No. 4064.
Maandag 19 December 1898.
23ste jaargang.
ïïagÉlaó voor cföooró~ en
Practische hulp voor
den Landbouw.
Meisjesdroomen.
BUITKNLAK D,
BUREAU: St. Jansstraat. Haarlem.
f 1,10
1,40
2,80
0,03
België.
Italië.
China.
Duitscliland.
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Haarlem
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post
Voor het baitenland
Afzonderlijke nummers
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve Zon- en Feestdagen.
Redacteu r-U itgever, W. KÜPPERS.
MMNÏIEM)!'.»
AGITE MA NON AGITATE
PRIJS DER ADVERTENTIEN.
Van 16 regels50 Cents.
Elke regel meer71/,»
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant.
Hoojdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale Puhlicitè Etrangère
G. L DA UBE 8f Co. J OHN., F.J ONES Succ., Paris 31 its Faubourg Montmartrt
Het is dit jaar voor het eerst, dat onder
het Hoofstuk Binneulandsche Zaken op de
Staatsbegrooting eene afzonderlijke afdee-
ling Landbouw wordt vermeld. Gelijk men
weet, geschiedt dit, omdat sedert eenigen
tjjd de bevordering van den landbouw een
afzonderlijken tak van dienst uitmaakt.
Oppervlakkig beschouwd, moet dit een
reden van groote blijdschap wezen voor
een aanzienlijk deel van ons volk. De land
bouw vormt toch een der hoofdbronnen
onzer volkswelvaart en de bevordering daar
van van Regeeringswege kan niet anders
dan ten voordeele van geheel ons volk
strekken.
Voor éen ding zijn wij echter beducht.
Wjj vreezen namelijk, dat ook hier weder
de theorie zal zegevieren en te weinig
geluisterd wordt naar de eischen der prac-
tpk. Het is heel goed en mooi, dat de
Regeering veel doet ter verbetering van
het landbouw-onderwjjs, want goede ken
nis in dit opzicht is veel waard. De land
bouwers worden zeer terecht op de hoogte
gebracht met nieuwe uitvindingen in hun
vak. Wat zjj vroeger met gebrekkige hulp
middelen ook gebrekkig tot stand brach
ten, wordt nu dooFhen veel gemakkelijker
en veel beter verricht. Verkeerde vooroor-
deelen worden bestredenminder goede
gewoonten afgeleerd en degelijke metho
den ingeprent. Wij juichen dit toe en ge-
looven, dat later daarvan goede vruchten
kunnen worden geplukt.
Maar met die bevordering van
het landbouw-onderwijs komen wjj niet
veel verder, wanneer ook niet tegelijker
tijd iets wordt gedaan om den landbouw
zelf uit zijn verval op te heffen. Wat
baat het, of men al goed onderlegde land
bouwers had, en er zou geen gelegenheid
wezen dat die kennis productiel werd
gemaakt
De landbouwende stand heeft reden tót
klagen. Heerschte er vroeger welvaart
en voorspoed ten platten lande, thans is
zoowel voor den landbouwer als den vee
houder de strjjd om het bestaan niet min
der moeilijk als voor den stadsbewoner.
Er zijn nog wel varende streken, maar over
het algemeen ban niet meer gesproken
worden van den rijkdom en den overvloed
van dsn boerenstand.
De redenen van dien achteruitgang zijn
bekend. Een daarvan is de ongelijke con
currentie-, die de invoer van buitenland-
sche graansoorten onzen landbouwers aan
doet. Het is voor hen onmogelijk gewor-
F EU 1LLET O A.
31.
{Vervolg).
Daarna vergastte Angela het aanwezige gezel
schap op een paar schoone klavierstukken. Max
sloeg voor haar de notenbladen om. Valerie
stond op en kwam naderbjjzjj maakte een
afwerend gebaar tegen lord Westbrook, toen
deze haar volgen wilde.
//Neen," zeide zjj gebiedend. //U valt me
immers met uw gesnap lastig, en ik wil toe
luisteren."
//Maar
„Geen maar, ik wil alleen zjjn," onderbrak
zjj hem ongeduldig, en luisterde naar de ju
belende tonen, welke Angela aan het speeltuig
ontlokte.
Met een forsch accoord sloot de speelster
haar stuk, Max Beaufort raderde nu Valerie
en vroeg haar zacht
//Wilt ook gjj niet eens een liedje zingen?"
//Indien gjj het wenscht, wel zeker
auiwocrd.lc zjj nog geheel in gedachten ver
diept.
"Neen, liever niet. Ik heb nog eene schuld
I?let ,u te 'ereffenenIk moet u namelijk nog
r, verhalen, om welke mjj Travers
V «n eitr Photographic stelde immers een
0 |"L l °ir; die in het slotpark staat. De
traditie n°en»t hem den toovereik u >»oet me
toestaan, dat ik u den boom zal toonen, zoodra
den om langer hun bedrijf voort te zetten,
want ieder jaar zijn hun verliezen groo-
ter. Alleen een matig invoerrecht zou
hierin verbetering kunnen aanbiengen. In
dien de Regeering besloot dit aan de Ka
mer voor te stellen dan zou van haar
gezegd kunnen worden, dat zij ook voor
de landbouw-belangen een practisch oog
had. Tot nog toe kunnen wij slechts ver
klaren dat de Regeering in theorie de
landbouw-belangen behartigtwant van
eenige bescherming van den landbouw is
tot nog toe bij haar geen sprake geweest.
Sommige tegenstanders van zulk een
invoerrecht beweren, dat de boeren hun
bedrijf maar moeten staken, indien zij niet
langer het hoofd kunnen bieden aan de
doodende concurrentie, en dat zij zich dan
maar moeten gaan toeleggen op een an
deren tak van landbouw of op de veeteelt.
Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan.
Evengoed zou men aan een smid, die geen
werk had, kunnen aanraden om timmer-
manswerk te zoeken. Die zoo spreken be-
gijjpen niet, dat de boer maar niet even
zjjn bedrijf kan gaan verwisselen tegen
een ander, 't welk hp niet kent en hem
ook daardoor op misschien nog meer uit
gaven zal jagen.
Nu de Regeering door de instelling der
afdeeling Landbouw aan het Departement
van Binnenlandsche Zaken getoond heeft
de overtuiging te bezitten dat de land
bouw meer aanspraak op ondersteuning en
bevordering heeft dan hem tot nog toeten
deel is gevallen, hopen wij dat zij ook eens
op practisch terrein zich zal gaan bewegen
en dat zjj ook eens in den vreemde rond
ziet op welke wijze daar voor dit volks
belang wordt gezorgd. Nogmaals verklaren
wjj het onderwijs van hooge waarde te
achten, maar niettemin dringen wij aan
op een eenigszins practischer optreden
door ook direct den landbouwer dien steun
te geven, waarop hij aanspraak mag ma
ken, en waarvoor de schatkist vrij wat meer
zal worden gebaat dan door de hooge uit
gaven voor het landbouw-onderwijs.
Het was te verwachten, dat bjj de be
handeling der landbouw-afdeeling in de
Tweede Kam9r ook de nieuwste theorieën
zouden verkondigd worden. Die theorieën
kwamen natuurlijk van de radicalen en
socialistendie zich verbeelden aan de
spits van den vooruitgang te staan en een
stuwkracht te vormen voor de tot stand-
koming van betere inzichten op elk gebied.
Zoo verkondigden zjj de leer van de ver
deeling van den grond onder de kleine
landbouwers, eene nationaliseering van den
grond in goeden zin geljjk het door den
heer de Boer wordt genoemd. De hoofd-
we een helderen avond zullen hebben. Dan zal
ik u ook de legende vertellen, die eraan ver
bonden is.//
//Maar ik wil zoolang niet wachten, nu ik
weet, dat ik u een pleizier kan doen met een
zangstuk.//
//Welnu dan!" lijj bood het meisje zijn arm,
leidde haar tot bjj het klavier, en fluisterde
„Laat ons eenige uwer schoone Duitsche liede
ren hooren
Yalerie zocht eenige liederen van Schubert
uit. Max Beaufort liet aan lord Westbrook de
zorg over voor het omslaan der notenbladen.
Maar des te opmerkzamer luisterde hij, zonder
te vermoeden dat Valerie voor hem zong, voor
hem alleen.
Hjj luisterde naar het roerend schoone gezang,
evenals de veerman in zjjn bootje naar de
schoone stem van Loreley, de veerman, die de
klippen voor zich ziet, en wiens wil toch als
verlamd is door de tooverfee aller harten
koningin
XXVIII.
Reeds waren een tiental dagen van het ver
blijf te Abbot heengevloden. Mevrouw Langlty
scheen treurig gestemd. De schandere dame
toch moest zich zelve bekennen, dat haar nicht
je niet de minste moeite deed om Max Beaufort
aan zich te verbinden, en dat zij meer coquet-
teerde met Dallas en Westbrook, dan met ie-
mand anders. Zulk eene handelwijze kon slechts
ongunstig werken op de gevoelens van den
bedoeling daarvan is om het bezit der
groote grondeigenaren te verdeelen onder
de arbeiders. En om dit gemakkelijk te
maken dringen de heeren radicalen en
socialisten aan op zulke wjjzigingen in de
onteigeningswet, dat de landeigenaars er
niets aan kunnen doen wanneer de Re
geering op zekeren dag zegt, dat bun
grond hun wordt afgenomen en verdeeld
wordt onder hun arbeiders.
Dit voorstel kan men verwachten van
menschen, die deleer prediken, dat eigen
dom geljjk staat met diefstal en die er dus
geen been in zien om op hun beurt van
de grondeigenaars te ontrooven, wat vol
gens hun oordeel door dezen reeds vroeger
is geroofd.
Tot nog toe denkt de meerderheid onzer
Kamerleden er gelukkig anders over, ook
al heeft de Minister van Binnenlandsche
Zaken gemeend de toezegging te mogen
geven, dat eene partieele herziening der
onteigeningswet in den aangegeven geest
zal worden voorgesteld.
Niet op zulk een w jjze toch kan de land
bouw er bovenop geholpen worden. Het
gaat met den strjjd der radicalen en so
cialisten tegen de grondeigenaren precies
eender als met hun aanvallen op het ka
pitaal en de kapitalisten. Zjj meenen te
goeder of te kwader trouw, dat eene ver
deeling van groot-kapitaal verbetering in
de maatschappelijke toestanden zal plaats
vinden. En toch is bet iederen dag dui-
deljjk, dat slechts door middel van het
groot-kapitaal kan tot stand komen, wat
voor de bevordering van onderscheiden
maatschappelijke belangen noodzakeljjk is.
Wat zal het gevolg wezen van de ver
deeling van den grond Dit nameljjk, dat
men een landbouwenden stand verkrjjgt,
bestaande uit personen, die, hoewel allen
heer en meester, ieder voor zich nauwe-
ljjks voldoende uit hun grond zullen kun
nen trekken om een sober bestaan te leiden
en die allen te zamen te veel van elkander
vervreemd zullen wezen om eendrachtig
aller belangen te behartigen. Of dit nu een
ideaal genoemd mag woiden betwjjfelen
wjj ten sterkste. Het socialistisch beginsel
der grondverdeeling is even noodlottig als
eene eventueele verdeeling van het kapitaal,
indnn daartoe kon besloten worden.
Een bedenkeljjk teeken noemen wjj de
ingenomenheid van den tegenwoordigen
Minister met dit idee der sociaal- democraten.
De Minister toch sprak den wensch uit,
dat bjj het verlaten der Ministerstafel de
heer Troelstra van hem zal kunnen ge
tuigen, dat hjj zijn woord heeft gehouden
en zijn best heeft gedaan. Deze wensch
doet ten duidelijkste zieD, hoe het tegen-
slotheer. De laatste scheen van zjjn kant Vale
rie to vermjjden, ofschoon hjj haar ook niet
ontweek. Angela daarentegen wist telkens de
gelegenheid waar te nemen om met Max
Beaufort wat te keuvelen.
Mevrouw Langley verloor eindelijk haar ge
duld. Zou Valerie nog altoos de herinnering
aan Charles Sartori» in haar hart dragen
//Ik moet eens ernstig met Valerie spreken,*
zeide de dame in zich zelve. „Eerst dacht ik,
dat zjj zelf oud en verstandig genoeg zou we
zen om den weg in te slaan, dien ik haar
gebaand heb, In alle geval ik kan de za
ken, zooals ze nu staan, niet op haar beloop
laten.//
Op zekeren morgen was mevrouw Langley
bezig te ontbijten, toen de deur geopend werd
en Valerie binnentrad.
//Tante Constance," vroeg het jonge meisje,
//gravin Eleonore heeft me belast, u te vragen,
of ge dezen morgen haar op de wandelicg wil-
det vergezellen.*
//Ja, heel gaarne. Maar waar is het overige
gezelschap
//Allen zitten op het terras. Beaufort geeft
Angela les in het schaakspel.//
//Ik zou u wel eens willen spreken, Valerie,
maar ach, waartoe ook eigenlijk.*
Mevrouw Langley dronk langzaam en na
denkend haar kopje chocolade ledig dan vroeg
zjj plotseling bits:
//Max Beaufort is toch niet verliefd op
Angels
//Neen, tante, dat geloof ik niet maar An
gela bemint wel Max."
woordig Ministerie naar de goedkeuring
streeft der socialisten en boe noodig het
is, dat de Kamer de Regeering terug houdt
van gewaagde proefnemingen.
Waarschijnlijk sprak de heer Goeman
Borgesius dien wensch uit naar aan
leiding van het pleiten der socialisten voor
de «kleine landbouwers.» Ja, het zijn de
kleine landbouwers, waarbjj de heeren ra
dicalen en socialisten gelooven het gemak -
keljjkst hun denkbeelden te kunnen op
dringen. En zoo ook gelooft de Minister
die kleine landbouwers aangenaam te zul
len zjjn door het bevorderen der ideeën
van de socialisten. Maar wij weteüdat
zjj zich vergissen. De landbouwers klagen
en hebben reden tot klagen, doch zjj zul
len zich niet met een kluitje in het riet
laten sturen. Zjj zullen zich niet laten
paaien met praatjes over grondverdeeling
en over wjjziging der onteigeningswet,
omdat zij verlangen practisch te worden
geholpen. Reeds al te lang heelt de Re
geering weerstand geboden aan den recht-
matigen eisch van den landbouwenden
stand om voldoende bescherming tegen
het buitenland. En nu het niet langer gaat
om den achteruitgang van den landbouw
te ontkennen, nu men niet langer durft
te bewereD, dat het alles slechts praatjes
zjjn, wat dooi de landbouwers omtrent den
ongelukkigen toestand van hun bedrjjf
wordt beweerd, nu zal men hen met een
nieuwen wissel op de toekomst trachten
tevreden te stellen.
Doch het zal niet baten. De landbou
wers zullen alle theorieën verwerpen en als
één man bljjven aandringen op die prac
tische hnlp, welke zich in het ééne woord
bescherming laat weergeven.
Prins Albert is naar Engeland ver
trokken om deel te nemen aan de jachten,
door den Hertog van Orleans georganiseerd.
Woensdag-morgen heeft te Brussel
bij het ledigen van een mandflesch naphta
eene geweldige ontploffing plaats gehad
doordat een der werklieden met een bran
dende lamp te dicht bjj het gevaarlijk
vocht kwam. Twee werklieden werden be
wusteloos voor den grond geslingerd. Een
hunner was erg aan het gelaat verbrand,
de tweede had erge brandwonden aan de
handen, den hals en het gelaat bekomen.
Beiden werden ter verpleging naar het
Gasthuis gebracht.
De priester-journalist DavideAlber-
tario vau de Osservatore Gattolico te
Milaan, zit nog altjjd gevangen te Final-
borgo. Hjj bewoont eene groote kamer
waarin met hem gehuisvest zijn de heer
//En gjj zult u Max Beaufort dus maar een
voudig laten ontstelen, niet waar?*
Valerie zag hare tante verwonderd aan, doch
antwoordde niet. Mevrouw Langley ging voort
//Laten we elkander goed begrjjpen, Valerie.
Moet ik nu in naarheid gaan denken, dat gjj
Charles Sartoris nog liefhebt P*
//Ik heb Charles altoos geacht en hem mjjne
vrienschap geschonken, maar
//Niet uwe liefde!* vulde tante haastig aan.
//Neen, mjjne liefde niet.*
*Spreekt gjj de waarheid
//De volle waarheidMag ik me ook nu
verwijderen om mjjn boek te kunnen uitlezen
//Ja, gjj moogt gaan. Zeg aan gravin Eleonore,
dat ik me tegen twaalf uur ten harent zal ver
voegen
Het jonge meisje verliet het vertrek en be
gaf zich naar het terraszjj bemerkte wel, hoe
Max zich sehjjnbaar hield als verdiept in het
spel, en niet eenmaal zjjn hoofd oprichtte, toen
zjj aan het tafeltje voorbjjschreed, waaraan hjj
met Angela schaak speelde.
//Neen,* zeide de laatste juist, //neen, ik zal
nooit eene meesteres worden op het schaakbord.
Laat iemand anders de partjj eindigen
De officier riep Valerie's naam, en weinige
oogenblikken later stond het meisje voor hem.
//Wilt gjj de partjj van Angela overnemen?*
vroeg hjj zacht.
//Zeer gaarne,* antwoordde Valerie.
„Maar het zou me nog meer pleizier doen,
indien ge tevens Angela wildet leeren, hoe men
eene goede speelster kan wordea." Het meisje
bloosde licht.
C h e s i, redacteur van VItalia del Popoio,
de advocaat Bortolo en de socialisten
Lazzari, Constantino, Ghiglieni,
Surzani en Paolo Valera.
De behandeling der gevangenen laat zeer
veel te wenschen over. De priester-ge
vangene is 50 jaren oud en is geplaatst
onder het regiem der booswichten van de
ergste soort. En wat heeft hij misdaan
Het heet dat hij de Italiaansche monar
chie met fijnen spot heett bestreden, dat
hjj tot klassen-haat heeft aangezet, dat hij
de geestelijkheid tot een socialen oorlog
heeft aangehitst.
En wat is van dat alles waar? Niets,
de zeereerw. heer Albertario heeft de
leer der Kerk gepredikt en met zijn pen
verdedigd, hij heeft gesproken en geschre
ven over den eerbied aan het gezag ver
schuldigd, de misbruiken van het gezag
bestreden op het terrein van het recht.
Hij heett de liefde onder de menschen ge
predikt en den priesters ijver in hun
ambt aanbevolen.
Er worden pogingen in het werk ge
steld om hem aan de handen van zijn
beulen te ontrukken. Men koos hem dezer
dagen tot provinciaal raadslid van Milaan
en tot gemeenteraadslid van Sienna en
Rutnini.
Spanje.
De Spaansche ministers zullen en corps
het schip te gemoet reizen, dat de over
blijfselen van Columbus van Havana naar
Spanje overbrengt.
De kist zal worden gedragen door zee
officieren die in den jongsten oorlog hebben
gediend. Het corps diplomatique zal tot
bjjwoning van de plechtigheid worden
uitgenoodigd.
De Keizerin van China heeft een wreed
aardig besluit genomen. Zij schonk aan
de beide prinsen TsaischienTsailien,
die haar het eerst op de «zonderlinge ge
dragingen» des Keizers opmerkzaam maak
ten, het zoogenaamde «Keizerlijk zwaard.»
Dit geeft hun het recht tot het doen ont
hoofden van elk persoon, van hoe hoogen
rang ook, dien zij voor den Staat gevaar
lijk achten.
Sedert 1644 was dit recht niet meer
verleend. Het besluit veroorzaakt in de
hoofdstad eene onaangename stemming,
die te begrijpen is.
Toen de socialistische afgevaardigde
Bebel in den Duitschen Rijksdag bezig
was met vertellen, dat er een geheim be
vel gegeven was aan de bevelhebbers der
troepen, om de socialistische aanvoerders
bij onlusten, die een revolutionnair karakter
kregen, in arrest te nemen, nam de mi
nister van Oorlog Von Gossler het
woord en verklaarde droogjes en laconiek,
dat het bevel alleen in B e b e I's verbeel
ding bestond.
De heer L i e b e r, leider van het Centrum
lokte in den Rjjksdag eene algemeene toe
juiching uit, door te verzekeren dat de
Duitsche Katholieken, zoowel in het Oosten
//Neen, neen, dat vind ik niet aardig van u,
Maxriep Angela, en verwjjderde zich haas
tig. Valerie staarde haar een poos verlegen na,
en ging dan zitten, recht tegenover Max
Beaufort. Zjj sidderde onwillekeurig, want voor
de eerste maal haars levens gevoelde zjj, hoe
onbeduidend de hindernis was, welke haar van
hare geliefde scheidde. Max Beaufort daaren
tegen verkeerde nog immer in de meening,
dat Valerie reeds lang met een ander zou ge
huwd zjju, indien hjj niet plotseling een rjjk
man was geworden,
//Tegen u zal ik de partjj zeker wel verlie
zen,* begon Valerie. „U speelt meesterljjk.*
„Wie zegt dat?*
//Dat heb ik reeds van verscheidene zij
den gehoord, onder anderen van uw vriend
Dallas.*
//Ja, met Dallas heb ik al dikwjjls schaak
gespeeld. Eens waren we in het kamp met
ons geliefkoosd spel bezig, toen de kreet"te
wapen, te wapenweerklonk. Wjj moesten
onze partjj natuurljjk onvoleindigd laten, maar
toen we na eene korte schermutseling met den
vjjand terugkeerden, begonnen wjj weder te Bpe-
len. Wjj bezaten beiden genoeg koelbloedigheid
om aanstonds het schaakbord weder ter hand
te nemen.*
„En zou een gezonde slaap u niet beter be
komen zijn na zulk een marsch
//Toch niet wjj interesseerden ons meer
voor Let spel indien u in onze plaats waart
geweest, u zoudt hetzeltde gedaan hebben."
(tPordt vervolgd