N 1 E W E Hbagêlaó voor cföooró' en Suió-eXollanó. Stemmen uit het Buitenland. No. 3080 Zaterdag 10 September i 898. 23ate Jaargang. Bedrogen geluk. 7 V» llURLlMSC (oiiim. ABOÏf NEME NTSPRIJS Per 3 maanden voor Haarlem ƒ1.10 Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. c 1,40 Voor het buitenland2,80 Afzonderlijke nummers«0.03 Dit blad verschijnt dagelijks, behalve Zon- en Feestdagen. BUEBAB: St. Janstraat Haarlem; PRIJS DER ADVERTENTIE», Van 1—6 regels Elke regel meer 50 Cem AGITE MA NON AGITATE. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Gents per advertentie a Contant Redacteur-Uitgever, W. KüPPERS. In de Kölnische Zeitung worden de in huldigingsfeesten beschreven met een lof- betuiging voor het Nederlandsche Tolk. De volksvreugde en liefde uit zich op straat en in de café's. Overal ligt een ernstige ideale gedachte ten grondslag, van liefde en aanhankelijkheid jegens hst Vorstenhuis, dat op het oogenblik slechts op twes, maar van jeugd, schoonheid en bevalligheid stra lende oogen rust. Hoe armzalig zegt het blad, staat dat handjevol sociaal-democraten naast de millioenen wien de naam van Oranje het hoogste, alles is. Het publiek is opgeruimd, het houdt grappige gesprekken of zingt vaderland- sche liederen. Uren lang staan de mensehen, de beenen beven, de knieën knikken. Toch houdt het publiek vol Zij moet immers ko men, de lieve vcrschy uing, W i 1 h e 1 m i n a Dof kanongebulder kondigt de aankomst van den koninklijken trein aan en wekt een jubelkreet zonder weerga! Dat is ge voel, geen [commando, dat zijn tonen uit het hart 1 En het roepen zwelt aan tot een gebruis, tot een gedruischPaardengetrap pel! (Nu volgt een beschrjjving van den stoet die de Koningin voorafging)- En nu komt het groote momentde Koningin met haar doorluchtige Moeder. Het was alsof in dat oogenblik de adem stokte. Men hoorde het snikken van vrouwen, heldere kinderstemmen. De gezichten van de kij kers waren bleek van verwachting en uit de menigte rjjst een toon, die bovenmen- scheljjk klinkt. De Koningin sneeuwwit in zyde, hoort deze tonenzy is aangegrepen, diep aangegrepen; de heldere schoone oogen staan vol tranen en zy knikt groetend tus- schen schreien en glimlachen de trouwe menschen toe, die haar omjubelen. Zij trekt voorbij als een droombeeld van de schoone koningsdochter uit het sprookjesland, zoo als Grootje dit zoo mooi schilderde in de vertellingen: «Er was ereis». VoorbjjEen diep opademen van de menigte, die de rechts F EU 1LLET O N. 62. [Vervolg.) Hij was steeds erop bedacht, zoo goed moge lijk ijjne zaken na te komen, doch dezelfde droeve gedachte als vroeger welde daarbij op in zijn energieken geest. Voorwaar, hij strekte zij nen patroon tot veel nut, hij verdiende veel geld voor hem, maar zelf kwam hij niet dermate vooruit als hem was noodig geweest bij zijn huidige kennis van menschen en zaken. Hij wendde tjjne oogen af van de lange rij hooge kantoren, waar de jonge bedienden thans overal uit hunne rijtuigen sprongen. Ook hjj h»d Bruggenaara bescheiden kantoor bereikt; werk vond bij in overvloed. Zgne ge dachten concenteerden zich ras tot zijn dsgelgk- schen arbeid. Bene der bestellingen moest hg gaan aanvullen bij de trotsche en rijke firma Steinert. Onwillekeurig welden de eerzuchtige gedachten van dezen morgen weder op in zijnen geest, toen hij de lange rjj van nieuwsgierig opkijkende jongelieden zag, die vlijtig over hunne lessenaars gebogen, meer uitzicht hadden op een goede carrière dan hij. Niet zonder verwondering hoorde hg echter den magazijnmeester, tot wien hg zich wendde, zeggen «Mijnbeer verlangt u zelf te spreken. Hg is op zijn kantoor, eerste deur links.* Leo volgde de aanwijzing en dacht aan alle mogelijke zaken, welke belang aan den rjjken en links rijdende generaals nauwelijks aan dacht geschonken heeft en uu achteraan jubelt. De groote Engelsche bladen hebben zeer uitvoerige verslagen over de Amsterdamscba feesten, en hoofdartikelen over onzs Ko ningin. Met veel sympathie wordt over de girl- Queen en over het Nederlandsche volk gesproken en men wensebt onze geliefde Wil hel min a en ons volk het beste toe wat een Engelscbman een vreemdeling wenscben kandat onze Koningin, die even als koningin Victoria begint, evenlang- dmrig en voorspoedig moge regeeren als zy, en bij haar volk oven bemind moge blijven, eu dat Nederland een dergeljjk tydvak van welvaart intrede als aan Engeland in de laatste zestig jaar ten deel is gevallen. De Daily Chronicle schrijft «De betrekkingen tussehen Engeland en Holland zijn somtijds gespannen ofwel ver broken geweestonze volkszangen en onze letterkunde dragen daar nog de sporen van. De Hollanders hebben op de Theems onze schepen Terbrand, en met ons geworsteld om de heerschappij ter zee. Maar dat is lang geleden. Tussehen de twee volkeren bestaan nu nog slechts hartelyke gevoelens van vriendschap. De Standard spreekt in denzelfden geest en herinnert aan de vriendschap die Enge land en Nederland Terbonden heeft. Het Nederlandsche volk, zegt het blad, verkeert heden in juist dezelfde omstandigheden als wijzelf in 1837. Eu bet blad hoopt dat Nederland vijftig of zestig jaar later met evenveel voldoening als Engeland thans, op het algeloopen tjjdvak zal terugzien. De Times wijst op de hechtheid van den troon onzer Koningin, gevestigd op de over tuiging van de maatschappelijke kringen. Er zijn van Nederland gewichtige redenen om zijn constitutioneele monarchie in waarde te houden. De monarchie zegt de Times wordt in Nederland terecht beschouwd als een plechtanker voor den eigendom en de orde. koopman konden inboezemen, geen enkelo reden echter vond hij ter veiklaring vsn het ongewone feit, dat de rijke en trotsche Steinert hem, den armen bediende van den eenvoudigen Brugge- naar, te spreken vroeg. Nieuwsgierig blikte hjj dan ook den chef in de goedige oogen. Deze was een Duiischer. Hij had den middelbaren leeftijd nog niet overschreden, schoon hij ouder scheen dan hij was. Zijne trekken waren streng en ernstig, alleen zijn blauwe oogen spraken van goedheid, van een warm kloppend kart. Leo kende mijnheer Steinert vau aanzien, hg had echter nooit een woord met hem gewisseld, zoodat hij nauwelijks durfde hopen, dat dezen zjjn naam bekend was, zeker niet zjjn persoon. Intusschen scheen zulks wel degelijk het geval, want met buitengewone vriendelijkheid kwam de Tjjke koopman hem tegemoet en reikte hem de hand. De zaken waren spoedig afgehandeld en welwillend sprak toen Sieinert //Zeer ttge- un /.in is u op Java geland, is 't niet tr Leo bekende dit volmondig en sprak met eenige woorden over zijne bestemming naar Bombay. //En hoe bevalt het u bjj ons?» vervolgde Steinert, doch hernam, vóór Leo gelegenheid vond te antwoorden»J,k geloof, dat ge op Java niet die betrekkisg hebt gevonden, welke met uwe krachten en bekwaamheden overeenkomt. Uwe werkzaamheid geeft recht op iet» beters Zoo het u bjj onzen goedenBruggenaar te benauwd mocht worden, kunt ge bg mg komen. Er is een plaats open zoo ge wilt is ze voor u.» Leo wist niet of hjj goed verstond. Hem, den De Daily News spreekt van a glorious dag en noemt Amsterdam verrukkelijk en schilderachtig, vooral de grachten. Het blad is van oordeel, dat wy Nederlanders met onze inhuldigingsfeesten de jubilé-versie- ringen der Engelschen in de schaduw zetten. Nog wordt gewezen door de Eogelsche bladen op den eenvoud en de minzaam heid van koningin W i 1 b e 1 m i n a en hare Moeder, bij den intocht en overal in de menschenmassa, die met de beide Vorstin nen feestvieren vol geestdrift. Reuters particuliere berichtgever zegt: 't was alsof de Koningin als een eenvou dig meisje te midden van haar volk voor plezier uit was en met dat alles straalde toch de Majesteit van koningin Wil hei- mi na in haar vollen luister door. De geestdrift, zegt de Standard nog, sleep te iedereen mede. Elk oogenblik scheen het gejuich levendiger en aanhoudender te wor den. Van het oogenblik toen de Ko ningin, na de plechtigheid op den Dam op bet balkon van het paleis verscheen, was er baast iets wilds in den heftigen kreet van toejuiching die oprees toen de jonge Koningin zich vertoonde. En wnarljjk, bet was een hartverheffend gezicht, de Souve- rein in al den praal van het koningschap, de toejuichingen van haar volk in ontvangst nemend, haar bevallig hoofd als 't ware om- kransd door den aureool vau den fonkelen den diadeem. De Belgische bladen zijn verbaasd over de geestdrift die ons volk heeft wakker gemaakt. «Als ooit iemand my komt be weren dat de Hollanders niet zoo Oranje gezind zijn als men denkt,» schreef by voorbeeld Paul Salvagne Zondag aan de Antwerpsche Matin«zal ik hem ant woorden dat by dan de kroningsfeesten maar eens bad moeten komen bijwonen.» Vele schrijvers zijn verbaasd en Terrukt door de reis door dat geheele feestelyk ver sierde Nederland, en vooral over Amster dam zyn ze niet uitgepraat Als om stryd pryzeu de Belgisebe bla- vreemde, werd eene plssts aangeboden hjj het huis Steinert! Hetgeen voor eeu geluk gold in de wereld der jonge employés vie! hem zoo plotseling en geheel onverwachts ten deel. Had dan die kalme Duitscher de gedachten in zijne ziel gelezen, die voor korten tjjd nog hem uaar het hoofd waren gestegen Stormend joegen ze opnieuw door zijn brein, een donkere blos over- toog zgne frissche trekken. Doch hij herstelde zich spoedig „Ik waardeer zeer de groote eer, welke u mjj heden bewijst,# sprak hjj #door me een plaats aan te bieden op uw kantoor. Maar u veroor looft me zeker eeoig uitstel, u vergeeft, hoop ik, mjjn nsodzakeljjk bedanken voor heden.# Nu was het de beurt aan den Nabob om zich te verbazen. Voor hem gebeurde er iets nieuws onder de zon. Want dat hjj iemand een plaats aanbood op zjjn kantoor, welke deie van de hand wees, was hem nog nooit overkomen. Dit nieuwe scheen hem echter te amuseeren, zoo niet te prikkelen. Verwonderd steeds maar toch goedig antwoordde hgZooals ge wilt.# Thans echter haastte Leo zich eraan toe te voegen //Koude ik onafhankelijk handelen, zooals me goed dunkt, dan voorzeker zou ik zonder een oogenblik te aarzelen uw gewaardeeid voorstel aanvaarden. Hetgeen me weerhoudt is enkel de verplichting, welke mjjne dankbaarheid mjj op- legt jegens mjjnheer Bruggenaar #Ah zoo#, zei Steinert //ge hebt een contract met Bruggenaar Weer kleurde een lichte blo» des jongeling» opgewonden gelaat, terwjjl hjj levendig hernam; den de versieringen Yan Amsterdam. George» Eekhoud, van de Rejorme, ii ook vol lof voor de versiering die «over het algemeen zeer smaakvol is.» Hy ver heugt zich dat men onverwacht «niet te erg gevild wordt.» Alleen een koetsier had hem afgezet. Yan de stemming getuigt hy: «De gemoedelijke vroolykheid en degoed- soortige feestvreugde van de bevolking hier hebben mjj niet het minst verrast in deze prachtige stad Amsterdam.» De Indépendance Beige vergelykt den in tocht onzer Koningin binnen Amsterdam, met een optocht uit eeu vertelsel, dat eeu prinsesje uit een feeënsprookje naar het pa leis van haar droomen begeleidde. En over het verschynen van de Koningin op den Dam «Op het oogenblik dat bet koninklyk rjjtuig op bet plein verschyntkomt er groote beweging iD de menigte, eene ge weldige, ontzaglijke, oorverdoovende roep stygt op van beneden, daalt af van de da ken een onvergetelijk schouwspel, dat volk, bekend om zyn nuchter verstand, dat eene souvereine van achttien jaren toejuicht. «De Koningin groet. Eerst buigt zjj, heel gracieu», maar allengs sleept de ontroering van het volk haar mee. Haar groeten wordt zenuwachtiger en opeens wuift de Koningin óók met haar zakdoek ze wuift snel, en ze strekt haar arm naar het volk nit, met een breed gebaar, dat meer zegt dan alle woorden. En het volk, de ontroering van zyn Ko ningin begrijpende, het volk wa« als waan zinnig schreeuwde zjjo blijdschap, zyn geestdrift uit. Toen stond de Koningin op, rechtop in haar rijtuig, en wuifde zenuw achtig met haar zakdoekhet was alsof ze het volk, baar volk, kushanden toewierp. En het gejuich duurde voort, eindeloo», onverzwakt, tot het oogenblik waarop Hare Majesteit voor de deur van het koninklyk paleis uitstapte. «Enkele oogenblikkeu later verscheen de Koningin op het balkon. De troepen //Een contract Neen, dat bestaat niet tus sehen ons. Maar sterker dan een beschreven papier verbindt mg aaa hem mjjne eer en mjjne dankbaarheid. Mjjnheer Bruggenaar nam mg tot zich, toen ik volkomen vreemd en onbekend, als schipbreukeling zonder middelen, hier ge dwongen landde hjj bood den arme gelegenheid zich te redden, het schjjut mjj een heilige plicht bij hem te blijven en hem te helpen, juist nu ik begin voor hem van nut te zjjn. Heb ik dieD plicht vervuld, dan kan het niemand meer onbillijk schjjnen, zoo ik tevens denk aan mjjn voordeel. Voorloopig moet ik Bruggenaar tjjd laten, voor mjj een plaatsvervanger te vinden. Geloof me, mjjnheer, slechts deze overtuiging bindt me De koopman was opgestaan en op hem toe getreden. 't Scheen dat Leo's betoog hem goed had gedaan. Vriendeljjk klopte hjj hem op de schouders, terwjjl hjj antwoordde»Ik deel volkomen uwe begrippen van recht en billjjkheid, mijn jonge vriend, en houd me overtuigd dat deze gevoelens u tot eer strekken en goede grondbeginselen verraden. Intusschen is naar mjjn oordeel mjjnheer Bruggenaar de laatste, dD u» voordeel in dea weg zon staan. Hg vindt voor den arbeid, welke voor u slecht» tgdver- lies oplevert, reeds spoedig een ander. Ik ben vast overtuigd, dat uw principaal mjjne gevoe lens ten volle deelt, anders zou ik u mjjn voor stel niet hebben gedaan. Maar ge kunt, zoo ge wilt, later terugkomen.» Werdt vervolgij

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1898 | | pagina 1