350ste Staatsloterij.
MARKTBERICHTEN.
No. 13207 en 16217 elk f 1000.
No. 2649, 8935 en 14482 elk f 400.
No. 4582 en 20010 elk f 200.
No. 1647, 8562, 8777, 9048, 10117, 11850,
laatste: berichten.
3o. Het onderhouden van en het doen van
herstellingen en vernieuwingen aan de gebou
wen der Rjjks Academie vanBeeldende Kun
sten te Amsterdam, van deu dag der goedkeu
ring van de aanbesteding tot en met 31
December 1900 (Raming f 2000.) Minste in
schrijver J. P o o t te Amsterdam, voor f 1820,
4o. Het onderhonden van en het doen van
herstellingen tn vernieuwingen aan de gebouwen
van het Paviljoen //Welgelegen// te Haarlem,
van den dag der goedkeuring van de aanbeste
ding tot en met 31 December 1900. (Raming
f 4160.) Minste inschrijver A. R i n k e m a te
Haarlem, voor f 4030.
Do paard enslachter D i r k e n is door de Recht
bank alhier veroordeeld tot 1 jaar gevangenis
straf voor het stelen vaa een peard.
Naar wjj vernemen is de feestavond voor de
leden der Haarl. Handelsver eeniging vastgesteld
op Donderdag 9 Februari.
Burg. en Weth. dezer gemeente zullen op
Donderdag den 2en Februari 1899, des namid
dags ten 2y» uur in bet openbaar bjj opbod
en afslag verpachten
De visscberjjen in eenige wateren der ge
meente en zulks voor het tijdvak loopende van
15 Februari 1199 tot 31 December 1900.
De voorwaarden liggen ter lezing op de ge
meente secretarie (3e afdeeling Financiën) op
alle werkdagen van des voormiddags 1 0 tot des
namiddags 4 uur.
Gisteren-avond trad de heer Jhr. Mr.A.J. R e t-
haan Macaréals spreker op in eene door
de Haarlemsche Handelsver eeniging uitgeschre
ven bijeenkomst der leden.
De Haarlemsche Afgevaardigde ter Tweede
Kamer verdedigde het goed recht der burgerij
tegenover de Hoill. IJzeren Spoorwegmaatschappij,
waar de Nederlandsche Regeering achter bleef
in het bevorderen van de belaogen der inwoners
van de Spaarnestad.
Do Spreker die de toejuichingen der vergade
ring ten deel vielen, zette duidelijk uiteen hoe
de ingezetenen van Haarlem in hun bestaan
worden bedreigd en hoe 's Lands regeering te
kort schiet in haar verplichtingen, door millioe-
nen uit te geven, zonder dat aan Haarlem wordt
gedaeht. Nooit, zei spreker, heeft Haarlem ietB
van den Staat ontvangen, maar draagt groote
sommen bjj voor 's lands schatkist.
Ten slotte nam de vergadering aan een adres
te zenden aan H. M. de Koningin met het ver
zoek aan de Holl. Spoorwegmaatschappij geen
vergunnin g te willen verkenen tot het aanleggen
van een nieuwe l\jn Amsterdam-Leiden, indien
niet werd voorzien in de hoog noodige verbe
tering van het station met zjjn overwegen
sanJans- en Kruisweg en het aanbrengen van
een spoorweghaven aan het Noorder-Buiten
Spaarne.
Dit adres, waarin de bestaande en rechtmatige
grieven zijn vermeld, zal door de zorg van de
Haarlemsche Uandelsvereeniging aan de ingeze
tenen dtaer gemeente ter teekening worden aan
geboden. Staande de vergadering werd het adres
reeds van een groot aantal bandteekeningen
voorzien.
Als eerste onderteekenaar komt »p het adres
voor den heer J. G. S c h ii r m a n n, president
der Haarlemsche Handelsvereniging, welke Ver -
eeniging de beweging om Haarlem's belangen
te verdedigen heeft op touw gezet.
Dr. Schaepman'» rede.
In de bovenzaal der Sociëteit nVereeniging"
trad gisteren-avond voor leden en genoodigden
der R. K. Leesver eeniging Dr. H. J. A. M.
Schaepman als spreker op.
In zjjne inleiding zoide Dr. Schaepman
dat het bij het einde van deze 19e eeuw niet
alleen Duttig was om een terugblik te werpen
op de feiten, die hebben plaats gehad, maar ook
op historische personen, die hun stempel op de
geschiedenis hebben gedrukt. Nu zijn er zeker
verschillende van deze, die afzonderlijk in aan
merking komen, eene keuze valt dus eenigszins
moeilijk, maar ik meen, ziide Spr., dat de man,
dien ik mij dezen avond heb uitverkoren te
bespreken zjjn stempel drukt op deze en de
volgende eeuw en mag noemen prins O 11 o
von Bismarck.
Alhoewel geen sympathie met hem kunnende
gevoelen, leven we toch onder zijn indruk.
Bjj de mare, dat de Kanselier was bezweken,
Bchokte die tijding, maar het was niet een feit
in den historischen zin, want deze man, die
eene historie heeft gewrocht, eene natie heeft
geschapen, gaat heen en een stilzwijgen legt,het
op, er gaat eene huivering rond maar niet eene
van rouwe, zooals de wereld rouwe draagt wan
neer zij een der grootste en machtigste dezer
wereld zag verdwijnen, en indien er werkelijk
eene huivering is geweest, dan is het eene zoo
als wij die besohouwen voor den troon der
eeuwige gerechtigheid.
Hij ia heengegaan in eene schaduw, waarin
nog eens zjjn kracht uitblonk, maar gelijk stof
wolken die kracht aanstonds in nevelen hulde.
Niet, zoo zeide Spr., treedt de richtende his
torie op, die zijn naam op marmeren tafels
sehrjjft, maar in een alledaagschen verslaggever,
die zich liet bezigen tot alle diensten en praat
tot het Kaffeeklatsch toe.
Voordat Dr. Schaepman overging het
beeld van den Kanselier te teekeuen, besprak
hij twee zjjuer grootste levensbeschrijvers; en
het is Oscar B u s c h die bjjna onverdeeld
den Spr.nu bezig hield. In stede dat de
held van het boek steeds grooter en grooter
werd, verkleinde het Bismarck's figuur, het
was geen ernstig boek wat wjj allen weten
uit Bismarck's leven, is het beste er in
weergegeven. Maar aan wie de schuld f Zie
hier de Nemesis, het wraakgericht der historie.
Er is geen trouw in het werk van Busch, er is
slaafsheid alleen, de man, die door Bismarck
ia zjjn persbureau werd opgenomen, die hem
vergezelde op liet slagveldzjjue papieren
rangschikte, al zijne uitingen opslikte, deze man
moest ten lange leste blijken een onbetrouwbaar
getuige der historie te zijn. En waarom Men
bezigt zulke lieden niet om de waarheid' en
het rechtmaar omdat men ze noodig heeft.
Maar het booze werktuig keert zich altijd tegen
hem, die het uitvoert, dit is de Nemesis.
Toen eenmaal de grootmachtige Kanselier er toe
overging om, zcoals men in de politiek zegt,
secrete permissiën toe te vertrouwen, was Busch
een verloren man, die zich eenmaal tot uitdrager
leenen zou. Er is in dat boek over Bismarck
geen enkele bladzjjde den man waardig, alleen
waar de reus zich toont in volle kracht; Busch
beeft hem gemaakt tot een kleinzielige, vol
veete, nijd, geen groote gedachte in hem op
kiemend en er slechts op uit om het oogenblik te
kiezen zijn spel te veroveren.
Is, vroeg Spr., het boek ongeloofwaardig
Wachten wjj ons om twee redenen dit te zeggen.
Busch mist niet allen waarheidszin, neen,
bjj geeft Bismarck alleen weer als een
eigenzuchtig geweldenaaren op de tweede
plaats schonk Busch ons een der vermake-
Ijjkste boeken onzer eeuw. In t/Bismarck und
seine Leuteu over den Fransch-Duitschen oorlog
vindt men de kleine leeljjke trekken niet, die
den man verkleinen, wjj vinden er wel eenige aan
duidingen die Bismarck doen kennen.
Dr. Schaepman gaf eenige aardige trek
jes weer hoe Bismarcjk en Busch met el
kander omgingen en op welke wijze hjj B u s c h
terecht wees, o. a. groette Busch mee, wan
neer de officieren Bismarck groetten en dan
zeide de Kanselier eens //Das lieben die Mili
tairen nicht, so ein Biirgerman die Officieren
grüszen// en bij den veldslag bij Sédan, beraad
slagende met den Keizer en den Staf over de
kansen: //Wenn sie nog langer so laut reden,
soil auch der Kaiser deinen Rath fragen,//
{Wij ver onder stellen, dat het hier niet de be
doeling van Br. Schaepman lean zijn, om een
journalist beneden een officier te stellenal sprak
een Von Bismarck aldus. Red.
Veel wat Busch ons mededeelt, is ons door
dea Kanselier zelf meegedeeld en dit kennen
en weten wjj allen. Van bet kjjkje gegund in
zjjn innerljjk bestaan moeten wjj niet ie veel
lezen en gelooven.
Het bevreemdde Spr., dat het 3e deel nog
niet verschenen was over het terugtreden van
den Kanselier, want, zeide de Doctor, Bis
marck heeft zicb-zelf verkleind na zjjn heen-
gszondea worden, hij, die niet bestand bleek
tegen de ongenade ten Hove.
Gezegd heb ik, zeide Spr., wat ik meende te
moeten zeggen van deze biografie, voordat ik de
poging doe om de beehenis te bcetseeren van
een gestalte zoo machtig, zoo reusachtig een
omtrek van zjjn leven is niet zoo eenvoudig,
want dit leven beweegt zich in zjjn banen, die
in iedere historie onzer eeuw rondgaan en be-
heerscht de vraagstukken, die ons geslacht ver
vullen.
In nu geeft Dr. Schaepman ons B i s-
m a r c k's jeugd en zjjn voorouders en ouders
als mannen weer van de krachtige daad, voor
•eigen eer en naam strjjdend, niet het slagveld
vreezende, en als de 19 eeuwsche zoon van zulk
een geslacht verschjjnt deze O 11 o. In zjjn jeugd
//der tolle Bismarck// genaamd, ontwikke
lend groote pbysieke kracht, geen pogen scheen
hem te hoog, geen arbeid te zwaar.
Na voltooiing zjjner studiën, keerde hjj terug
iu het ouderljjk huis, legde bij zich toe op dea
landbouw, hij is ook soldaat* geweest en ge
bleven met politiek hield bjj zich toen nog
niet bezig, dan in zesr engen kring, maar het
merkwaardige was, dat Otto van den aan
vang af de diugen doorschouwde en hjj in de
inrichting van het beheer der gemeente en lands
districten een verband zag met den geheelen
Staat.
Het volle licht over de ellenden der bureaucra
tie schjjnt nergens helderder dan in de bladzijden
van bet 1ste deel der// Oedankeni',men ziet daarin de
man, die het raderwerk begrijpt en den levenden
polsslag heeft gevoeld, ook dat het raderwerk
van den Staat nooit in de plaats zou kunnen
treden van het zelfbewuste volksleven.
Vootts zijn huwoljjk, tot eindeljjk komt bet
jaar 1848, met al zjjn omwenteling en revolutie,
niet varende door da lucht met metalen vleu
gelslag, maar bevolkend en met bloed besproei
ende de barricaden.
Spr., herinnert aan de weifelende handelingen
der regeering te Berlijn, herinnert koe Bis
marck verschjjnt en durft zeggen //Sire, tracht
Koning te zjjn, indien gij de revolutie breide
len wilt, weifel dan nimmer, evenzoomin als uwe
voorvaderen.»
Zjjne dagen waren echter nog niet gekomen.
Hjj was nog geen volkomen Staatsman, hjj heshtte
aan gerechtigheid en pliehtvoor de bionenland-
sche politiek achtte men hem nog niet bekwaam.
Kort daarop zond men k«m als afgevaardigde
van den Bondedjg naar Frankfort, bij toonde
daar aan boe de oppermacht vnnOostenrjjk een on
gepaste was. Maar in hoofdzaak zag hjj daar,
hoorde en beraamde. Te St. Petersburg in 1866
doorleefde Bismarck eene tweede leerschool.
Bij het parlementaire conflict dong hjj naar den
Ministersietel. Het voorname punt in zijne rich
ting was bet denkbeeld aan de gevaren waar
aan Pruisen door zijn geografischs ligging was
blootgesteld en met de revolutie van Napoleon
III, Pruisen het kind van de rekening zou wor
den. Hij bedwong Frankrijk rustig te blijven,
en ging met Oostenrjjk en Rusland op vriend-
sehappeljjken voet om.
Spr., gaf zjjn politiek beleid aan met den
oorlog in den Krim en toonde hem den meester
in bet politieke spel.
De oorlog met Frankrjjk schilderde de Doctor
als ten laatste onvermijdelijk, maar Bismarsk
had de kansen overwogen en de slag, die ge
slagen werd, berekend, of' dit groote rechtvaar
digheid was, zou Spr niet beslissen, maar het
doel werd bereikt, het nageslacht zal het helder
inzien en nu zien wij den Kanselier staan aan
de spits van het Duitsche Rijk, wat hjj verder
heeft gewrocht zullen wjj zien na eene korte
pauze.
Na de pauze besprak de redenaar Bismarck
als despotisch beerscber, na den oorlog met
Frankrijk hsm niet zoozeer doen kennend als
een engel des vredes, rnaar alleen zorgend dat
liet Duitsche Rjjk geen schade leedlust of
neiging voor een nieuwen oorlog heeft bjj nim
mer meer betoond. Hjj heeft het Duitsche leger
gemaakt tot eene waaglmlzerjj, tot eene vreeze
voor een mogeljjken schok of verwikkeling bjj
een ieder.
In niets bewjjst de kisforie, dat Bismarck
eerbied koesterde voor het recht en ofschoon
zijn spreuk: „Wir Deutschen furebten Gott und
«oust nichts auf der Welt// veler harten voor
hem won, bewees hij nooit, dat de vreeze Gods
bestond in de groote liefde voor de zon der ge
rechtigheid.
Wat de binnenlandscbe politiek voor Duitscb-
laod en de wereld beteekend heeftdaaraan
denkend, zeide Spr vereckjjnt voor mij altijd
het beeld der Vrjjbeid vruchteloos en wreed
door hem verdreven.
Heerlijk-schoon droeg de Doctor een gedeelte
uit P o t g i e t e r's Ken revue in het Bois de
Boulogne vooronder ademloos gehoor, zoo
boeiend, zoo streelend en zoo ieiu-betooverd wa
ren de klanken van zjjne lippen. Potgieter's
poëzie drukte een zegel op zijne rede. Hooren
wjj even den dichter en redenaar.
Wanneer hij opwaarts zag, hij zou haar ginds
[zien zweven,
Langs 't hoog azuur, op gouden wolk,
De Vrijheid, vruchteloos zoo wreed door hem ver-
[dreven,
Vergeefs vervolgd in iedren tolk
Hij zou het lezen in de kalmte van haar blikken
Beschamender dan 't bitterst woord,
Dat zich de dwinglandij verwart in strikken,
Dat Frankrijks toekomst Haar behoort.
Hij vreest het, sinds dien nacht wiens gruwel
[later glorie
Niet uitwischt door zijn stralenvloed
Er blijven vlekken op de rolle der historie
Waar Staatszucht schreed ten troon in bloed
Hij vreest het, schoon de stad werd op zijn wenk
[herschapen
Tot ze overal kazernen heelt
Er is eer, opstand niet te treffen met het wapen
En die het schrootvuur overleeft
De meester van het spel op 't schaakbord van
[Europa,
Wiens hand er licht of schaauw op stort,
Zoo zeer beheerscht zijn zet der wereld vreeze
[en hope,
Schiet in deez' worsteling te kort
't Genie dat heel een volk weet aan zijn woord
[te boeijen,
Dat in 't crediet voor weelde en werk
Een stroom van overvloed verblindende doet vloeijen
Vindt slechts dien wederstand te sterk
Vergeefs de pers verplicht te gaan in loggen keten
Gaan doet ze toch ondank* de boei,
En wint hat meegevoel van 't openbaar geweten,
Den dag gedenkend van haar bloei
De strafste wet vermag geen dooding der gedachte
Verminkt getuigen nog haar leên
't Verwijt verkeere in vraag, de kreet krimpe in
[tot klagte,
Gij leest die door de letters heen
De vruchtelooste kamp, die deerenis zou vergen,
Zoo zwaar drukt op partij haar wigt,
Als 't iemand vrijstond om den hemel zelf te tergen
Door strijd te voeren tegen 't licht
Na deze weldoende peëzie, tipte de Doctor
even de Cultuurk&mpf aan. Bismarck wilde niat
Eaar Canossa, wij weten het, maar niets, zeide
Spr., mocht hem baten, noch het kerken van
piiesters, noch het boog hangen van den brood
korf, noch verleiding, hij hasft gezien hoe fier
en kloek de zonen der Kerk zich toonden,
dat zjj om den broodkorf geen eer of consciëntie
verpandden, hoe zjjn egoïsme verzonk in nieuwen
modder, hoe bjj ten slotte machteloos stond.
Het voegt ons niet, zeide Spr.harteloos te
zijn, maar wij vragen, wat hebben zjjne vervol-
gingswetten gebaat Zij brachten geen rust, geen
orde. Hij trachtte de Soc. democratie te ver
bannen en meende den arbeider te kunnen win
nen met eene pensioenregeling. Zijn rede hier
over in 1881 gehouden, was een meesterstuk
van gezond verstand, van kennis var. meuschen
en toestanden, maar ook hier weder spetlde zjjn
lust tot dwingelandij hem parten. De oplossing
van de groote vraag, zag Spr. in het den ar
beider vrijwillig doen medewerken wat aan zjjn
welzjju door den Staat wordt gedaan. Met bu
reaucratie is het doel niet te bereiken en teleur
gesteld verviel Bismarck opnieuw in zjjne
oude dwangwetten.
Duidelijk is het, dat deze man ten langen
laatste niet anders beeft gestreden dan voor de
onfeilbaarheid en onfaalbaarheid van zich zelf,
den IJzeren Kanselier.
Hoe een vaste Ijjn te trekken om hem die
zjjn reuzenkracht, door geen enkel beginsel be
heerscht, noch bestierd door consciëntie, zjjne
kracht ontaarden deed in geweld, want iedere
kracht niet omgeven door consciëntiewordt
dwingelandij, die men in de historie met den
naam van Nimrod heeft beteekend.
Zjj a eigen macht als eenig doel voor oogen
en versterkend, zonder recht ten grondslag, moest
telkenmale komen in conflict met het recht der
wereld, sprekend tegen hem, Met groot cynisme
verklaarde Bismarck dat hjj de reaal-po
litiek tot zjjn levenstaak maakte, Bismarck
was een maa, niet een dichtende, maar een le
vende Shakespeare, die alle stormen en
orkanen in zich borg; een man, die zeker
Duit&chland groot heeft gemaaktmaar ook
klein door zjjn eigen zelfzuchtige baatzuchtjdit
was de fout, dat hjj het niet bestand maakte
tegen de verdelgende krachten van den tegen-
woordigen tjjd.
Dr. Schaepman besloot met een gloed-
volleu zin het recht voorop stellend
De stralenkrans der waarachtige glorie zal
niet gloren om zijn hoofd, iedere glorie, die de
zoon der menschen kroont, verdwjjnt als een
dwaallicht, wanneer zij niet is eene glorie, die
gloort door de zonne der gerechtigheid.
De Voorzitter der R. K. Leesvereeniginff <jie
den redenaar had voorgesteld aan de afinwezi-
gen, bedankte hem ook voor zijne ratje, welke
ettelijke malen was toegejuicht.
Onder de aanwezigen waren een 15-tal gees
telijken.
BUEGLKMJKK STAND.
ONDERTROUWD: C. J. Koelman en G.J.
Jansen. D. Hietbrink en G. van Djjk.
GETROUWDF. E, Nix en P. Breedveld.
A. J, Bosschieter en H. van Dijk.
BEVALLENA. Scholte-Kruyer, d. K.
Visser-Nederpelt, d. E. Martin-Kuyper, d.
J. A. Schornagel-v. Alpben, z. C. Klaas-
sen-Jonker, d. H. Brasscr-De Louwer, z.
W. v. Honschoten-De B es, z. W. G.
Grillis-Hooning, z. 11. F. Pelser-Kl tassen z.
OVERLEDENA. Oderkerk, 5 m., Oran-
jestr. A. v. Zeeland, 53 j., Polderstr.
Arrondisaements-Rochtbank te Haarlem.
Terechtzitting van 26 Januari 189
1. A. G. Meeuwenoord vletterman te IJmuiden,
mishandeling vrijgesproken. 2. S. Troost arbeider
te Westzaan, als voren. 3. IJ. van Harlingen ar
beider te Krommenie beleediging van een bedie
nend beambte in functie f10 boete of 10 dagen
hechtenis. 4. L. J. van Os arbeider te IJmuiden,
nachtrumoer verwekken en beleediging ambtenaar
f3 boete of 3 dagen hechtenis en 14 dagen gev.
straf. 5, A. Cassee bierhuishouder te Heemstede,
heling 3 maanden gev.straf. 6. D. Koster ijzerdraaier
te Haarlem verduistering 14 dagen gev. straf. 7.
i J. F. Klaassen zonder beroep te Velsen, bedelarij
2 dagen hechtenis en 3 ja-en plaatsing in eene
Rijkswerkinrichting. 8. C. Rhynsburger landbou
wer te Assendelft, niet geven van inlichtingen als
gefailleerde, een maand gev. straf. 9. J. Hangjas
koopman te Haarlem, dierenmishandeling 6 weken
gev. straf.
Trekking van Donderdag 26 Januari.
Se klasse 7e lijst.
Prjjzen van f 100 en daarboven.
No. 8824 f 50.000.
No. 7359 f 15,000.
14600,
15278, 18086
f en 19493 elk
f 100.
Prjjzen van f
70.
37
3512
7268
10056
13493
16682
93
3545
7343
10138
13494
17048
850
3669
7553
10181
13505
17078
384
3570
7562
10271
13516
17155
496
3818
7628
10407
13592
17172
524
3851
7655
10440
18698
17253
548
3911
7701
10612
13750
17397
613
3930
7721
10687
13926
17324
631
4049
7876
10791
14010
17412
644
4213
7888
L0797
14062
17427
695
4402
7968
11086
14071
17823
819
4453
8004
11208
14116
17834
888
4485
8230
11404
14184
17889
816
4512
8258
11518
14258
17909
1116
4570
8344
11565
14466
17942
1263
4645
8419
11640
14689
17956
1265
4656
8451
11689
14831
18083
1297
4786
8488
12052
14858
18221
1603
4852
8501
12077
14954
18404
1606
4928
8592
12129
14978
18409
1666
4997
8602
12168
14993
18471
1764
5136
8611
12169
15184
18579
1930
5297
8688
12212
15276
18592
1965
5329
8723
12393
15393
18597
2005
5349
8862
12516
15492
18799
2028
5578
8898
12578
15508
18932
2098
5640
9067
12593
15598
19294
2115
5718
9120
12646
15643
19492
2205
5733
9154
12771
15927
19614
2275
5791
9218
12866
15964
19648
2307
5879
9238
12932
16011
19742
2353
6065
9283
12989
16136
19759
2415
6277
9467
13070
16213
19927
2440
6421
9542
13156
16330
20167
2578
6445
9556
13159
16400
20229
2701
6549
9584
13189
16423
20501
2750
6714
9614
13224
16457
20578
2782
6873
9652
13267
16503
20581
2791
6910
9714
13324
16529
20889
3033
6987
9723
13355
16588
20916
3075
7099
9727
13412
16572
3380
7118
9901
18418
16631
3438
7265
9915
13471
16634
het westland, 25 Jan. Op de veilingen van he
den avond werden de volgende prjjzen besteed
stoofperen 2.60 a 13,10, stoofappelen f 2,80 a 3.
tafelappelen 2 a 5 ct. peren 3 a 12 ct. per stuk;
spruitkeel a0.70a f4.85, kroten f 0.70 a f 0.75—
peen f0.30 a f 0.35 per zak.
i.onden, 26 Jan. Vee. Ter veemarkt zijn aangevoerd
300 Runderen. 100 Schapen en lammeren
15 Kalveren Varkens Prijzen. Beste Run
deren 2,-6 a 4/4, Schapen en Lammeren 3/4 a 5 6
Kalveren—; a Varkens a per steen
Schiedam 25 Jan. Moutwjjn per heet. zonder de
bel. f 11.Jeneverid. 115,50 Amsterdamsohe proef
f 16.75 Spoeling per Ketelbe«rs f 1,30 Spoeling
commissie 1 f—beursnoteering branders-
bond. Moutwijn! 10 a f10'/, oer heet. ct
Gisteren waren de Spaanscbe ministers onder
presidium van de Koningin-Regentes te Madrid
vereenigd. De Minister van Oorlog was niet
aanwezig. Men veronderstelt dat zjjn afwezigheid
in verband staat met de beslissing van den
Hoogsten Krjjgsraad, ten opzichte van twee ge
neraals waar van de een generaal Juandenez is,
die de capitulatie van Manilla onderteekende.
Deze generaal, die voorloopig in vrjjheid was
gesteld, werd naar de militaire gevangenis ge
bracht. De andere is generaal Torrel, die
capitulatie van Santiago op Cuba toekende
In den nacht y*a den 20e doodde een
Amerikaansch schildwacht een kapitein van
de artillerie der Filipino's bjj de voorposten te
Tondo. De inlandeehe pers is over dit feit
zeer verontwaardigd en noemt de daad van
<kn schildwacht een lafl'en moord. Zaterdag
nacht beproefden vjji Filipino's door de Ame-
rikaansche liniën te breken om den dood vu
den kapitein te wreken. Een Amerikaansehe
schildwacht doodde een der indringers, die met
een revolver was gewapend de anderen werden
gevangen genomen.