N 1 E U W E kDagSlaó voor - en Congres van den Ned. Bond „Maatschappelijk Belang. Ko. 3056 Vrijdag 12 Augustus 1898 23sts Jaargang, 77. ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Haarlem Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. Voor het buitenland Afzonderlijke nummers Dit blad rersehjjnt dagelijksbehalve Zon- en Feestdagee. BÏÏHBAïï: St. Janstraat Haarlem. /1,10 c 1,40 «2,80 «0.03 PRIJS DHR ADVERTENTIEN, Van 16 regels Elke regel meer Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. 50 (Jem AGITE MA NOU AGITATE. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant Red a e t e nr-üi t ge v e r, W. KüPPERS. (Het 6e Congres en de 11e Algemeene Vergadering) In ons voorlaatst nummer deelden wjj reeds mede de opening van dit Congres, waarbjj de voorzitter, de beer J. N i e n- h u i s uit Delft eene aeer interessante Ope ningsrede uitsprak, die wjj hier laten volgen: Mijne Deeren Leden van den Nederlandscben Bond «Maatschappelijk Belang» afgevaardigden, vertegenwoordigers van verschillende han delslichamen niet het minst gij die op u naamt op dit Congres uw onderwerp in te leiden vertegenwoordigers van de per»; ik heet u allen hartelijk welkom hisr Ik heet u welkom op dit Vie Congres. Dit Vie Congresmjjne heerenvalt samen met het X-jarig bestaan vam onzen Bond en het zal mg niet euvel worden geduiddat ik bjj deze merkwaardigheid eenige oogenblikken stilsta. Iu mjjne verbeelding ga ik terug tot het jaar 1888 toen wjj onze eerste vergadering te Utrecht hielden. Van heinde en ver, van Oost en West, van Noord en Zuid waren ze saamgestroomd die mannen van kloe ken geestmet practischen blik en bere kenend verstand, die den handel dienen en in den handel hun bestaan zoeken, «men- schen die zich bewegen in dien meest be weeglijken en het meest vastheid en klaar heid vergenden levenskring die de handel heet.» Wat hen samenbracht? Mjjne heeren! Vrjj algemeen had het ge voelen ingang gevondeDdat de man nen die bij den handel belang hebben en daarmede in betrekking staanvoor wie ook 't welvaren van den kleinhandel geen onverschillige zaak is, zich te weinig ver- eenigd hadden en daarom ook voor die be langen waar 't pas gaf niet- of on voldoende werd opgekomen. Dat wenschte men voortaan méér te doen. Daartoe werden de handen in een gelegd. Veelzijdig zou de arbeid zjjn. Ons program van actie dat ik bjj u allen bekend mag rekenen geeft daar van getuigenis. Of allen evsn diep doordrongen waren van het groot belang dat vooropstond Of de samenwerking groot, de toetreding algemeen was? Mjjne heeren Als ge u meermalen be wogen hebt op het terrein dat met den naam van «algemeen belang» wordt aan geduid, dan zult ge weten wat hem wacht die, vaak met ter zjjde stelling van eigen belangen, deze «algemeene» dienen wil. «Wat geeft mjj dat?» «Welk voordeel, tastbaar, direct waar neembaar voordetl steekt daarin «Hoeveel procent Zjjn de meest voorkomende uitroepenen vragen. Het gevoel van solidariteit is bjj velen nog maar weinig ontwikkeld, het groote belang van samenwerking wordt nog door weinigen gevoeld en erkend. Dat ondervond ook de Ned. Bond «Maatsch. Belang.» De tienduizendtallen die men gewacht had en die komen moesten, bleven duizend tallen. In plaats van minstens dertig-dui zend leden, bleef het bjj ruim dris-duizend. Toch, eene trouwe keurbende bleef en steunde ons, en maakte 't mogeljjk dat we konden opkomen voor, en onze aandacht konden schenken aan de algemeene be langen n. 1: o. a. door in esn adres de aandacht van de Regeenng te vestigen op de leemten voor komende in het ontwerp van met inzake faillis- ssmcnt en de surséance van betaling. Te dien einde werd in 1891 eene Commissie benoemd, welke Commissie in een zeer uitvoerig rapport hare bezwaren ontwikkelde. Bjj de behandeling van de Wet op de Bedrijfs belasting, werden bjj herhaling de aandacht van Begeering en Volksvertegenwoordiging gevestigd, op verschillende bezwaren aan deze belasting verbonden bezwaren die handel en njjverheid zouden drukken. Op wjjsiging van de zegelwst werd aange drongen. Ten einde de Nederlandsehe industrie te be vorderen werd gevraagdden aa-ibouw van Oorlogsschepen zoo mogeljjk toe ta vertrouwen aan Nederlandsehe inrichtingen van Scheepbouw. Herhaaldelijk werden pogingen in het werk gesteld om betere wettelijke regelingen te erlan gen ten einde de vervalsching van levensmid delen tegen te gaan. Uitvoerige rapporten en adressen werden aan de Begeering verzonden om afdoende maatrege len te nsmen en deze in eea wet te belicha men, ten einde in het belang van den Neder landscben handel zwendekrjj en fLiichentrekkeijj tegea te gaan. Om wjjziging van de Coöperatie-wet te ver- krjjgen, werden herkaaldeljjk pogingen in het werk gesteld en adressen ingezonden. De oprichting van Volkscredietbanken werd met succes ondernomen en aan de orde gesteld. De oprichting van Onderlinge informatie bu reaux, werd op verschillende plaatsen in ons land bewerkstelligd. De hier ter stede (Haarlem) be staande Vereeniging van dien aarddiende daartoe tot model en de heer H. J. Visser alhier, levende de daartoe vereischte en eerste grgevens. Dit, en nog véél meer, te veel om hier op te noemen, werd door den Bond in zjjn 10-jarig bestaan tot stand gebracht. Voor economische zoowel als sociale belangen had hjj open oog. In den socialen strijd onzer dagen bleef de Bond niet ljjdeljjk toezien. Mjjne heerenDit alles kon bewerkt wor den door die troiwe keurbende, waarvan ik zooeven sprak. Hoe wakker stonden ze steeds schouder aan schouder. Hoe diep doordrongen waren ze van 't hooge belang der zaak die ze dienden. Met welke een waardigheid werd steeds voor die belangeD gestreden. Hoog ernstig vertoonde zich de Bond, opkomend voor zjjne belangeu. Eene onwaardige handeling werd nooit door hem bedreven, altjjd strjjdend met open vizier. Ik ben er trotseh op te kunnen getuigen, dat ons optreden eerbied heeft kunnen af dwingen en wjj de besten uit de goede aan ons hebben weten te verbinden. Zouden we heden even als vroeger zu:ke eminente mannsn bereid gevonden hebben om ons voor te lichten en te dienen mat hunne talenten, zoo wjj ons dat niet hadden waardig betoond? Al» ernstige menschen dienende eene goede zaak hebben zjj zich laten vinden, wetende dat ernstige mannen met hooge beginselen hen hebben uitgenoodigd. Mjjne heeren, dit alles nagaande en over wegende is er op dezen merkvraardigen dag naast de teleurstelling die wjj onder vonden eene dankbare stemming in mjjne ziel. Moge tot meerdere bevestiging daarvan, dit Congres medewsrken en u aansporen om meer nog dan tot heden onze zaak, de zaak van 't algemeene, Maatschappeljjk Belang, te steunen. Hiermede verklaar ik dit Congres ge opend. Door den voorzitter, den heer J. N i e n- huis werd hierna uitnaam van den Bond hulde gebracht aau H. M. de Koningin. De Afgevaardigden rezen van hun zetels op, met een driemaal herhaald«Leve de Koningin Als inleider trad op de heer Dr. D. B o uit Winschoten, mei het onderwerp: ellan- delsonderwijsIn eene keurige rede zette de heer Bos uiteen het groote gebrek dat in ous laud heerscht in de opleiding tot den handel en gaf daarbjj aan welke ver- beteringen te brengen zjjn op dat gebied Onze burgerscholen deugen aiet wat be treft de opleiding van den jongeling tot den handel en onze juristen, vaak in han delszaken gemoeid, zjjn te weinig op dat gebied ontwikkeld. Wjjzende op Duitschland, Zwitserland, en Beieren gaf hjj aan, dat handels-cur sussen en zelf» een handels-academie op te richten, hoogst noodzakeljjk is, om onzen handel tegenover het buitenland hoog te houden. In zjjn helder uiteenzetten van zjjn betoog, kwam hjj tot de volgende con- clusiën 1. De opleiding vsn den koopman is over 'i geheel in ons laad zeer gebrekkig. 2. Het is noodeakeljjk, dut in alle handels plaatsen van eenige beteekenii de gelegenheid wordt geopend vakonderwijs als voorbereiding voor den handel te ontvangen. 3. Dit vakonderwijs behoort in drie trappen voort te komen naar gelasg van den bereikten ontwikkelingsgraad der jongelieden m. In den vorm van handelscurtuisen, aan sluitende bjj goed ingericht voortgezet lager of herh&lingionderwijs. t. Als handelsscholen van tweejarigen cursus, volgende op een driejarige burgerschool oplei ding, zooals thans te Amsterdam. c. Als handelsacsdemie, liefst in Amsterdam te vestigen. 4. l'inanciëele steun van het rjjk, provincie en gemeente, naast toezicht door een deskundi gen inspecteur is gewenacht en gerechtvaardigd. De hesr Hulsman uit; Amsterdam deel de zjjne r jjpe ervaring mede op handelsgebied en drong aan tot het oprichten eener handels academie waartoe de Minister steun had toe gezegd. Ook de heer K roon sloot zich bjj de sprekers aan, waarna de conclusion door Dr. 1). Bos genomen met algemeene stem men werden aangenomen. De heer Mr. H. Bin nerts uit Heeren - veen, besprak de vraag vWat kan nog van Rjjkswege worden gedaan om te bevorderen, dat het Credietwezen in den handel op deugdeljjke grondslagen rust?' Hjj wilde niet spreken over het crediet dat genomen wordt door de leveranciers maar over het crediet dat gegeven wordt. Daarbij trad hg in uitvoerige beschouwin gen over wetteljjke bepalingen omtrent den eigendom tot den handel betrekking heb bende hjj betreurd» de geheimhouding van het vermogen. Spr. kwam in zjjn breed voerige toelichting tot de volgende con clusie, die met algemeen stemmen' werd aangenomen //Het is wenssheljjk, dat in de wetten op de Vermogensbelasting en de Bedrijfsbelasting eene bepaling wordt opgenomen, waarbjj aan hem, die aantoont zijn belang bij de bskendheid met eenigen aanslag op de kokieren van de be'as- tingen, de mogelijkheid wordt geopend om in zage daarvan te bekomsn.// Na da pauze trad de heer Johs Rüfer Jr, uit Amsterdam, als spreker op. Hjj be handelde art. 152 der grondwet: «Waar in het algemeen belang eigendom door het openbaar gezag moet worden vernietigd of, hetzjj voortdurend, hetzij tijdelijk, moet worden onbruikbaar gemaakt, geschiedt dit tegen scha deloosstelling, tenzij de wet het tegendeel be paalt.// Art. 5 der Add. artt. van de grondwet //Het eerste lid van Art. 152 der grondwet blijft buiten toepassing, totdat de wettelijke re geling omtrent de gevallen waarin geene scha deloosstelling in geval van vernietiging of voort1 durende of tijdelijke onbruikbaarnuking van eigendom verleend wordt, zal zijn in werking getreden.// Spreker gaf aau dat de vleeschkeuring in ons land veel te wenschen overlaat en betoogde, dat eeue rijkskeuring in het be lang van den handel is gewensebt. Hjj keurde de stichting van abattoirs ten sterkste af en kwam daarbjj tot de volgende con clusie //Het 6e congres va» den ¥ed. Bond //Maat schappelijk Belang// Overwegende dat het optreden der Gemeente besturen bij de keuring van levensmiddelen, meer speciaal die Tan vleescb, eene wettelijke regeling der daardoor ontstane schade noodza- ksljjk tnaakt Overwegende dat het recht op Tergoeding, in dien het openbaar gezag optreedt, is erkend door art. 152 der Grondwet, doch het additio- neele art. V. dit beginsel buiten toepassing stelt, totdat de wettelijke regeling omtrent de geval len waarin geene schadeloosstelling verleend zal worden, in werking zal zijn getredsn Overwegende dat de tot standkoming dier regeling, tsl zjj in werking kunnen treden, ook voor handel en njjverheid van 't hoogste belang kan worden geacht; Overwegende wjjders dat eene goede vleeseh- kenr noch door het stichten van Abattoirs, noch door gemeenteverordeningen op dat stuk kan worden verkregen, doch dat eene afdoende rege ling alechts gevonden wordt in eene Rjjkskeur van vee en vleeschwaren Spreett den wensch uit, dat hot Bjstuur van den Bond zich tot de Hooge Rogeering wende, ter verkrijging van de wet, bedoeld bjj het ad- ditioneele art. V der Grondwet, en verder van eene wet regelende de keuring van vee en vleeseh in Nederland.' Deze couclussie werd met algemesne stemmen aangenomen. Da heer Mr. B. L. Th. ran Lier uit Utrecht had tot onderwerp: //Is de invoering eener wet tot bestrjjding der oneerlijke concurrentie noodig In zjjn helder betoog over de onwettige handelingen die gepleegd worden door on eerlijkheid in den handel, gaf hjj duideljjk aan dat de eerljjke koopman te weinig bescherming geniet. In welke vormen zich de oneerljjke concurrentie voordoet toonde hjj aan en meende, om de misbruiken tegen te gaan, het hoogst gewenscht is te komen tot de Duitsche wetgeving, waarna hjj als conclusie stelde //Ofschoon het meer en meer ruim toepassen en uitleggen van arts. 1901 B. W. door den rechter allen lóf verdient, voorziet dat artikel ia vele gevallen niet en is eene wet tot bestrjjding der oneerljjke csncurrentie gewenscht. Wetteljjke regeling in den geest van de Duitsobe wetgeving is aan te bevelen.// Er ontspon zich eeu druk debat, waar uit bleak, dat er hier te lande nog al wat oneerljjke concurrentie wordt gepleegd. De conclussie werd goedgekeurd en Mr. Van Lier oogstte den dank der vergadering. Door verhindering van Mr. Sm een ge trad de heer W. D. J. Van Meeheren Brouwer op, met een bespreking over de «Vrouwententoonstelling te 's Graven- hage.» Niet onaardig deed hg eene wandeling met de Congresleden door de Tentoonstel ling waarbjj hg wees op de vele beroepen door de vrouwen uitgevoerd enz., om stil te bljjven staan voor de afdeeling aange duid met het opschrift«Hongerloon» Schreeuwend noemde hjj den prjjs waar voor menige vrouw moet arbeiden, en hij vroeg: «Aau wie de schuld?» Deze vraag te beantwoorden, liet hg over aan de Con gresleden, waarvan eenige dan ook gebruik maakten hun weten op dit gebied te geven, door de zaak in tegenovergestelden zin voor te stellen. In iedar geval, zei de heer VanMeeteren, is het aardig te weten hoe die zaak in elkaar zit vandaar dat hjj voorstelde: Het 6e Congres v/d Ned. Bond Maatschap pelijk Belang noodigt de Algemeene Vergadering van den Bond uit cm eene commissie van 5 leden te benoemen, die in den loop van het jaar 1898 een uitvoerig rapport zal indienen omtrent de vragen le Wat is de oorzaak van de lage loonen voor naaiwerk enz., zooals dit gemeld staat op bladz. 95 van de Catalogus van de Nat. Ten toonstelling van Vrouwenarbeid

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1898 | | pagina 1