No. 4049. Donderdag i December 1898. 23ste Jaargant. HDagBlaó voor dftoord' en Najaarsgedachten. Spaarzaamheid. Meisjesdroomen b U 1T li Mt AN IX c c2,80 0,03 BUREAU: St. Jansstraat. Haarlem. Zwitserland. Amerika. Engeland. Duitsoliland. Frankrijk. België. ABONNEMENTSPBIJS Per 3 maanden voor Haarlem f 1,10 Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post>1,40 Voor het baitenland Afzonderlijke nummers Dit blad verschgnt dagelijks, behalve Zon- en Feestdagen. Redacteu r-Ui t ge v er, W. KÜPPERS. PRIJS DEB ADVEBTENTIEN. Van 16 regels30 Cent* Elke regel meer71/,» Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant. Hoofdagenten voor het BuitenlandCompagnie Générale Publicité Etrangère AGITE MA NON AGITATE G. L. DAÜBE Co. JOHN., F JONES Succ., Pane Slbis Faubourg Monlmartrt. Stemt het ons niet tot sombere gedach ten, de woeste natuur te aanschouwen met haar donkere wolken, windvlagen en re gen Langs bosschen en velden is bet ge luid verstomd, dat wijd en zijd zoo lustig en vroolijk geklonken heeft, den schoonen zomer ten lied en ten lof ééns, ja, vóórdat de zangers in scharen verdwenen in de verte. Geen enkele bloem, die uw oog nog verrast en ook geen enkele vlin der meer, vroolijk omzwierende en schit terend in den zonnestraal, die hem lief koosde. De bladeren waaien los van de hooge boomen en het beukenbosch daar ginds wordt bruin van tint. De wilde wingerd, die opklimt tegen den brokkeligen muur of de warande en het prieeltje siert, heeft zich geverfd met zijn wondergloeiende kleuren, en de zon die vroeg ondergaat, geeft een gele, stree- perige lucht of blijft achter de wolken schuil. Nog trekken de morgennevels op tusschen de boomen, maar dralend, maar hangend aan de aarde, die zij weldra in mist gaan hullen. Men kan zich niet meer tusschen het groen der boomen in de plantsoenen koesteren in den zonneschijn, want wij zijn in den herfst en reeds loeien de najaarsstormen om de hoeken der straten en kletteren dikke regendrop pels tegen onze ruiten. Straks zullen die stormen losbarsten in al hun woeste kracht, hun dolle vernielzucht botvierend aan de gevallen bladeren, waar men nu wande lend nog zoo prettig bjj droog weder door heen schuifelt. De stormwinden zullen de bladeren op nemen en meevoeren in den dwarrelenden, dollen rondedans en driftig neerwerpen op de wegen en paden, dat men bang wordt om het vochtig voetpad te betreden. De herfst neemt gewoonlijk afscheid van den zomer, weemoedig als elk af scheid, begin van een nieuw jaargetijde, dat met storm zich aankondigt, gelijk er wel niets nieuws doorbreekt, of het komt onder groote en geweldige verschijnselen. Maar de herfst is ook een glimlach van de natuur, eene herinnering aan zomer- sche dagen, zooals soms, door tranen heeD, de mensch glimlacht, wien goede dingen van weleer voor den geest treden, voor wien beelden opkomen van gestorven men- schen en heengedreven dingen. Daar is een tijd van komen en gaan, zoowel van de dingen die groeien en bloei en in de zich wisselende natuur, als bij den mensch. Neen, niets wordt gespaard. Schoonheid, rijkdom, eer, grootheid, alles keert terug tot het niet. Het gaat den FE U1LLETON. 15. (Vervolg). //Kindlief, ik weet niet hoe g\j kunt oordee- len over het karakter van een man, dien gij een enkele maal op een bal hebt ontmoet. Wanneer ge eens een tijdlang in onze kringen zult ge leefd hebben, zult gjj weldra tot de overtuiging komen, dat ons romantische toekomstdroomen vreemd zjjn. Max Beaufort zal, in weerwil van zijne Egyptische heldendaden, nooit de dwaasheid begaan, een arm meisje te huwen omdat hjj dit liefheeft." //Maar, tante Constance, er zullen toch ook wel menschen zjjn, die niet op geldelijk voor deel letten, u «Dat zijn voor het grootste gedeelte meisjes die eene opvoeding genoten gelijk de uwe. Later echter berouwen zjj het bitter, een huwe lijk te hebben gesloten met iemand, die geen fortuin bezitoudere menschen zjjn wijzer. Ik huwde niet uil liefde, en toch was mijn huwe- <ik zeer gelukkig." «ivelukkig zou ik dus nooit kunnen zijn?// vroeg Valerie. ie ztjt pas zeventien jaren kind boven- ivere^nightlt/" '*kdo"> *an zoo volstrekt Valerie dacht aan pi, „re tante van hare vMi" BB S"rton8- Zou JfJas deze r«da kennia stellen ingelicht? mensch als met de boomen in het woud, die eerst een zekeren leeftijd moeteu be reikt hebben, alvorens zij worden gemerkt om te vallen onder des houthakkers bijl. Gemerkt zijn allen! Gemerkt is het kind dat rustig sluimert aan het hart zijner moeder, en dat van sterven zich niet meer bewust is dan var zijn leven, van zich zelf. Gemerkt de jongeling, dié zijn geest zich voelt ontsluiten en zijn hart open gaan, stout zijn idealen-droom nog droo- mende, ontgoocheling en teleurstelling in overmoed nog enkele ijdele klanken wa nende. Gemerkt de jonge maagd, wier be valligheid en schoonheid overal triomfen zullen vieren. Gemerkt de man, die met moed en kracht het leven te gemoet treedt, sterk door de liefde voor zijn geziD. Ge merkt de gebrekkige oude, traag en moei zaam voortstrompelend, die van het leven weinig meer te verwachten heeft. Gemerkt zijn allen, om vroeg of laat te verdwij nen van het aardrgk. Somber zijn deze gedachten, maar zij doeu ons ook denken aan zomeriche dagen, en door tranen heen zien wij opwaarts naar den Algoeden God, onze hoop en troost. En daarom niet enkel somberheid is het, die uitgaat van de stemmende stilte van het landschap met zijn wasig in ne velen vervloeien met zijn zacht, wit licht dat zilverkleurig,hoog tusschen wolken door de zon beschenen, straalt naar omlaag, als groette zij voor 't laatst, met droeven blik haar, die zij niet meer koesteren kan, haar sluimerende aarde die matte afscheids- lach, zoo rustig, zoo kalm neen, al leen herinneringen aan veel schoons, dat genoten werd, aan veel goeds, dat gewrocht werd, kan dien te voorschgn roepen Zij ons heengaan ook als 't lachend afscheid van zoo'n najaars-middag. Mogen zonnige herinneringen van jong-zgn en kracht, van liefde en ongeschokt vertrou wen, van ernstig mannelijk pogen en vol harden hun vriendelijk-kalm licht doen schijnen, als ons de bange ure nadert en ons heengaan omhullen met denzelfden zachten, warmen gloed, als wanneer de natuur zich bij haar ondergang tooit, en die weemoed wekt, om den winter die in aantocht ismaar geeti wreedpijnenden angst of kommervolle bezorgdheid gaande maakt. Want in de vrucht, die rijpte on der onverpoosden arbeid, schuilt voor deu mensch, die zijn plicht betracht, de kiem voor jong en frisch en krachtig hernieuwd leven, zoodra straks na den winter het rgk van het jonge licht is aangebroken. Gelukkig dan hij, die oprechte liefde heeft betracht in strenge plichtsbetrach ting. Want de Heer zal den slechten mensch Tot nu toe had zij geen enkel woord hier over gesproken, ofschoon reeds twee brieven van Charles in haar bezit waren. Valerie wist niet, dat haar oom in zijn brief aan de dame haar alles had medegedeeld en dat hjj hunne verlo ving als kinderachtigheid beschouwde. Mevrouw Langley zag Valerie in het gelaat en als ried zjj de gedachte harer nicht, sprak zjj op onverschilligen toon //Uw oom zeide mjj, dat gij verloofd waart met een vriend uwer kinderjaren, een zekeren Charles Sartoris. Natuurljjk beschouwt de heer Herbert deze verloving als niet bindend.// //Maar voor mjj is ze dat welriep het meisje levendig, zjj het dan ook meer uit plicht gevoel dan uit eene innige overtuiging des harten. //Ge zjjt eigenzinnig, Valerie//, sprak hare tante op kouden toon; //ik hoop echter, dat de ze eigenzinnigheid u niet zal verleiden tot het begaan van dwaasheden. Ik wil niet streng voor u zjjn, want ik weet dat ik daarmede niets zal winnen. De heer Sartoris heeft je ge schreven, welnu, antwoordt hem zoo dikwjjls als ge verkiestmaar ge kunt niet verlangen, dat ik eene verloving erken, die uw oom af keurt en die bovendien eene groote dwaas heid is.// Het is moeilijk de aandoeningen te beschre ven, die Valerie's hart bestormden. Gevoelde zij zich ongelukkig, omdat mevrouw Langley aan haar verloofde het huis ontzeide Zjj wist het niet. Na eene poos sprak zjj verward //Xante, ik weet immers dat wy de eerste toeroepenIk heb gezwegen Ik zag u mijne weldaden misbruiken, die Ik n zond, omdat Ik uw zondig hart door mijne lief de tot Mjj wilde trekken. Ik heb gezwe gen Maar nu is het Mijn tijd. Nu is mijn naam de God der Wrake en der Gerech tigheid. Nu zal Ik spreken Neen, brul len zal ik, als de leeuwin, wie men hare welpen heeft ontrootd en de volheid van mijn toorn doen losbarsten over uw hoofd, dat gij in dwaze vermetelheid van Mij hield afgewend. Spaarzaam zijn is het wachtwoord van onzen tijd, niet alleen in particuliere krin gen maar ook in 't openbaar leven. De maatschappelijke verhoudingen wor den er niet beter op. Door de uitvindin gen van nieuwere machines is het vervaar digen van vele goederen billijker gewor den, de winst is geringer en de arbeids- loonen zjjn gedaald. In het algemeen hebben de menschen geen geld en wanneer zjj geen geld hebben, verminderen de handels zaken. En bjj dat alles stijgen de belastin gen en regeeren de bewindvoerders op ver kwistende manier. Zij betrachten de open bare schatkist als eene melkkoe, maar wie levert de melk 't Is immers het volk, door de belasting die het betaalt. In plaats van te bezuinigen, worden duizenden en nogmaals duizenden guldens uitgegeven zonder dat men zich afvraagt; mogen wjj met het geld van de belasting betalende burgers onze moderne neigingen volgen Ook wordt het leger der ambte- taren voortdurend grooter en st jjgen steeds de salarissen al hooger en hooger. De belas- tingbetalenden zjjn er goed voor. De moderne wetenschap van inwendig bestuur is verkwistend, zjj munt uit door groote buitensporigheden, die zulke hooge belastingen tot gevolg hebben, dat het volk die op den duur niet dragen wil noch kan. Het is dus absoluut noodzakeljjk gewor den spaarzaam te zjjn. Wanneer zelfs de tjjden beter worden dan thans, wat wjj in het belang van allen hopen en wenschen, dan nog is het eenigst hulpmiddel om het financieel evenwicht te herstellen gelegen in spaarzaamheid. De last, dien Zwitserland van vele der daar werkende Italianen ondervindt, wordt van jaar tot jaar zwaarder. cDe Italianen- plaag» is in de dagbladen een bekend op schrift. Moorden, aanranding, roof, dief- jaren onmogelijk aan een huwelijk kunnen denken, al gaf oom nog zjjne toestemming.// //Dan laten wij over deze aangelegenheid ook niet meer spreken. Ik wil u niet beiroeven, maar toch moet ik u open verklaren, dat ik erg tegen deze verloving ben.// //Wilt u daarmede zeggen, dat ik Charles in het geheel niet meer zal mogen zien //Het ware mjj liever geweest, zoo ieder per soonlijk verkeer voor eenige jaren werd afge broken, doch daar Sartoris een vriend uwer jeugd is, zou u dit wellicht wat bard vallen. Daarom zal ik hem nu en dan ten onzent uit- noodigenmeer kunt ge niet verlangen.// »Neen tante, meer verlang ik niet, ik dank u Mevrouw Langley omarmde hare nicht en deed zich zelve de belofte, nooit te dulden, dat het jonge meisje de vrouw zou worden van een man; die eene zoo ondergeschikte betrek king bekleedde, Op dit oogenblik werd de deur geopend en een bediende meldde het bezoek van gravin Beaufort. Eene kleine, blonde en tengere dame van ongeveer acht en twintig jaren trad, in een pelsmantel gehuld, binnen zjj stak de dame des huizes hare beide handen toe. //Lieve vriendin, vergeet me dat ik 7.00 laat kom.// //Ik vind het heel lief van u, dat gjj in zulk afechuweljjk weer nog gekomen zjjt. Vergun 1 mjj u mjjne nicht Valerie Herbert voor te stellen.// De Gravin begroette bet joage meisj*, dat stal, onzedeljjke handelingen zijn aan de orde van den dag, vooral in dezen tijd, nu het werk schaarsch ia. Honderden flinke werklieden trekken tegen den winter met het overgespaarde geld naar hun land terug, maar honderden anderen, de slechtsts ele menten, bljjven. Zjj bedreigen de veilig heid en geven politie en rechters handen vol werk. De controle bjj de zuidelijke gren zen wordt steeds verscherpt't g-eft wei nig. 't Treurig gevolg is nu, dat er ver- eenigingen worden opgericht met het uit sluitend doel «de Italianen in Zwitserland uit te roeien.» Het is genoeg een Italiaan te zjjn om als roover aaDgezien te worden en geen wonder, men heeft van Italië een land vau bandieten gemaakt. De overweldiging van Rome in 1870 was een heiligschendende diefstal die nawerkt nog geslachten ver. Een zware sneeuwstorm heeft de stad New-York geteisterd. De gemeenschap met verscheidene plaatsen in den omtrek is verbroken, de treinen hebben veel ver traging en de kerken en parken zjjn ver laten, met een woord, het verkeer is op veel plaatsen gestremd. Men zegt dat de toestand doet denken aan den grooten storm van het jaar 1888. Nog wordt over den sneeuwstorm ge meld, dat Zaterdag en Zondag aan de Atlantische kust en landwaarts tot Pits- burg het verkeer werd onderbroken. Er wordt beweerd, dat 30 barken zjjn ver loren geraakt. Bjj Boston zjjn twaalf per sonen verdronken. De Amerikaansche Minister van Oor log zal aan het Congres voorstellen het geregelde leger met 100,000 man te ver sterken. De Engeische minister Chamberlain heeft op de vraag tot hem gericht, of de Engeische Regeering niet voornemens was, in de Transvaal tusschenbeide te komen en de nieuwe belasting op de goudmjjnen te verhinderen, doen antwoorden, dat de Regeering der Bosren volkomen bevoegd was in haar land zulk eene belasting te heften. Of het verstandig is, de goudin dustrie in de Transvaal nog verder te belasten, moet de Minister geheel aan het oordeel der Transvaalsche Regeering over laten. Volgens een bericht uit Maltha zjjn twee Engeische torpedojagers tegen elkaar gevaren. De twee torpedobooten werden erg beschadigd en een stoker werd gedood. Omtrent de nitdrjjving van vreemdelin gen heeft de Pruisische minister V o n Köller aan den journalist Hen rik Ca vl ing, redacteur van de Politiken, wat de Deensche onderdanen betreft, de vol gende verklaring gegeven. Niemand anders dan ik, zei de Minister, heeft het initiatief genomen tot de ver- drjjving der Denen en men doet zeer ver keerd door deze in eenig verband te brengen met de verdrijving van Polen, haar behulpzaam was in het afnemen van haar mantel, harteljjk en antwoordde ontkennend op de vraag van mevrouw Langley, of haar echt genoot ook te Londen was. z/U weet immers hoezeer hjj het landleven bemint," sprak zij, //hjj is geheel anders als mjjn schoonbroeder Max. Gisteren kregen wjj bericht van hem.// Valerie's hart klopte, maar zjj verroerde zich niet. //Toch ongetwjjfeld goed nieuws vroeg me vrouw Langley. «Er is niet de minste hoop, dat hjj iB de eerste jaren zal terugkeeren, maar overigens vaart hjj wel. Ik geloof, dat hjj goede vorderingen zal maken." //Komt Angela u dezen winter niet eens be zoeken /Misschien, papa heeft niet graag dat zij afwezig is.// //Dat is natuurljjk!// antwoordde mevrouw l angley, die zeer goed wist, dat men de schoone Angela van Max Beaufort gescheiden hield om eene innige verkleefdheid tusschen beiden te verhinderen. Toen gravin Eleonore opstond om te vertrek ken, gevoelde Valerie zich verlicht. Zij was nog niet gewoon aan het jjdel gepraat der groote wereld. De avondpost bracht haar weer een brief van Charleseene verwijtende stem sprak luide in haar binnenste, want zjjn eerste schrijven had zjj nog niet beantwoord. Berst toen zij zich ter ruste begaf, las zij den brief. «Liefste Valerie," dus luidde het opschrift. Franschen en Hollanders. Het was uit sluitend geschied om de opruiënde, anti- Duitsche taal die herhaaldelijk in de Slees- wijksche bladen en in vergaderingen was gevoerd. Persoonlijke vijandschap tegen de Denen bestond bij den Minister vol strekt niet; hij stelde veel belang in de Deensche geschiedenis en onderhield goede betrekkingen met koning Christiaan die, naar hij verklaarde, even zoo mis noegd was als hij over de agitatie in Zuid- Jutland. Overigens waren van de 26.000 Denen slechts 117 verbannen. De Minister verzekerde, dat niemand was verbannen om zijn politieke over tuiging of om de overtuiging van zjjn landheer, maar voor de verbanning van vele bedienden kon hij toch geen aodere reden opgeven dan dat zulks was gedaan om hun landheeren te treffen, daar dezen «fanatiek» waren en zeiven, als Duitsche onderdanenniet kunnen worden ver bannen. Ten slotte verklaarde de Minister, dat hij niets tegen de beoefening der Deen sche taal zou doen. Dat er op de Deensche grens Deensch en Duitsch werd gespro ken, vond hij evengoed als dat op de Poolsche grens Poolsch en Duitsch bleef bestaan, dat was noodig om elkaar te kunnen begrjjpen op de grenzen. En zoo dra men met de agitatie zou ophouden, zouden ook de verbanningen worden ge staakt. De groepen van de linkerzijde nit de Fransche Kamer van Afgevaardigden die bezorgd zijn voor overste Picquart, nu hij voor een Krijgsraad zal terecht ge steld worden, zullen bjjeeukomen om te trachten eene gemeenschappeljjke gedrags- ljjn vast te stellen. Voorloopig wil men trachten het bijeenroepen van den Krijgs raad tegen te houden en daartoe aandrin gen bp den Minister van Oorlog om de bgeenroeping van den Krggsraad uit te stellen. Wat ons de D r e y f u s-historie oplevert zou de lachlust kunnen opwekken indien men mocht lachen over de ergerlgke ver draaiing van ernstige zaken. Vroeger heette het en nog heet het in het liberale kransje, dat een ieder soldaat moet worden om de beschaving te bevorderen. Maar nu het Fransche leger niet Dreyf us-gezind is, zgn de bordjes verhangen, nu heet het aldaar: *De kazerne ontvangt de jongelin gen reinzy bezoedelt ze. De kaz'erne is een vi'ddel tot dwingelandijon.dat het een mid''el tot bederf is.* Prinses Clementine, dochter van ko ning Leopold van België, is lgdende aan een strottenhoofd-ontsteking en zal in het begin van de a. s. Lente naar het Zuiden vertrekken om aldaar eenige maanden door te brengen. Te Brussel heeft een vrouwmensch zekere madame V. zich bedronken en toen zg des avonds om 11 uur thuis kwam, geraakte zg in twist met haren man. De furie greep een geladen revolver en schoot Maar ach, de gedachten van het jonge meisje waren niet bjj dit schrjjven, zjj verwijlden bjj een man, die, verre van haar verwjjderd, mis schien geen enkel oogenblik meer aan haar dacht, en deze man was niet Charles Sartoris. XII. „Dat bevalt me niet, die Sartoris schrjjft Valerie te dikwijls, daar moet een einde aan komeD. Met Kerstmis, wanneer het bal, dat ik te harer eer zal geven, afgeloopen is, zullen wij vertrekken en den winter in Italië door brengen.* Zoo sprak mevrouw Langley tot zich zelve. Valerie was natuurljjk in haar schik met de plannen der oude dame. Bjjzonder de reis naar Italië beviel haar, ofschoon zjj wist dat hare tante dit deed om de beeltenis van Charles uit haar hart te wisschen. Op het bal oogstte Valerie veel bjjval. Me vrouw Langley was trotsch op hare nicht, en zeide haar zoo dikwjjls, dat zjj bekoorljjk was, dat het meisje jjdel begon te worden. Doch dan fluisterde zjj weder in stilte hWat baat mjj die macht der schoonheid ik verlang slechts hem weder te zien 1 Ach wat zal ik doen I Bjj hem, bjj hem alleen toeven steeds mjjne gedachten.// Zacht klopte men aan de deur, en Valerie's kamermeisje trad binnen. „O Marie, ge hadt niet op mij behoeven te wachten ik zelf zou mjj wel van het balgewaad hebben ontdaan.// (ffordl vervolgd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1898 | | pagina 1