NIEUWE
®aa6laó voor cftooró- en Suió-eXollanó.
De groote Sint-Bernard.
No."4062
Vrijdag 16 December 1898
Meisjesdroomen.
BUITKNLAN D,
Jajirgidiig.
Per 3 maanden voor Haarlem ,/l,10
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,40
Voor het buitenland2,80
Afzonderlijke nummers0.03
Dit blad verschpnt
dagelijksbehalve Zon- en Feestdagen.
BUREAU: St. Janstraat Haarlem.
Van 16 regels50 Cem
Elke regel meer
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant
Redactenr-Uitgever, W. KüPPERS.
Nu de winter weder in aantocht is en
zwarte wolken zich samenpakken om straks
de aarde met haar eerste witte vlokken te
bedekken, nu sneeuw en ijs in aantocht
zijn, komt de tjjd waarin de menschen te
worstelen hebben tegen de woeste elementen.
Bp deze gedachte komt ons het kloos
ter vaD de monniken op den Sint-Bernard
voor den geest. Deze voor den reiziger zoo
hoopvolle inrichting in tijden van nood,
werd gesticht door den Heiligen Bernardus,
geboren te Menthon in Savoye. Deze heilige,
zelf een ordebroeder en aartsdiaken in de
kathedraal van Aosta, begaf zich in het jaar
969 of 970 naar den berg en haalde er
het beeld van Jupiter omver, waaraan door
de bewoners afgodische eer werd bewezen.
Het kostte hem niet veel moeite hij sloeg
zjjn stool om het beeld heen, trok het om
ver en verbrijzelde het. Toen bouwde hij
eene kerk en een hospitaal voor de reizigers,
die langs dezen weg over de bergen trok
ken, en vertrouwde die toe aan zijn orde
broeders.
De berg die vroeger Joux of de berg
Jovis genoemd werd, heette van dien tijd
af Sint-Bernard. De congregatie telt tegen
woordig 55 leden, waarvan 15 op den Groo-
ten Sint-Bernard verbljjf honden, waar ook
de proeftijd moet worden doorgebracht, en
23 belast met 13 parochiën in het kanton
Valais in het diocees van Sion.
Het huis van den Grooten Sint-Bernard
te Martigny is de verblijfplaats van den
nlgemeenen overste en van eenige broeders»
wier verzwakte gezondheid geen weerstand
zou kunnen bieden aan het ruwe klimaat
van den berg, die zich tot eene hoogte van
2490 meters verheft. Vier anderen hebben
een hospitaal op den Simplon, dat zijn ont
staan te danken heeft aan Napoleon I.
Aan eene landbouwschool te Econe wordt
door de leden van dezelfde orde onderwijs
gegeven.
F Eü 1LLET O N.
{Vervolg).
„Lawford Heb gij dan van de geheele zaak
niets gehoord Weet gjj dan niet, dat alles uit
is tusschen hem en Valerie Herbert?//
„Was het Valerie of Lawford, welke de ver
loving verbrak vroeg hij op strengen toon.
Hjj was doodsbleek geworden en staarde onrus
tig rond.
„Gaarne wil ik u de waarheid zeggen, ofschoon
ze u misschien leed zal berokkenen. Ik zal echter
alleen feiten verhalen.//
„En wie heeft u die feiten medegedeeld
vroeg de andere gejaagd.
//Asthon Lawford zelf.// En nu verhaalde Dal
las alles wat er gebeurd was. Mevrouw Langley
en hare nicht,v zoo besloot hjj //hadden
in elk geval uw telegram reeds ontvangen, al
vorens de brief, die Valerie's weigering bevatte,
werd atgezonden. Het jonge meisje liet een
vetten buit ontglippen om eene rijkere vangst
te doen, zóó althans oordeelt het publiek.//
Wezenloos zat Beaufort daar, alleen het hijgen
zjjner borst en het koortsachtig flikkeren zijner
oogen liet vermoeden, welk een vreeseljjk ljjden
hem nederdrukte. Zeker, het konden valsche
tongen zijn, welke een smet op Valerie's naam
wildon werpen, die beweerden dat het meisje
eene lage huichelaarster was, maar stond
Beaufort niet het verleden voor den geest Had
De congregatie staat ouder onmiddellijk
gezag van een gemijterden abt, die naar
omstandigheden beurtelings verbljjf houdt
in het hospitaal, of te Martigny. Zij heeft
ook algemeene inspecteurs en de gemeen
ten van den Sint-Bernard in den Simplon
staan onder een prior.
Het leven dier geestelijken is zoowel
tegelijkertijd werkend als beschouwend. Zjj
leven in volkomen gemeenschap, doen al
hun godsdienstige daden gezamenlijk. Het
misoffer wordt met alle mogelijke plech
tigheid opgedragen. Behalve de bediening
der parochies, beoefenen zij de Christelijke
herbergzaamheid in den uitgebreidsten en
verhevendsten zin van het woord.
Op den Simplon en den Sint-Bernard
worden alle vreemdelingen als vriendenen
broeders ontvangen.
De taak dezer kloosterlingen is moeilijk,
ja, bijna heldhaftig. Zij gaan den reizigers
tegemoet, trotseeren sneeuwvallen en loo-
pen gevaar onder de witte massa bedolven
te worden. In 1874 werden aldus drie hun
ner het slachtoffer dier behulpzaamheid
met de reizigers, die zij begeleidden. Een
kruis, langs den weg geplaatst, met den
naam van Napoleon, noodigt de voor
bijgangers uit voor de edele overledenen te
bidden.
Het is onmogelijk zich een juist denk
beeld te vormen van het verschrikkelijk aan
zien, dat deze bergen hebben, wanneer in
het hartje vaa den winter de sneeuw wegen
en dalen bedekt en zich als een twee a drie
meter hoogen muur rondom het klooster
ophooptwanneer een ijskoude wind al
fluitende en gierende, de sneeuw al dwarre
lende opjaagt en aan het gelaat en de klee
deren van den ougelukkigen reiziger doet
kleven, terwjjl een dikke mist den weg on
kenbaar maakt.
De geestelijken uit het klooster gaan
steeds uit, vergezeld van een of meer Sint-
Bernardshonden, welke zoo beroemd en zoo
gezocht zjjn. Gedurende den winter zijn zij
Valerie haar eersten verloofde, Charles Sartoris,
niet laten varen voor den rijken Lawford
En nu liet zjj den laatsten aan zijn lot over,
omdat zjj het oog gevestigd hield op hem zei
ven, die nu eene schitterende partij geworden
was.
Eenige minuten verliepen in het diepste stil
zwijgen. Dan zeide Max, op eik woord druk
kende
Het is de oude geschiedenis, die altijd nieuw
blijft, vaD het geld, dat als lokspijs dient. Mis
schien zal het meisje in 't einde toch nog Asthon
Lawford huwen.//
„In alle geval, uwer is zjj onwaardig, Max.//
//Ja, Dallas, beter geene vrouw te hebben,
dan eene, die tot zulk schandelijk verraad in
staat is.//
Dallas stond op.
//Max, oude jongen,// riep hjj uit, „de hemel
moge u bjjstaan, indien gij op dat meisje ver
liefd zjjt.//
//Verliefd Waar denkt gij aan Ook de
officier was opgesprongen en doorliep met haas
tige schreden het vertrek. Toen hjj eenige
oogenblikken later weder ging zitten, bemerkte
Dallas, dat zjjne lippen doodsbleek waren, en
dikke zweetdruppelen op zijn voorhoofd stonden.
//Vergeef me,# sprak hij, zijn vriend de hand
toestekend, //ik kan niet langer over deze zaak
spreken, zelfs niet met u. Het is beter; dat
ik mijne smart alleen draag. Laat dit dan voor
taan tusschen ons een gesloten boek wezen 1//
Zwijgend reikte hjj zjjn vriend de hand. Deze
echter weende, waarom Hjj wist dat Beau
fort's leven voortaan treurig en eenzaam zou
onontbeerlijk, want zij helpen den weg vin
den en brengen redding aan. Het zijn fiere,
flinke dieren, vriendelijk jegens ieder, vooral
jegens de kloosterlingen.
De vreemdelingen, in 't bijzonder de Ame
rikanen en de Engelschen koopen ze dik
wijls, want dit ras is zeer gezocht iu hun
land.
Daar het oude gebouw te klein bleek, is
men bezig een ander te bouwen, dat slechts
over twee of drie jaren klaar zal zijn en
groote offers zal kosten.
In het oude gebouw is er plaats voor
niet meer dan 40 of 50 personen en dik
wijls overtreft het aantal gasten verre het
dubbelemeermalen zelfs het driedubbele
van dit getal. De vreemdelingen zijn er zeer
goed gehuisvest en komen er in grooten
getale, vooral Engelschen en Amerikanen.
Één ding moeten we in de Engelschen
prijzen, zij zijn het inschikkelijkst en het
gemakkeljjkst tevreden te stellen. Twee hun
ner, die eens verplicht waren op de vlie
ring te slapenvonden dat zeer schilder
achtig. De geestelijke, die met de ontvangst
der vreemdelingen belast is, heeft eene goede
gelegenheid zich in alle moderne talen te
oefenen.
In het hospitaal toont men den bezoeker
een vertrek, waarin Napoleon I eens het
middagmaal gebruikte en een gesprek met
de broeders aanknoopte.
De kerk is niet ruim, maar lief en goed
onderhouden. Men vindt er verschillende
fraaie schilderpen; het koor is van gebeeld
houwd eikenhout.
De boekerp van het klooster is goed
voorziener zijn verzamelingen van oude
munten, vooral Romeinsche, gevonden tus
schen de puinhoopen van den tempel van
Jupiterheidensche voorwerpen, amuletten,
afgodsbeeldjes, offermessen, toiletbenoodigd-
heden bankbiljetten van verschillende lan
den schelpen, insecten en hedendaagsche
geldstukken.
Naast het hospitaal bevindt zich het lg-
kenhuis, waar, verdroogd en bewaard tegen
bederf, de lijken worden bijgezet van hen,
die hun graf vonden in de sneeuwde
koude belet de ontbinding.
Op vijf minuten afstand van het klooster
liggen de bouwvallen van den heidenschen
tempel en de Italiaansche grens, aangeduid
door een kolom en twee grenspalen.
Voor we eindigen een paar opmerkin
gen. De gastvrijheid wordt er dus, zooals
wjj zeiden, geheel om niet uitgeoefend. Het
is den kloosterling streng verboden iets te
vragen of aan te nemen, wat het ook is. Maar
in de kerk staat een offerblok, bestemd
voor giften van het hospitaal. Hier kun
nen de geherbergde reizigers hun penning
storten, heel klein dikwijls, en van som
migen zelfs niets. Wp zeggen dit voor hen,
die uit kwaadsprekendheid, of uit onwe
tendheid, zouden zeggen, dat dit offerblok
schatten opbrengt.
Ook wordt de gastvrpheid uitgeoefend
jegens alle reizigers, zonder uitzondering,
onverschillig uit welk land of van welken
godsdienst. Kan men een beter voorbeeld
hebben van de Goddelijkheid der Kerk
Protestanten, Joden en Heidenen, allen ge
herbergd, gered zelfs door deze nederige
geestelpken
Moge de Heer dit werk zegenen en over
vloedige vruchten doen afwerpen ter zjjner
eere en voor het heil der zielen.
wezen. Want hjj kende hem genoeg om te weten
dat hij Valerie zou liefhebben tot aan zjjn laat
sten snik. Geen meisje zou ooit van zjjn liefde
kunnen gewagen, geen andere zjjn naam voereD,
want Max Beaufort behoorde tot die zeldzame
naturen, welke maar eenmaal kunnen liefhebben,
eenmaal, voor altijd. Aan Valerie Herbert
zou zjjn hart verpand bljjven gedurende geheel
zjjn leven. Als een stralende, schitterende
ster had zjj in den beginne zjjn levenspad be
schenen, maar het bleek hem alras, dat zij niet
meer was dan een verraderlijk dwaallicht, dat
hjj had nagejaagd, en dat hjj zou moeten vol
gen met tranen van spjjt in de oogen, volgen
ondanks zich zeiven tot aan het einde toe
Max Beaufort had mevrouw Langley bezocht
alvorens deze met hare nicht de stad had ver
laten. Toevallig echter was Valerie niet tegen
woordig geweest. Eene week later was hjj met
zjjne schoonzuster, gravin Eleonore vertrokken,
doch keerde na een paar maanden terug om
onvergezelschapt eene grootere reis te gaan on
dernemen. Maar nergens vond hij de gewenschte
rust, nergens vrede, nergens geluk.
Mevrouw Langley bracht den winter te Parjjs
en te Eome door. In het voorjaar keerde zjj
met haar nichtje naar Eügeland terug.
Op een sohoonen Juli-avond zat gravin Eleo
nore iu haar salon en wachtte de terugkomst
van haar broeder Max. Aan hare zjjde zat een
jong meisje, dat ongeveer een zestal jaren jonger
kon zjjn dan zjj zelve. Het was hare zuster, de
jonge gravin Angela.
Duitschland.
Reeds in de eerste zitting van den Duit-
schen Rijksdag voerde de socialistische af
gevaardigde Von Vollmar het woord
over de Pruisische uitzettings-politiek. Hp
noemde het eene onwaardige manier om de
Duitsche nationaliteits-idee te bevorderen,
en teekende verzet aan tegen zulk een bar-
baarsch optreden.
Graaf Ballestrem, de voorzitter van
de Rijksdagzitting, riep hem tot de orde,
met deze woorden«Ik kan niet toelaten,
„Welke menschen wilt gjj dan noguitnoodi-
gen voor uw langer verbljjf te Abbot, Nelly
vroeg Angela.
„Zeker geen groot gezelschap. Wjj zullen lord
Westbrook, kapitein Dallas, Anny Linwood
en mevrouw Langley met haar nichtje vragen.
De laatste immers moeten wjj wel verzoeken."
„Zjj zal in elk geval al het mogelijke doen
om Max te veroveren Asthon Lawford heeft zjj
immers om zjjnentwille opgegeven 1//
Een rjjtuig hield stil voor de huisdeur. Men
hoorde schreden, en een oogenblik later trad
Max Beaufort binnen.
„O, wat ben ik bljj, dat ge terag zjjt, Max!#
riep de Gravin.
„En ik niet minderbeste Nelly,// ant
woordde hjj. „Kjjk Angela is ook hier
Harteljjk schudde hjj het jonge meisje de hand.
Toen zjj te zamen aan tafel waren gezeten,
kwam gravin Eleonore met hare plannen voor
den dag, zij wilde gedurende het herfstjaar eenige
gasten uitnoodigen.
„Ik vermoed, dat gjj zeker geen vervelende
gasten hebt uitgenoodigd. Spreek eens op.//
Gravin Eleonore noemde eenige namen, maar
zweeg van mevrouw Langley en Valerie Herbert.
Max Beaufort echter wilde absoluut hebben, dat
deze beiden ook werden uitgenoodigd.
„Ik wil haar wederzien zoo dacht hjj
zonder haar kan ik toch niet leven."
„Gjj vergeet mevrouw Langley en haar nichtje,
Nelly,// zeide hjj plotseling.
„O ja, aan die beiden had ik nog niet gedacht.//
(Wordt vervolgd.)
I44RLEMSCHE C0DR49T.
ABONNEMENTSPRIJS
AGITE MA NON AGITATE.
PRIJS DER ADVERTENTIEN,
29.
s>
XXV.