350ste Staatsloterij. MARKTBERICHTEN. No. 13207 en 16217 elk f 1000. No. 2649, 8935 en 14482 elk f 400. No. 4582 en 20010 elk f 200. No. 1647, 8562, 8777, 9048, 10117, 11850, laatste: berichten. 3o. Het onderhouden van en het doen van herstellingen en vernieuwingen aan de gebou wen der Rjjks Academie vanBeeldende Kun sten te Amsterdam, van deu dag der goedkeu ring van de aanbesteding tot en met 31 December 1900 (Raming f 2000.) Minste in schrijver J. P o o t te Amsterdam, voor f 1820, 4o. Het onderhonden van en het doen van herstellingen tn vernieuwingen aan de gebouwen van het Paviljoen //Welgelegen// te Haarlem, van den dag der goedkeuring van de aanbeste ding tot en met 31 December 1900. (Raming f 4160.) Minste inschrijver A. R i n k e m a te Haarlem, voor f 4030. Do paard enslachter D i r k e n is door de Recht bank alhier veroordeeld tot 1 jaar gevangenis straf voor het stelen vaa een peard. Naar wjj vernemen is de feestavond voor de leden der Haarl. Handelsver eeniging vastgesteld op Donderdag 9 Februari. Burg. en Weth. dezer gemeente zullen op Donderdag den 2en Februari 1899, des namid dags ten 2y» uur in bet openbaar bjj opbod en afslag verpachten De visscberjjen in eenige wateren der ge meente en zulks voor het tijdvak loopende van 15 Februari 1199 tot 31 December 1900. De voorwaarden liggen ter lezing op de ge meente secretarie (3e afdeeling Financiën) op alle werkdagen van des voormiddags 1 0 tot des namiddags 4 uur. Gisteren-avond trad de heer Jhr. Mr.A.J. R e t- haan Macaréals spreker op in eene door de Haarlemsche Handelsver eeniging uitgeschre ven bijeenkomst der leden. De Haarlemsche Afgevaardigde ter Tweede Kamer verdedigde het goed recht der burgerij tegenover de Hoill. IJzeren Spoorwegmaatschappij, waar de Nederlandsche Regeering achter bleef in het bevorderen van de belaogen der inwoners van de Spaarnestad. Do Spreker die de toejuichingen der vergade ring ten deel vielen, zette duidelijk uiteen hoe de ingezetenen van Haarlem in hun bestaan worden bedreigd en hoe 's Lands regeering te kort schiet in haar verplichtingen, door millioe- nen uit te geven, zonder dat aan Haarlem wordt gedaeht. Nooit, zei spreker, heeft Haarlem ietB van den Staat ontvangen, maar draagt groote sommen bjj voor 's lands schatkist. Ten slotte nam de vergadering aan een adres te zenden aan H. M. de Koningin met het ver zoek aan de Holl. Spoorwegmaatschappij geen vergunnin g te willen verkenen tot het aanleggen van een nieuwe l\jn Amsterdam-Leiden, indien niet werd voorzien in de hoog noodige verbe tering van het station met zjjn overwegen sanJans- en Kruisweg en het aanbrengen van een spoorweghaven aan het Noorder-Buiten Spaarne. Dit adres, waarin de bestaande en rechtmatige grieven zijn vermeld, zal door de zorg van de Haarlemsche Uandelsvereeniging aan de ingeze tenen dtaer gemeente ter teekening worden aan geboden. Staande de vergadering werd het adres reeds van een groot aantal bandteekeningen voorzien. Als eerste onderteekenaar komt »p het adres voor den heer J. G. S c h ii r m a n n, president der Haarlemsche Handelsvereniging, welke Ver - eeniging de beweging om Haarlem's belangen te verdedigen heeft op touw gezet. Dr. Schaepman'» rede. In de bovenzaal der Sociëteit nVereeniging" trad gisteren-avond voor leden en genoodigden der R. K. Leesver eeniging Dr. H. J. A. M. Schaepman als spreker op. In zjjne inleiding zoide Dr. Schaepman dat het bij het einde van deze 19e eeuw niet alleen Duttig was om een terugblik te werpen op de feiten, die hebben plaats gehad, maar ook op historische personen, die hun stempel op de geschiedenis hebben gedrukt. Nu zijn er zeker verschillende van deze, die afzonderlijk in aan merking komen, eene keuze valt dus eenigszins moeilijk, maar ik meen, ziide Spr., dat de man, dien ik mij dezen avond heb uitverkoren te bespreken zjjn stempel drukt op deze en de volgende eeuw en mag noemen prins O 11 o von Bismarck. Alhoewel geen sympathie met hem kunnende gevoelen, leven we toch onder zijn indruk. Bjj de mare, dat de Kanselier was bezweken, Bchokte die tijding, maar het was niet een feit in den historischen zin, want deze man, die eene historie heeft gewrocht, eene natie heeft geschapen, gaat heen en een stilzwijgen legt,het op, er gaat eene huivering rond maar niet eene van rouwe, zooals de wereld rouwe draagt wan neer zij een der grootste en machtigste dezer wereld zag verdwijnen, en indien er werkelijk eene huivering is geweest, dan is het eene zoo als wij die besohouwen voor den troon der eeuwige gerechtigheid. Hij ia heengegaan in eene schaduw, waarin nog eens zjjn kracht uitblonk, maar gelijk stof wolken die kracht aanstonds in nevelen hulde. Niet, zoo zeide Spr., treedt de richtende his torie op, die zijn naam op marmeren tafels sehrjjft, maar in een alledaagschen verslaggever, die zich liet bezigen tot alle diensten en praat tot het Kaffeeklatsch toe. Voordat Dr. Schaepman overging het beeld van den Kanselier te teekeuen, besprak hij twee zjjuer grootste levensbeschrijvers; en het is Oscar B u s c h die bjjna onverdeeld den Spr.nu bezig hield. In stede dat de held van het boek steeds grooter en grooter werd, verkleinde het Bismarck's figuur, het was geen ernstig boek wat wjj allen weten uit Bismarck's leven, is het beste er in weergegeven. Maar aan wie de schuld f Zie hier de Nemesis, het wraakgericht der historie. Er is geen trouw in het werk van Busch, er is slaafsheid alleen, de man, die door Bismarck ia zjjn persbureau werd opgenomen, die hem vergezelde op liet slagveldzjjue papieren rangschikte, al zijne uitingen opslikte, deze man moest ten lange leste blijken een onbetrouwbaar getuige der historie te zijn. En waarom Men bezigt zulke lieden niet om de waarheid' en het rechtmaar omdat men ze noodig heeft. Maar het booze werktuig keert zich altijd tegen hem, die het uitvoert, dit is de Nemesis. Toen eenmaal de grootmachtige Kanselier er toe overging om, zcoals men in de politiek zegt, secrete permissiën toe te vertrouwen, was Busch een verloren man, die zich eenmaal tot uitdrager leenen zou. Er is in dat boek over Bismarck geen enkele bladzjjde den man waardig, alleen waar de reus zich toont in volle kracht; Busch beeft hem gemaakt tot een kleinzielige, vol veete, nijd, geen groote gedachte in hem op kiemend en er slechts op uit om het oogenblik te kiezen zijn spel te veroveren. Is, vroeg Spr., het boek ongeloofwaardig Wachten wjj ons om twee redenen dit te zeggen. Busch mist niet allen waarheidszin, neen, bjj geeft Bismarck alleen weer als een eigenzuchtig geweldenaaren op de tweede plaats schonk Busch ons een der vermake- Ijjkste boeken onzer eeuw. In t/Bismarck und seine Leuteu over den Fransch-Duitschen oorlog vindt men de kleine leeljjke trekken niet, die den man verkleinen, wjj vinden er wel eenige aan duidingen die Bismarck doen kennen. Dr. Schaepman gaf eenige aardige trek jes weer hoe Bismarcjk en Busch met el kander omgingen en op welke wijze hjj B u s c h terecht wees, o. a. groette Busch mee, wan neer de officieren Bismarck groetten en dan zeide de Kanselier eens //Das lieben die Mili tairen nicht, so ein Biirgerman die Officieren grüszen// en bij den veldslag bij Sédan, beraad slagende met den Keizer en den Staf over de kansen: //Wenn sie nog langer so laut reden, soil auch der Kaiser deinen Rath fragen,// {Wij ver onder stellen, dat het hier niet de be doeling van Br. Schaepman lean zijn, om een journalist beneden een officier te stellenal sprak een Von Bismarck aldus. Red. Veel wat Busch ons mededeelt, is ons door dea Kanselier zelf meegedeeld en dit kennen en weten wjj allen. Van bet kjjkje gegund in zjjn innerljjk bestaan moeten wjj niet ie veel lezen en gelooven. Het bevreemdde Spr., dat het 3e deel nog niet verschenen was over het terugtreden van den Kanselier, want, zeide de Doctor, Bis marck heeft zicb-zelf verkleind na zjjn heen- gszondea worden, hij, die niet bestand bleek tegen de ongenade ten Hove. Gezegd heb ik, zeide Spr., wat ik meende te moeten zeggen van deze biografie, voordat ik de poging doe om de beehenis te bcetseeren van een gestalte zoo machtig, zoo reusachtig een omtrek van zjjn leven is niet zoo eenvoudig, want dit leven beweegt zich in zjjn banen, die in iedere historie onzer eeuw rondgaan en be- heerscht de vraagstukken, die ons geslacht ver vullen. In nu geeft Dr. Schaepman ons B i s- m a r c k's jeugd en zjjn voorouders en ouders als mannen weer van de krachtige daad, voor •eigen eer en naam strjjdend, niet het slagveld vreezende, en als de 19 eeuwsche zoon van zulk een geslacht verschjjnt deze O 11 o. In zjjn jeugd //der tolle Bismarck// genaamd, ontwikke lend groote pbysieke kracht, geen pogen scheen hem te hoog, geen arbeid te zwaar. Na voltooiing zjjner studiën, keerde hjj terug iu het ouderljjk huis, legde bij zich toe op dea landbouw, hij is ook soldaat* geweest en ge bleven met politiek hield bjj zich toen nog niet bezig, dan in zesr engen kring, maar het merkwaardige was, dat Otto van den aan vang af de diugen doorschouwde en hjj in de inrichting van het beheer der gemeente en lands districten een verband zag met den geheelen Staat. Het volle licht over de ellenden der bureaucra tie schjjnt nergens helderder dan in de bladzijden van bet 1ste deel der// Oedankeni',men ziet daarin de man, die het raderwerk begrijpt en den levenden polsslag heeft gevoeld, ook dat het raderwerk van den Staat nooit in de plaats zou kunnen treden van het zelfbewuste volksleven. Vootts zijn huwoljjk, tot eindeljjk komt bet jaar 1848, met al zjjn omwenteling en revolutie, niet varende door da lucht met metalen vleu gelslag, maar bevolkend en met bloed besproei ende de barricaden. Spr., herinnert aan de weifelende handelingen der regeering te Berlijn, herinnert koe Bis marck verschjjnt en durft zeggen //Sire, tracht Koning te zjjn, indien gij de revolutie breide len wilt, weifel dan nimmer, evenzoomin als uwe voorvaderen.» Zjjne dagen waren echter nog niet gekomen. Hjj was nog geen volkomen Staatsman, hjj heshtte aan gerechtigheid en pliehtvoor de bionenland- sche politiek achtte men hem nog niet bekwaam. Kort daarop zond men k«m als afgevaardigde van den Bondedjg naar Frankfort, bij toonde daar aan boe de oppermacht vnnOostenrjjk een on gepaste was. Maar in hoofdzaak zag hjj daar, hoorde en beraamde. Te St. Petersburg in 1866 doorleefde Bismarck eene tweede leerschool. Bij het parlementaire conflict dong hjj naar den Ministersietel. Het voorname punt in zijne rich ting was bet denkbeeld aan de gevaren waar aan Pruisen door zijn geografischs ligging was blootgesteld en met de revolutie van Napoleon III, Pruisen het kind van de rekening zou wor den. Hij bedwong Frankrijk rustig te blijven, en ging met Oostenrjjk en Rusland op vriend- sehappeljjken voet om. Spr., gaf zjjn politiek beleid aan met den oorlog in den Krim en toonde hem den meester in bet politieke spel. De oorlog met Frankrjjk schilderde de Doctor als ten laatste onvermijdelijk, maar Bismarsk had de kansen overwogen en de slag, die ge slagen werd, berekend, of' dit groote rechtvaar digheid was, zou Spr niet beslissen, maar het doel werd bereikt, het nageslacht zal het helder inzien en nu zien wij den Kanselier staan aan de spits van het Duitsche Rijk, wat hjj verder heeft gewrocht zullen wjj zien na eene korte pauze. Na de pauze besprak de redenaar Bismarck als despotisch beerscber, na den oorlog met Frankrijk hsm niet zoozeer doen kennend als een engel des vredes, rnaar alleen zorgend dat liet Duitsche Rjjk geen schade leedlust of neiging voor een nieuwen oorlog heeft bjj nim mer meer betoond. Hjj heeft het Duitsche leger gemaakt tot eene waaglmlzerjj, tot eene vreeze voor een mogeljjken schok of verwikkeling bjj een ieder. In niets bewjjst de kisforie, dat Bismarck eerbied koesterde voor het recht en ofschoon zijn spreuk: „Wir Deutschen furebten Gott und «oust nichts auf der Welt// veler harten voor hem won, bewees hij nooit, dat de vreeze Gods bestond in de groote liefde voor de zon der ge rechtigheid. Wat de binnenlandscbe politiek voor Duitscb- laod en de wereld beteekend heeftdaaraan denkend, zeide Spr vereckjjnt voor mij altijd het beeld der Vrjjbeid vruchteloos en wreed door hem verdreven. Heerlijk-schoon droeg de Doctor een gedeelte uit P o t g i e t e r's Ken revue in het Bois de Boulogne vooronder ademloos gehoor, zoo boeiend, zoo streelend en zoo ieiu-betooverd wa ren de klanken van zjjne lippen. Potgieter's poëzie drukte een zegel op zijne rede. Hooren wjj even den dichter en redenaar. Wanneer hij opwaarts zag, hij zou haar ginds [zien zweven, Langs 't hoog azuur, op gouden wolk, De Vrijheid, vruchteloos zoo wreed door hem ver- [dreven, Vergeefs vervolgd in iedren tolk Hij zou het lezen in de kalmte van haar blikken Beschamender dan 't bitterst woord, Dat zich de dwinglandij verwart in strikken, Dat Frankrijks toekomst Haar behoort. Hij vreest het, sinds dien nacht wiens gruwel [later glorie Niet uitwischt door zijn stralenvloed Er blijven vlekken op de rolle der historie Waar Staatszucht schreed ten troon in bloed Hij vreest het, schoon de stad werd op zijn wenk [herschapen Tot ze overal kazernen heelt Er is eer, opstand niet te treffen met het wapen En die het schrootvuur overleeft De meester van het spel op 't schaakbord van [Europa, Wiens hand er licht of schaauw op stort, Zoo zeer beheerscht zijn zet der wereld vreeze [en hope, Schiet in deez' worsteling te kort 't Genie dat heel een volk weet aan zijn woord [te boeijen, Dat in 't crediet voor weelde en werk Een stroom van overvloed verblindende doet vloeijen Vindt slechts dien wederstand te sterk Vergeefs de pers verplicht te gaan in loggen keten Gaan doet ze toch ondank* de boei, En wint hat meegevoel van 't openbaar geweten, Den dag gedenkend van haar bloei De strafste wet vermag geen dooding der gedachte Verminkt getuigen nog haar leên 't Verwijt verkeere in vraag, de kreet krimpe in [tot klagte, Gij leest die door de letters heen De vruchtelooste kamp, die deerenis zou vergen, Zoo zwaar drukt op partij haar wigt, Als 't iemand vrijstond om den hemel zelf te tergen Door strijd te voeren tegen 't licht Na deze weldoende peëzie, tipte de Doctor even de Cultuurk&mpf aan. Bismarck wilde niat Eaar Canossa, wij weten het, maar niets, zeide Spr., mocht hem baten, noch het kerken van piiesters, noch het boog hangen van den brood korf, noch verleiding, hij hasft gezien hoe fier en kloek de zonen der Kerk zich toonden, dat zjj om den broodkorf geen eer of consciëntie verpandden, hoe zjjn egoïsme verzonk in nieuwen modder, hoe bjj ten slotte machteloos stond. Het voegt ons niet, zeide Spr.harteloos te zijn, maar wij vragen, wat hebben zjjne vervol- gingswetten gebaat Zij brachten geen rust, geen orde. Hij trachtte de Soc. democratie te ver bannen en meende den arbeider te kunnen win nen met eene pensioenregeling. Zijn rede hier over in 1881 gehouden, was een meesterstuk van gezond verstand, van kennis var. meuschen en toestanden, maar ook hier weder spetlde zjjn lust tot dwingelandij hem parten. De oplossing van de groote vraag, zag Spr. in het den ar beider vrijwillig doen medewerken wat aan zjjn welzjju door den Staat wordt gedaan. Met bu reaucratie is het doel niet te bereiken en teleur gesteld verviel Bismarck opnieuw in zjjne oude dwangwetten. Duidelijk is het, dat deze man ten langen laatste niet anders beeft gestreden dan voor de onfeilbaarheid en onfaalbaarheid van zich zelf, den IJzeren Kanselier. Hoe een vaste Ijjn te trekken om hem die zjjn reuzenkracht, door geen enkel beginsel be heerscht, noch bestierd door consciëntie, zjjne kracht ontaarden deed in geweld, want iedere kracht niet omgeven door consciëntiewordt dwingelandij, die men in de historie met den naam van Nimrod heeft beteekend. Zjj a eigen macht als eenig doel voor oogen en versterkend, zonder recht ten grondslag, moest telkenmale komen in conflict met het recht der wereld, sprekend tegen hem, Met groot cynisme verklaarde Bismarck dat hjj de reaal-po litiek tot zjjn levenstaak maakte, Bismarck was een maa, niet een dichtende, maar een le vende Shakespeare, die alle stormen en orkanen in zich borg; een man, die zeker Duit&chland groot heeft gemaaktmaar ook klein door zjjn eigen zelfzuchtige baatzuchtjdit was de fout, dat hjj het niet bestand maakte tegen de verdelgende krachten van den tegen- woordigen tjjd. Dr. Schaepman besloot met een gloed- volleu zin het recht voorop stellend De stralenkrans der waarachtige glorie zal niet gloren om zijn hoofd, iedere glorie, die de zoon der menschen kroont, verdwjjnt als een dwaallicht, wanneer zij niet is eene glorie, die gloort door de zonne der gerechtigheid. De Voorzitter der R. K. Leesvereeniginff <jie den redenaar had voorgesteld aan de afinwezi- gen, bedankte hem ook voor zijne ratje, welke ettelijke malen was toegejuicht. Onder de aanwezigen waren een 15-tal gees telijken. BUEGLKMJKK STAND. ONDERTROUWD: C. J. Koelman en G.J. Jansen. D. Hietbrink en G. van Djjk. GETROUWDF. E, Nix en P. Breedveld. A. J, Bosschieter en H. van Dijk. BEVALLENA. Scholte-Kruyer, d. K. Visser-Nederpelt, d. E. Martin-Kuyper, d. J. A. Schornagel-v. Alpben, z. C. Klaas- sen-Jonker, d. H. Brasscr-De Louwer, z. W. v. Honschoten-De B es, z. W. G. Grillis-Hooning, z. 11. F. Pelser-Kl tassen z. OVERLEDENA. Oderkerk, 5 m., Oran- jestr. A. v. Zeeland, 53 j., Polderstr. Arrondisaements-Rochtbank te Haarlem. Terechtzitting van 26 Januari 189 1. A. G. Meeuwenoord vletterman te IJmuiden, mishandeling vrijgesproken. 2. S. Troost arbeider te Westzaan, als voren. 3. IJ. van Harlingen ar beider te Krommenie beleediging van een bedie nend beambte in functie f10 boete of 10 dagen hechtenis. 4. L. J. van Os arbeider te IJmuiden, nachtrumoer verwekken en beleediging ambtenaar f3 boete of 3 dagen hechtenis en 14 dagen gev. straf. 5, A. Cassee bierhuishouder te Heemstede, heling 3 maanden gev.straf. 6. D. Koster ijzerdraaier te Haarlem verduistering 14 dagen gev. straf. 7. i J. F. Klaassen zonder beroep te Velsen, bedelarij 2 dagen hechtenis en 3 ja-en plaatsing in eene Rijkswerkinrichting. 8. C. Rhynsburger landbou wer te Assendelft, niet geven van inlichtingen als gefailleerde, een maand gev. straf. 9. J. Hangjas koopman te Haarlem, dierenmishandeling 6 weken gev. straf. Trekking van Donderdag 26 Januari. Se klasse 7e lijst. Prjjzen van f 100 en daarboven. No. 8824 f 50.000. No. 7359 f 15,000. 14600, 15278, 18086 f en 19493 elk f 100. Prjjzen van f 70. 37 3512 7268 10056 13493 16682 93 3545 7343 10138 13494 17048 850 3669 7553 10181 13505 17078 384 3570 7562 10271 13516 17155 496 3818 7628 10407 13592 17172 524 3851 7655 10440 18698 17253 548 3911 7701 10612 13750 17397 613 3930 7721 10687 13926 17324 631 4049 7876 10791 14010 17412 644 4213 7888 L0797 14062 17427 695 4402 7968 11086 14071 17823 819 4453 8004 11208 14116 17834 888 4485 8230 11404 14184 17889 816 4512 8258 11518 14258 17909 1116 4570 8344 11565 14466 17942 1263 4645 8419 11640 14689 17956 1265 4656 8451 11689 14831 18083 1297 4786 8488 12052 14858 18221 1603 4852 8501 12077 14954 18404 1606 4928 8592 12129 14978 18409 1666 4997 8602 12168 14993 18471 1764 5136 8611 12169 15184 18579 1930 5297 8688 12212 15276 18592 1965 5329 8723 12393 15393 18597 2005 5349 8862 12516 15492 18799 2028 5578 8898 12578 15508 18932 2098 5640 9067 12593 15598 19294 2115 5718 9120 12646 15643 19492 2205 5733 9154 12771 15927 19614 2275 5791 9218 12866 15964 19648 2307 5879 9238 12932 16011 19742 2353 6065 9283 12989 16136 19759 2415 6277 9467 13070 16213 19927 2440 6421 9542 13156 16330 20167 2578 6445 9556 13159 16400 20229 2701 6549 9584 13189 16423 20501 2750 6714 9614 13224 16457 20578 2782 6873 9652 13267 16503 20581 2791 6910 9714 13324 16529 20889 3033 6987 9723 13355 16588 20916 3075 7099 9727 13412 16572 3380 7118 9901 18418 16631 3438 7265 9915 13471 16634 het westland, 25 Jan. Op de veilingen van he den avond werden de volgende prjjzen besteed stoofperen 2.60 a 13,10, stoofappelen f 2,80 a 3. tafelappelen 2 a 5 ct. peren 3 a 12 ct. per stuk; spruitkeel a0.70a f4.85, kroten f 0.70 a f 0.75— peen f0.30 a f 0.35 per zak. i.onden, 26 Jan. Vee. Ter veemarkt zijn aangevoerd 300 Runderen. 100 Schapen en lammeren 15 Kalveren Varkens Prijzen. Beste Run deren 2,-6 a 4/4, Schapen en Lammeren 3/4 a 5 6 Kalveren—; a Varkens a per steen Schiedam 25 Jan. Moutwjjn per heet. zonder de bel. f 11.Jeneverid. 115,50 Amsterdamsohe proef f 16.75 Spoeling per Ketelbe«rs f 1,30 Spoeling commissie 1 f—beursnoteering branders- bond. Moutwijn! 10 a f10'/, oer heet. ct Gisteren waren de Spaanscbe ministers onder presidium van de Koningin-Regentes te Madrid vereenigd. De Minister van Oorlog was niet aanwezig. Men veronderstelt dat zjjn afwezigheid in verband staat met de beslissing van den Hoogsten Krjjgsraad, ten opzichte van twee ge neraals waar van de een generaal Juandenez is, die de capitulatie van Manilla onderteekende. Deze generaal, die voorloopig in vrjjheid was gesteld, werd naar de militaire gevangenis ge bracht. De andere is generaal Torrel, die capitulatie van Santiago op Cuba toekende In den nacht y*a den 20e doodde een Amerikaansch schildwacht een kapitein van de artillerie der Filipino's bjj de voorposten te Tondo. De inlandeehe pers is over dit feit zeer verontwaardigd en noemt de daad van <kn schildwacht een lafl'en moord. Zaterdag nacht beproefden vjji Filipino's door de Ame- rikaansche liniën te breken om den dood vu den kapitein te wreken. Een Amerikaansehe schildwacht doodde een der indringers, die met een revolver was gewapend de anderen werden gevangen genomen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1899 | | pagina 3