No. 4098 Maandag 30 Januari 1899. 23ste Jaargan voor eStooró ij tj II Ij on Snió-éCollanó. Eene merkwaardige redevoering. Het Pleegkind BUIT JU L A JN D O f-./ 2,80 0,03 Duitsohland. Oostenrijk-Hongarije. Italië. Frankrijk. ABONNEMENTSPRIJS. Per 8 maanden voor Haarlem f 1,10 Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post1,40 Voor het buitenland Afzonderlijke nummers Dit blad verschijnt dagelijks, behalve Zon- en Feestdagen. Redacteu r-U i t g e v e r, W. KÜPPERS. BUREAU: St. Jansstraat. Haarlem. ai NT i ts nKiJ;* AGHTE MA NON AGITATE PRIJS DER ADVERTENTIEN. Van 1G regels50 Cents. Elke regel meer7'Zj» Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant. Hoofdagenten voor het BuitenlandCompagnie Générale Publicité Etrangére G. L DA UBE Sf Co. JOHN., F.JONES Succ., Parte Slbis Faubourg Monimartif. Er is veel te doen geweest in de pers over eene rede, die de oud-minister Mr. S. Van Houten voor eenige dagen heeft gehouden in de Haagsche kiesvereeniging De Grondweten die voornamelijk de strek king had om sprekers eigen partijgenooten eenige harde waarheden te zeggen, of lie ver om de Staatsliedi n, die de liberale leer op politiek gebied consequent willen door voeren, op hun voorman te zetten en hun te vertellen, dat rij door hun consequen tie den weg opgaan der sociaal-democratie. De heer Van H ou ten schijnt de con sequentie van het liberalisme niet aan te durven. Stond hij vroeger in de eerste ge lederen zijner partij, was de aanvoer der tegen den vjjand van het liberalisme, thans heeft hp zich teruggetrokken naar de achterhoede en waarschuwt hij voor het te ver gaan. Men heeft den heer Van Houten daarom een conservatief-liberaal genoemd. Wjj zouden hem liever rekenen tot d« ge wone liberalen, maar die op rijperen leef tijd gekomen begint in te zien, dat het toch eigenljjk eene dwaasheid is om het liberalisme door te voeren. Hem schjjnen de oogen open te gaan voor de verder felijke dwaalleer, die hjj vroeger heeft ver dedigd en waarvan hjj eerst nu bemerkt, dat haar toepassing ons land ten verderve moet voeren. Zjjn standpunt is niet benijdenswaar dig. De meeste zijner vroegere partijge nooten zjjn voortgegaan op den eenmaal ingeslagen weg, zoodat hjj en enkele zjjner medestanders alleen 'bljjven staan en met weemoed de vroegere vrienden zien voort hollen waar zjj bevreesd zjjn een stap verder te zetten. Vandaar de bittere toon in zjjn redevoering, een toon van verwijt en teleurstelling, een toon tevens van leed vermaak en bepotting. Wjj kunnen het ons begrijpen, dat zijn redevoering opspraak heeft verwekt. Voor de niet-liberalen is die rede eene groote vol doening geweest, want zjj hebben het ver nieuwd bewijs gekregen, dat bet libera lisme, voor zoover het niet verloopt in de sociaal-democratie, geen levensvatbaarheid bezit. Voor hendie zich liberalen bljj ven noemen, was mr. Van Hou ten's redevoering eene allesbehalve aangename waarschuwing, die hen voor voor een oogen- blik heeft gestoord in bun bewondering voor de zoogenaamde vooroitstrevende- democratiscbe richting. Koe deze laatsten nu over het stand- FEUILLETON. 12.) Vervolg «Ja, mjjne heeren, dat wederzien van mijn geliefd treurspel is altjjd roerend. Ik weet niet wat ik aan zou vangen wanneer het welbekende manuscript op zekeren dag eens niet meer terug kwam." «Nu, daar behoeft ge vooreerst niet bang voor (e zijn viel Vollmer in. «Zwjjg, bederver van den goeden smaak, gjj schikt u naar het publiek, maar ik, ik veracht betriep de magere trcurspeldich'er en dronk bet p»8gevulde glas weer ledig. Zwaarmoedig staarde hij in het ledige glas en zeide«Zelfs de brievenbode, die mij zoowat om de drie of vier weken het pakket terugbrengt, kent den inhoud reeds. «Gfj hebt het den ongelukkige toch niet voor gelezen vroeg Vollmer. «Neen, maar bjj kent den titel van het stuk, en bet fotnsar' n het pakket, en iederen keer het bjj -rug brengt, zegt bjj „Ac\ war gtuurt men u het mooie stuk sli*eer temg.« Hjj vindt dit jammer, ofschoon hjj toch bjj iederen keer een drinkgeld krjjgt, Zint ge, zoo ver is het nu met de kunst tf'koraeo, dat een eenvoudig man uit h6t volk ils eenige is, die een erns'ig werk waardeert, ofschoon hij den inhoud niet kent. Dag heeren!/' Hij wierp den kellner het geld toe, en ver- punt van den heer Van Houten den ken, laat ons betrekke]jjk koud. De rich ting Kerdjjk-Borgesius zal er zich niet door laten weerhouden en zal voor uit blijven streven, zoolang tot zjj door het radicalisme bjj de sociaal-democratie te land komt. Hiervan zjjn wij vast over tuigd en wj) zouden het nutteloos noemen daarover nog veel woorden te verspillen. Maar ook ons heeft de rede van mr. Van Houten iets te leeren gegeven. En deze les willen wjj aan onze lezers vertolken. Vooraf wijzen wjj echter op het beslist verschillend standpunt van mr.Van Houten en het onze. Waar hjj den gods dienst miskent en dus ook den invloed van den godsdienst op de Staatkunde niet kan waardeereD, is er eene diepe klove tusschen hem en ons. Maar toch heeft hjj enkele zeer behartigenswaardige wenken ge geven. Bjj heeft o. a. aangetoond, dat het luisteren naar de eischen der sociaal-de mocraten ons voert van de plutocratie naar de paupercratie, van de heerschappij van het geld naar de heerschappij van bet gepeupel. Deze woorden zjjn zeer teekenend in den mond van een man, die vroeger voor aan streed in het liberale leger. Mr. Van Houten schijnt werkelijk het laatste nog meer te vreezen dan het eerste. Hjj zal geraadpleegd hebben de lessen der histo rie en daar uit hebben geleerd, dat een regeering van de laagste volksklassen moet uitloopen op den ondergang van een volk. Jammer is het vooi hem, dat bij nu bijna alleen blijft staan, terwjjl zijn poli tieke vrienden hem verlaten, maar toch is het ook weder een bewijs van moed, dat hij smaad en spot wil trotseeren, omdat hy niet langer in het liberale gareel wil voorthollen en zjjn waarschuwende stem verheft. Beter ten halve gekeerd dan ge heel gedwaald Doch, geljjk wij zeiden, ook voor ons bevat derede van mr. Van Kouten eene les. Wjj vernemen nu toch eens van eene andere zjjde, hoe verkeerd het is om het zwaartepunt van de Staatsmacht over te brengen bij dat deel van het volk, dat het minst iu staat is dien last te dragen en dat voorts het minst be'ang heeft om dien last zoo goed mogeljjk te dragen. Steeds hebben wij het beginsel verkondigd, dat bjj de samenstelling der Volksverle- genwoordiging er meer op gelet moet wor den wie daaraan medewerken dan op het aantal der kiezers, terwijl voorts eene vraag van gewicht is, of de personen, die naar de Vertegenwoordiging worden afgevaar digd, werkeljjk de bekwaamheid en ge schiktheid bezitten om hun mandaat naar liet trotsch het lokaal, ouder het spottend gelach der overbljjvenden. „Hij weet zijn ongeluk nog al te dragen,// zeide Prehn. «Waarom schrjjfi hij ook geen bljjspel in plaats van een treurspel?" lljj is overigens een zeer begaafde dagblad schrijver,// hernam Vollmer. «Doch genoeg. Hoe zouden de heeren bet vinden zoo we wat domino speelden „Aangenomen,// riep Hammerefein. Weldra hoorde men de dominosteenen op de marme ren tafel kletteren, wat echter niet belette, dat de beeren al spelende doorbabbelden. „Het is eigeDljjk gek, heeren, dat ge met zooveel ijver dit eenvoudige spel speelt,// wierp de dichter op. „Waarom gek Ik verlies altjjd, dat vind ik erg gek, maar het spel niet,// gaf de dikke in fanterist ten antwoord. „Nu ik meende U zult toch wel andere winsten gewoon zjjn, bjj het hazard spel.// «Wie zegt u dat wjj dat spelen?" vroeg Prehn verbaasd. //Ik dacht het in het casino „In het casino wordt nooit gespeeld." «Nu, dan ergens anders. Mjjn toekom stige zwager beeft mjj er over gesproken «Hoe wil Wuifingen dat nu weten? Hij raakte nooit een kaart aan,// hernam Hammer- stein. Vollmer lachte luid. «Nu, nu, dat most je ook maar gelooven. Ik meen toch, dat hjj mjj sprak van een groote speelschuld «Ge moet u bepaald vergissen, Vollmer. Zelfs als wjj een enkelen keer speelden, deed Wul- eivch te vervullen. Men moet niet slechts tevreden zjjn met een partijman, maar men dient ook wel degeljjk in aanmerking te nemen, of die partyman iemand is, die een ruimen blik heeft voor de behartiging der algemeene landsbelangen, dan wel of bjj slechts de dienaar is van eene beperkte groep in de samenleving. De plutocratie is in ons oog afkeurens waardig maar de paupercratie nog veel meer. In het eerste geval bestaat er nog tnogel jjkheid dat de landsbelangen in over eenstemming zijn die vau de regeerders, in het laatste geval zijn die zeker strijdig met elkander. Daarop gewezen te hebben, noemen wjj eene groote verdienste van mr. Van Houten, ook al verschilt zjjn uit gangspunt hemelsbreed van het onze. Dat hjj overigens nog een onvervalscht liberaal is gebleven leert ons zjjn hou ding tegenover het streven van den jong- sten tjjd naar bescherming van landbouw en industrie. Hjj betoogt, dat de Staat zich geheel van bescherming moet onthouden, zoowel ten opzichte van de sterken als met betrekking tot de zwakken. Uitslui tend opkomen voor de zwakken noem de hjj ook bevoorrechting. En waar men niet mag spreken van het recht van den sterke, moet men ook niet kunnen spre ken van het recht van den zwakke. Deze sophisterjj heeft men den heer Van Houten zeer terecht kwalijk ge nomen. De Staat kan zich niet plaatsen buiten de samenleving en heeft dit dan ook tot nog toe nimmer gedaan Integendeel hebben de liberalen steeds het stelsel van bescherming in toepassing gebracht, maar in verkeerde richting. Zjj hebben de sterk- sten voortdurend beschermd en begunstigd en de zwaksten aan hun lot overgelaten. Zjj beschermden den handel op alle mo gelijke wijzen, ten koste van de Schat kist, maar hebben andere takken van wel vaart njjverheid en landbouw, ten na- deele van het algemeene belang, schro- rneljjk verwaarloosd. De heer Van Houten kan dus niet beweren, dat de Staat zich buiten alle be scherming heeft gehouden, en derhalve is zijn standpunt, dat de zwakke niet mag beschermd worden, omdat ook de steike niet is beschermdgeheel onhoudbaar. Waarschijnlijk beeft hij eene poging willen doen om eece leus te vinden, waaronder de liberalen, ëie thans schromeljjk verdeeld zijn, zich zoudeu kunnen vereenigen. Maar dan is deze poging geheel mislukt. De vooruitstrevende democraten willen ook be scherming, al is het eene andere bescher ming dan wjj voorstaan. Zij zoeken de individuen te beschermen, waar wij eene ingen nooit mede En ge weef, dat hij behalve met uw familie allien omgang had met zjjn kameraads.# «Dan is zjjn broeder anders," ging Hammer- stein voort, terwijl hij de steeneu verdeelde. «Wjj lagen samen in garnizoen te Keulen, en leefden daar tameljjk los, daarom ben ik ook overgeplaatst. Ik betaal nu nog aan de schulden, die ik daar toen gemaakt heb. Het was toen wel een aardige tijd, maar het is voorbjj Een poosje na dit geprek verliet Vollmer, blijkbaar vergenoegd, het boffiehuis, en slen terde de straat op. Aan het huis, waar vroeger Wuifingen woonde, was ren bordje aangeslagen, bevattende de mededeeling dat bjj de weduwe van den kanselarjjraad S öeklein, twee net ge meubileerde kamers benevens alkoof en oppas serskamer te huur waren. Vollmer draalde een oogenblik, doch stapte eindeljjk naar de -deur en belde aan. De weduwe S öcklein deed zelf open, jen zette haar vriendeljjkst gezicht, toen zjj den aanstaanden zwager van haar luitenant voor zich z-g, die altjjd bg zijn vroegere be zoeken een vriendeljjk woord of een aardigheid voor haar had. «Ah, mjjnheer Vollmer kom binnen als het u belieft,,/ zeide de innemende vrouw. //Nu, Mevrouw, als ik u Diet stoor, grang. Ik kwam toevallig voorbjj, had niets te doen wat mij wel eens meer gebenrt, en wilde u, eens vragen of de kamers nog niet verhuurd zijn Intusscheu had de dame haar bezoeker in de huiskamer gebracht en verzocht hem plaats te nemen. bescherming verlangen van industrieën welker oplevende blot i ook ten goede zou komen aan het individu. En, omdat de vooruitstrevenden de pau- pecratie voorbereiden,door de groote menigte meester te doen worden van het gezag, en haar aldus te beschermen, staat de be scherming, die de heer Van H ou ten wil, zoowel tegenover die van ons als tegenover die van de vooruitstrevenden. Hij is fei telijk onmogelijk geworden met zijn denk beelden. Met de democraten wil hij niet medegaan, met ons kan hij niet denzelf den weg bewandelen. Hij vormt de per sonificatie van het laisser faire op politiek gebied- Zijn liberalisme is een versleten standpunt, dat niet meer thuis behoort in het kader van den tegenwoordigen tijd. Moge hjj al nu en dan den spjjker op den kop slaan, het zijn slechts stuiptrekkingen, die zonder resultaat blijven. Zijn vrees voor de democratie is geworteld in bezorgdheid voor het behoud der liberale party, en niet iu het werkelijk besef, dat democratie en paupercratie ons volk naar den afgrond zullen voeren. Hoeveel opzien de ideëen van mr. Van Houten dan ook hebben gebaard, wij zijn overtuigd, dat zijn woorden weldra weder vergeten zullen zjjn. Zjjn waarschuwende stem was niets dan een noodkreet van het wegstervend liberalisme, dat t8n doode is opgeschreven en alleDgs ook al zjjn wer ken en daden zal zien verdwijnen. Zoo moest het een party vergaan, die bij de volks klassen illusiën heeft gewekt, welke zij nimmer bedoelde te verwezenljjken, en die protectie beeft voorgestaan en toegepast voor een deel der samenleving, terwjjl zjj nimmer heeft willen denken aan bescher ming, waar die noodig was en kon strek ken tot geluk van het geheele Vaderland. Het Wagner-comité te Berljjn heeft reeds ruim 100.000 mark bjjsengebracht voor de oprichting van een standbeeld. Weldra zal eene prijsvraag worden uitgeschreven. Na afwezigheid van bjjna eene eeuw hebben de eerw. paters Dominicanen on- laugs weder hun intocht in het <heilige> Keulen gehouden. Nadat door den pro vinciaal, den Zeereerw. pater Albertus, uit Dusseldorp, die voorloopig prior van het klooster is geworden, in de gouden kamer van de H. Ursula een plechtig Misoffer was opgedragen, waarbij de leden der orde uit Dusseldorp en Venlo, alsmede een ver tegenwoordiger van het klooster der Fran ciscanen te Keulen tegenwoordig waren, begaven zich de deelnemers Daar het nieuwe klooster, Melchiorstraat 35, alwaar de or debroeders, 3 paters en 3 leeken, door den «Als u een huurder voor mij wist, mjjnheer, zou ik u zeer dankbaar zjjn.// «Iets bepaalds kan ik u niet mededeelen. Een een vriend van mjj, een iDgenienr wilde hier eenige maanden doorbrengen. Toen dacht ik aan u. Doch de zaak is nog niet zeker. Het kan nog best eenige weken duren. Hoe komt het, dat de kamers nog leeg staan «De stad is niet zoo erg groot, mjjnheer Voll mer, en er is veel concurrentie. En dan de jonge lui geven tegenwoordig niet grang veel voor hun woning, zjj hebben te veel voor andere dingen noodig. Ik zal er niets van zeggen, maar ik geloof niet, dat ik nog ooit zulk een degelij ker* flinken huurder zal krjjgen als mijn eerste luitenant, neem me niet kwaljjk, als mjjn kapi tein was. „Ja, Wuifingen was zeer solied,// bevestigde de schrjjver. Dit was koren op den molen der weduwe. „Die dacht nu nergens om, als om den dienst en om zjjn bruid. Eens zeide hjj tot mjj: weet ge ik heb twee bruiden. En als ik hem ver baasd aankeek, zei&e hjj lachend: «De eene is Adèle, en de andere mjjn wapen Zjjn wapen en zjjn bruid. O het was zoo'n flink jong- menscb.// «En als hjj geen dienst had, of niet bjj zjjn verloofde was, wat deed hjj dan Zjj zag haar bezoeker verbaasd aan. «Wat hjj dan deed P Werken, lezen, schrijven, leekenen tot laat in den avond. Neen, wan neer hjj nog niet eens generaal wordt, dan weet ik het niet meer en mjjn man was toch koninklijk kanselarjjraad wij-bisschop Fischer werden ontvangen. Keizer Wilhelm heeft gisteren zijn 40sten verjaardag gevierd. Een aantal Duitsche Vorsten, ook de bejaarde Koning van Saksen, kwamen naar Berlijn. De Duitsche Rijksdag heeft gisteren het voorstel van prins Zu Schönaich- Carolath, zelf een begaafd schrijver, om 50.000 mark beschikbaar te stellen voor een gedenkteeken voor Goethe te Straatsburg, met groote meerderheid van stemmen in handen gesteld van de be- grootings-commissie. Slechts de meeste leden van het Centrum en van den Boe renbond stemden tegen. Aan den Russischen gezant Von O sten-Sa eken werd de hooge onder scheiding van den Zwarten Adelaar ver leend; welker versierselen de Minister van Buitenlandsche Zaken, Graaf V o n B 1 o w, den Gezant persoonlijk is komen brengen, zoodat hij er mede ter receptie kon ver- schynen. In Oostenryk hebben eenige reservisten de hun verleende herinnerrngsmedaille van het gouden regeeringsjubilee van keizer FransJozef teruggezonden onder voor geven dat hun socialistische gezindheid hun verbiedt de medaille te dragen. Een Italiaansche bandiet, zekere V i n- ceny Musearello, is te Portoferralo, Elba, op 80-jarigen leeftijd uit de gevan genis ontslagen. In 1860, toen Garribaldi dictator was op Sicilië, werd M u s c a r e 11 o wegens diefstal op den openbaren weg en moord ter dood veroordeeld, welke straf veran derd werd in levenslangen dwangarbeid. Zijn medeplichtigen werden gefusilleerd. Na langen tjjd op de galeien te hebben doorgebracht, werd hij in eene gevange nis opgenomen, waaruit hg nu, wegens zijn goed gedrag en zijn hoogen ouderdom, ontslagen is. Mnscarello, die wat geld heeft over gespaard, zal naar Sicilië terngkeeren en zijn dagen verder slijten bij een van zjjn neven, een boer. De oude roover moet er nog zeer ge zond en sterk uitzien. Z. H.Leo XIII ontving gisteren een 200-tal personen der Romeinsche aristocratie ten gehoore, uit wier naam Prins Col on na een adres voorlas. Z. H. bracht hulde aan den Romeinschen adel wegens zjjn trouw. Uit het Noord-Westen waait te Cher bourg een hevige storm. De zee staat zeer hoog zoodat de reede niet kan be reikt worden. De Fransche Kamer van Afgevaardigd den heeft de beraadslaging ove de be grooting van Binnenlandsche Zaken voort zettend, een tweede, tamelijk radicaal be- zuinigings-middel, eene fraktements-ver- laging der prefecteD, nadat de Regeering De wsgen reed in het rechte spoor dofch de schrijver besloot hem nog een klein duwtje te geven. „Nu, ja, mijn toekomstige zwager is een goede soliede kerel, maar hjj was toch jong, Hjj zal toch wel eens vrienden bjj zich ontvan gen hebben, en eens uitgegaan ziju?« «Mjjnheer," sprak de dame verontwaardigd, «mijn luitenant was nog lang geen eerste, toen, hjj raar hier verplaatst werd, en bjj mjj introk, en in al dien tjjd hieft hjj nooit in mjja huis een drinkgelag gehouden.// Zjj keek rond als of alleen de gedachte reeds haar woning zou ontwjjden. «Van tjjd tot tjjd kwamen beide vrienden, u weet welke, doch dan dronken zjj slechts bier, spraken over hun dienst en vergeleken hun arbeid. Ik weet het heel goed, want ik heb// zij hield plotseling op, doch hervatte snel «ik heb hun immers altjjd zelf bier en eten binnen gebracht, ofschoon mjjn man kan selarjjraad was.// «Na, maar nu maakt n het wat erg. Ik weet zeker, dat hjj graag meedeed, veel verdragen kon, en erg graag kaart speelde, zeide Vollmer rustig, en sloeg gespannen den indruk zjjner woorden gade. De vnendeljjke dikke dame wist niet op welke dezer aantjjgingen zjj het eerst zoude antwoor den. Zjj haalde diep adem, en zeide dan met eene stem, bevende van ontroering: «hjj kaart spelen, hjj veel kunnen verdragen, hjj graag drinken (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1899 | | pagina 1