, no. 7, Kabinet
Gelet op artikel 51 der Grondwet;
Hebben besloten en besluiten
De beide Kamers van de Staten-Gene-
raal tot eene openbare en vereenigde ver
gadering bjjeen te roepenter zake der
plechtige beëediging en inhuldiging van
Hare Majesteit de Koningin, welke in de
Nieuwe Kerk binnen de stad Amsterdam,
op Dinsdag 6 September 1898, des voor
middags te half elf ,uur zal plaats hebben.
Afschrift van dit besluit, het welk in het
Staatsblad zal worden geplaatst, zal wor
den gezonden aan de beide Kamers der
Staten-Generaal, aan den Raad van State,
aan de Departementen van Algemeen Be
stuur en aan de Algemeene Rekenkamer.
Soestdijk, den 5den Augustus 1898.
EMMA.
De Minister van Binnenlandsche Zaken.
H. Goeman Dokgesius.
De Opper-Ceremoniemeester van Hare
Majesteit de Koningin en de Luitenant-
Generaal, Adjudant-Generaal en Chef van
het Militaire Huis van Hare Majesteit
hebben de eer mits deze bekend te maken,
het Ceremonieel, waarmede Hare Majesteit
de Koningin op den 6den September 1898
in de Nieuwe Kerk te Amste: dam plech
tig zal worden ingehuldigd, en het Pro
gramma voor den plechtigen Intocht van
Hare Majesteit de Koningin in de Hoofd
stad des Rjjka op 5 September te voren,
en voor den plechtigen Intocht van Hare
Majesteit in de Koninklijke Residentie op
9 September daaraanvolgende.
EERSTE AFDEELING.
Betreffende het vertrek uit 's- Gravenhage
en den Plechtigen Intocht in de
Hoofdstad des Rijks.
Hare Majesteit de Koningin, vergezeld
van Hare Majesteit de Koningin-Moeder
zal op Maandag den 5den September 1898,
te 1 uur en 9 minuten met een Extra-
F EU ILL ET O Hf.
38. Vervolg.)
Gerhard von Reichenau zeide dadeljjk tot
hem Ik wacht reeds vrjj lang, maar mocht
mijn post niet verlaten zonder u te hebben ge
sproken, want alleen voor u ben ik in de stad
gekomen."
«Voor mjj? Gerty is toch wilde de jonge
beeldhouwer vragen.
//Ja, ijj zendt mij; want ofschoon gij gezwe
gen hebt, hoorden wij toch van het groote suc
ces, dat aan uw hoogontwikkelde kunst in de
academie ten deel viel.//
Jozefs gezicht verhelderde en terwijl zjjn gast
lustig doorpraatte, beproefde hjj zijne gewone
stemming te herkrijgen en zijnen gast de gewone
beleefdheden te bewijzen. Deze echter was reeds
door hulp van de dienstvaardige hospita geheel
op sijn gemak hjj stak een nieuwe sigaar op
en trok dan ïjjn jongen zwager zacht tot zich
op d« sophs: //Werkeljjk Jozef//, verzekerde hjj,
«Gerty en ik sjjn trotsch op u, wjj hebben ons
dermate orer «.w behaald suoces verheugd, dat
ik not akeUik - ..r hier moest om u geluk te
wenschen. Vei:v- nu eens. Zjjt ge nog al tevreden
over dit resultaat r
Jozef moest zjjne gedachten verzamelen. Of
schoon hjj zooveel mogelijk zich zelf trachtte
te beheerschen, waren toch alle gedachten, die
niet op//dat eenez/betrekking hadden, verstrooid.
trein van den Staatsspoorweg van 's Gra
venhage naar Amsterdam vertrekken, en
te 2 uur en 15 minuten aan het Staati-
spoor-station aldaar aankomen.
Te Amsterdam zal Hare Majesteit op
het perron van het Stationsgebouw bij
den ingang van de Koninklijke Ontvang
kamer worden ontvangen en gecomplimen
teerd door
a den Commissaris der Koningin in de pro
vincie Noord-Holland, met de leden van Ge
deputeerde Staten en den Griffier
b. den Burgemeester van Amsterdam, met
de Wethouders en den Secretaris.
Verder zullen zich met gelijk doel in de
Koninkljjke Ontvangkamer bevinden
c. de Leden van deo Gemeenteraad van Am
sterdam
d. de President, de Vice-President, de Pro
cureur-Generaal, de Advocaten-Generaal, de Grif
fier en de Substituut-Griffiers van het Gerechts
hof te Amsterdam
e. de President, de Vice-President, de Offi
cier en de Substituut-Officieren van Justitie,
de Griffier en de Substituut-Griffiers der Ar-
rondissements-Recbtbank te Amsterdam
f. de Kantonrechters te Amsterdam
g. de Directeur en Commandant der Marine
in de Directie Amsterdam
h. de Bevelhebber in de 1ste Militaire Af-
deeling
i. de Commandant van de 1ste Divisie In
fanterie, de Plaatselijke Commandant van Am
sterdam en de Commandant van de Schuttel jj
van Amsterdam
k. het Cen'.raal-Camité voor de feesten !e
Amsterdam.
Op het Stationsplein zullen zjjn opgesteld
links van het Stationsgebouw
a. eene compagnie der dienstdoende Schu'.-
terjj van Amsterdam, als Eerewacht, met het
Vaundel en de Muziek;
b. eene Compagnie van het 7 de Regim. In-
faLterie, als Eerewacht met het Vaandel en de
Muziek.
De stoet, waarmede Hare Majesteit de
Koningin het Stationsgebouw zal verlaten,
wordt als volgt samengesteld:
I. Zestien bereden Marechaussees.
II. Een escadron van het 3de Regiment Hu
zaren met den Standaard en de Muziek.
III. Een detachement vaa het Korps Rjj-
dende Artillerie.
IV. Twea bereden Officieren
Een Ritmeester en een 1ste Luitenant van
de Cavalerie.
V. Eene Compagnie van het 2de Regiment
Vesting-Artillerie.
VI. Een detachement van de Koloniale Re
serve
Vil. Een detachement Mariniers.
VIII. Twee bereden Officieien:
Een Kapitein-Intendant en een lste Luite
nant van de Vesting Artillerie.
IX. De Koninklijke Militaire Kapel van het
Regiment Grenadiers en Jagers.
X. Een detachement Matrozen.
XI. Een compagnie van de stedelijke Schut-
terjj te Amsterdam.
XII. Twee bereden Officieren
Een Kapitein en een le-Luitenant van de
Infanterie.
XIII. Het lste gedeelte van de Eerewacht
te paard.
XIV. Twee bereden Officieren
Een Kapitein van den Genetalen Staf en
een lste Luitenant van de Ktjjgsschool.
Zjjn geheel wezen geleek de bedriegelijke rust
van een diepe zee. Men ziet niet aan de sohjja-
baar kalme oppervlakte, dat wilde elementen
inde diepte sluimeren. Eerst als de storm ze
opjaagt openbaren ze zich. De hartstocht was ook
heden, den storm gelijk,door Jozefs hart gevaren,
schoon de hooge golven des gevoels zich thans
weer hadden gelegd om door eene onheilspellen
de rust te worden gevolgd. Jozef vond zijne
gedachten terug Gerhard's vraag hielp hem
ertoe.
«Hoe ik over mjjnen arbeid tevreden ben//?
herhaalde hij. //Och slecht en goed. In ver
gelijking van mjjn ideaal blijft alles knoeierij,
doch de Croesussen betalen hier goed. Ik heb
een rijken kooper gevonden en kan tevreden zijn.//
//En gevolg geven aan den vurigsten uwer
wenschen. Wanneer zult ge naar Italië gaan om
daar tot verbetering uwer «knoeierijen" uwe stu
diën te voltooien
Reiohenau lachte bij zjjne woorden, Jozef ech
ter keek hem verwonderd, haast toornig aan,
//Waaraan denkt ge?" antwoordde hjj. //Daartoe
heb ik nog niet genoeg gewerkt.//
//Ik meende van wel."
//Hoe dat
//Wel, gjj arbeiddet toch niet alleen, wij heb
ben het, met u gedaan, Gerty en ik. De u ont
brekende som hebben wjj gespaard en ik ben
gekomen, ze te uwer beschikking te stellen.
Het zou toch jammer zijn, zoo uw talent nog
langer de ontwikkeling moest ontberen, waar
voor het rijp is. Dus mjjn jongen, naar
Italië."
Gerhard Von Reichenau had zeer snel ge-
XV. Een Stalfourier en twee Rij knechts te
paard.
XVI. De Ceremoniemeester van Hare Majes
teit de Koningin, gezeten ia een rjjtuig met
twee paarden.
XVII. De diens'doende Kamerheeren, gezeten
in twee rjjtuigen, elk met twee paarden.
XVIII. De Hoofden der Departementen van
de Koninklijke Hofhouding, gezeten in twee
rjjtuigen, elk met twee paarden.
XIX. Het tweede gedeelte van de Eerewacht
te paard.
XX. Twee bereden officieren
Een Kapitein en een lste-Luitenant van het
Oost-Indische Leger.
XXI. De Hofdames van Hare Majesteit de
Koningin en de twee Adjudanten der Marine
v&n Hare Majesteit, gezeten in een rjjtuig met
twee paardeD.
XXII. De Hofdames van Hare Majesteit de
Koningin-Moeder en de Kamerheer van Hare
Majesteit de Koningin, Particulier Secretaris
van Hare Majesteit de Koningin-Moeder, ge
zeten in een rijtuig met twea paarden.
XXIII. De Groot-Officieren van Hare Majes
teit de Koningin, gezeten in eed rijtuig met
vier paarden.
XXIV. De Dames Ju Palais van Hare Majes
teit de Koningin, gezeten in een rjjtuig met
vier paarden.
XXV. De Groot-Meesteressen van Hare Ma
jesteiten, gezeten in een rijtuig met vier paarden.
XXVI. De Opper-Ceremoniemeester van Hare
Majesteit de Koningin, gezeten in een rijtuig
met vier paarden.
XXVII. Het 3e gedeelte van de Eerewacht
te paard.
XXVIII. Twee Stalmeesters i. b. d. van Hare
Majesteit de Koningin, te paard;
XXIX. De Ordonuans-Officieren van Hare Ma
jesteit de Koningin, te paard,rjjriende op éen gelid
XXX. HARE MAJESTEIT DE KO
NINGIN, vergezeld van Hare Majesteit
de Koningin-Moeder, gezeten in een rij
tuig met acht paarden, gaande een koet
sier naast elk paard.
Rechts van het Koninklijk rjjtuig de Chef
van het Militaire Huis van Hare Majesteit de
Koningin, Adjudant-Generaal van Hare Majes
teit, de Generaal-Majoor Bevelhebber in de lste
Militaire Afdeeling, en de Commandant van
de Eerewacht.
Links van het Koninkljjk rjjtuig de Luite
nant-Generaal Adjudant-Generaal van Hare
Majesteit de Koningin, en de Onder-Comman
dant van de Eerewacht.
Achter het Koninklijk rijtuig:
a. de Adjudanten in gewonen dienst van Hare
Majesteit de Koningin, te paard, lijdende op
één gelid.
b. Zjjne Hoogheid JangdiPertoewan
besar SjarifHasjimAbdoelDjalil
SaifoeddiD, Sultan van Siak Srilndra-
p o e r a en Onderhootigheden.
PangeranArioMataram, Luitenant-
Kolonel bjj den Generalen Staf, Broeder van
Zjjne Hoogheid den Soesoe hoenan van
Soerakarta.
Pangeran Mangkoe Negoroen
Pangeran Sosro, Zoons van Zjjne Hoog
heid den Sulian van Koetei, allen te paard en
rjjdende op ééu gelid
c. de Adjudanten in luiteDgewonen dienst
van Hare Majesteit de Koningin, rijdende drie
aan drie en naar ouderdom van rang
d. de niet ingedeelde bereden Hoofd-Offieie-
ren van het Garnizoen van Amsterdam, rjjden
de vier aan vier en naar ouderdom van rang.
XXXI. Het 4de gedeelde van de Eerewacht
te paard.
sproken, als wilde hjj een ontjjdig antwoord
van Jozef voorkomen. Daar deze echter in het
geheel niet sprak, blikte hjj hem vorschend
aan. Jozef wendde echter het hoofd af. Hij
wist zelf niet hoe en vanwaar het kwam,
doch op dit oogenblik herinnerde hij zich aan
den avond, waarop Gerty hem een stuk van
haar droog brood had gereiktzjjne zuster
deelde nog hare middelen met den broeder.
Hjj stikte bijna, toen hjj het benauwend
antwoord sprak:
//Neen, zwager Reichenau, dat neem ik van
u niet aau. Ik dank u echter duizendmaal."
Die moeite schenken we u op den koop toe.
Hier, neem het geld.//
Dit klonk als een bevel, doch Gerhard's
blikken rusten biddend op het bewogen gelaat
des jongen mans toen hjj verder zeide
«Waartoe hebben we dan gespaard?//
//Maar ik kan dit niet aannemen," hield
Jozef vol.
«En waarom niet klonk het droeve weder
woord. «Zie, mijn. jongen ik ben zoo trotsch,
iemand te kunnen helpen. Eens vermocht ik
slechts het geld te verkwisten in dolle licht
zinnigheid en treurige zorgeloosheid. Nu ben
ik verstandiger en naar ik hoop beter gewor
den. Leed bracht ik over de mjjnen. Thans
kan ik sparen doch van hen, die ik ljjden deed,
is niemand meer, dien ik dienen kan met
mjjne spaarzaamheid. Mjjne ouders zjjn dood,
mijue zusters rijk getrouwd en Rafael behoort
tot hen, die rjjk zijn in hunne armoede. Zijl
gij dan niet de eenigste en naaiste, dien ik hel
pen kan
XXXII. De aan het station aanwezig geweest
zijnde Eerewacht van de stedeljjke Schutterij
met het vaandel en de Muziek.
XXXIII. De aan het Station aanwezig ge
weest zijnde Eerewacht van het 7de R«giment
Infanterie, met het Vaandel en de Muziek.
XXXIV. Een commando Cavalerie tot slui
ting van den stoet.
De stoet zal den volgenden weg nemen:
Sarphatiestraat, Hooge Sluis, Frederiks-
plein Utrechtschestraat tot de Heeren
gracht, Heerengracht noordzijde voorbjj
het Thorbeckeplein tot de Vijzelstraat, de
brug over en langs de Heerengracht zuid
zijde tot de Leidschestraat tot de Keizers
gracht, Keizersgracht oostzjjde tot de Raad
huisstraat, Raadhuisstraat, N. Z. Voor
burgwal, Paleisstraat, om het monument
op den Dam naar het Koninkljjk Paleis.
Bij aankomst van Hare Majesteiten op
den Dam, zal voor den linkervleugel van
het Koninklijk Paleis zjjn opgesteld eene
Eerewacht van Matrozen en Mariniers,
met het Stafmuziekkorps van de Konink
ljjke Nederlandsche Zeemacht.
De stedeljjke Schutterij en het Garni
zoen van Amsterdam zullen op den weg
door den stoet te volgen, zjjn opgesteld.
Bij aankomst in de Hoofdstad zal Hare
Majesteit met 101 kanonschoten worden
begroet, het carillon bespeeld en de klok
ken geluid worden, totdat Hare Majesteit
het Koninklijk Paleis zal zijn ingetreden.
De ter reede van Amsterdam liggende
oorlogsschepen zullen hoogstderzelver komst
mede verkondigen door het lossen van
bovengenoemd aantal kanonschoten.
Alle leden der Koninkljjke Hofhouding
zjjn gekleed in gala, de Civiele Autori
teiten in ambtsgewaad en in gala, de Mi
litaire Macht in groot tenue.
TWEEDE AFDEELING.
Ceremonieel der Plechtige Inhuldiging van
Hare Majesteit de Koningin.
Door een Koninklijk Saluut van 101
kanonschoten, het bespelen van het caril
Ion en het gelui der klokken zal de Plech
tigheid worden aangekondigd.
De Plechtige Beëediging en Inhuldiging
van Hare Majesteit de Koningin zal
plaats hebben in de Nieuwe Kerk.
De Koninkljjke Kroon, de Koninkljjke
Schepter, de Rjjks-appel en de Grondwet
van het Rjjk, liggende op roodflnweelen
kussens zullen tijdig vóór den aanvang
der Plechtigheid op een Kredenstafel te
genover den Troon worden nedergelegd.
De Plechtigheid zal als volgt zjjn ge
regeld
I. Des morgens te 10 uur zullen in het Ko
ninklijk Paleis moeten aanwezig zijn alle Dames
en Heeren, aaDgewezen om Hare Majesteiten en
Gerhard was waarlijk schoon, toen hij al
dus sprak. Trots zijn fijn ietwat ljjdend ge
laat geleek hij zjjnen vader. Hjj had zich
warm gemaakt bjj zijn pleidooi en zijn goe
dig oog rustte vriendeljjk op deu jongen man.
«Waarom denkt ge niet eerst aan uwe kin
deren?" riep deze eindeljjk uit.
«Ei, ei, die kleine schalken" lachte Ger
hard, «er rest mjj nog tijd genoeg om aan hen
mijn spaartalenten te toonen. Ea dan, werk
ik niet voor hen als ik een suikeroompje help
groot worden en zijn naam vestigen? Voor
mjjn part moogt ge hun met rjjken intrest het
geleende later terugbetalen. Maar scherts ter
zijde, de zaak is in orde, niet waar Gij stemt
toe
Onwillekeurig gleed Jozefs hand in de toe
gestoken hand zjjns zwagers. Het onweerstaan
baar verlangen naar het schoone Italië, de
hoop, zjjne idealen te verwezenlijken, tenminste
nabij te komen, hadden den toorn en de bit
terheid zjjns harten overwonnen en geestdrift
schitterde weer in zjjn diepe oogen, toen hjj
Gerhard de hand tot afscheid had geboden
en zeide //Over drie dagen vertrek ik.//
Hjj hield woord. Drie dagen waren voldoende
om aan al zijne verplichtingen te voldoen. Van
Leo nam hjj in het bierhuis afscheid, aan den
portier ran bet Edelheimsehe paJei» reikte bjj
eenvoudig zjjn kaartje voor «Madame.^ Den
handelsraad ignoreerde hij. Maar nog vóór de
kleine traditioneele letters p.p.c. Else bereikt
had, was het nieuws van Jozefs plotseling be
sluit en de beschrjjving van zijn veranderd
wezen tehuis verteld door Leo. Toen hij, niet
de overige Vorsteljjke Personen naar de Nieuwe
Kerk te vergezellen.
II. De dienstdoende Schutterjj en het Gar
nizoen van de Hoofdstad zullen te 10 uur op
den Dam de hun aangewezen plaatsen moeten
hebben ingenomen.
III. Te 10 uur zal aan het Koninkljjk Pa
leis moeten zjjn opgesteld voor den linker
vleugel eene Eerewacht van eene compagnie
der dienstdoende Schutterij van Amsterdam met
de Muziek, voor den rechtervleugel eene Eere
wacht van den Nederlandschen Studenten Schiet-
bond.
Voor den ingang van de Nieuwe Kerk zal
te 10 uur moeten zijn opgesteld rechts eene
compagnie Grenadiers met de Koninkljjke Mi
litaire Kapel van het Regiment Grenadiers en
Jagers, en links eene compagnie Jagers.
Te 10 uur zal in de Nieuwe Kerk, van af
de deur van het kerkgebouw tot den halven
afstand naar den Troon, zjjn opgesteld eene
enkele rjj manschappen van de dienstdoende
Schutter jj van Amsterdam.
IV. Van af het Koninklijk Paleis tot aan de
Nieuwe Kerk zal worden opgesteld een bjj on
gunstig weder overdekte gang, aan weerszjjden
waarvan zullen zjjn geplaatst Adelborsten van
de Koninklijke Nederlandsche Marine en Ka-
detten van de Koninkljjke Milit. Academie.
V. Des ochtends te 10 uur wordt aan de
Leden van de Staten-Generaal met de Grif
fiers en de Commiezen-Griffiers der beide Ka
mers gelegenheid gegeven desverkiezende in
het Koninklijk Paleis bijeen te komen, en zich
te 10 uur 15, geëscorteerd door een commando
van het 7de Regiment Infanterie, van het Pa
leis te begeven naar de Nieuwe Kerk. Aan
den ingang zullen zjj door twee Ceremonie
meesters worden ontvangen en geleid naar hunne
zitplaatsen tegenover den Troon.
Aldaar zullen zjj zich in eene Openbare en
Vereenigde Zitting constitueeren.
VI. De Ministers, Hoofden van Minister!*
eele Departementen, en de Leden van den Raad
van State, zullen te 10 uur 15 in het Konink
lijk Paleis bjjeenkomen en zich te 10 uur 30
van het Paleis te voet begeven naar de Nieuwe
Kerk.
Aan den ingang zullen zjj door twee Cere
moniemeesters worden ontvangen en geleid
naar hunne zitplaatsen.
VII. Het Corps Diplomatique zal worden
uitgenoodigd tot het bjjwonen der plechtigheid,
met verzoek daartoe te 10 uur 30 in de Nieuwe
Kerk aanwezig te zijn.
Gemeld Corps zal door twee Ceremonie
meesters worden ontvangen, en naar de voor
de Diplomatie bestemde Tribune worden geleid.
VIII. De Ministers van Staat, de Groot
kruisen der Nederlandsche Orden, de Hooge
Raad der Nederlanden, de Algemeene Reken
kamer, de Commissarissen der Koningin in de
Provinciën, het Hoog Militair Gerechtshof, de
Hooge Raad van Adel, de leden van aadere
Collegiën en de verdere Staatsambtenaren voor
welke plaatsen zjjn aangewezen, alsmede alle
andere personen die zullen worden toegelaten,
zullen zich in de Nieuwe Kerk vereenigen op
het uur vermeld op het aan hen uitgereikt
bewijs van toegang.
De Indische Vorsten welke de Plechtige In
huldiging van Hare Majesteit de Koningin
zullen bijwoneD, worden uitgenoodigd Zich te
10 uur 45 te bevinden aan de Niouwe Kerk,
alwaar Zij door twee Ceremoniemeesters zullen
worden ontvangen, en geleid naar den Troon:
Zij zullen rechts en links aan den voet van
den Troon Hare Majesteit afwachten.
IX. De aan het Koninklijk Huis aan rerwan-
te Vorsten en Vorstinnen, die de Plechtigheid
zullen bjjwon6n, worden uitgenoodigd Zich te
10 uur 40 van het Koninkljjk Paleis te bege-
zonder warmte dit zijne moeder mededeelde,
stond ook Edith erbjj. Haar bleek gelaat werd
nog een laatste schaduw ontnomen, maar ze
sprak geen woord. De kleine, teedere Edith
bezat een trotsch hart. Ze wilde hare gevoe
lens niet verraden. En toch trof het onverwachte
haat zwaar.
Zjj had Jozef kunnen vergeten, zij had kun
nen zien hoe hij haar opgaf nu hjj het zoo
gemakkelijk deed, gevoelde ze eerst hoe zeer
ze hem bemind had, hoe groot haar offer was.
Het dagelijksch leven, de drukte in salens
en openbare plaatsen duurden voort, en gelukkig
voor haar. Voor zich zelve restte haar geen
tijd. Maar toen na eenige dagen Leo aanstal
ten maakte te vertrekken, kon en mocht ze
den vrijen loop geven aan hare tranen. De
vrooljjke student was ten zeerste verwonderd
en verklaarde luimig
//Eddylief. Ik heb me waarlijk vergist, toen
ik vreesde, dat ge reeds een fashionable dame
waart geworden ge zingt nog als een kind.
Nu, troost je, Leo komt spoedig weder."
Ja, hij kwam weder, maar een ander niet.
Toch lashte ze door hare tranen om zijne scherts
en hjj wist niet hoe bitter deze tranen waren,
noch vermoedde, dat ze spoedig reeds veel
bitterder nog dan thans zou weenen.
(Wordt vervolgd.)